gepubliceerd op 13 augustus 2012
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid
6 JULI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid, artikel 16.4.36, § 3, vijfde lid en artikel 16.4.41, § 2, vijfde lid ingevoegd bij het
decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/12/2007
pub.
29/02/2008
numac
2008035341
bron
vlaamse overheid
Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen »
sluiten en gewijzigd bij het decreet van 20 april 2012;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 mei 2012;
Gelet op het advies nr. 51.392/3 van de Raad van State, gegeven op 29 mei 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In hoofdstuk VII, afdeling II, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid wordt een artikel 75/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75/1.De gewestelijke entiteit kan een voorstel tot betaling van een geldsom doen als ze van mening is dat volgens de vaststellingen in het verslag van vaststelling onmiskenbaar vaststaat dat de overtreder de milieu-inbreuk heeft gepleegd.
De termijn waarin de geldsom betaald moet worden bedraagt drie maanden.
Het voorstel tot betaling van een geldsom wordt schriftelijk gedaan met een kennisgeving, zoals bepaald in artikel 16.1.2, 3°, van het DABM, en omvat minstens de volgende gegevens : 1° het verslag van vaststelling met het notitienummer;2° de vastgestelde milieu-inbreuk, inclusief de geschonden regelgeving;3° de decretale grondslag voor de toepassing van een voorstel tot betaling van een geldsom;4° de voorgestelde geldsom, alsook de betalingstermijn en de wijze van betaling;5° de gevolgen in geval van niet-tijdige betaling van de voorgestelde geldsom.»
Art. 2.In dezelfde afdeling van hetzelfde besluit wordt een artikel 75/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 75/2.De gewestelijke entiteit kan een voorstel tot betaling van een geldsom doen als ze van mening is dat volgens de vaststellingen in het proces-verbaal onmiskenbaar vaststaat dat de overtreder het milieumisdrijf heeft gepleegd en dat het milieumisdrijf geen zware aantasting van het leefmilieu inhoudt.
De gewestelijke entiteit kan echter geen voorstel tot betaling van een geldsom doen in de volgende gevallen : 1° als het proces-verbaal verschillende milieumisdrijven heeft vastgesteld;2° als aan de overtreder voor hetzelfde milieumisdrijf al eerder een betaling van een geldsom werd voorgesteld, een alternatieve bestuurlijke geldboete werd opgelegd overeenkomstig de bepalingen van het DABM, of strafrechtelijk werd veroordeeld;3° als het proces-verbaal melding maakt van ernstige fysieke of materiële schade aan derden. De termijn waarin de geldsom betaald moet worden bedraagt drie maanden.
Het voorstel tot betaling van een geldsom wordt schriftelijk gedaan met een kennisgeving, zoals bepaald in artikel 16.1.2, 3°, van het DABM, en omvat minstens de volgende gegevens : 1° het proces-verbaal met het notitienummer;2° het vastgestelde milieumisdrijf, inclusief de geschonden regelgeving;3° de decretale grondslag voor de toepassing van een voorstel tot betaling van een geldsom;4° de voorgestelde geldsom, alsook de betalingstermijn en de wijze van betaling;5° de gevolgen in geval van niet-tijdige betaling van de voorgestelde geldsom.».
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE