gepubliceerd op 13 augustus 2012
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkennings- en subsidievoorwaarden voor de ondersteuningsstructuur voor de initiatieven ter bevordering van de positie van de kandidaat-huurders en huurders op de private huurmarkt en in de sociale huisvesting
6 JULI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkennings- en subsidievoorwaarden voor de ondersteuningsstructuur voor de initiatieven ter bevordering van de positie van de kandidaat-huurders en huurders op de private huurmarkt en in de sociale huisvesting
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 57, vervangen bij het decreet van 23 maart 2012, en artikel 58, gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2012;
Gelet op het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/02/2006 pub. 06/04/2006 numac 2006035479 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur voor de erkende huurdiensten sluiten houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur voor de erkende huurdiensten;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 mei 2012;
Gelet op advies 51.433/3 van de Raad van State, gegeven op 12 juni 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;
Na beraadslaging, Besluit : Hoofdstuk 1. Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap : het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen van het Vlaamse Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;2° huurdersbonden: de organisaties die erkend zijn overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/09/2006 pub. 30/11/2006 numac 2006036910 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning en subsidiëring van huurdersorganisaties sluiten houdende de erkenning en subsidiëring van huurdersorganisaties;3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting;4° ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven: de ondersteuningsstructuur voor de initiatieven ter bevordering van de positie van de kandidaat-huurders en huurders op de private huurmarkt en in de sociale huisvesting, overeenkomstig artikel 57 van de Vlaamse Wooncode;5° toezichthouder: de toezichthouder voor de sociale huisvesting, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode;6° VIVAS: de Vereniging Inwoners Van Sociale woningen;7° Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode. Hoofdstuk 2. Opdrachten van de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven
Art. 2.§ 1.De ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven heeft, overeenkomstig artikel 57, derde lid, van de Vlaamse Wooncode, als opdracht: : 1° het ondersteunen van de erkende huurdersbonden bij de uitvoering van hun taken, vermeld in artikel 56, § 2, eerste en tweede lid, van de Vlaamse Wooncode, en in het bijzonder : a) het voorbereiden, organiseren en coördineren van het overleg en de ervaringsuitwisseling tussen de huurdersbonden;b) het zorgen voor de doorstroming en uitwisseling van de informatie over de beleidsontwikkelingen, de regelgeving en de goede praktijkvormen;c) het ondersteunen van de huurdersbonden op het vlak van methodiek-, proces- en organisatie-ontwikkeling;d) het uitwerken en aanbieden van vorming en bijscholing;e) het bevorderen van de netwerkvorming met relevante organisaties;f) het vertegenwoordigen van de huurdersbonden in advies- en overlegorganen inzake wonen;2° het ondersteunen van bewonersgroepen in de sociale huisvesting op Vlaams niveau, en meer bepaald de ondersteuning van de werking van VIVAS, en in het bijzonder : a) het voorbereiden, organiseren en coördineren van het overleg en de ervaringsuitwisseling tussen de bewonersgroepen die deel uitmaken van VIVAS;b) het zorgen voor de doorstroming en uitwisseling van de informatie over de beleidsontwikkelingen, de regelgeving en de goede praktijkvormen;3° het nemen van initiatieven ten aanzien van andere organisaties en instanties, ter bevordering van de positie van kandidaat-huurders en huurders op de private huurmarkt en in de sociale huisvesting, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare gezinnen en alleenstaanden; § 2. Bij de uitvoering van de opdrachten, vermeld onder paragraaf 1, treedt de ondersteuningsstructuur op als belangenbehartiger van kandidaat-huurders en huurders op de private huurmarkt en in de sociale huisvesting, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare gezinnen en alleenstaanden.
Hoofdstuk 3. De erkenning en de subsidiëring
Art. 3.De minister kan onder de voorwaarden, bepaald in dit besluit, een erkenning verlenen aan een ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven. De minister kent, binnen de kredieten die daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap beschikbaar zijn, onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, subsidies toe voor de uitvoering van de opdrachten, vermeld in dit besluit.
Art. 4.De ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven kan pas worden erkend en gesubsidieerd als ze voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° ze voert de opdrachten, vermeld in artikel 2, uit;2° ze beschikt over een centraal secretariaat;3° ze is opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;4° ze verbindt zich ertoe een stuurgroep op te richten, met daarin evenwaardige participatie van VIVAS en Samenlevingsopbouw, met het oog op de aansturing, in nauw overleg met die organisaties, van de opdrachten vermeld in artikel 2, 2° en 3°, voor zover het de sociale huisvesting betreft;5° ze verbindt zich ertoe elke wijziging in de statuten en de personeelsformatie, en elke wijziging waardoor niet meer voldaan wordt aan de erkenningsvoorwaarden, aan het agentschap te melden;6° ze verbindt zich ertoe een jaarverslag op te maken over de eigen werking van het voorbije jaar;7° ze verbindt zich ertoe een planning op te maken voor het volgende werkingsjaar in overleg met het agentschap, voor het einde van het lopende werkingsjaar. In het eerste lid, 4°, wordt verstaan onder Samenlevingsopbouw: het maatschappelijk opbouwwerk dat erkend en gesubsidieerd is overeenkomstig het decreet van 26 juni 1991 houdende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk.
De vereniging dient de aanvraag tot erkenning en subsidiëring in bij het agentschap. Zodra het agentschap het ontvangstbewijs van het volledige aanvraagdossier heeft bezorgd, beslist de minister over de aanvraag binnen een termijn van drie maanden na de datum van het ontvangstbewijs. De beslissing van de minister wordt betekend aan de aanvrager met een afschrift aan de toezichthouder.
Art. 5.De erkenning en de subsidiëring gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de ondertekening van het erkennings- en subsidiëringsbesluit door de minister, en gelden tot en met 31 december van het vijfde kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de ondertekening heeft plaatsgevonden.
De periode, vermeld in het eerste lid, kan telkens met vijf jaar worden verlengd op voorwaarde dat de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode in kwestie een aanvraag tot verlenging van de erkenning en de subsidiëring indient bij het agentschap.
De verlengingsaanvraag wordt afgehandeld overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 4, derde lid.
Art. 6.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten bedraagt de subsidie-enveloppe maximaal 320.500 euro per kalenderjaar.
De subsidie-enveloppe wordt besteed aan de werkings- en personeelskosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de opdrachten van de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven. § 2. De subsidie wordt voor elk volledig kalenderjaar uitbetaald via drie voorschotten van elk 30 % op het toegestane maximumbedrag. De voorschotten worden ambtshalve betaalbaar gesteld door het agentschap bij het begin van elke periode van vier maanden. Ze worden afgetrokken bij de afrekening van de subsidie voor elk kalenderjaar nadat de minister het jaarverslag over de werking heeft goedgekeurd en nadat de bewijsstukken van de personeels- en werkingskosten zijn gecontroleerd.
De subsidiëring voor de personeelskosten wordt bij de jaarlijkse afrekening berekend op grond van de werkelijke lasten van de bezoldiging van de voltijds of deeltijds tewerkgestelde personeelsleden, met inbegrip van de werkgeverslasten, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en het vervroegde vakantiegeld bij uitdiensttreding. Er wordt rekening gehouden met de anciënniteit in een voltijdse of deeltijdse dagtaak. § 3. De subsidie voor de maanden tussen de datum van de ondertekening van het erkennings- en subsidiebesluit door de minister en 1 januari van het eerste volledige kalenderjaar wordt berekend in verhouding tot het aantal maanden. Ze wordt uitbetaald volgens de voorschottenregeling, opgenomen in paragraaf 2, per periode van maximaal vier maanden.
Art. 7.§ 1. De ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven voert een boekhouding, gebaseerd op een minimaal genormaliseerd rekeningstelsel overeenkomstig de voorwaarden, bepaald door de minister.
Ze bezorgt jaarlijks uiterlijk op 31 maart de volgende stukken aan het agentschap: 1° een gedetailleerde afrekening van de kosten en opbrengsten die verbonden zijn aan de werking van de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven, aangevuld met de resultatenrekening en een balans over het voorbije kalenderjaar, overeenkomstig het genormaliseerde rekeningstelsel, vermeld in het eerste lid, alsook een begroting voor het lopende kalenderjaar, die goedgekeurd is door het bevoegde bestuursorgaan;2° een gedetailleerde afrekening van de personeelskosten, met onder meer een afschrift van de RSZ-staten en de individuele jaarrekeningen over de gesubsidieerde periode met betrekking tot de tewerkgestelde personeelsleden;3° een jaarverslag over de eigen activiteiten en de resultaten met betrekking tot de opdrachten, vermeld in artikel 2. Ze bezorgt bovendien jaarlijks uiterlijk op 15 mei de verslagen met een analyse van de werking van de huurdersbondenen de werking van VIVAS over het voorbije kalenderjaar. § 2. Het agentschap is belast met de controle op de stukken, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1° en 2°. Het maakt een ontwerp van afrekening op zoals vermeld in artikel 6, § 2.
Het agentschap legt uiterlijk op 31 mei de verslagen, vermeld in paragraaf 1, derde lid, samen met een advies over de werking en activiteiten van de erkende ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven, met het ontwerp van afrekening ter goedkeuring voor aan de minister.
Art. 8.Het bedrag, vermeld in artikel 6, § 1, is uitgedrukt tegen 100 % op basis van de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2012.
Het wordt, wat het loonaandeel betreft, geïndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van het Rijk gekoppeld worden. Het niet-loonaandeel wordt geïndexeerd volgens de in de begrotingsinstructies opgenomen indexatieparameter voor werkingskredieten.
Hoofdstuk 4. Sancties
Art. 9.Met behoud van de toepassing van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen, af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, zal de minister na gemotiveerd advies van het agentschap of de toezichthouder en na de ondersteuningsstructuur te hebben gehoord, de uitbetaling van de subsidie stopzetten, de reeds uitbetaalde subsidie terugvorderen en de erkenning intrekken als: 1° wordt vastgesteld dat de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven niet meer voldoet aan een van de erkennings- en subsidievoorwaarden en ze niet kan aantonen dat ze opnieuw aan de voorwaarden voldoet binnen drie maanden die volgen op de datum van de vaststelling, vanaf het moment dat wordt vastgesteld dat de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven niet meer voldeed aan een van de erkennings- en subsidievoorwaarden;2° de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven een voldoende ernstige onregelmatigheid begaat bij de uitvoering van haar opdracht;3° de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven ten onrechte een erkenning en subsidiëring heeft verkregen op grond van onjuiste informatie;4° de ondersteuningsstructuur huurdersinitiatieven de in artikel 6, § 2, bedoelde controle verhindert. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen
Art. 10.Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/02/2006 pub. 06/04/2006 numac 2006035479 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur voor de erkende huurdiensten sluiten houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur van de erkende huurdiensten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006, 14 maart 2008, 11 december 2009, 17 december 2010, 23 december 2011 en 16 maart 2012, wordt opgeheven.
Art. 11.Voor de subsidies die met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/02/2006 pub. 06/04/2006 numac 2006035479 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur voor de erkende huurdiensten sluiten houdende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de samenwerkings- en overlegstructuur van de erkende huurdiensten zijn toegekend, blijven de bepalingen van het voormelde besluit van toepassing.
De samenwerkings- en overlegstructuur die op 31 augustus 2012 erkend is en gesubsidieerd wordt overeenkomstig het voormelde besluit, wordt geacht te voldoen aan de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. De minister neemt daarvoor een erkennings- en subsidiëringsbesluit overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 en 6 van dit besluit.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2012.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE