gepubliceerd op 22 juli 2019
Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen
3 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming aan het OCMW ter bestrijding van uithuiszettingen
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011036079 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, artikel 59 en 61, 1°, gewijzigd bij het Vlaams Woninghuurdecreet;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2018;
Gelet op advies 2019-02 van de Vlaamse Woonraad, gegeven op 23 januari 2019;
Gelet op advies nr. 55/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 27 februari 2019;
Gelet op advies 65.716/3 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° begeleidingsovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder, de verhuurder en het OCMW waarin afspraken over de afbetaling van de huurachterstal en de begeleiding van de huurder door het OCMW worden vastgelegd;2° Fonds: het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen, vermeld in artikel 58 van het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011036079 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012;3° huurder: de persoon die als huurder wordt vermeld in een woninghuurovereenkomst als vermeld in titel 2 van het Vlaams Woninghuurdecreet, die niet onder de toepassing valt van titel VII van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, of zijn lasthebber;4° huurachterstal: de som van de vervallen huurgelden, het vervallen forfaitair bepaalde bedrag voor de kosten en de lasten, de vervallen provisie voor de kosten en de lasten en het vervallen saldo na de afrekening van de kosten en lasten;5° huurprijs: de prijs die de huurder betaalt voor het gebruik van de woning en de gemeenschappelijke delen, met uitsluiting van de kosten en de lasten;6° verhuurder: de persoon die als verhuurder wordt vermeld in een woninghuurovereenkomst als vermeld in titel 2 van het Vlaams Woninghuurdecreet, die niet onder de toepassing valt van titel VII van het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, of zijn lasthebber.
Art. 2.De bedragen in euro, vermeld in dit besluit, worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex/gezondheidsindex oktober 2018.
In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° aangepaste gezondheidsindex: de gezondheidsindex van de maand oktober die voorafgaat aan de aanpassing, vermeld in het eerste lid;2° gezondheidsindex: het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
Art. 3.Binnen de kredieten die daarvoor worden ingeschreven op de begroting van het Vlaamse Gewest en onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, verleent het Fonds een financiële tegemoetkoming aan het OCMW dat een huurder met huurachterstal begeleidt om een uithuiszetting te vermijden. HOOFDSTUK 2. - De tegemoetkoming aan het OCMW
Art. 4.Als het OCMW ambtshalve of na ontvangst van een melding van betalingsachterstand van een huurder beslist om die huurder specifiek te begeleiden bij de afbetaling van zijn huurachterstal, deelt het zijn beslissing mee aan het Fonds. Het OCMW bezorgt die mededeling met een formulier, dat minstens de identiteit van de huurder en van de verhuurder, de huurprijs, het bedrag van de huurachterstal, een kopie van de begeleidingsovereenkomst en de contactgegevens van het OCMW vermeldt. Het Fonds stelt het formulier vast.
Het Fonds meldt binnen vijf werkdagen de ontvangst van het dossier en deelt het dossiernummer en de ontvangstdatum mee aan het OCMW.
Art. 5.Nadat het Fonds de beslissing van het OCMW, vermeld in artikel 4, eerste lid, ontvangen heeft, verleent het de tegemoetkoming, vermeld in artikel 7, eerste lid, 1° en 2°, als op de ontvangstdatum, vermeld in artikel 4, tweede lid, de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° de huurder heeft een huurachterstal van een bedrag dat gelijk is aan minstens twee keer de huurprijs en maximaal zes keer de huurprijs;2° het OCMW heeft een sociaal onderzoek als vermeld in artikel 60, § 1, van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, uitgevoerd, waaruit bleek dat de huurder in aanmerking komt voor dienstverlening en dat de huurder onder begeleiding zijn huurachterstal kan afbetalen;3° de huurder, de verhuurder en het OCMW ondertekenen een begeleidingsovereenkomst. De begeleidingsovereenkomst wordt opgesteld volgens de typeovereenkomst, die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 6.Het OCMW streeft er met de begeleiding van de huurder naar de huurachterstal af te betalen en een stabiele woonsituatie voor de huurder te creëren. Een stabiele woonsituatie kan gerealiseerd worden in dezelfde huurwoning of in een andere woning.
Als de huurder dezelfde huurwoning blijft bewonen, is er sprake van een stabiele woonsituatie als hij de begeleidingsovereenkomst heeft uitgevoerd en als hij op dat ogenblik en twaalf maanden na de ondertekening van de begeleidingsovereenkomst, geen nieuwe huurachterstal heeft opgebouwd.
Als de huurder de huurovereenkomst heeft beëindigd, is er sprake van een stabiele woonsituatie als hij de begeleidingsovereenkomst heeft uitgevoerd en op het ogenblik van de beëindiging van de huurovereenkomst geen nieuwe huurachterstal heeft opgebouwd.
Art. 7.De tegemoetkoming van het Fonds aan het OCMW bedraagt: 1° bij de start van de begeleiding door het OCMW een vast bedrag van 200 euro;2° bij de start van de begeleiding door het OCMW een bedrag van een vierde van de huurachterstal, met een maximum van 625 euro;3° bij de beëindiging van de begeleiding door het OCMW een bedrag van 35% van de huurachterstal, met een maximum van 875 euro. Het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt alleen toegekend nadat het OCMW op basis van een schriftelijke bevestiging van de verhuurder verklaard heeft dat de huurder zich in een stabiele woonsituatie als vermeld in artikel 6, tweede en derde lid, bevindt.
Het OCMW vraagt het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°, aan het Fonds met een formulier, dat minstens het dossiernummer, de identiteit van de huurder, een beknopt overzicht van de geboden begeleiding, de afbetalingen door de huurder aan het OCMW, de huidige of laatst bekende woonsituatie van de huurder en de contactgegevens van het OCMW vermeldt. Het OCMW voegt de schriftelijke bevestiging van de verhuurder, vermeld in het tweede lid, bij het formulier. Het Fonds stelt het formulier vast.
Het OCMW vraagt het bedrag, vermeld in het eerste lid, 3°, aan het Fonds binnen zes maanden na het ontstaan van de stabiele woonsituatie, vermeld in artikel 6, tweede en derde lid.
Het Fonds betaalt de bedragen, vermeld in dit artikel, uiterlijk een maand nadat het het formulier, vermeld in het derde lid of in artikel 4, eerste lid, heeft ontvangen, aan het OCMW.
Art. 8.Als het Fonds door bedrog, list of valse verklaringen overgegaan is tot een niet-verschuldigde betaling, vordert het de terugbetaling van de niet-verschuldigde sommen, verhoogd met een nalatigheidsinterest die berekend wordt tegen de wettelijke interestvoet, vanaf de dag van de betaling van die sommen.
Het bedrag dat terugbetaald moet worden aan het Vlaamse Gewest, wordt gestort ten voordele van het Fonds.
Art. 9.Het Fonds verkrijgt van het OCMW de identiteits- en contactgegevens van de huurder en verhuurder en de noodzakelijke financiële informatie voor de controle op de naleving van het afbetalingsplan, zoals vermeld in dit besluit.
Het Fonds is voor de ontvangen documenten en gegevens de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7) van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Het Fonds gebruikt de ontvangen documenten en gegevens alleen voor de controle van de aanvragen van het OCMW en de betaling van de vergoedingen aan het OCMW. De bewaartermijn van de ontvangen documenten en gegevens bedraagt zeven jaar na de betaling van de laatste tegemoetkoming. Na pseudonimisering mogen de ontvangen documenten en gegevens ook na de vermelde bewaartermijn bewaard worden.
Het Fonds mag de ontvangen documenten en gegevens gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek of statistische verwerking na pseudonimisering ervan. Het Fonds mag de ontvangen documenten en gegevens na pseudonimisering ter beschikking stellen van de andere entiteiten van het beleidsdomein Omgeving, vermeld in artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
Het Fonds stelt een functionaris voor gegevensbescherming aan als vermeld in artikel 37 van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 10.Met behoud van de toepassing van artikel 5 wordt de tegemoetkoming van het Fonds aan het OCMW, vermeld in artikel 7, alleen verstrekt als de huurder een huurachterstal heeft van minstens twee maanden, die is ontstaan na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 11.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, wordt opgeheven.
Art. 12.§ 1. Het Fonds betaalt de aansluitingsvergoeding terug aan de verhuurders die zich vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit hebben aangesloten bij het Fonds op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen, zoals van kracht op de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, op voorwaarde dat de huurovereenkomst waarvoor ze zich hebben aangesloten, nog loopt.
Het Fonds doet de terugbetaling, vermeld in het eerste lid, binnen drie maanden na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
Op het bedrag, vermeld in het eerste lid, zijn geen intresten verschuldigd. § 2. Voor de verhuurders die vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit het Fonds op de hoogte hebben gebracht van het inleiden van de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst wegens huurachterstal en tot uithuiszetting, conform artikel 7, eerste lid, punt 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/10/2013 pub. 25/11/2013 numac 2013206219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen sluiten houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen, zoals van kracht op de dag vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, blijven de bepalingen van dat besluit van toepassing.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2020.
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 3 mei 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld