gepubliceerd op 13 januari 2012
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van sociale huisvestingsmaatschappijen voor uitgaven met betrekking tot rationeel energiegebruik en groene warmte
2 DECEMBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van sociale huisvestingsmaatschappijen voor uitgaven met betrekking tot rationeel energiegebruik en groene warmte
De Vlaamse Regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, artikel 55 tot en met 58;
Gelet op het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 38;
Gelet op het decreet van 23 december 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010036015 bron vlaamse overheid Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011, gewijzigd door het decreet van 8 juli 2011;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 08/12/2006 pub. 27/04/2007 numac 2007035507 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater sluiten betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of de aanmaak van warm verbruikswater, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2008, 12 december 2008 en 19 november 2010, Hoofdstuk V;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/04/2009 pub. 17/06/2009 numac 2009202374 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van subsidies aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen voor het vervangen van ramen door thermisch isolerende ramen door sociale huisvestingsmaatschappijen en voor het uitwerken van een energetische optimalisatieprocedure door de VMSW met toepassing van REG-maatregelen voor bestaande collectieve installaties voor verwarming, sanitair en ventilatie sluiten houdende de toekenning van subsidies aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen voor het vervangen van ramen door thermisch isolerende ramen door sociale huisvestingsmaatschappijen en voor het uitwerken van een energetische optimalisatieprocedure door de VMSW met toepassing van REG-maatregelen voor bestaande collectieve installaties voor verwarming, sanitair en ventilatie;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, verleend op 15 juli 2011;
Gelet op dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de op de begroting 2011 van de Vlaamse Gemeenschap hiervoor vrijgemaakte middelen moeten worden vastgelegd voor het einde van 2011. Dat die vastlegging enkel kan gebeuren nadat er een decretale basis is gecreëerd, op uitdrukkelijk verzoek van de Raad van State in haar advies nr.50.045/1/V gegeven op 30 augustus 2011 bij het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de facultatieve subsidiëring van sociale huisvestingsmaatschappijen voor uitgaven met betrekking tot rationeel energiegebruik en groene warmte, waaraan uitvoering wordt gegeven met dit besluit. Dat zonder deze vastlegging deze middelen niet meer kunnen worden aangewend. Dat de beoogde subsidiëring voor energiemaatregelen ook bijdraagt tot de betaalbaarheid van de sociale huisvesting. Dat de beoogde subsidies bijdragen tot de realisatie van de 20-20-20 energienormering, in casu voor de sociale huisvesting, zoals opgelegd door de Europese Commissie. Dat elk uitstel ook betekent dat de realisatie van het betaalbaar sociaal woonaanbod en de verbeterde energieprestaties vertraging oplopen. Dat de Vlaamse Regering een zekere continuïteit wil behouden bij het toekennen van dergelijke energiesubsidies voor deze sector.
Dat de Raad van State in haar advies 50.610/3 van 22 november 2011 de aanvraag tot spoedadvies onontvankelijk heeft verklaard bij gebrek aan aangetoonde spoedeisendheid. Dat zelfs met een nieuw spoedadvies na de totstandkoming van de rechtsgrond de voornoemde vastlegging niet meer kan gerealiseerd worden;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap : het intern verzelfstandige agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen;2° collectieve verwarmingsinstallatie : de gemeenschappelijke voorziening om verschillende wooneenheden te voorzien van verwarming, al dan niet in combinatie met sanitair warm water;3° individuele verwarmingsinstallatie : individuele voorziening om een woning te voorzien van verwarming, al dan niet in combinatie met sanitair warm water;4° installatiestudie : onderzoek van de mogelijkheden tot optimalisatie van de bestaande installatie(s) of voor de plaatsing van een optimale nieuwe installatie, al dan niet gecombineerd met bestaande onderdelen, voor verwarming en de productie van sanitair warm water en van de optimale mogelijkheden met betrekking tot de toepassing van zonneboilers en warmtepompen en desgevallend andere duurzame energietoepassingen, met het oog op een optimaal rendement;5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor wonen;6° SHM : een erkende sociale huisvestingsmaatschappij als vermeld in artikel 40 van de Vlaamse Wooncode;7° VMSW : de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, vermeld in artikel 30 van de Vlaamse Wooncode.
Art. 2.Aan de VMSW wordt een subsidie voor uitgaven met betrekking tot rationeel energiegebruik en groene warmte voor de sociale huisvestingsmaatschappijen van achtentwintig miljoen vijfhonderdvijfentwintigduizend euro ter beschikking gesteld. De subsidie wordt aangerekend op basisallocatie NC0 NE029 3300, Subsidies voor uitgaven met betrekking tot rationeel energiegebruik en groene warmte, van de begroting 2011 van de Vlaamse Gemeenschap.
Een eerste schijf van zeven miljoen vijfhonderdvijftigduizend euro wordt onmiddellijk na de inwerkingtreding van dit besluit aan de VMSW uitbetaald. Wanneer de VMSW nog minder dan vijfhonderdduizend euro van dit krediet ter beschikking heeft, wordt een volgende schijf van zeven miljoen euro uitbetaald aan de VMSW. Met het oog op de uitbetaling van een volgende schijf rapporteert de VMSW, minstens halfjaarlijks, over de aanwending van de uitgekeerde subsidies en de verdeling van het beschikbare krediet over de provincies.
Art. 3.De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt aangewend om SHM's te stimuleren in bestaande of te realiseren sociale huurwoningen maatregelen te nemen met betrekking tot : 1° de vervanging van verouderde verwarmingsinstallaties door individuele verwarmingsinstallaties met condenserende ketels;2° de vervanging van verouderde verwarmingsinstallaties door collectieve verwarmingsinstallaties met condenserende ketels;3° de vervanging van verouderde verwarmingsinstallaties door individuele hoogrendementskachels van het gesloten type;4° de optimalisatie van verouderde collectieve verwarmingsinstallaties door de vervanging of betere afstelling van delen ervan;5° de vervanging van ramen met enkele beglazing door hoog rendement raamsystemen;6° de installatie van zonneboilers voor de productie van sanitair warm water;7° de installatie van warmtepompen. De minister stelt vast welke verwarmingsinstallaties verouderd zijn en wat de voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor subsidiëring van te plaatsen individuele of collectieve verwarmingsinstallaties, hoogrendementskachels van het gesloten type, hoog rendement raamsystemen, zonneboilers en warmtepompen.
Zolang de minister geen voorwaarden heeft vastgesteld overeenkomstig het tweede lid, gaat de VMSW voor de maatregelen, vermeld in het eerste lid, na of voldaan is aan de technische normen, opgenomen in de volgende documenten : 1° Algemene handleiding woningbouw - renovatie, goedgekeurd en bekrachtigd door de raad van bestuur van de VMSW op 12 september 2006;2° De bouwtechnische beschrijving, goedgekeurd en bekrachtigd door de raad van bestuur van de VMSW op 12 september 2006;3° Concepten voor sociale woningbouw - Leidraad voor bouwheer en ontwerpers, goedgekeurd en bekrachtigd door de raad van bestuur van de VMSW op 30 september 2008.
Art. 4.§ 1. Totdat het beschikbare krediet, vermeld in artikel 2, volledig is opgebruikt, keert de VMSW voor de maatregelen, vermeld in artikel 3, eerste lid, de volgende subsidiebedragen uit aan SHM's : 1° een forfaitair bedrag van 800 euro per geplaatste individuele verwarmingsinstallatie met condenserende ketel;2° 500 euro per wooneenheid aangesloten op de geplaatste of geoptimaliseerde collectieve verwarmingsinstallatie met condenserende ketel;3° een forfaitair bedrag van 100 euro/m2 voor het geplaatst hoog rendement raamsysteem, gemeten volgens de dagmaat;4° een forfaitair bedrag van 400 euro per geplaatste individuele hoogrendementskachel van het gesloten type; 5° 1.500 euro per geplaatste zonneboiler, te vermeerderen met 250 euro/m2 zonnecollectoroppervlak boven de 4m2; 6° een forfaitair bedrag van 800 euro per geplaatste warmtepomp of, als er meer dan één wooneenheid op de werking van de warmtepomp wordt aangesloten, 500 euro per aangesloten wooneenheid. De subsidiebedragen vermeld in het eerste lid, 2°, 5° en 6°, worden beperkt tot 40 % van de totale gefactureerde kostprijs van de werkzaamheden die betrekking hebben op de subsidiabele maatregelen, exclusief btw. § 2. De subsidiebedragen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, mogen onderling en met andere energieprestatie bevorderende voordelen en subsidies gecumuleerd worden, zolang die samen de totale gefactureerde kostprijs van de werkzaamheden die betrekking hebben op de subsidiabele maatregelen, inclusief btw, niet overschrijden. Als de subsidiebedragen, gecumuleerd met andere voordelen en subsidies, de totale gefactureerde kostprijs overschrijden, zullen de subsidiebedragen verminderd worden tot het verschil van de totale gefactureerde kostprijs en de gecumuleerde andere voordelen en subsidies.
De subsidiebedragen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, zijn niet cumuleerbaar met al toegezegde regionale en Europese subsidies in het kader van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. § 3. De VMSW waakt erover dat het beschikbare krediet, vermeld in artikel 2, volgens de hiernavolgende provinciale verdeelsleutel aan de SHM's uitgekeerd wordt : 1° voor de provincie Antwerpen : 28,3 %;2° voor de provincie Limburg : 10,9 %;3° voor de provincie Oost-Vlaanderen : 27 %;4° voor de provincie Vlaams-Brabant : 9,9 %;5° voor de provincie West-Vlaanderen : 23,9 %.
Art. 5.Om een beroep te kunnen doen op de subsidiebedragen, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden : 1° de warmtegeneratoren van de te vervangen verwarmingsinstallaties zijn minimaal 25 jaar oud op het moment van de subsidieaanvraag, tenzij het een installatie betreft die hoofdzakelijk werkt op basis van elektrische weerstandsvorming of die bestaat uit individuele kachels, ongeacht of ze eigendom zijn van de SHM;2° als er 15 of meer wooneenheden in een aaneengesloten gebouw betrokken zijn in het globale project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ongeacht of dit in een of meerdere fasen wordt uitgevoerd, worden de subsidiabele maatregelen voorafgegaan door een installatiestudie, waarvan het resultaat bepaalt welke ingrepen er dienen plaats te vinden en waarvan enkel gemotiveerd en mits instemming van de VMSW kan worden afgeweken;3° de plaatsing en aanpassing van de verwarmingsinstallaties gebeurt door een erkend technicus zoals vermeld in hoofdstuk V van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2008 betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of de aanmaak van warm verbruikswater;4° de plaatsing van het hoog rendement raamsysteem gebeurt zoals vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/04/2009 pub. 17/06/2009 numac 2009202374 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van subsidies aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen voor het vervangen van ramen door thermisch isolerende ramen door sociale huisvestingsmaatschappijen en voor het uitwerken van een energetische optimalisatieprocedure door de VMSW met toepassing van REG-maatregelen voor bestaande collectieve installaties voor verwarming, sanitair en ventilatie sluiten houdende de toekenning van subsidies aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen voor het vervangen van ramen door thermisch isolerende ramen door sociale huisvestingsmaatschappijen en voor het uitwerken van een energetische optimalisatieprocedure door de VMSW met toepassing van REG-maatregelen voor bestaande collectieve installaties voor verwarming, sanitair en ventilatie. De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 2°, geldt niet voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 5°.
De minister bepaalt de inhoud en de vorm van de installatiestudie, vermeld in het eerste lid, 2°.
Art. 6.Alleen aanvragen met facturatiedatum of datum van vorderingsstaat vanaf 1 november 2011 komen in aanmerking, uitgezonderd de subsidieaanvragen voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, die betrekking hebben op het vervangen van verouderde verwarmingsinstallaties in bestaande eengezinswoningen of duowoningen door condenserende ketels voor centrale verwarming, zoals die wel in aanmerking kwamen bij vroegere subsidiebepalingen. In het laatste geval komen de aanvragen met facturatiedatum of datum van vorderingsstaat in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 oktober 2011 ook in aanmerking en zijn de voorwaarden, vermeld in artikel 5, eerste lid, niet van toepassing.
Art. 7.De subsidie wordt aangevraagd na de voltooiing van de werkzaamheden aan de hand van het typeformulier dat de VMSW ter beschikking stelt. Als het project onder de toepassing van artikel 5, eerste lid, 2°, valt, moet de installatiestudie aan de VMSW worden voorgelegd voordat de werkzaamheden aanvatten.
De SHM voegt bij haar subsidieaanvraag het bewijs dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde voorwaarden aan de hand van : 1° een kopie van de factuur of van de vorderingsstaat in geval van gegunde werkzaamheden;2° het merk, het type en de nodige technische specificaties van de toegepaste systemen;3° de verklaring van de SHM dat ze voor de subsidiabele maatregel al dan niet een subsidie van een netbeheerder of een subsidie van een andere overheid of instantie heeft aangevraagd of ontvangen met, desgevallend, vermelding van het bedrag;4° indien van toepassing, een kopie van de installatiestudie waaruit de opportuniteit van de subsidiabele maatregel blijkt.
Art. 8.De VMSW verifieert of de subsidieaanvraag van een SHM volledig is en of ze voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde voorwaarden. De VMSW kan daartoe alle nuttig geachte documenten en bewijzen opvragen en een verificatie ter plaatse verrichten.
De VMSW rangschikt de subsidieaanvragen in volgorde van indiening en waakt erover dat de provinciale verdeelsleutel, vermeld in artikel 4, § 3, in acht genomen wordt. Aan de eerst gerangschikte volledige subsidieaanvragen die aan de bij of krachtens dit besluit gestelde voorwaarden voldoen, wordt een subsidie uitgekeerd.
Art. 9.De VMSW bezorgt een eindrapportering uiterlijk op 31 oktober 2016, aan de minister en aan het agentschap over de aanwending van de uitgekeerde subsidies per SHM. Zij geeft in haar rapport een overzicht van de verdeling van het beschikbare krediet, vermeld in artikel 2, over de provincies. Dat rapport omvat ook de opgave van de totale intresten die de VMSW op het subsidieaandeel heeft verkregen. Zij toont aan dat die intresten voor dezelfde doelstelling en onder dezelfde voorwaarden als de subsidie zelf zijn aangewend.
De VMSW stort het niet-uitgekeerde subsidieaandeel uiterlijk op 31 oktober 2016 terug in de algemene middelen.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2011.
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor wonen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 december 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE