gepubliceerd op 11 januari 2006
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
2 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 33, § 1, tweede lid, 5°;
Overwegende dat de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, afgekort VHM, het overleg tussen haar en de sociale huisvestingsmaatschappijen, afgekort SHM, heeft georganiseerd en dat dit resulteerde in een reglement inzake het beheer van de eigen middelen van de SHM's;
Overwegende dat de Raad van Bestuur van de VHM tijdens zijn zitting van 25 januari 2005 met dit reglement heeft ingestemd;
Overwegende dat dit reglement beoogt een algemeen kader vast te leggen waarbinnen door de sector de meer uitvoeringsgerichte bepalingen kunnen worden vastgelegd;
Overwegende dat dit reglement de Vlaamse Regering de kans biedt om een analoge regelgeving onder vorm van een besluit op te stellen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 juni 2005;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De SHM's zijn verplicht de saldi van hun rekeningen buiten de VHM op het einde van elke kalendermaand in de daaropvolgende maand te storten op hun rekening-courant bij de VHM, na aftrek van de uitgaven die nodig zijn voor hun dagelijkse werking en die binnen die daaropvolgende kalendermaand betaald moeten worden. § 2. De SHM's rapporteren op het einde van elke kalendermaand aan de VHM over de saldi van de eigen middelen buiten de VHM.
Art. 2.De rekening-courant van een SHM kan op haar eigen verzoek opgesplitst worden in een « rekening-courant korte termijn » voor tegoeden op minder dan één jaar, en een « rekening-courant lange termijn » voor tegoeden op één jaar en meer.
De Raad van Bestuur van de VHM kan tevens beslissen een aparte rekening- courant te creëren, al dan niet op basis van een specifieke reglementering.
Art. 3.De creditrentevoet op overschotten op de « rekening-courant korte termijn » voor een bepaalde maand wordt vastgesteld op een creditreferentie met een creditmarge en geldt voor die volledige kalendermaand. De referentie is het gemiddelde van alle fixings van Euribor 1 maand (Bloomberg, pagina EUR001M) van de vorige kalendermaand, afgerond op drie cijfers na de komma.
De creditrentevoet kan evenwel niet lager zijn dan die, bepaald in het derde lid.
Op het bedrag dat in de loop van het jaar niet-gepland overgedragen moet worden van de « rekening-courant lange termijn » naar de « rekening-courant korte termijn » wordt vanaf 1 januari tot de dag van de ontvangst van de opvraging bij de VHM een intrest van 0,50 % toegepast, vermeerderd of verminderd met een marge.
De creditrentevoet op overschotten op de « rekening-courant lange termijn » voor een bepaald kalenderjaar wordt vastgesteld op een creditreferentie met een creditmarge en geldt voor dat volledige kalenderjaar. De referentie is de voorlaatste fixing van Euribor 12 maand (Bloomberg, pagina EUR012M) van het vorige kalenderjaar, afgerond op drie cijfers na de komma.
De debetrentevoet voor de debetsaldi op de « rekening-courant korte termijn » wordt vastgesteld als een debetreferentie met een debetmarge en geldt voor een volledige kalendermaand. De referentie voor een bepaalde kalendermaand is het tarief voor kaskredieten zoals meest recent gepubliceerd voor de vorige kalendermaand.
De intrest wordt jaarlijks op 31 december verrekend.
Art. 4.Iedere SHM dient minstens één keer per jaar een door haar raad van bestuur goedgekeurde financiële planning in bij de VHM. Die planning bevat twee delen : 1° een investeringsplanning, gedetailleerd voor de eerstkomende twee jaar, rudimentair voor het derde tot en met het vijfde jaar;2° een planning van de operationele verrichtingen, gedetailleerd voor de eerstkomende twee jaar, rudimentair voor het derde tot en met het vijfde jaar.
Art. 5.De Raad van Bestuur van de VHM keurt de uitvoeringsmodaliteiten van dit reglement goed, na advies van de sector. De VHM organiseert het overleg daarvoor.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 december 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN