Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 juni 2007
gepubliceerd op 15 juni 2007

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter

bron
vlaamse overheid
numac
2007035901
pub.
15/06/2007
prom.
01/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/01/2007035901/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JUNI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter;

Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 11 mei 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 mei 2007;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wapenwet het recht om het sportschieten te beoefenen met vergunningsplichtige wapens afhankelijk maakt van een document, uitgereikt door of namens de gemeenschapsoverheden bevoegd voor sport. Dat de wapenwet werd afgekondigd op 8 juni 2006 en in werking trad op 9 juni 2006. Dat het Koninklijke Besluit dat uitvoering moet geven aan de wapenwet gepubliceerd werd op 9 januari 2007. Dat de bepalingen in dat besluit onontbeerlijk zijn om op een samenhangende manier gestalte te kunnen geven aan het decreet en de uitvoeringsbesluiten waardoor de Gemeenschappen gevat worden.Dat het decreet van de Vlaamse Gemeenschap goedgekeurd werd door het Vlaams Parlement op 9 mei 2007 en bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 11 mei 2007. Dat de overgangstermijn van de wapenwet eindigt op 30 juni 2007. Dat het voor advies voorgelegde voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering de bepalingen bevat om het decreet houdende het statuut van de sportschutter in werking te laten treden en uit te voeren.Dat de gemachtigde schietsportfederaties de procedure om de sportschutterslicentie of de voorlopige sportschutterslicentie uit te reiken zo snel mogelijk moeten kunnen opstarten en dat het bijgevolg aangewezen is dat het decreet en het ontwerpbesluit zo vlug mogelijk in werking treden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter;2° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;3° de bevoegde dienst : een van de volgende agentschappen : a) het agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, afgekort BLOSO, voor de Vlaamse sportfederaties of organisaties die erkend zijn op basis van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding die het sportschieten aanbieden;b) het agentschap Kunsten en Erfgoed voor de organisaties voor volkscultuur die erkend zijn op basis van het decreet van 27 oktober 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur die het sportschieten met vergunningsplichtige wapens aanbieden. HOOFDSTUK II. - Stavingsstukken en procedure voor het verkrijgen en het hernieuwen van een sportschutterslicentie

Art. 2.Om een sportschutterslicentie voor een bepaalde wapencategorie te verkrijgen, moet de sportschutter de volgende stavingsstukken voorleggen : 1° een kopie van de identiteitskaart;2° een recente pasfoto;3° een ondertekende en gedateerde verklaring waaruit de toestemming van de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers blijkt, als de sportschutter minderjarig is;4° een kopie van het sportschuttersboekje, waaruit blijkt dat de sportschutter actief lid is;5° een bewijs van goed zedelijk gedrag, dat niet ouder is dan drie maanden, waaruit blijkt dat de sportschutter niet veroordeeld is als dader of als medeplichtige voor een van de misdrijven waardoor overeenkomstig de wapenwet aan de sportschutter geen vergunning tot het voorhanden hebben van een vuurwapen kan worden uitgereikt;6° een medisch attest, dat niet ouder is dan drie maanden en dat bevestigt dat de sportschutter in staat is een wapen te manipuleren zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen;7° het bewijs dat de sportschutter geslaagd is voor de theoretische proef voor de betreffende wapencategorie of dat hij ervan vrijgesteld is;8° het bewijs dat de sportschutter geslaagd is voor de praktische proef voor de betreffende wapencategorie of dat hij ervan vrijgesteld is.

Art. 3.§ 1. Om een sportschutterslicentie voor een bepaalde wapencategorie te verkrijgen, dient de sportschutter een aanvraag in bij een daartoe door de Vlaamse Regering gemachtigde schietsportfederatie.

De aanvraag wordt ondertekend en gedateerd door de sportschutter of door de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers als de sportschutter minderjarig is, en bevat de volgende vermeldingen : 1° de identificatie van de sportschutter : voornamen, achternaam, adres, geboortedatum, geboorteplaats;2° in voorkomend geval, voornaam, achternaam en adres van de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers;3° de wapencategorie(ën) waarop de aanvraag betrekking heeft;4° het bezit van een voorlopige sportschutterslicentie voor de betreffende wapencategorie(ën) en de afgiftedatum ervan;5° het bezit van een sportschutterslicentie voor een andere wapencategorie en de afgiftedatum ervan. Bij de aanvraag voegt de sportschutter de stavingsstukken, vermeld in artikel 2, tenzij die al in het bezit zijn van de gemachtigde schietsportfederatie. § 2. De gemachtigde schietsportfederatie gaat na : 1° of de aanvraag volledig is, en vraagt de eventuele ontbrekende stavingsstukken op;2° of de stavingsstukken nog geldig zijn;3° of de aanvrager sportschutter is;4° of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9, § 2, van het decreet, is voldaan;5° in voorkomend geval, of de sportschutter vrijgesteld is van de theoretische proef of van de praktische proef voor de betreffende wapencategorie;6° in voorkomend geval, of de sportschutter voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 17 van het decreet. § 3. De gemachtigde schietsportfederatie levert, uiterlijk vijftien dagen nadat het volledige aanvraagdossier, vermeld in § 1, is ingediend, de sportschutterslicentie voor de betrokken wapencategorie(ën) af aan de sportschutter. § 4. Behalve als de sportschutter op grond van artikel 9, § 3, of artikel 17 van het decreet, is vrijgesteld van de theoretische proef, moet hij de theoretische proef afleggen om na te gaan of hij de regeling over het statuut van de sportschutter en de regeling over het voorhanden hebben, het vervoeren, het gebruik en het bewaren van en de munitie voor de wapens van de betreffende wapencategorie kent. De theoretische proef bestaat uit meerkeuzevragen. De sportschutter is geslaagd als hij zestig percent behaalt. De sportschutter kan de theoretische proef eenmaal opnieuw afleggen binnen de geldigheidsduur van zijn voorlopige sportschutterslicentie. Als de sportschutter slaagt voor de theoretische proef, krijgt hij een attest. § 5. Behalve als de sportschutter op grond van artikel 9, § 3, of artikel 17 van het decreet is vrijgesteld van de praktische proef, moet hij de praktische proef voor de betreffende wapencategorie afleggen. De praktische proef heeft betrekking op het veilig uitvoeren van de volgende handelingen : laden, ontladen, ontwapenen, schieten en beperkt demonteren van een wapen uit de betreffende wapencategorie - gewoonlijk velduiteenname genoemd - dragen, hanteren en gebruiken in een schietstand van een wapen uit de betreffende wapencategorie, de richtapparatuur gebruiken, de terugslag en de schietrichting beheersen. De examinator vult de lijst met te evalueren punten per handeling in. De sportschutter is geslaagd als hij alle handelingen veilig kan uitvoeren. De sportschutter kan de praktische proef eenmaal opnieuw afleggen binnen de geldigheidsduur van zijn voorlopige sportschutterslicentie. Als de sportschutter slaagt voor de praktische proef, krijgt hij een attest.

De door de gemachtigde schietsportfederatie aangestelde examinator is meerderjarig en heeft minstens vijf jaar ervaring in het sportschieten met wapens uit de betrokken wapencategorie.

Art. 4.Ter uitvoering van artikel 10, § 1, van het decreet, legt de sportschutter jaarlijks uiterlijk op de verjaardag van de afgiftedatum van de sportschutterslicentie voor de wapencategorie die hem het eerst werd toegekend, de volgende stavingsstukken voor aan de gemachtigde schietsportfederatie : 1° een kopie van het sportschuttersboekje, waaruit blijkt dat de sportschutter actief lid is;2° een bewijs van goed zedelijk gedrag, dat niet ouder is dan drie maanden, waaruit blijkt dat de sportschutter niet veroordeeld is als dader of als medeplichtige voor een van de misdrijven waardoor overeenkomstig de wapenwet aan de sportschutter geen vergunning tot het voorhanden hebben van een vuurwapen kan worden uitgereikt. Als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10, § 1, van het decreet is voldaan, geeft de gemachtigde schietsportfederatie dat aan op de sportschutterslicentie. Zo niet start de gemachtigde schietsportfederatie de procedure tot intrekking van de sportschutterslicentie, vermeld in hoofdstuk IV.

Art. 5.§ 1. Ter uitvoering van artikel 10, § 2, van het decreet, dient de sportschutter uiterlijk een maand voor de vervaldag van de sportschutterslicentie een aanvraag tot hernieuwing van de sportschutterslicentie in bij een daartoe door de Vlaamse Regering gemachtigde schietsportfederatie.

De aanvraag wordt ondertekend en gedateerd door de sportschutter of door de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers als de sportschutter minderjarig is, en bevat de volgende vermeldingen : 1° de identificatie van de sportschutter : voornamen, achternaam, adres, geboortedatum, geboorteplaats;2° in voorkomend geval, voornaam, achternaam en adres van de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers;3° de wapencategorie(ën);4° het bezit van een sportschutterslicentie, voor welke wapencategorie(ën) die geldig is en de afgiftedatum ervan. Bij de aanvraag voegt de sportschutter een kopie van zijn sportschutterslicentie en de stavingsstukken, vermeld in artikel 2, 1° tot en met 6°. § 2. De gemachtigde schietsportfederatie gaat na : 1° of de aanvraag volledig is, en vraagt de eventuele ontbrekende stavingsstukken op;2° of de stavingsstukken nog geldig zijn;3° of de aanvrager sportschutter is;4° of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9, § 2, 1° tot en met 6°, van het decreet, is voldaan;5° of de sportschutter de theoretische proeven moet afleggen, als vermeld in artikel 9, § 2, 7°, van het decreet;6° of de wapencategorieën die op de vorige sportschutterslicentie zijn vermeld, rechtmatig zijn verworven.Als de betrokken sportschutter een sportschutterslicentie van een bepaalde wapencategorie behaald heeft bij een andere gemachtigde schietsportfederatie, vraagt ze informatie op bij die andere gemachtigde schietsportfederatie. § 3. De gemachtigde schietsportfederatie onderwerpt de sportschutter in voorkomend geval aan de theoretische proef. § 4. In ruil voor de vorige sportschutterslicentie levert de gemachtigde schietsportfederatie binnen een redelijke termijn, de hernieuwde sportschutterslicentie af met vermelding van de wapencategorie(ën) waarvoor ze geldig is. De hernieuwde sportschutterslicentie is geldig vanaf de vervaldag van de vorige sportschutterslicentie.

Art. 6.Het model van de sportschutterslicentie is opgenomen als bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd. De minister kan bij besluit wijzigingen aanbrengen in de inhoud en in de vorm van het model van de sportschutterslicentie. HOOFDSTUK III. - Stavingsstukken en procedure voor het verkrijgen van een voorlopige sportschutterslicentie

Art. 7.Om een voorlopige sportschutterslicentie voor een bepaalde wapencategorie te verkrijgen, moet de sportschutter de volgende stavingsstukken voorleggen : 1° een kopie van de identiteitskaart;2° een ondertekende en gedateerde verklaring waaruit de toestemming van de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers blijkt, als de sportschutter minderjarig is;3° een bewijs van goed zedelijk gedrag, dat niet ouder is dan drie maanden, waaruit blijkt dat de sportschutter niet veroordeeld is als dader of als medeplichtige voor een van de misdrijven waardoor overeenkomstig de wapenwet aan de sportschutter geen vergunning tot het voorhanden hebben van een vuurwapen zou kunnen worden uitgereikt;4° een medisch attest dat niet ouder is dan drie maanden en dat bevestigt dat de sportschutter in staat is een wapen te manipuleren zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen.

Art. 8.§ 1. Om een voorlopige sportschutterslicentie voor een bepaalde wapencategorie te verkrijgen, dient de sportschutter een aanvraag in bij een daartoe door de Vlaamse Regering gemachtigde schietsportfederatie.

De aanvraag wordt ondertekend en gedateerd door de sportschutter of door de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers als de sportschutter minderjarig is, en bevat de volgende vermeldingen : 1° de identificatie van de sportschutter : voornamen, achternaam, adres, geboortedatum, geboorteplaats;2° in voorkomend geval, voornaam, achternaam en adres van de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers;3° de wapencategorie;4° het bezit van een sportschutterslicentie voor een andere wapencategorie en de afgiftedatum ervan. Bij de aanvraag voegt de sportschutter de stavingsstukken, vermeld in artikel 7, tenzij die al in het bezit zijn van de gemachtigde schietsportfederatie. § 2. De gemachtigde schietsportfederatie gaat na : 1° of de aanvraag volledig is, en vraagt de eventuele ontbrekende stavingsstukken op;2° of de stavingsstukken nog geldig zijn;3° of de aanvrager sportschutter is;4° of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9, § 2, 1°, 2°, 4°, 5° en 6°, van het decreet, is voldaan. § 3. De gemachtigde schietsportfederatie levert, uiterlijk vijftien dagen nadat het volledige aanvraagdossier, vermeld in § 1, is ingediend, de voorlopige sportschutterslicentie voor de betrokken wapencategorie af aan de sportschutter.

Art. 9.Het model van de voorlopige sportschutterslicentie is opgenomen als bijlage II, die bij dit besluit is gevoegd. De minister kan bij besluit wijzigingen aanbrengen in de inhoud en in de vorm van het model van de voorlopige sportschutterslicentie. HOOFDSTUK IV. - Procedure tot schorsing, intrekking en beperking van de sportschutterslicentie en de procedure tot intrekking van de voorlopige sportschutterslicentie

Art. 10.§ 1. De gemotiveerde beslissing van de gemachtigde schietsportfederatie tot schorsing, intrekking of beperking van de sportschutterslicentie of tot intrekking van de voorlopige sportschutterslicentie wordt aan de sportschutter meegedeeld met een aangetekende brief. De gemachtigde schietsportfederatie brengt gelijktijdig de gouverneur, bevoegd voor de verblijfplaats van de sportschutter, van haar beslissing op de hoogte.

De gemachtigde schietsportfederatie vermeldt in de aangetekende brief : 1° de gevolgen van de beslissing voor de sportschutter;2° de verplichting voor de sportschutter om binnen acht dagen zijn sportschutterslicentie, respectievelijk zijn voorlopige sportschutterslicentie aangetekend terug te zenden naar of tegen ontvangstbewijs aan te bieden bij de gemachtigde schietsportfederatie;3° de mogelijkheid om beroep in te stellen, de wijze waarop, de instantie waarbij, en de termijn waarbinnen het beroep kan worden ingesteld. § 2. De gemachtigde schietsportfederatie houdt de sportschutterslicentie in bewaring tijdens de schorsing. Bij de intrekking van de sportschutterslicentie of van de voorlopige sportschutterslicentie houdt ze die documenten definitief in. Bij de beperking van de sportschutterslicentie vermeldt de gemachtigde schietsportfederatie dit bij de betrokken wapencategorie.

Art. 11.§ 1. De sportschutter kan binnen vijftien dagen na de betekening van de beslissing, vermeld in artikel 10, § 1, hiertegen beroep aantekenen bij de minister. De termijn van vijftien dagen is voorgeschreven op straffe van verval. Het beroep schorst de genomen beslissing niet.

Het beroep wordt met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde dienst met duidelijke vermelding van de motieven waarop het gebaseerd is. De beslissing, vermeld in artikel 10, § 1, en de nodige bewijsstukken zijn erbij gevoegd.

De bevoegde dienst brengt de gemachtigde schietsportfederatie van dat beroep op de hoogte. § 2. Uiterlijk binnen een termijn van dertig dagen nadat de bevoegde dienst het beroep heeft ontvangen, stelt zij een gemotiveerd advies op. De bevoegde dienst kan aanvullende informatie opvragen bij de gemachtigde schietsportfederatie of bij de sportschutter. § 3. De minister beslist, na kennisname van dit advies, over de gegrondheid van het beroep. De beslissing van de minister wordt uiterlijk binnen een termijn van zestig dagen nadat de bevoegde dienst het beroep heeft ontvangen, aan de sportschutter en aan de gemachtigde schietsportfederatie meegedeeld met een aangetekende brief. De minister brengt gelijktijdig de gouverneur, bevoegd voor de verblijfplaats van de sportschutter, op de hoogte. § 4. Als de minister het beroep gegrond verklaart, voert de gemachtigde schietsportfederatie de beslissing onmiddellijk uit. HOOFDSTUK V. - Het sportschuttersboekje

Art. 12.De verantwoordelijke van de schietsportfederatie, de schuttersvereniging of hun aangestelde registreert de schietbeurten van de sportschutter in het sportschuttersboekje. Hij noteert de volgende gegevens : 1° de naam van de organiserende schuttersvereniging;2° de datum en plaats van de schietbeurt;3° de wapencategorie.

Art. 13.Het model van sportschuttersboekje is opgenomen als bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd. De minister kan bij besluit wijzigingen aanbrengen in de inhoud en in de vorm van het model van sportschuttersboekje. HOOFDSTUK VI. - Gemachtigde schietsportfederaties Afdeling I. - Nadere voorwaarden voor het interne reglement van de

gemachtigde schietsportfederatie

Art. 14.Ter uitvoering van artikel 13, § 1, derde lid, 2°, van het decreet moet het interne reglement minstens de volgende gegevens bevatten : 1° de bepalingen van dit besluit en de praktische uitwerking betreffende de stavingsstukken en de procedure tot aanvraag, schorsing, intrekking en beperking van de sportschutterslicentie, betreffende de procedure tot aanvraag en intrekking van de voorlopige sportschutterslicentie, en betreffende de beroepsprocedure bij schorsing, intrekking, beperking van de sportschutterslicentie en de beroepsprocedure bij intrekking van de voorlopige sportschutterslicentie;2° het model van aanvraagformulier voor een sportschutterslicentie, voor de hernieuwing van een sportschutterslicentie en voor een voorlopige sportschutterslicentie;3° de praktische regeling voor de theoretische proeven;4° de praktische regeling voor de praktische proeven, met een lijst van de te evalueren punten per handeling, als vermeld in artikel 3, § 5;5° de wijze waarop de examinatoren van de praktische proef worden geselecteerd;6° de praktische regeling voor de opmaak, de invulling van de gegevens en de bewaring van de sportschutterslicenties, de voorlopige sportschutterslicenties en de sportschuttersboekjes;7° een regeling inzake de verplichting van de gemachtigde schietsportfederatie om de nodige gegevens op te vragen bij de andere gemachtigde schietsportfederaties als ze bij het verlenen, schorsen, intrekken, beperken of hernieuwen van de sportschutterslicentie vaststelt dat de sportschutter een sportschutterslicentie van een bepaalde wapencategorie behaald heeft bij een andere gemachtigde schietsportfederatie;8° een regeling inzake de verplichting om de nodige gegevens te verstrekken aan een andere gemachtigde schietsportfederatie als dat noodzakelijk is voor het verlenen, schorsen, intrekken, beperken of hernieuwen van de sportschutterslicentie door de andere gemachtigde schietsportfederatie, met de vermelding hoe deze regeling wordt toegepast nadat de schietsportfederatie niet langer is gemachtigd;9° een regeling voor de aflevering van een duplicaat van de sportschutterslicentie, waarbij de gemachtigde schietsportfederatie bij de gouverneur, bevoegd voor de verblijfplaats van de sportschutter, en bij de andere gemachtigde schietsportfederaties informeert of er hiertegen bezwaar is;10° de vergoeding die de gemachtigde schietsportfederatie vraagt voor het afleveren van een sportschutterslicentie of van een voorlopige sportschutterslicentie en voor het afleggen van de theoretische en de praktische proeven.

Art. 15.De gemachtigde schietsportfederatie maakt het interne reglement en elke wijziging ervan bekend bij haar leden.

Art. 16.Bij wijziging van het interne reglement bezorgt de gemachtigde schietsportfederatie een aangepaste versie aan de bevoegde dienst. Afdeling II. - Procedure tot machtiging van een schietsportfederatie

en tot schorsing en intrekking van de machtiging

Art. 17.Een aanvraag tot machtiging wordt door de schietsportfederatie ingediend bij de bevoegde dienst. Bij de aanvraag voegt de gemachtigde schietsportfederatie het interne reglement en het bewijs dat ze ten minste vierhonderd aangesloten leden heeft die het sportschieten met vergunningsplichtige wapens beoefenen. De aanvraag moet per aangetekende brief verstuurd worden of tegen ontvangstmelding bezorgd worden.

De bevoegde dienst verstrekt informatie en begeleidt de schietsportfederatie die een aanvraag tot machtiging heeft ingediend.

De bevoegde dienst brengt bij de minister advies uit of de schietsportfederatie gemachtigd kan worden.

Uiterlijk drie maanden na het versturen van de aanvraag deelt de minister per aangetekende brief aan de schietsportfederatie zijn beslissing mee om de schietsportfederatie te machtigen of niet te machtigen. De machtiging wordt voor onbepaalde duur verleend.

Art. 18.§ 1. Als de bevoegde dienst vaststelt dat er aanleiding is tot schorsing of intrekking van de machtiging van een gemachtigde schietsportfederatie, brengt de bevoegde dienst de gemachtigde schietsportfederatie met een aangetekende brief op de hoogte van de vastgestelde inbreuken. § 2. De gemachtigde schietsportfederatie kan uiterlijk binnen vijftien dagen na de betekening, vermeld in § 1, haar standpunt over die inbreuken mee delen aan de bevoegde dienst. De bevoegde dienst stelt een gemotiveerd advies op over de mogelijke sancties. § 3. De minister beslist, na kennisname van dat advies en, in voorkomend geval, van het meegedeelde standpunt van de gemachtigde schietsportfederatie, om ofwel de machtiging van de betrokken schietsportfederatie te schorsen en haar, indien mogelijk, een termijn toe te staan waarbinnen ze de vastgestelde inbreuken moet regulariseren, ofwel de machtiging in te trekken. De minister houdt hierbij rekening met de aard van de vastgestelde inbreuk en de mogelijkheid tot regularisatie. De beslissing wordt aan de betrokken schietsportfederatie meegedeeld met een aangetekende brief. De beslissing van de minister wordt uiterlijk binnen een termijn van zestig dagen na de betekening, vermeld in § 1, aan de gemachtigde schietsportfederatie meegedeeld met een aangetekende brief.

De schorsing, respectievelijk de intrekking van de machtiging gaat in op de dag van de betekening van de beslissing. § 4. De beslissing van de minister tot schorsing van de machtiging van de schietsportfederatie vermeldt de termijn van de schorsing en, naargelang van het geval, de verplichting tot regularisering van de vastgestelde inbreuken.

Als de bevoegde dienst vaststelt dat de schietsportfederatie, na afloop van de schorsingstermijn, de vastgestelde inbreuken niet heeft geregulariseerd, kan de minister onmiddellijk beslissen tot intrekking van de machtiging. In afwijking van § 3, tweede lid, heeft de intrekking van de machtiging uitwerking met terugwerkende kracht vanaf de datum waarop de machtiging van de schietsportfederatie werd geschorst.

Als de bevoegde dienst vaststelt dat de schietsportfederatie tijdig de vastgestelde inbreuken heeft geregulariseerd, dan wordt de schorsing opgeheven. De schietsportfederatie wordt op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister over de datum van opheffing van de schorsing. § 5. In afwijking van § 1 tot en met § 4, mag de minister een machtiging onmiddellijk intrekken als het algemeen belang dat vereist of als zwaarwegende feiten die beslissing verantwoorden. In dergelijk geval wordt de schietsportfederatie met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister tot onmiddellijke intrekking van de machtiging. De intrekking van de machtiging heeft uitwerking vanaf de datum van de betekening van de beslissing aan de schietsportfederatie. Afdeling III. - Bepaling van de vergoeding en informatieverplichting

Art. 19.De gemachtigde schietsportfederatie kan aan de sportschutter een vergoeding aanrekenen voor het verlenen van een sportschutterslicentie, een voorlopige sportschutterslicentie en voor het deelnemen aan de theoretische en de praktische proeven.

Die vergoeding bedraagt maximaal honderd euro voor het verlenen van een sportschutterslicentie voor de duur van vijf jaar, maximaal vijftig euro voor het verlenen van een voorlopige sportschutterslicentie, maximaal vijftig euro voor de deelname aan een theoretische proef en maximaal vijftig euro voor de deelname aan een praktische proef. Die bedragen worden jaarlijks aangepast aan het gezondheidsindexcijfer.

Art. 20.Ter uitvoering van artikel 13, § 5, van het decreet bezorgen de gemachtigde schietsportfederaties jaarlijks op 1 april de volgende statistische gegevens aan de bevoegde dienst : 1° het aantal aangesloten leden die het sportschieten beoefenen met vergunningsplichtige wapens op 31 december van het voorgaande jaar;2° het aantal afgeleverde sportschuttersboekjes tijdens het voorgaande kalenderjaar;3° het aantal jaarlijkse geldigverklaringen van sportschutterslicenties, conform artikel 4, tijdens het voorgaande kalenderjaar;4° het aantal afgeleverde sportschutterslicenties per wapencategorie tijdens het voorgaande kalenderjaar;5° het aantal afgeleverde voorlopige sportschutterslicenties per wapencategorie tijdens het voorgaande kalenderjaar;6° het aantal afgeleverde hernieuwingen van sportschutterslicenties per wapencategorie(ën) tijdens het voorgaande kalenderjaar;7° het aantal beslissingen tot schorsing, intrekking en beperking van sportschutterslicenties tijdens het voorgaande kalenderjaar;8° het aantal beslissingen tot intrekking van voorlopige sportschutterslicenties tijdens het voorgaande kalenderjaar. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 21.Om beschouwd te worden als een gemachtigde schietsportfederatie als vermeld in artikel 18 van het decreet, moet de schietsportfederatie aan de bevoegde dienst aantonen dat ze minstens vierhonderd aangesloten leden heeft die het sportschieten met vergunningsplichtige wapens beoefenen.

Art. 22.Het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter treedt in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, is belast met de uitvoering van dit besluit, Brussel, 1 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

Bijlage I Model van sportschutterslicentie

Artikel 1.De sportschutterslicentie is conform het model zoals hierna bepaald. Het formaat van de sportschutterslicentie is 105 millimeter bij 74 millimeter. De sportschutterslicentie is vervaardigd uit papier van minstens 120 gram en is voorzien van een hologram van twee centimeter bij twee centimeter met het logo van de Vlaamse overheid.

Het hologram bevindt zich links aan de binnenkant van de sportschutterslicentie.

Art. 2.Het logo van de Vlaamse overheid op de buitenkant is minimum 12,5 millimeter bij 10 millimeter en bestaat uit de volgende kleuren : PMS 012 en PMS Cool gray 10.

Art. 3.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2007 houdende de uitvoering van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter.

Brussel, 1 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

Bijlage II Model van voorlopige sportschutterslicentie

Artikel 1.De voorlopige sportschutterslicentie is conform het model zoals hierna bepaald. Het formaat van de voorlopige sportschutterslicentie is 105 millimeter bij 74 millimeter. De voorlopige sportschutterslicentie is vervaardigd uit papier van minstens 120 gram.

Art. 2.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2007 houdende de uitvoering van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter.

Brussel, 1 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

Bijlage III Model van sportschuttersboekje

Artikel 1.Het sportschuttersboekje is conform het model zoals hierna bepaald. Het formaat van het boekje is 105 millimeter bij 148 millimeter. De buitenkaft is vervaardigd uit karton van 120 gram, de pagina's aan de binnenkant zijn vervaardigd uit papier van 80 gram.

Art. 2.In een sportschuttersboekje kunnen tweehonderd schietbeurten worden geregistreerd. Per bladzijde kunnen tien schietbeurten worden geregistreerd.

Art. 3.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Registratie van de schietbeurten op elke bladzijde, volgens de volgende structuur : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2007 houdende de uitvoering van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter.

Brussel, 1 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

^