Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 24 januari 2025
gepubliceerd op 10 februari 2025

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende diverse bepalingen betreffende de melding van informatie over een vermoede onregelmatigheid binnen Wallonie-Bruxelles International

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2025001137
pub.
10/02/2025
prom.
24/01/2025
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JANUARI 2025. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende diverse bepalingen betreffende de melding van informatie over een vermoede onregelmatigheid binnen Wallonie-Bruxelles International


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 3;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles", artikel 4;

Gelet op de « gendertest » van 27 april 2023 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 9 november 2023;

Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 857 van het Comité van sector XVI, gesloten op 14 december 2023;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 26 februari 2024;

Gelet op de aanvraag om advies van de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de aanvraag om advies op 16 januari 2024 ingeschreven werd in de rol van de afdeling wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.377/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling wetgeving van 17 januari 2024 om geen advies te geven binnen de gevraagde termijn, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-President en van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.§ 1. Dit besluit zet, voor het personeel bedoeld in het tweede lid, de Richtlijn 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, gedeeltelijk om.

Het is van toepassing op de personeelsleden, stagiairs en voormalige personeelsleden van Wallonie-Bruxelles International.

Het past het systeem toe voor de interne melding van informatie over een of meer vermoede onregelmatigheden die binnen Wallonie Bruxelles International zijn gepleegd of zullen worden gepleegd, en stelt minimumnormen vast voor de bescherming van het personeel dat dergelijke informatie meldt. § 2. Dit besluit heeft geen invloed op de regels met betrekking tot de uitoefening door ambtenaren van hun recht om hun vakbondsorganisatie te raadplegen en op de bescherming tegen ongerechtvaardigde nadelige maatregelen die uit dergelijke raadpleging voortvloeien.

Dit besluit heeft geen invloed op het recht van elke ambtenaar om, indien hij dit nodig acht, zijn vakbondsorganisatie te raadplegen voordat een melding wordt gemaakt of in plaats van een melding te maken. De bepalingen van dit besluit zijn niettemin van toepassing voorzover zij gunstiger zijn voor de melder. § 3. Dit besluit is niet van toepassing op : 1° het gebied van de nationale veiligheid, met uitzondering van meldingen van onregelmatigheden betreffende de regels inzake overheidsopdrachten op het gebied van defensie en veiligheid, voor zover deze regels worden beheerst door de titels 1 en 2 van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied type wet prom. 13/08/2011 pub. 27/07/2012 numac 2012000427 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied. - Duitse vertaling type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/09/2011 numac 2011009623 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling type wet prom. 13/08/2011 pub. 29/08/2011 numac 2011009605 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/11/2011 numac 2011000695 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken. - Duitse vertaling type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan type wet prom. 13/08/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011000757 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, de titels 2 en 3 van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.In afwijking hiervan, is dit besluit niet van toepassing op meldingen van onregelmatigheden in het kader van overheidsopdrachten die onder de bovengenoemde wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied type wet prom. 13/08/2011 pub. 27/07/2012 numac 2012000427 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied. - Duitse vertaling type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/09/2011 numac 2011009623 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling type wet prom. 13/08/2011 pub. 29/08/2011 numac 2011009605 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken type wet prom. 13/08/2011 pub. 14/11/2011 numac 2011000695 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken. - Duitse vertaling type wet prom. 13/08/2011 pub. 05/09/2011 numac 2011009606 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan type wet prom. 13/08/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011000757 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten vallen, indien zij onder het artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen; 2° geklassificeerde informatie;3° informatie die onder het geheim van de gerechtelijke beraadslagingen valt;4° regels inzake strafrechtspleging. Deze informatie blijft onderworpen aan de relevante bepalingen van het Unierecht of het nationale recht.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de melder : het personeelslid dat informatie over onregelmatigheden die hij in het kader van zijn beroepsactiviteiten heerft verkregen, meldt of openbaar maakt, of, overeenkomstig hoofdstuk 8, de natuurlijke of rechtspersoon die informatie over onregelmatigheden meldt die in een professionele context is verkregen met een dienst van de Regering of een instelling van openbaar belang ;2° het personeelslid: het statutaire personeelslid of het personeelslid met een arbeidsovereenkomst binnen Wallonie-Bruxelles International, zowel interne als externe loopbanen, met inbegrip van personen die op grond van hun statuut of beroep in het bezit zijn van geheimen die hun zijn toevertrouwd, met inbegrip van vakbondsafgevaardigden;3° de stagiair: de persoon die, zonder personeelslid te zijn in de zin van 2°, een stage loopt bij Wallonie Bruxelles International ;4° voormalig personeelslid: de persoon bedoeld in 1° die niet meer in dienst is;5° melding of melden : het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden;6° interne melding : het mondeling of schriftelijk vestrekken van informatie over onregelmatigheden aan een integriteitsreferent;7° externe melding : het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden aan de gezamenlijke ombudsman van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;8° informatie over onregelmatigheden : informatie, met inbegrip van redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke onregelmatigheden, die hebben plaatsgevonden of zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden binnen een dienst van Wallonie Bruxelles International waar de melder werkt of heeft gewerkt of, voor de toepassing van hoofdstuk 8, waarmee de melder in het kader van zijn werk in contact is of is geweest, alsmede over pogingen tot verhulling van dergelijke onregelmatigheden;9° de onregelmatigheid : a) het verrichten of nalaten van een handeling door een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of door een beheersorgaan van "Wallonie-Bruxelles Internationaal", waardoor de belangen, in de ruime zin van het woord, van "Wallonie-Bruxelles International" en het Waalse Gewest of het openbaar belang worden aangetast of in gevaar worden gebracht en dat : - een schending inhoudt van een rechtstreeks toepasselijke Europese norm, wet, decreet, besluit, omzendbrief, interne regel of interne procedure, of, - een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het leven, de gezondheid of de veiligheid van personen of voor het milieu;b) het feit dat een personeelslid of een beheersorgaan van "Wallonie-Bruxelles International" bewust het begaan van een onregelmatigheid zoals bedoeld onder a) heeft gelast of geadviseerd;10° de integriteitsreferent : het personeelslid, aangewezen als contactpersoon in de interne samenstelling van het meldingssysteem van informatie over een vermoede onregelmatigheid die gepleegd is of zal worden, overeenkomstig dit besluit ;11° de professionele context : beroepsactiviteiten uit het verleden of heden binnen Wallonie-Bruxelles International of, voor de toepassing van hoofdstuk 8, uitgeoefend in verband met Wallonie-Bruxelles International, waardoor personen, ongeacht de aard van deze activiteiten, informatie verkrijgen over onregelmatigheden en dergelijke personen het slachtoffer kunnen worden van vergelding als zij dergelijke informatie melden;12° vakbondsorganisatie : een vakbondsorganisatie erkend in de zin van artikel 15 van de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;13° opvolging : elke maatregel die door de integriteitsreferent is genomen om de juistheid van de beweringen in de melding te beoordelen en, in voorkomend geval, door hem wordt voorgesteld om de gemelde onregelmatigheid te verhelpen ;14° de facilitator: het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat/die een melder bijstaat of heeft bijgestaan in een meldingsprocedure en wiens bijstand vertrouwelijk is ;15° de bij het onderzoek betrokken persoon : het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat/die overeenkomstig artikel 13 van dit besluit door de integriteitsreferent wordt verzocht een verklaring af te leggen om objectieve informatie te verzamelen en wiens betrokkenheid vertrouwelijk is ;16° de betrokkene : het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat/die in een melding of bij de openbaarmaking wordt genoemd als persoon aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of als een persoon die heeft bijgedragen aan de onregelmatigheid ;17° represailles : een directe of indirecte handeling of nalatigheid die in een professionele context plaatsvindt naar aanleiding van een interne melding of openbaarmaking, van een bij een melding verleende ondersteuning, van een in het kader van het onderzoek van een melding afgelegde verklaring of van de uitoefening van de functie van integriteitsreferent, en die, naar gelang van het geval, tot ongerechtvaardigde benadeling van de melder, de facilitator, de verbonden persoon of de integriteitsreferent leidt of kan leiden;18° openbaarmaking : de openbaarmaking van informatie over een vermoede onregelmatigheid begaan, of in wording binnen Wallonie-Bruxelles Internationaal ;19° het directiecomité : het directiecomité van Wallonie-Bruxelles International zoals bepaald in artikel 131 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2008 tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International ». De definitie van het eerste lid, 9° heeft geen betrekking op het verrichten of nalaten van een handeling die uitsluitend de individuele rechten van een personeelslid raakt en waarvoor andere meldingskanalen of -procedures bestaan, met name : 1° pesten, geweld op het werk en ongewenst seksueel gedrag op het werk ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ;2° discriminatie op grond van : - a) leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, vakbondsovertuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst in de zin van artikel 4, 4°, van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; - b) geslacht, zwangerschap, bevalling of moederschap in de zin van de artikelen 3 en 4 van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen ; - c) nationaliteit, vermeend ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afkomst in de zin van artikel 3 van de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002115 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002097 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden sluiten tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestrijding van bepaalde door racisme en vreemdelingenhaat ingegeven handelingen.

HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing van de integriteitsreferenten en hun onafhankelijkheid

Art. 3.§ 1. De voor internationale betrekkingen bevoegde minister benoemt, op voorstel van het directiecomité, overeenkomstig de hierna uiteengezette procedures, een referent voor Wallonie-Bruxelles International. § 2. Het bestaan, de identiteit, de beschikbaarheid, de toegankelijkheid en de opdracht van de integriteitsreferent worden ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt. § 3. De integriteitsreferent bedoeld in paragraaf 1 wordt aangesteld op basis van vergelijkende selectie.

Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor de functie van de integriteitsreferent moeten de kandidaten statutaire personeelsleden van niveau A zijn met ten minste tien jaar ervaring in een overheidsdienst.

Van de eis van tien jaar ervaring bedoeld in het tweede lid, met een minimum van vier jaar, kan worden afgeweken indien geen enkele kandidaat voor de functie van referent aan deze eis voldoet.

Voor de berekening van de ervaring bedoeld in het tweede lid komen in aanmerking de werkelijke diensten die door een personeelslid worden verricht terwijl het, in welke hoedanigheid dan ook en zonder vrijwillige onderbreking, deel uitmaakt van een openbare dienst, als houder van een functie die volledige prestaties omvat. § 4. Kandidaten voor de functie van integriteitsreferent beschikken over het diploma en de specifieke technische en gedragsvaardigheden die in de desbetreffende functieomschrijving zijn opgenomen, zoals gevalideerd door de Regering van de Franse Gemeenschap. § 5. De kandidaturen worden ingediend bij de administrateur-generaal, die nagaat of zij ontvankelijk zijn overeenkomstig de voorwaarden voor ontvankelijkheid bepaald in paragraaf 3.

Elk beslissing tot niet-ontvankelijkheid wordt binnen 15 werkdagen na de indiening van de kandidaturen schriftelijk en met redenen omkleed aan de betrokken kandidaat meegedeeld.

Kandidaturen die ontvankelijk zijn verklaard worden aan het directiecomité toegezonden. § 6. Kandidaten van wie de kandidatuur ontvankelijk is verklaard, leggen aan het directiecomité een proef voor die tot doel heeft de competenties en vaardigheden te beoordelen die nodig zijn voor de uitoefening van de functie van integriteitsreferent. Het Directiecomité beslist over het type proef. § 7. Na de proef stelt het directiecomité een rangorde van de geslaagde kandidaten vast. De geslaagde kandidaten worden opgenomen in een wervingsreserve die twee jaar geldig is.

Deze rangschikking wordt door de administrateur-generaal doorgegeven aan de minister die verantwoordelijk is voor Internationale Betrekkingen.

Art. 4.§ 1. De integriteitsreferent wordt aangesteld voor een periode van zes jaar, die eenmaal voor dezelfde periode kan worden verlengd door de minister die verantwoordelijk is voor Internationale Betrekkingen, op een naar behoren gemotiveerd voorstel van het directiecomité. § 2. De integriteitsreferent volgt de geplande opleiding voor de functie binnen drie maanden na de datum van zijn aanstelling. § 3. De aanstelling van de integriteitsreferent eindigt van rechtswege aan het einde van de periode bepaald in paragraaf 1, die kan worden verlengd, of wanneer de integriteitsreferent de opleiding bedoeld in paragraaf 2 niet binnen de vastgestelde termijn heeft gevolgd.

De integriteitsreferent kan vragen om zijn aanstelling te beëindigen, in welk geval een overgangsperiode van zes maanden vereist is. Deze periode kan door onderling overleg worden ingekort.

De minister belast met Internationale Betrekkingen kan in geval van arbeidsongeschiktheid de aanstelling van een integriteitsreferent beëindigen op een naar behoren met redenen omkleed voorstel van het directiecomité.

Art. 5.De minister belast met Internationale Betrekkingen stelt richtlijnen op om de werkmethode van de functie van integriteitsreferent te definiëren.

Art. 6.Om zijn onafhankelijkheid te garanderen, is de integriteitsreferent, in het kader van de uitoefening van deze functie, administratief aan de administrateur-generaal verbonden.

De Administrateur-general heeft geen hiërarchisch of functioneel gezag over de integriteitsreferent wanneer hij of zij optreedt in de uitoefening van zijn of haar functie.

Art. 7.De Administrateur-generaal zorgt ervoor dat de integriteitsreferent zijn functie onafhankelijk en effectief kan uitoefenen: 1° door hem te beschermen tegen elke ongepaste beïvloeding of druk vanwege om het even welke persoon en op om het even welke manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het bijzonder tegen elke druk om informatie te bekomen die betrekking heeft of kan hebben op de uitoefening van zijn functie ;2° door de nodige middelen ter beschikking te stellen zodat hij zijn ambt in alle vertrouwelijkheid kan uitoefenen;3° door hem in staat te stellen alle contacten te onderhouden die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie;4° door hem in staat te stellen de vaardigheden en kennis te verwerven of te verbeteren die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie.

Art. 8.De integriteitsreferent ondervindt geen represailles die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op handelingen die hij in de uitoefening van zijn ambt heeft verricht, met inbegrip van bedreigingen of pogingen tot represailles.

De nadelen bedoeld in het eerste lid, voor zover zij geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op de handelingen die in het kader van de functie van integriteitsreferent gesteld zijn, zijn met name : 1° het ontslag ;2° alle disciplinaire maatregelen ;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° de overdracht van functies of de verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleidingen;6° een negatieve evaluatie of een negatieve beoordeling van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen of uitsluiting;8° elke vorm van discriminatie, nadelige of oneerlijke behandeling.

Art. 9.§ 1. De integriteitsreferent geniet de rechtsbijstand, zoals voorzien in het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen sluiten betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen. § 2. Ter dekking van de kosten in verband met een door een ander personeelslid tegen de integriteitsreferent ingediende klacht of ingestelde rechtsvordering wegens feiten die verband houden met de uitoefening van zijn functie, sluit Wallonie-Bruxelles International ten behoeve van de integriteitsreferent, een verzekering af ter dekking van de kosten voor rechtsbijstand - civielrechtelijke en strafrechtelijke verdediging.

De verzekering bedoeld in het tweede lid dekt de tenlasteneming door de verzekeraar : 1° volgens het gebruikelijke uurtarief van de advocaat en met een maximumtarief van 150 EUR exclusief btw per uur, van de honoraria van de door het personeelslid gekozen advocaat, alsmede de door de advocaat gemaakte kosten voor zover deze noodzakelijk zijn voor de verdediging van de belangen van het personeelslid;2° van de gerechtskosten die tijdens de procedure moeten worden betaald, alsmede de gerechtskosten en de kosten voor de rechtsplegingsvergoeding waartoe het personeelslid, in voorkomend geval, is veroordeeld ;3° van de eventuele kosten van het raadplegen van deskundigen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de verdediging van de belangen van het personeelslid. Het bedrag bedoeld in het eerste lid, 1° wordt op 1 januari van elk jaar geïndexeerd volgens de evolutie van de gezondheidsindex. De referentie-index is die van 1 januari 2013.

De verzekering bedoeld in het tweede lid dekt geen grove nalatigheid of gebruikelijke lichte nalatigheid.

HOOFDSTUK 3. - Interne melding door een personeelslid, stagiair of voormalig personeelslid

Art. 10.§ 1. Tenzij hij zich in één van de in paragraaf 6 bedoelde situaties bevindt kan een personeelslid of een stagiair dat/die in een professionele context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, binnen Wallonie-Bruxelles International, dit melden aan zijn hiërarchische meerdere of de integriteitsreferent. Indien het personeelslid of de stagiair eerst contact opneemt met zijn hiërarchische meerdere, zorgt deze ervoor dat het dossier op de dag van de melding ongewijzigd aan de integriteitsreferent wordt toegezonden.

Behalve wanneer hij zich in een van de hypothesen bedoeld in paragraaf 6 bevindt, kan een voormalig personeelslid dat in een professionele context informatie heeft verkregen over een vermoede onregelmatigheid in Wallonie-Bruxelles International, dit melden aan de administrateur-generaal of aan de integriteitsreferent. Indien het voormalig personeelslid eerst contact opneemt met de administrateur-generaal, zorgt deze ervoor op de dag van de melding dat het dossier ongewijzigd aan de integriteitsrefent wordt toegezonden.

Voor de toepassing van het eerste lid en het tweede lid moet de gemelde vermoede onregelmatigheid binnen tien jaar voorafgaand aan de dag van de melding zijn begaan. § 2. Er wordt geen rekening gehouden met anonieme meldingen van vermoede onregelmatigheden. § 3. De integriteitsreferent die, rechtstreeks of via een tussenpersoon, een melding ontvangt, volgt de procedure van de artikelen 12 en 13.

De hiërarchische meerdere of de administrateur-generaal die een melding ontvangt, eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van elke persoon die in de melding wordt genoemd of ermee in verband wordt gebracht, en ziet erop toe dat hij niet wordt benadeeld overeenkomstig artikel 14. § 4. De melding aan de integriteitsreferent of, in voorkomend geval, aan de hiërarchische meerdere of aan de administrateur-generaal moet schriftelijk, mondeling of beide gebeuren.

In het geval van een mondelinge melding wordt een proces-verbaal opgesteld.

Een mondelinge melding kan gedaan worden per telefoon, via andere elektronische communicatiemiddelen of, op verzoek van de melder, door middel van een persoonlijk gesprek binnen een redelijke termijn. § 5. De schriftelijke melding of het proces-verbaal van de mondelinge melding worden ondertekend door de melder en bevatten de volgende gegevens: 1° de datum van de melding ;2° de naam en contactgegevens van het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat/die de melding doet;3° de naam van de dienst van Wallonie-Bruxelles International waar de melder in dienst is of was;4° de naam van de dienst van Wallonie-Bruxelles International betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid beperkt tot de aanduiding van de feiten en uitsluitend tot de relevante en noodzakelijke gegevens voor het nagestreefde doel. Binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge melding, zendt de integriteitsreferent de melder een ontvangstbevestiging van de melding. Tegelijkertijd verzoekt de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die nodig is voor het voorafgaande onderzoek van het dossier, overeenkomstig artikel 12. § 6. Het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid dat/die in een professionele context informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in wording, in Wallonie-Bruxelles International, kan overeenkomstig de procedure van het gezamenlijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest zijn melding rechtstreeks aan de bemiddelaar sturen betreffende de gemeenschappelijke bemiddelingsdienst van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, indien hij zich in een van de volgende hypothesen bevindt : 1° hij kan, op grond van het voorwerp van de vermoede onregelmatigheid of de hoedanigheid van de persoon die ervan wordt verdacht de onregelmatigheid te hebben begaan, vrezen dat het inlichten van de integriteitsreferent de doeltreffendheid van de procedure in gevaar kan brengen ;2° hij is aangewezen om de interne melding te verzekeren;3° er is geen integriteitsreferent aangewezen. § 7. De voorziene nadere regels voor de interne melding, met inbegrip van regels inzake vertrouwelijkheid, worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

HOOFDSTUK 4. - De opdracht van de integriteitsreferenten

Art. 11.§ 1. De integriteitsreferent : 1° luistert naar, informeert en adviseert de melder, elke persoon die een melding overweegt of die een melder helpt ;2° onderzoekt alle meldingen en onderzoekt ze zo nodig;3° informeert over het bestaan en de voorwaarden voor het beroep op externe melding. In voorkomend geval : 1° stelt de integriteitsreferent de melder in kennis van het bestaan en de voorwaarden voor het gebruik van andere meldingskanalen en van de daaruit voortvloeiende beschermingsmodaliteiten;2° verwijst de integriteitsreferent naar de bevoegde instantie indien de melding niet onder zijn bevoegdheid valt. § 2. De integriteitsreferent is gebonden aan het beroepsgeheim. § 3. De integriteitsreferent eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder, de facilitatoren, de bij het onderzoek betrokken personen, de betrokken personen en, in voorkomend geval, alle andere in de melding genoemde derden. Dit geldt ook voor alle andere informatie waaruit de identiteit van bovengenoemde personen rechtstreeks of onrechtstreeks kan worden afgeleid.

In afwijking van het eerste lid kunnen de identiteit van de melder, de facilitatoren, de bij het onderzoek betrokken personen, de betrokken personen of van alle andere in de melding genoemde derden en alle andere informatie waaruit deze identiteit rechtstreeks of onrechtstreeks kan worden afgeleid, worden bekendgemaakt : 1° indien de betrokkene uitdrukkelijk toestemming geeft tot de openbaarmaking ervan;2° overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering ;3° indien dit noodzakelijk en evenredig lijkt, in het kader van onderzoeken die worden uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten voor het onderzoek naar strafbare feiten of in het kader van gerechtelijke procedures, teneinde de rechten van de verdediging van de betrokken personen te beschermen. Wanneer, overeenkomstig het tweede lid, de identiteit van een persoon of enige andere informatie waaruit deze identiteit direct of indirect kan worden afgeleid, openbaar kan worden gemaakt, stelt de integriteitsreferent de betrokken hiervan van tevoren in kennis en geeft hij de redenen die de openbaarmaking rechtvaardigen,, tenzij deze voorafgaande informatie lopende onderzoeken of gerechtelijke procedures in gevaar zou brengen.

Eenieder die krachtens dit besluit niet bevoegd is kennis te nemen van een schriftelijk document of de daarin vervatte informatie betreffende een krachtens dit besluit opgenomen melding en dat document of die informatie niettemin ontvangt, is onderworpen aan dezelfde geheimhoudingsplicht. § 4. Overeenkomstig de artikelen 16 en 17 ontvangt en beslist de integriteitsreferent over verzoeken van een melder om ondersteunende maatregelen, met inbegrip van verzoeken omjuridische bijstand of psychologische bijstand in gerechtelijke procedures, zoals bedoeld in artikel 17. In geval van een verzoek om een steunmaatregel past de integriteitsreferent de procedure van artikel 16, derde lid, toe. § 5. In het belang van de transparantie stelt de integriteitsreferent een jaarlijks activiteitenverslag op, waarin hij regelmatig een overzicht van zijn of haar opdracht kan geven. Dit verslag wordt uiterlijk op 30 juni van het jaar na het jaar waarop het verslag betrekking heeft, aan de administrateur-generaal toegezonden.

Om hetzelfde niveau van informatie te garanderen, stelt de minister die verantwoordelijk is voor Internationale Betrekkingen een model vast voor een jaarlijks activiteitenverslag dat door elke integriteitsreferent moet worden gebruikt.

Dit model van verslag bevat ten minste de volgende informatie : a) het aantal ontvangen meldingen ;b) het aantal onderzoeken en procedures dat naar aanleiding van deze meldingen is ingeleid en het resultaat daarvan ;en c) indien vastgesteld, de geschatte financiële schade en de bedragen die zijn teruggevorderd na onderzoeken en procedures in verband met de gemelde onregelmatigheden. HOOFDSTUK 5. - De opvolging van een melding

Art. 12.§ 1. De integriteitsreferent beoordeelt eerst de ontvankelijkheid en gegrondheid van de melding op basis van de verstrekte informatie en documenten.

De melding is gebaseerd op een redelijk vermoeden dat een onregelmatigheid in de zin van artikel 2, 11°, heeft plaatsgevonden, plaatsvindt of kan waarschijnlijk plaatsvinden. § 2. Na het in paragraaf 1 bedoelde vooronderzoek zal de integriteitsreferent: 1° het onderzoek afsluiten indien hij vaststelt dat de melding onontvankelijk of kennelijk ongegrond is;2° het onderzoek afsluiten indien hij, na een behoorlijk onderzoek van het dossier, beslist dat de gemelde onregelmatigheid duidelijk gering is en geen verder gevolg vereist, overeenkomstig dit besluit;3° een onderzoek instellen, overeenkomstig artikel 13, indien hij vaststelt dat de melding ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond is. Wat 2° betreft, doet de beslissing geen afbreuk aan andere verplichtingen of andere toepasselijke procedures om de gemelde geringe onregelmatigheid te verhelpen, noch aan de bescherming die dit besluit biedt.

Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt onder een kennelijk geringe onregelmatigheid verstaan het niet-repetitieve uitvoeren of nalaten door een personeelslid in het kader van de uitoefening van zijn functie of door een beheersorgaan van een handeling, dat een inbreuk vormt op een besluit, een omzendbrief, een interne regel of een toepasselijke interne procedure en die voortvloeit uit een louter materiële of administratieve fout.

In het geval van herhaalde meldingen die geen significante nieuwe informatie bevatten met betrekking tot een eerdere afgesloten melding, kan de integriteitsreferent beslissen het onderzoek van de melding onmiddellijk af te sluiten.

Indien een onderzoek wordt ingesteld, stelt de integriteitsreferent de administrateur-generaal hiervan in kennis, tenzij er voldoende aanwijzingen zijn dat de administrateur-generaal hierbij betrokken is; in dat geval stelt de integriteitsreferent de minister bevoegd voor de Internationale Betrekkingen hiervan onmiddellijk in kennis.

In alle gevallen zet de integriteitsreferent zijn bevindingen uiteen in een gemotiveerde schriftelijke beslissing, vergezeld van eventuele relevante aanbevelingen, die hij onmiddellijk doorstuurt naar de melder. Bij het afsluiten van het onderzoek in toepassing van het eerste lid, 2°, informeert de referent de administrateur-generaal met het oog op het nemen van gepaste maatregelen.

Art. 13.§ 1. In het kader van het onderzoek van de melding zal de integriteitsreferent: 1° de algemene beginselen van behoorlijk bestuur toepassen;2° de rechten van de verdediging respecteren;3° alle handelingen en beslissingen naar behoren documenteren en verantwoorden;4° een schriftelijke onderzoekopdracht over de vermoede onregelmatigheid opstellen;5° een gedetailleerd schriftelijk verslag opstellen over het uitgevoerde onderzoek. § 2. De onderzoekopdracht, bedoeld in paragraaf 1, 4°, wordt gedateerd, ondertekend en bevat de volgende gegevens: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid, beperkt tot de aanduiding van de feiten en tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn in het licht van het beoogde doel;2° de naam van de dienst van Wallonie-Bruxelles International waarop de vermoede onregelmatigheid betrekking heeft;3° de vraagstukken van het onderzoek;4° de mogelijkheid dat het onderzoek wordt uitgebreid tot de feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die van nut kunnen zijn om de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid te bepalen. Eventuele wijzigingen in de onderzoekopdracht worden schriftelijk vastgelegd door de integriteitsreferent in een gedateerd en ondertekend addendum. § 3. In toepassing van paragrafen 1 en 2 kan de integriteitsreferent alle vaststellingen die hij nuttig acht ter plaatse binnen Wallonie-Bruxelles International uitvoeren, alle personeelsleden, stagiairs of voormalige personeelsleden die hij nuttig acht bij het onderzoek betrekken en alle documenten en informatie krijgen die hij nodig acht.

De integriteitsreferent kan verplichte deadlines opleggen voor het beantwoorden van vragen.

Overeenkomstig paragraaf 1, 3°, moet elke beslissing van de integriteitsreferent om een vaststelling ter plaatse uit te voeren, iemand bij het onderzoek te betrekken of documenten en informatie aan te vragen, naar behoren worden gemotiveerd in het licht van het beoogde doel. Deze rechtvaardiging toont de noodzaak en relevantie aan van de vaststelling, de betrokkenheid of de mededeling van informatie of documenten in het licht van het beoogde doel van het onderzoek, namelijk het vaststellen van de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 1, paragraaf 3, mag een door de integriteitsreferent in het kader van een onderzoek gevraagde en overeenkomstig het tweede lid naar behoren gemotiveerde vaststelling ter plaatse, betrokkenheid bij het onderzoek en verzoek om documenten of informatie niet worden geweigerd. § 4. Alle personeelsleden, stagiairs of voormalige personeelsleden die betrokken zijn bij het onderzoek kunnen zich laten bijstaan door een raadsman naar keuze.

De integriteitsreferent stelt de personeelsleden, stagiairs of voormalige personeelsleden die bij het onderzoek betrokken zijn, schriftelijk op de hoogte van de volgende gegevens: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid waarop het onderzoek betrekking heeft, beperkt tot de aanduiding van de feiten en tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn in het licht van het beoogde doel;2° de mogelijkheid dat het onderzoek wordt uitgebreid tot de feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die van nut kunnen zijn om de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid te bepalen;3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman naar keuze. Deze kennisgeving is niet van toepassing indien het belang van het onderzoek dit vereist.

De integriteitsreferent: 1° waarborgt dat elke bij het onderzoek betrokken persoon zijn verklaring in alle vrijheid kan afleggen, onder voorbehoud van de toepasselijke geheimhouding, overeenkomstig paragraaf 5 en artikel 1, § 3;2° verzamelt elke verklaring om objectieve informatie samen te brengen;3° stelt een schriftelijk verslag van elke verklaring op. Elke persoon die betrokken is bij het onderzoek mag het schriftelijke verslag van zijn verklaring aanvullen.

Het schriftelijke verslag van elke verklaring, met eventuele aanvullingen, wordt gedateerd en ondertekend door alle aanwezige personen. Elke pagina van het verslag is genummerd.

Als een bij het onderzoek betrokken persoon of, indien van toepassing, zijn raadsman weigert te tekenen, wordt deze weigering in het schriftelijke verslag opgenomen.

Aan het einde van het onderzoek ontvangt elke persoon die betrokken is bij het onderzoek een ondertekend exemplaar van zijn verklaring. § 5. Onverminderd artikel 1, § 3, kan het geheime of vertrouwelijke karakter van de stukken waarvan de integriteitsreferent openbaarmaking vraagt, hem niet worden tegengeworpen. § 6. Op elk moment tijdens het onderzoek, indien de integriteitsreferent meent over voldoende bewijsmateriaal te beschikken om te kunnen concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een misdaad of een wanbedrijf, past hij onverwijld de procedure toe bepaald in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering en stelt hij onmiddellijk de administrateur-generaal en de melder schriftelijk op de hoogte, tenzij hij zelf betrokken is bij de vermoede misdaad of het vermoede wanbedrijf. Als er voldoende bewijs is om aan te nemen dat de administrateur-generaal betrokken is bij de vermoede misdaad of het vermoede wanbedrijf, stelt de integriteitsreferent de minister bevoegd voor de Internationale Betrekkingen daarvan in kennis.

De integriteitsreferent zorgt ervoor dat alleen persoonsgegevens die strikt noodzakelijk en relevant zijn om de in het eerste lid bedoelde personen zorgvuldig te informeren, worden meegedeeld. § 7. Aan het einde van het onderzoek, met inachtneming van de maximumtermijn bepaald in paragraaf 9, stelt de integriteitsreferent een gedateerd en ondertekend gedetailleerd verslag op met zijn vaststellingen, zijn beoordeling en de maatregelen die hij aanbeveelt.

De integriteitsreferent zendt dit verslag onmiddellijk naar de administrateur-generaal of, indien er voldoende bewijzen zijn om aan te nemen dat de administrateur-generaal betrokken is bij de gemelde onregelmatigheid, naar de minister bevoegd voor de Internationale Betrekkingen. De integriteitsreferent zorgt ervoor dat alleen persoonsgegevens die strikt noodzakelijk en relevant zijn om een zorgvuldige opvolging van de melding te garanderen, worden meegedeeld.

Persoonsgegevens van getuigen worden niet meegedeeld, tenzij dit naar behoren wordt gemotiveerd, evenmin als gegevens van personen die niet bij het onderzoek betrokken zijn.

Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het in het eerste lid bedoelde schriftelijke verslag over het onderzoek voldoende informatie bevat om te concluderen dat de onregelmatigheid waarvoor een melding is gegeven, niet heeft plaatsgevonden, sluit hij het onderzoek definitief af.

Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het in het eerste lid bedoelde schriftelijke verslag over het onderzoek voldoende informatie bevat om te concluderen dat de onregelmatigheid waarvoor een melding is gegeven daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, maar dat hij niet over voldoende elementen beschikt om te concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een misdaad of wanbedrijf, wordt het schriftelijke onderzoeksverslag overeenkomstig het tweede lid doorgezonden met het oog op passende actie. § 8. De integriteitsreferent stelt de melder en de personen die bij het onderzoek betrokken zijn, onmiddellijk op de hoogte van het resultaat van het onderzoek. § 9. Het onderzoek wordt afgerond binnen een termijn van drie maanden na het verstrijken van de periode van zeven dagen na een schriftelijke of mondelinge melding. Op verzoek van de integriteitsreferent kan de termijn van drie maanden om naar behoren gemotiveerde redenen eenmaal met maximaal drie maanden worden verlengd. De integriteitsreferent stelt de melder onmiddellijk op de hoogte van de verlenging van de termijn.

Indien binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van drie maanden, die kan worden verlengd, geen passende maatregel werd genomen door de integriteitsreferent, kan de melder zich wenden tot de bemiddelaar, overeenkomstig het gezamenlijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest van 13 juli 2023 betreffende de gemeenschappelijke ombudsdienst voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest.

HOOFDSTUK 6. - De bescherming van de melder

Art. 14.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid mag niet het slachtoffer worden van represailles, met inbegrip van bedreigingen of pogingen tot represailles, die geheel of gedeeltelijk zijn gebaseerd op een in toepassing van dit besluit gedane melding, indien deze persoon dit te goeder trouw doet op het moment van de melding, dat wil zeggen indien hij op het moment van de melding gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en wijst op een vermoeden van onregelmatigheid en dat deze onder het toepassingsgebied van dit besluit valt. Deze voorwaarde wordt beoordeeld in het licht van een persoon in een vergelijkbare situatie met vergelijkbare kennis.

Dezelfde bescherming geldt voor: 1° de facilitator indien hij redelijke gronden had om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en wijst op een vermoede onregelmatigheid, en dat zij binnen het toepassingsgebied van dit besluit valt;2° de persoon die betrokken is bij het onderzoek door de integriteitsreferent, tenzij deze de integriteitsreferent bewust oneerlijke en duidelijk onvolledige informatie verstrekt. Wat 1° betreft, wordt deze voorwaarde beoordeeld in het licht van een persoon in een vergelijkbare situatie met vergelijkbare kennis. § 2. De in het eerste lid bepaalde bescherming is automatisch van toepassing. De begunstigde daarvan wordt onmiddellijk op de hoogte gebracht. Het voordeel van de bescherming gaat niet verloren op grond van het feit dat een te goeder trouw gedane melding onjuist of ongegrond is gebleken, of dat te goeder trouw doorgegeven informatie onjuist of ongegrond is gebleken. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde represailles zijn met name, voor zover zij geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op de melding van het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid: 1° ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° de overplaatsing van ambten of de verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleidingen van het personeelslid;6° een negatieve evaluatie of een evaluatie die een negatieve beoordeling van de feiten verbonden met de melding toont;7° dwang, intimidatie, pesterijen of ostracisme;8° discriminatie, een nadelige of oneerlijke behandeling;9° de niet-verlenging of vroegtijdige beëindiging van een tijdelijk arbeidscontract. § 4. De in paragraaf 1 bepaalde bescherming wordt ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

Art. 15.De personeelsleden, stagiairs of voormalige personeelsleden die de procedure bepaald in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering toepassen, genieten onder dezelfde voorwaarden van de bescherming bepaald in artikel 14.

Art. 16.§ 1. Het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, geniet, zodra dit van toepassing is, van de rechtsbijstand bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen sluiten betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen. § 2. Het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, kan een verzoek om ondersteunende maatregelen indienen, met inbegrip van een rechtsbijstand anders dan die met toepassing van het in § 1 bedoelde besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen sluiten of een psychologische bijstand, zoals bedoeld in artikel 17. § 3. Elk in paragraaf 1 bedoeld verzoek wordt schriftelijk bij de integriteitsreferent ingediend binnen twee maanden na de gebeurtenis die het verzoek rechtvaardigt.

De integriteitsreferent beslist binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het verzoek of het al dan niet wordt ingewilligd. De beslissing wordt ter kennis gebracht van de melder.

Bij weigering kan de melder binnen vijftien dagen na kennisgeving van de weigering beroep instellen bij de administrateur-generaal.

Art. 17.§ 1. Overeenkomstig artikel 16, § 2, in het kader van een gerechtelijke procedure, kan het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid genieten van een rechtsbijstand anders dan die met toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 23 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 23/06/2016 pub. 06/07/2016 numac 2016203486 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de rechtsbijstand verleend aan de personeelsleden en betreffende de vergoeding van schade toegebracht aan hun goederen sluiten, bedoeld in artikel 16, § 1, bestaande uit de volledige of gedeeltelijke dekking van de advocatenhonoraria en -kosten, de procedurekosten, alsook een psychologische bijstand bestaande uit de dekking van de consultaties bij een psycholoog of psychiater. § 2. In het kader van de in paragraaf 1 bedoelde bijstandsmaatregelen is de dekking van de advocatenhonoraria en -kosten, van de procedurekosten en van de psychologische of psychiatrische consultaties in principe beperkt tot een totaal gecumuleerd bedrag van 3.718,40 euro.

In uitzonderlijke omstandigheden, op naar behoren gemotiveerd verzoek, kan de dekking van de kosten de in het eerste lid bepaalde drempel overschrijden. De melder of zijn vertegenwoordiger dient dit met redenen omklede verzoek in bij de in paragraaf 3 bedoelde dienst. § 3. Indien een verzoek om juridische of psychologische bijstand bedoeld in artikel 16, § 2, wordt ingewilligd, wordt het beheerd door de dienst die door de administrateur-generaal is aangewezen.

Het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid bedoeld in artikel 14, § 1, deelt aan de in het eerste lid bedoelde dienst de stukken mee die de uitgaven rechtvaardigen binnen tien werkdagen na deze uitgaven. Daarvoor worden inzonderheid dagvaardingen, assignaties en alle gerechtelijke documenten binnen tien werkdagen na de bezorging of betekening ervan meegedeeld.

Kosten die geheel of gedeeltelijk worden terugbetaald of gedekt krachtens een andere wettelijke of reglementaire bepaling of krachtens een verzekeringsovereenkomst die door het slachtoffer of door een derde is afgesloten, vormen geen aanleiding tot een interventie.

Art. 18.De nadere regels voor de verzoeken om ondersteunende maatregelen vastgelegd door artikelen 16 en 17 worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het personeel dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt.

HOOFDSTUK 7. - De bescherming van persoonsgegevens

Art. 19.§ 1. De integriteitsreferent verwerkt persoonsgegevens voor de goede uitvoering van de taken waarmee hij krachtens dit besluit is belast, en meer in het bijzonder wanneer hij een melding ontvangt, de ontvangst ervan bevestigt, de melding beoordeelt en, indien nodig, een onderzoek instelt. § 2. Wallonie-Bruxelles International is verantwoordelijk voor de verwerking.

De integriteitsreferent verwerkt de volgende persoonsgegevens: 1° de identiteit, d.w.z. namen, voornamen, contactgegevens en de dienst waartoe de melder behoort; 2° de identiteit van de gemelde persoon of personen, als degene(n) aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of als degene(n) die tot de onregelmatigheid heeft (hebben) bijgedragen, evenals hun contactgegevens en de dienst waartoe zij behoren;3° de identiteit van elke persoon die met een melding in verband zou worden gebracht omdat hij getuige of slachtoffer van een onregelmatigheid zou zijn geweest of omdat hij informatie kan verstrekken in het kader van het door de integriteitsreferent gevoerde onderzoek, alsook zijn contactgegevens en de dienst waartoe hij behoort;4° alle andere noodzakelijke gegevens die door de melder zijn verstrekt of die zijn verzameld in het kader van de in artikel 11 omschreven opdrachten met betrekking tot de in de punten 1° tot 3° bedoelde personen. Wat 4° betreft, worden de persoonsgegevens die blijkbaar niet relevant zijn voor de verwerking van een specifieke melding niet verzameld of, indien zij per ongeluk worden verzameld, worden zij verwijderd zonder onnodige vertraging.

De integriteitsreferent kan de in het tweede lid bedoelde gegevens opvragen bij de personeelsdienst van Wallonie-Bruxelles International. § 3. De integriteitsreferent geeft onmiddellijk deze gegevens alleen in de volgende gevallen door: 1° indien daartoe uitdrukkelijk toestemming is gegeven door de persoon op wie de informatie betrekking heeft;2° in toepassing van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering;3° indien hij van oordeel is dat de administrateur-generaal op de hoogte moet worden gebracht van de identiteit van de betrokken persoon of personen teneinde passende maatregelen te nemen;4° indien dit noodzakelijk en evenredig lijkt, in het kader van onderzoeken die worden gevoerd door de autoriteiten die belast zijn met het onderzoek naar misdrijven of in het kader van gerechtelijke procedures, met het oog op de vrijwaring van de rechten van verdediging van de verdachte personen. § 4. De integriteitsreferent stelt de betrokken personen onmiddellijk op de hoogte van het feit dat er een onderzoek naar hen wordt ingesteld, tenzij dit het goede verloop van het onderzoek in gevaar zou brengen. § 5. De krachtens dit besluit ontvangen meldingen, met inbegrip van alle verzamelde persoonsgegevens, worden na vijf jaar na het verstrijken van de periode van zeven dagen na een schriftelijke of mondelinge melding vernietigd, behalve in het geval van strafrechtelijke vervolging of gerechtelijke actie, in welk geval de gegevens tot tien jaar na de beëindiging van de vervolging of actie worden bewaard. § 6. Wanneer voor de ontvangst van de meldingen gebruik wordt gemaakt van computer- of telefoonkanalen, zorgt de integriteitsreferent ervoor dat deze op een veilige manier worden opgezet en beheerd, zodat de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van in de melding vermelde derden wordt gewaarborgd en toegang door onbevoegde personeelsleden wordt voorkomen.

HOOFDSTUK 8. - De interne melding uitgebreid naar de professionele context

Art. 20.§ 1. Elke natuurlijke persoon die geen personeelslid of stagiair is als bedoeld in artikel 2, of elke rechtspersoon die in een professionele context met Wallonie-Bruxelles International een onregelmatigheid vermoedt of vaststelt die is begaan door een personeelslid of een beheersorgaan van Wallonie-Bruxelles International, kan een onregelmatigheid melden aan de integriteitsreferent.

Voor de toepassing van paragraaf 1 moet de gemelde onregelmatigheid begaan zijn in de tien jaar voorafgaand aan de melding. § 2. De integriteitsreferent wordt schriftelijk, mondeling of beide op de hoogte gebracht van de melding.

Bij een mondelinge melding wordt een proces-verbaal opgesteld.

Een mondelinge melding kan per telefoon, via andere elektronische communicatiemiddelen of, op verzoek van de melder, door een persoonlijke ontmoeting binnen een redelijke termijn worden gedaan.

De schriftelijke melding of het proces-verbaal van de mondelinge melding wordt ondertekend door de melder en bevat de volgende gegevens: 1° de datum van de melding;2° de naam en de contactgegevens van het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid die de melding doet;3° de naam van de dienst van Wallonie-Bruxelles International waar de melder werkzaam is of was;4° de naam van de dienst van Wallonie-Bruxelles International waarop de vermoede onregelmatigheid betrekking heeft;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid, beperkt tot de aanduiding van de feiten en tot de gegevens die relevant en noodzakelijk zijn in het licht van het beoogde doel. Binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge melding stuurt de integriteitsreferent de melder een ontvangstbevestiging van de melding. Tegelijkertijd kan de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder verzoeken hem binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die voor een eerste onderzoek van de zaak nodig is, overeenkomstig artikel 12.

Art. 21.De integriteitsreferent behandelt de melding volgens de procedures vastgelegd in artikelen 11, 12, 13 en 19.

HOOFDSTUK 9. - De openbaarmaking

Art. 22.§ 1. De personeelsleden, stagiairs of voormalige personeelsleden die in een professionele context informatie verkrijgen over een vermoede onregelmatigheid, begaan of bezig te worden begaan, binnen Wallonie-Bruxelles International, en die deze informatie openbaar maken, genieten de bescherming voorzien in dit besluit indien er aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de openbaarmaking is onrechtstreeks, in die zin dat het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid vooraf de meldingsprocedures heeft gevolgd die voorzien zijn in dit besluit of, in voorkomend geval, in het gezamenlijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest van 13 juli 2023 betreffende de gemeenschappelijke ombudsdienst voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;2° de vermoede onregelmatigheid die het voorwerp uitmaakt van de openbaarmaking beantwoordt aan de definitie, vastgelegd in artikel 2, 5°, van dit besluit;3° er werd geen passende maatregel genomen na de melding binnen de termijnen die van toepassing zijn door dit besluit of, in voorkomend geval, door het gezamenlijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest van 13 juli 2023 betreffende de gemeenschappelijke ombudsdienst voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op gevallen waarin een persoon informatie rechtstreeks aan de pers verstrekt krachtens specifieke bepalingen tot instelling van een systeem voor de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en informatie.

HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 23.Ten minste eenmaal in de drie jaar worden de procedures voor de ontvangst en de opvolging van de in dit besluit vastgelegde meldingen opnieuw beoordeeld door de minister bevoegd voor Internationale Betrekkingen, rekening houdend met de feedback, met inbegrip van de gegevens in de jaarlijkse activiteitenverslagen van de integriteitsreferent, en indien nodig aangepast. De uitgevoerde evaluatie wordt vastgelegd in een samenvattend verslag.

Art. 24.Van de rechten voorzien in dit besluit is geen ontheffing of beperking mogelijk bij overeenkomst, door beleid, of door arbeidswijze of arbeidsvoorwaarden, en evenmin door arbitrageovereenkomsten.

Art. 25.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op de maand van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 26.De minister van Internationale Betrekkingen en de minister van Ambtenarenzaken worden, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 januari 2025.

De Minister-Presidente, belast met Begroting, Hoger Onderwijs, Cultuur en Internationale en Intra-Franstalige Betrekkingen, E. DEGRYSE De Minister van Sport, Ambtenarenzaken, Administratieve Vereenvoudiging en Media, J. GALANT


^