Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 24 februari 2022
gepubliceerd op 08 maart 2022

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de structuur en de verantwoording van de begroting van de openbare bestuursinstellingen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2022031124
pub.
08/03/2022
prom.
24/02/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de structuur en de verantwoording van de begroting van de openbare bestuursinstellingen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, artikel 20;

Gelet op het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap, artikelen 6, § 2, en 8;

Gelet op het advies nr. 70.837/2 van de Raad van State, uitgebracht op 9 februari 2022 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de gendertest van 21 december 2021, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in alle beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Overwegende het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 12 december 2021;

Overwegende de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 24 februari 2022;

Op de voordracht van de minister van Begroting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities, doel en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten: het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende de organisatie van de begroting, van de boekhouding en van de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen;2° de horizontale structuur: de presentatie van de begrotingstabel die verwijst naar de onderverdelingen en verdelingen die tussen de lijnen van de tabel zijn aangebracht;3° de verticale structuur: de presentatie van de begrotingstabel die verwijst naar de indeling van de tabel in kolommen;4° de functionele classificatie: de internationale classificatie van overheidsambten, bekend als COFOG, ontwikkeld door de VN, de OESO en Eurostat.Het is een set van codes van vijf cijfers; 5° zero-based budgeting: een budgetterings- en besluitvormingstechniek die erop gericht is de middelen zo efficiënt mogelijk toe te wijzen door elke uitgave te controleren en te verantwoorden in het licht van een duidelijk omschreven behoefte.

Art. 2.De bepalingen van dit besluit hebben tot doel de structuren te bepalen die van toepassing zijn bij de opmaak van de ontvangsten- en uitgavenbegrotingen van de openbare bestuursinstellingen bedoeld in artikel 3, § 1er, 1° tot 3°, van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten, alsook de motiveringsmethoden die eraan verbonden zijn. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de begrotingstabellen inzake ontvangsten en uitgaven van de instellingen van type 1 en type 2 en de motivering ervan. Afdeling 1. - De tabel van de ontvangstenbegroting

Art. 3.Wat de horizontale structuur betreft, wordt de tabel van de ontvangstenbegroting onderverdeeld in een of meer programma's. Elk programma stemt overeen met een specifieke activiteit die wordt overwogen om de aan de instelling toevertrouwde opdrachten uit te voeren. De programma's worden genummerd in oplopende volgorde en elk programmanummer bestaat uit twee cijfers.

Art. 4.Elk programma omvat een titel I met betrekking tot lopende ontvangsten, een titel II met betrekking tot kapitaalontvangsten en een titel III met betrekking tot de opbrengsten van leningen. Elke titel wordt onderverdeeld in een of meer basisartikelen overeenkomstig de economische en functionele classificaties. Het nummer van het basisartikel omvat het programmanummer, de economische code, het volgnummer en de functionele code.

De economische code bestaat uit vier cijfers.

Het volgnummer is twee cijfers lang. De basisartikelen zijn in oplopende volgorde gerangschikt.

De functionele code is vijf cijfers lang. Indien de toepasselijke functionele code uit minder dan vijf cijfers bestaat, wordt deze aangevuld met een nul.

De inhoudelijke omschrijving van het basisartikel omvat altijd de oorsprong van de ontvangsten en de aard van de ontvangsten.

Art. 5.De totale ontvangsten worden in de begrotingstabel per programma en titel en in totaal voor de begroting vermeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen lopende ontvangsten, kapitaalontvangsten en opbrengsten van opgenomen leningen.

Art. 6.§ 1. Wat de verticale structuur betreft, bestaat de begrotingstabel voor de ontvangsten van de instellingen uit: 1° een kolom met de initialen van de bevoegde Minister in hoofdletters, die in de begroting van de instelling worden opgenomen;2° een kolom met het programmanummer;3° een kolom met het titelnummer;4° een kolom met de eerste twee cijfers van de economische code van het basisartikel;5° een kolom met de laatste twee cijfers van de economische code van het basisartikel;6° een kolom met het volgnummer;7° een kolom met de functionele code van het basisartikel;8° een kolom met de inhoudelijke omschrijving van de basisprogramma's en -artikelen. § 2. In het geval van een initiële begroting voor een bepaald jaar, wordt het volgende toegevoegd: 1° een kolom met de ontvangstenkredieten van de initiële begroting van het jaar dat aan het betrokken jaar voorafgaat;2° in voorkomend geval, een kolom met de ontvangstenkredieten voor de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar;3° een kolom met de ontvangstenkredieten voor het betrokken jaar. § 3. In het geval van een aangepaste begroting voor een bepaald jaar wordt het volgende toegevoegd: 1° een kolom met de ontvangstenkredieten van de initiële begroting van het betrokken jaar;2° een kolom met de aanpassingsvariaties van de ontvangstenkredieten van het betrokken jaar;3° een kolom met de aangepaste ontvangstenkredieten voor het betrokken jaar. Wat punt 2° betreft, wordt bij elke nieuwe begrotingsaanpassing een nieuwe kolom toegevoegd.

Wat het punt 3° betreft, zijn de aangepaste ontvangstenkredieten de som van de initiële kredieten en de aanpassingen van de kredieten. § 4. De verticale structuur van de tabel van de ontvangstenbegroting kan, indien nodig, door de minister van Begroting gewijzigd worden om ze aan te passen aan de evolutie van de budgettaire of boekhoudkundige normen. Afdeling 2. - De tabel voor de uitgavenbegroting

Art. 7.§ 1er Wat de horizontale structuur betreft, bestaat de begrotingstabel voor de uitgaven van de instellingen uit een functioneel programma en een of meer operationele programma's. Voor de kredieten die in deze twee soorten programma's moeten worden opgenomen, gelden de volgende regels: 1° de kredieten van het functioneel programma dienen ter dekking van de algemene werkingskosten van de instelling;2° de kredieten van een operationeel programma zijn bestemd voor de financiering van een specifieke activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten die zijn gepland voor de uitvoering van de aan de instelling toevertrouwde opdrachten. De programma's zijn genummerd in oplopende volgorde en elk programmanummer bestaat uit twee cijfers. § 2. In voorkomend geval kunnen programma's die bijdragen tot de verwezenlijking van een bepaald openbaar beleid worden gegroepeerd in organisatie-afdelingen.

Art. 8.Elk programma omvat een titel I met betrekking tot lopende uitgaven en een titel II met betrekking tot kapitaaluitgaven. Elke titel is onderverdeeld in een of meer basisartikelen overeenkomstig de economische en functionele classificaties. Het nummer van het basisartikel omvat het programmanummer, de economische code, het volgnummer en de functionele code.

De economische code bestaat uit vier cijfers.

Het volgnummer is twee cijfers lang. De basisartikelen zijn in oplopende volgorde gerangschikt.

De functionele code is vijf cijfers lang. Indien de toepasselijke functionele code uit minder dan vijf cijfers bestaat, wordt deze aangevuld met een nul.

De inhoudelijke omschrijving van het basisartikel omvat altijd het doel van de uitgave, d.w.z. de begunstigde of categorie van begunstigden, en de aard van de uitgave.

Art. 9.De totalen van de vastleggings- en vereffeningskredieten worden berekend per organisatie-afdeling, in voorkomend geval per programma en globaal voor de begroting, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen lopende en kapitaaluitgaven.

Art. 10.§ 1. Wat de verticale structuur betreft, bestaat de begrotingstabel voor de uitgaven van de instellingen uit: 1° van een kolom met de initialen van de bevoegde minister in hoofdletters;2° een kolom met het nummer van de organisatie-afdeling, indien aanwezig;3° een kolom met het programmanummer;4° een kolom met de eerste twee cijfers van de economische code van het basisartikel;5° een kolom met de laatste twee cijfers van de economische code van het basisartikel;6° een kolom met het volgnummer van het basisartikel;7° een kolom met de functionele code van het basisartikel;8° een kolom met de inhoudelijke omschrijving van de basisprogramma's en -artikelen. § 2. In het geval van een initiële begroting voor een bepaald jaar, worden de volgende kolommen toegevoegd 1° een kolom met de vastleggingskredieten van de initiële begroting van het jaar dat voorafgaat aan het betrokken jaar;2° een kolom met de vereffeningskredieten van de initiële begroting van het jaar dat aan het betrokken jaar voorafgaat;3° in voorkomend geval, twee kolommen met de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten voor de aanpassing van de begroting van het jaar dat voorafgaat aan het betrokken jaar;4° twee kolommen met de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten van de initiële begroting van het betrokken jaar. § 3. In het geval van een aangepaste begroting voor een bepaald jaar, worden de volgende kolommen toegevoegd: 1° twee kolommen met de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten van de initiële begroting van het betrokken jaar;2° twee kolommen met de eventuele herverdeling van de vastleggings- en vereffeningskredieten bedoeld in artikel 17 van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten;3° twee kolommen met de aanpassingsvariaties van de vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten van het betrokken jaar;4° twee kolommen met de aangepaste vastleggingskredieten en de vereffeningskredieten voor het betrokken jaar, die de som zijn van de initiële kredieten, de aanpassingsvariaties en de eventuele herverdeling van de kredieten. Wat de 3e en 4e kolom betreft, worden bij elke nieuwe begrotingsaanpassing twee nieuwe kolommen toegevoegd. § 4. De verticale structuur van de begrotingstabel van de uitgaven kan, indien nodig, door de minister van Begroting worden gewijzigd om ze aan te passen aan wijzigingen in de begrotings- of boekhoudnormen. Afdeling 3. - Verantwoording van de ontvangsten- en

uitgavenbegrotingen

Art. 11.§ 1. Wat betreft de begrotingen bedoeld in de artikelen 3 en 7, voor ontvangsten en uitgaven, wordt de bijzondere toelichting bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten samengesteld uit fiches die voor elk basisartikel worden opgesteld.

Voor de uitgaven omvat elke fiche een afdeling die is gewijd aan de vastleggingskredieten en een afdeling die is gewijd aan de vereffeningskredieten.

Als onderdeel van de initiële begroting omvat elke fiche minstens: 1° de inhoudelijke omschrijving, het volgnummer, de economische code en de functionele code van het basisartikel alsook het nummer van de organisatie-afdeling en het programmanummer;2° de rechtsgrondslag van de ontvangsten of uitgaven;3° de initiële kredieten van het begrotingsjaar dat aan het betrokken begrotingsjaar voorafgaat;4° de kredieten voor elke aanpassing van het begrotingsjaar dat aan het betrokken begrotingsjaar voorafgaat;5° de initiële kredieten voor het betrokken begrotingsjaar;6° een toelichting bij de geraamde initiële kredieten voor het betrokken begrotingsjaar, de hypothesen en de verschillende parameters van de eventueel gemaakte berekeningen, alsook de behoeften die met de gevraagde kredieten kunnen worden gedekt volgens de "zero-based budgeting" methode;7° een toelichting over de bestemming van de kredieten en hun verband met de algemene staat bedoeld in artikel 6, § 1, 1°, van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten;8° een toelichting bij de nadere regels voor de vereffening van de thesaurie. Het deel betreffende de vereffeningskredieten omvat het vereffeningsplan dat over een periode van vijf jaar is opgesteld.

In het kader van de aangepaste begroting bevat elke fiche ten minste: 1° de inhoudelijke omschrijving, het volgnummer, de economische code en de functionele code van het basisartikel alsook het nummer van de organisatie-afdeling en het programmanummer;2° de rechtsgrondslag van de ontvangsten of uitgaven;3° de initiële kredieten voor het betrokken begrotingsjaar;4° de wijzigingen in de aanpassing van de kredieten voor het betrokken begrotingsjaar;5° de aangepaste kredieten voor het betrokken begrotingsjaar;6° een toelichting bij de geraamde aangepaste kredieten voor het betrokken begrotingsjaar, de hypothesen en de verschillende parameters van de eventueel gemaakte berekeningen, alsook de behoeften die met de gevraagde kredieten kunnen worden gedekt volgens de "zero-based budgeting" methode;7° een toelichting over de bestemming van de kredieten en hun verband met de algemene toelichting bedoeld in artikel 6, § 1er, 1°, van het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 19/03/2021 numac 2021020418 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten; In het deel over de vereffeningskredieten wordt het vijfjarenplan voor de vereffening bijgewerkt. § 2. De ondersteunende en toelichtende fiches zijn per programma in één enkel document gegroepeerd. Elk programma gaat samen met een toelichting over de activiteiten die worden gedekt door de kredieten die erin zijn opgenomen.

De activiteiten van het programma zijn in overeenstemming met de algemene strategie van de instelling zoals uiteengezet in de algemene toelichting. § 2. Bij de ontvangsten worden de programma's gegroepeerd per titel.

Aan de uitgavenzijde zijn de programma's, waar nodig, gegroepeerd per organisatie-afdeling. In dit geval gaat elke organisatie-afdeling vergezeld van een toelichting over de activiteiten die worden gedekt door de kredieten die erin zijn opgenomen, in relatie tot de algemene strategie die in de algemene toelichting tot uitdrukking komt.

Onverminderd de algemene toelichting bedoeld in artikel 6, § 1, 1° van het kaderdecreet, worden alle ondersteunende en toelichtende fiches in één document opgenomen en vormen zij de motivering van de begroting van de instelling.

De minister van Begroting stelt, in overleg met de functioneel bevoegde ministers of de verantwoordelijke ministers, het standaardmodel en de procedures voor de fiches ter staving en toelichting vast. § 4. De motivering van de begroting voor een bepaald jaar bevat tevens: 1° een begrotingsprojectie bij ongewijzigd beleid voor ten minste drie jaar van de ontvangsten en uitgaven van de instelling, samen met een beschrijving van de gevolgen voor de projectie van de beleidsmaatregelen die voor de komende drie jaar worden overwogen;2° de laatste goedgekeurde balans en resultatenrekening. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de tabellen en motiveringen van de ontvangsten- en uitgavenbegrotingen van de instellingen van type 3

Art. 12.De begroting van de instellingen omvat alle geraamde ontvangsten en uitgaven van de instelling.

De begroting kan worden ingediend: 1° in de vorm van een geraamde resultatenrekening;2° in de vorm van een tabel opgesteld overeenkomstig de artikelen 14 tot 19.

Art. 13.Indien de instelling haar begroting indient overeenkomstig artikel 12, tweede lid, 1°, moet de geprojecteerde resultatenrekening alle ontvangsten- en uitgavenverrichtingen van de type 3-instelling omvatten.

Voor elke ontvangsten- en uitgavenlijn moet de geraamde resultatenrekening de juiste economische code van vier cijfers en functionele code van vijf cijfers vermelden.

Uit analytisch oogpunt moet de geprojecteerde resultatenrekening het ook mogelijk maken de verschillende activiteiten van de instelling op te volgen.

Art. 14.In de gevallen bedoeld in artikel 12, tweede lid, 2°, wordt, wat de horizontale structuur betreft, het deel van de begrotingstabel van de instellingen van type 3 dat op de ontvangsten betrekking heeft, onderverdeeld in een of meer rekeningen van opbrengsten. De rekeningen kunnen in subcategorieën worden gegroepeerd. Voor elke opbrengstenrekening moet de instelling de economische code, het volgnummer en de functionele code vermelden.

De economische code bestaat uit vier cijfers.

Het volgnummer bestaat uit twee cijfers. De rekeningen staan in stijgende volgorde.

De functionele code bedraagt vijf cijfers. Indien de toepasselijke functionele code uit minder dan vijf cijfers bestaat, wordt deze aangevuld met een nul.

De oorsprong en de aard van de opbrengst moeten steeds in de inhoudelijke omschrijving van de opbrengstrekening worden vermeld.

Art. 15.De totalen bedragen van de opbrengsten worden berekend per subcategorie, indien van toepassing, en globaal voor de begroting.

Art. 16.§ 1. Wat de verticale structuur betreft, bestaat het deel van de begrotingstabel van de instellingen dat betrekking heeft op de opbrengsten, uit: 1° een kolom met de eerste twee cijfers van de economische code;2° een kolom met de laatste twee cijfers van de economische code;3° een kolom met het volgnummer;4° een kolom met de functionele code;5° een kolom met de inhoudelijke omschrijving van de eventuele subcategorieën van opbrengsten en, desgevallend, de opbrengstenrekeningen. § 2. In het geval van een initiële begroting voor een bepaald jaar worden de volgende elementen toegevoegd: 1° een kolom met de bedragen van de opbrengsten van de initiële begroting van het jaar dat aan het betrokken jaar voorafgaat;2° een kolom met de bedragen van de opbrengsten van de initiële begroting van het betrokken jaar. § 3. In het geval van een aangepaste begroting voor een bepaald jaar worden de volgende elementen toegevoegd: 1° een kolom met de bedragen van de opbrengsten van de initiële begroting van het betrokken jaar;2° een kolom met de aanpassingsvariaties van de bedragen van de opbrengsten van het betrokken jaar;3° een kolom met de aangepaste bedragen van de opbrengsten voor het betrokken jaar. Wat punt 2° betreft, wordt bij elke nieuwe begrotingsaanpassing een nieuwe kolom toegevoegd.

Voor punt 3° bestaan de aangepaste bedragen van de opbrengsten uit de som van de initiële bedragen en de aanpassingen.

Art. 17.Wat de horizontale structuur betreft, wordt het gedeelte van de begrotingstabel van de instellingen van type 3 met betrekking tot de lasten onderverdeeld in een of meer lastenrekeningen. De rekeningen kunnen in subcategorieën worden gegroepeerd. Voor elke lastenrekening moet de instelling de economische code, het volgnummer en de functionele code vermelden.

De economische code bestaat uit vier cijfers.

Het volgnummer bestaat uit twee cijfers. De rekeningen worden in stijgende volgorde gerangschikt.

De functionele code bestaat uit vijf cijfers.

De inhoudelijke omschrijving van de lastenrekening omvat altijd de bestemming van de last, namelijk de begunstigde of categorie van begunstigden, en de aard van de last.

Art. 18.De totalen van de lastenbedragen worden berekend per subcategorie van lasten, indien van toepassing, en globaal voor de begroting.

Art. 19.§ 1. Wat de verticale structuur betreft, bestaat het deel van de begrotingstabel van de instellingen van type 3 dat op de lasten betrekking heeft, uit: 1° een kolom met de eerste twee cijfers van de economische code;2° een kolom met de laatste twee cijfers van de economische code;3° een kolom met het volgnummer;4° een kolom met de functionele code;5° een kolom met de inhoudelijke omschrijving van de eventuele subcategorieën van lasten en de lastenrekeningen. § 2. In het geval van een initiële begroting voor een bepaald jaar worden de volgende elementen toegevoegd: 1° een kolom met de bedragen van de lasten van de initiële begroting van het jaar dat aan het beschouwde jaar voorafgaat;2° een kolom met de bedragen van de lasten van de initiële begroting voor het betrokken jaar. § 3. In het geval van een aangepaste begroting voor een bepaald jaar, worden de volgende kolommen toegevoegd: 1° een kolom met de bedragen van de uitgaven van de initiële begroting voor het betrokken jaar;2° een kolom met de aanpassingsvariaties van de bedragen van de lasten voor het betrokken jaar;3° een kolom met de aangepaste lastenbedragen voor het betrokken jaar. Wat punt 2° betreft, wordt bij elke nieuwe begrotingsaanpassing een nieuwe kolom toegevoegd.

Voor punt 3° bestaan de aangepaste lastenbedragen uit de som van de initiële bedragen en de aanpassingen.

Art. 20.De beheersorganen van de instellingen van type 3 stellen een verantwoordings- en duidingsnota op die bij het ontwerp van initiële begroting of het ontwerp van aangepaste begroting worden gevoegd.

In het kader van een initiële begroting omvatten de verantwoordings- en duidingsnota ten minste: 1° een presentatie van de activiteiten van de instelling voor het betrokken begrotingsjaar en de gevolgen daarvan voor de begroting;2° de bedragen van de initiële begroting van het begrotingsjaar dat aan het betrokken begrotingsjaar voorafgaat;3° in voorkomend geval, de bedragen van de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar;4° de initiële bedragen voor het betrokken begrotingsjaar;5° een gedetailleerde toelichting alsook de berekeningshypothesen met betrekking tot de raming van de initiële bedragen van het betrokken begrotingsjaar; In het kader van de aangepaste begroting omvat de verantwoordings- en duidingsnota ten minste: 1° de initiële bedragen voor het betrokken begrotingsjaar;2° variaties in de aanpassing van de bedragen van het betrokken begrotingsjaar;3° de aangepaste bedragen voor het betrokken begrotingsjaar;4° een gedetailleerde toelichting alsook de berekeningshypothesen met betrekking tot de raming van de aangepaste bedragen van het betrokken begrotingsjaar. In het kader van zowel een initiële als een aangepaste begroting bevat de verantwoordings- en duidingsnota tevens: 1° een budgettaire projectie van de inkomsten en uitgaven van de instelling bij ongewijzigd beleid voor ten minste drie jaar, alsmede een beschrijving van de impact op deze projectie van het voorgenomen beleid voor de komende drie jaar;2° de laatste goedgekeurde balans en resultatenrekening. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 21.De bepalingen van dit besluit worden voor het eerst toegepast bij de opstelling van de begrotingen van ontvangsten en uitgaven van de instellingen voor het begrotingsjaar 2023.

Art. 22.De minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 februari 2022.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De minister-president, P.-Y. JEHOLET De minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en Toezicht op Wallonie Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN

^