Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 10 juni 2021
gepubliceerd op 17 juni 2021

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen met toepassing van artikel 12bis, § 4, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021042159
pub.
17/06/2021
prom.
10/06/2021
ELI
eli/besluit/2021/06/10/2021042159/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JUNI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen met toepassing van artikel 12bis, § 4, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, artikel 12bis, § 4, zoals ingevoegd bij het decreet van 17 juli 2020;

Gelet op de gendertest van 26 oktober 2020 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op de onderhandelingsprotocollen van het Sectorcomité IX en van het Comité voor de plaatselijke en provinciale overheidsdiensten, afdeling II, en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs van 4 maart 2021;

Gelet op het onderhandelingsprotocol met het onderhandelingscomité van de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra van 4 maart 2021;

Gelet op het advies 68.249/2 van de Raad van State, gegeven op 2 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Onderwijs voor sociale promotie en van de Minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit zet gedeeltelijk de Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen met toepassing van artikel 12bis, § 4, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, om.

Art. 2.Worden onderworpen aan een evenredigheidsbeoordeling voordat ze op de agenda van de regering worden geplaatst, de bepalingen die de toegang tot een ambt van onderwijzend personeel of de uitoefening ervan beperken.

In afwijking van het eerste lid is dit besluit niet van toepassing wanneer specifieke vereisten met betrekking tot de reglementering van een bepaald beroep zijn vastgesteld in een afzonderlijke handeling van de Unie die de lidstaten niet de keuze laat van hun wijze van omzetting.

Komen ook in aanmerking als bepalingen die de toegang tot een ambt van onderwijzend personeel of de uitoefening ervan beperken in de zin van § 1, de specifieke vereisten met betrekking tot de tijdelijke of incidentele verrichting van diensten, bedoeld in titel II van Richtlijn 2005 / 36 / EG, waaronder: - automatische tijdelijke registratie bij of pro-formalidmaatschap van een beroepsorganisatie of -orgaan, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a), van Richtlijn 2005/36/EG; - een van tevoren af te leggen verklaring op grond van artikel 7, § 1, van Richtlijn 2005/36/EG, documenten die vereist zijn op grond van § 2 van dat artikel, of enig ander equivalent vereiste; - de betaling van een vergoeding, of van kosten, voor administratieve procedures, die verband houdt of houden met de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen en die voor rekening komt of komen van de dienstverrichter.

Het vorige lid is niet van toepassing op maatregelen die zijn ontworpen om de conformiteit te waarborgen met de toepasselijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die de lidstaten overeenkomstig het Unierecht toepassen.

Art. 3.De evenredigheidsbeoordeling heeft tot doel na te gaan of de bepalingen bedoeld in artikel 1 op niet-discriminerende wijze van toepassing zijn, gerechtvaardigd zijn door doelstellingen van algemeen belang, geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen en niet verder gaan dan nodig is om deze doestelling te bereiken.

Art. 4.De evenredigheidsbeoordeling wordt door de diensten van de Regering op objectieve en onafhankelijke wijze uitgevoerd op basis van het bijgevoegde model.

De omvang van de beoordeling moet evenredig zijn met de aard, de inhoud en de effecten van de bepaling die wordt ingevoerd.

Indien de bepalingen betrekking hebben op de reglementering van beroepen in de gezondheidszorg en gevolgen hebben voor de veiligheid van de patiënt, houden de diensten van de regering rekening met de doelstelling voor een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid.

Elke bepaling bedoeld in artikel 1 gaat vergezeld van een toelichting die voldoende gedetailleerd is om de naleving van het evenredigheidsbeginsel te kunnen beoordelen.

De gronden waarop een in artikel 1 bedoelde bepaling gerechtvaardigd en evenredig wordt beschouwd, worden gestaafd met kwalitatieve en, voor zover mogelijk en waar relevant, kwantitatieve bewijselementen.

Art. 5.De goedkeuring van de bepalingen die onderworpen zijn aan een evenredigheidsbeoordeling wordt voorafgegaan door de terbeschikkingstelling, op het portaal van de Franse Gemeenschap, van informatie bestemd voor burgers, begunstigden van diensten en andere betrokken belanghebbenden, inclusief degenen die geen lid zijn van het betrokken beroep.

De diensten van de regering betrekken alle betrokken partijen naar behoren en stellen hen in de gelegenheid hun standpunt naar voren te brengen.

Waar relevant en passend worden openbare raadplegingen gehouden.

Art. 6.De diensten van de regering controleren de naleving van de nieuwe of gewijzigde bepalingen bedoeld in artikel 1, na goedkeuring ervan, met het evenredigheidsbeginsel, rekening houdend met de ontwikkelingen van de situatie sinds de aanneming van de desbetreffende bepalingen.

Art. 7.De Minister van Hoger Onderwijs en Onderwijs voor sociale promotie en van de Minister van Onderwijs, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 juni 2021.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^