Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 24 april 2019
gepubliceerd op 20 november 2019

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2019042362
pub.
20/11/2019
prom.
24/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/24/2019042362/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 APRIL 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", afgekort "ONE", artikel 3;

Gelet op het advies van de Raad van bestuur van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » gegeven op 31 januari 2018;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 november 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 5 december 2018;

Gelet op de « gendertest » van 8 november 2018 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het overleg dat is bepaald in de kaderovereenkomst voor samenwerking van 27 februari 2014 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie voor Intra-Franstalig overleg over gezondheid en bijstand aan personen en de gemeenschappelijke beginselen die in deze aangelegenheden van toepassing zijn;

Gelet op het advies nr. 65.292/4 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 1 februari 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 01/02/2017 pub. 15/02/2017 numac 2017010611 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van het reglement van de "Office de la Naissance et de l'Enfance » betreffende de opvangvergunning type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 01/02/2017 pub. 27/02/2017 numac 2017010830 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van het organiek reglement van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » sluiten tot goedkeuring van het organiek reglement van de "Office de la Naissance et de l'Enfance";

Op de voordracht van de Minister van Kind;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALINGEN Afdeling I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder: 1° decreet : het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", afgekort "ONE"; 2° O.N.E. : de « Office de la Naissance et de l'Enfance » georganiseerd op basis van het decreet; 3° Raad van bestuur: de raad van bestuur zoals voorzien in het hoofdstuk III, afdeling 1 van het decreet; 4° Coördinator : een coördinator "begeleiding" van O.N.E. ; 5° Adviseur-kinderarts: een medisch adviseur-kinderarts van O.N.E.; 6° Adviseur-gynaecoloog: een medisch adviseur-gynaecoloog van O.N.E. ; 7° « M.S.W. » : de medisch-sociale werker van O.N.E.; 8° perinatale begeleidingsdienst: de perinatale begeleidingsdienst voor gezinnen en toekomstige ouders en hun kind tot zijn derde verjaardag;9° perinataal project: project ontwikkeld door de perinatale begeleidingsdienst;10° beheersorgaan: een bij wet, decreet of ordonnantie opgericht orgaan dat de administratieve bevoegdheid heeft om de in dit besluit bedoelde verbintenissen aan te gaan voor rekening van de betrokken vereniging zonder winstoogmerk, stichting van openbaar nut of overheidsdienst; 11° Referentiepersoon « mishandeling » : tweedelijnsactor bij O.N.E. die actief is in de strijd tegen mishandeling; 12° Pedagogisch adviseur: tweedelijnsactor bij O.N.E. die actief is in pedagogisch advies; 13° Werkdag: een dag die noch een zaterdag, noch een zondag, noch een wettelijke feestdag is.14° RIZIV: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ingesteld door de wet van 9 augustus 1963, zoals gewijzigd. Afdeling 2. - Algemene bepalingen

Art. 2.Binnen de perken van de kredieten ingeschreven in zijn begroting, kan O.N.E. perinatale begeleidingsdiensten erkennen en subsidiëren overeenkomstig de voorwaarden en de procedure bepaald bij dit besluit.

De « O.N.E. » zorgt voor de opvolging, het toezicht en de evaluatie van deze diensten.

TITEL II. - OPDRACHTEN VAN DE DIENSTEN

Art. 3.De opdrachten van de perinatale begeleidingsdiensten zijn: 1. de multidisciplinaire begeleiding van gezinnen tijdens de zwangerschap, het verblijf in de kraamkliniek en tot maximaal de derde verjaardag van het kind;2. de steun bij het creëren en ontwikkelen van de ouder-kindrelatie en de begeleiding van het ouderschap tijdens de perinatale periode, met als uiteindelijk doel de harmonieuze ontwikkeling van het kind;3. de psycho-medisch-sociale opvolging van het kind en zijn gezin, met name door middel van huisbezoeken.Deze opvolging is complementair en gecoördineerd met de actie van de MSW's; 4. de opbouw of versterking van het actorennetwerk vanaf de prenatale periode om een continuïteit van de begeleiding en zorg tijdens de perinatale periode te waarborgen. Deze opdrachten worden uitgevoerd ten behoeve van de kwetsbare gezinnen en toekomstige ouders. De kwetsbaarheid wordt beoordeeld vanuit geldelijk, administratief, medisch, sanitair, sociaal, cultureel en psychologisch oogpunt.

De perinatale begeleidingsdiensten mogen geen opdrachten van psycho-medisch-sociale evaluatie of van oriëntatie uitvoeren op verzoek van een derde partij.

TITEL III. - PERINATAAL PROJECT

Art. 4.De perinatale begeleidingsdiensten stellen een perinataal project op waarin wordt beschreven hoe zij de in artikel 3 bedoelde opdrachten uitvoeren.

Dit perinatale project heeft tot doel het mobiliseren en organiseren van de bestaande middelen in het kader van een samenhangend project, aangepast aan de behoeften van de doelgroep en ontwikkeld in partnerschap met andere lokale actoren waarvan het optreden bijdraagt tot de verwezenlijking van de in artikel 3 bedoelde opdrachten. Een bijzondere aandacht wordt besteed aan partnerschappen met andere diensten die door O.N.E. worden georganiseerd, erkend of gesubsidieerd.

Het perinatale project wordt ter beschikking gesteld van de begunstigden en een afschrift wordt hen overhandigd.

Art. 5.Het perinatale project omvat ten minste de volgende elementen: 1. de rechtsvorm overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 ;2. de samenstelling van het beheersorgaan;3. de samenstelling van de ploeg: diploma, verworven ervaring, aantal jaren ervaring en prestatietijd van elk lid van de dienst;4. de te bereiken doelstellingen;5. de criteria voor de hulpverlening aan gezinnen en toekomstige ouders, met name wat de kwetsbaarheid betreft;6. de uit te voeren projecten en activiteiten, met inbegrip van de te ontwikkelen methodologie, met name om zich aan te passen aan de behoeften van de begunstigden;7. de perioden van toegankelijkheid en optreden van de dienst;8. de nadere regels voor de coördinatie van de ploeg;9. de uit te voeren partnerschappen;10. de nodige materiële middelen en het nodige personeel;11. de nadere regels voor de voortgezette opleiding, met inbegrip van de supervisie;12. het begrotingsontwerp, met inbegrip de van andere financieringsbronnen;13. de nadere regels voor de evaluatie. TITEL IV. - ERKENNING Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 6.Om als perinatale begeleidingsdienst te worden erkend, moeten de privaat- of publiekrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° over beheersorganen beschikken waarvan de loontrekkende of zelfstandige personen die betrokken zijn bij de uitvoering van het perinatale project niet meer dan een derde van de leden vertegenwoordigen;2° over een perinataal project beschikken overeenkomstig de bepalingen van Titel III ;3° over lokalen en uitrusting beschikken die de veiligheid van ouders en kinderen garanderen.

Art. 7.De erkenningsaanvraag wordt bij O.N.E. door middel van een aangetekende brief van het beheersorgaan ingediend.

Naast de in de artikelen 5 en 6 bedoelde elementen gaat de aanvraag samen met de volgende documenten: 1° de benaming van de inrichtende macht, haar juridisch statuut bewezen door een afschrift van haar statuten of van de beraadslagingen van de bevoegde organen, het adres van de zetel, het paritair comité of het sectoraal overlegorgaan waaronder ze ressorteert, haar rekeningnummer;2° de samenstelling van het beheersorgaan;3° de kwalificatie en de arbeidstijd van elk lid van de dienst;4° voor elk lid van de dienst, een afschrift van de eventuele arbeidsovereenkomsten, diploma's, gevolgde opleidingen, een uittreksel uit het strafregister dat is afgegeven overeenkomstig artikel 596, lid 2, van het strafwetboek, waaruit blijkt dat het lid niet is veroordeeld of in hechtenis is genomen omwille van zedenfeiten of geweld tegen minderjarigen en dat minder dan zes maanden oud is;5° een kopie van de verplichte verzekeringsovereenkomsten. Binnen vijftien werkdagen vanaf de datum van de aanvraag bevestigt O.N.E. de ontvangst van het volledige dossier van de erkenningsaanvraag aan de aanvrager.

In voorkomend geval deelt O.N.E. de aanvrager mee dat de aanvraag niet volledig is en wijst hem op het (de) ontbrekende(e) document(en);

O.N.E. verzoekt de aanvrager om deze aanvraag binnen 15 werkdagen na het verzoek van O.N.E. in te vullen.

Binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de eventuele ontbrekende documenten bevestigt de "O.N.E". de ontvangst ervan aan de aanvrager.

Art. 8.Op advies van de Coördinator, de Adviseur-kinderarts, de Adviseur-gynaecoloog, de Referentiepersoon « mishandeling » en de Pedagogisch adviseur aangesteld door O.N.E., beslist O.N.E. over de erkenningsaanvraag binnen drie maanden na ontvangst van de erkenningsaanvraag bedoeld in artikel 7 en stelt de aanvrager onmiddellijk in kennis van zijn beslissing.

In geval van een gunstige beslissing wordt de erkenning voor een periode van zes jaar verleend door O.N.E. overeenkomstig artikel 14, § 2, in fine, van het besluit van 1 februari 2017 tot goedkeuring van het organiek reglement van de "Office de la Naissance et de l'Enfance ".

Art. 9.Het perinatale project wordt ten minste om de drie jaar bijgewerkt. Het wordt goedgekeurd door O.N.E. op advies van de coördinator, de adviseur-kinderarts, de adviseur-gynaecoloog, de referentiepersoon « mishandeling » en de pedagogisch adviseur aangesteld door O.N.E. .

O.N.E. beslist over de actualisering van het perinatale project binnen drie maanden na ontvangst van de actualisering van het project en stelt de aanvrager binnen een maand in kennis van zijn beslissing.

Als O.N.E. het perinatale project niet goedkeurt, heeft de perinatale begeleidingsdienst drie maanden om het aan te passen.

Indien O.N.E. aan het einde van deze periode het perinatale project niet goedkeurt, kan O.N.E., na een ingebrekestelling, de erkenning van de dienst intrekken overeenkomstig de bepalingen van afdeling 3 van deze titel. Afdeling 2. - Vernieuwing van de erkenning

Art. 10.De aanvraag tot verlenging van de erkenning moet door het bestuursorgaan bij O.N.E. worden ingediend per aangetekende brief ten vroegste binnen twaalf maanden en ten laatste acht maanden voor het verstrijken van de huidige erkenning.

De aanvraag moet samengaan met een bijgewerkte versie van het in artikel 7 bedoelde erkenningsdossier.

De procedure voor de verlenging van de erkenning is identiek aan de erkenningsprocedure. Afdeling 3. - Intrekking van de erkenning

Art. 11.Wanneer O.N.E., na de erkenning, vaststelt dat de dienst in strijd is met de bepalingen van dit besluit, zal O.N.E. de dienst een ingebrekestelling sturen om zijn verplichtingen na te komen.

De dienst heeft 30 werkdagen de tijd om te voldoen aan de bepalingen van de ingebrekestelling.

Indien aan het einde van deze periode de dienst niet heeft voldaan aan de bepalingen van de ingebrekestelling, kan O.N.E. de erkenning intrekken op advies van de Coördinator, de Adviseur-kinderarts, de Adviseur-gynaecoloog, de Referentiepersoon "mishandeling" en de Pedagogisch adviseur die door O.N.E. aangewezen zijn.

Onder dezelfde voorwaarden kan de erkenning worden ingetrokken indien de perinatale begeleidingsdienst het perinatale project niet uitvoert zoals goedgekeurd door O.N.E. O.N.E. kan besluiten de erkenning onmiddellijk in te trekken indien de ernst van de vastgestelde tekortkomingen dit rechtvaardigt.

De intrekking van de erkenning kan ook onmiddellijk worden uitgesproken indien de perinatale begeleidingsdienst hier om welke reden dan ook om vraagt, op voorwaarde dat hij de continuïteit van de zorg met de netwerkpartners heeft georganiseerd.

De intrekking van de erkenning maakt een einde aan het recht op subsidies en andere tegemoetkomingen van O.N.E. Afdeling 4. - Schorsing van de erkenning

Art. 12.Indien de perinatale begeleidingsdienst tijdelijk niet meer kan functioneren in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit en de continuïteit van de zorg met de netwerkpartners heeft georganiseerd, kan hij de schorsing van zijn erkenning aanvragen.

Tijdens de opschorting van de erkenning onderbreekt de perinatale begeleidingsdienst zijn activiteiten.

Op verzoek van de perinatale begeleidingsdienst kan O.N.E. de schorsing van de erkenning opheffen op advies van de Coördinator, de Adviseur-kinderarts, de Adviseur-gynaecoloog, de Referentiepersoon "mishandeling" en de Pedagogisch adviseur die door O.N.E. aangewezen zijn.

Als O.N.E. niet binnen twee jaar na de datum van kennisgeving van de opschorting van de erkenning een verzoek tot opheffing van de opschorting van de erkenning heeft ontvangen, wordt de erkenning door O.N.E. ingetrokken.

Tijdens de opschorting van de erkenning stopt O.N.E. de sorting van de subsidies. Afdeling 5. - De beroepsprocedure

Art. 13.De perinatale begeleidingsdienst kan tegen de volgende beslissingen in beroep gaan bij de Raad van Bestuur: 1° de weigering om het perinatale project goed te keuren;2° de weigering of intrekking van de erkenning;3° de weigering om de erkenning te verlengen;4° de weigering om de schorsing van de erkenning op te heffen. De perinatale begeleidingsdienst kan verzoeken om door de Raad van Bestuur te worden gehoord.

Art. 14.Het beroep moet uiterlijk dertig werkdagen na ontvangst van de bestreden beslissing per aangetekende brief per post aan O.N.E. worden toegezonden.

Art. 15.Een beroep tegen een beslissing tot weigering, intrekking of schorsing van de erkenning of tot weigering van de verlenging van de erkenning heeft schorsende werking.

In afwijking van het vorige lid kan O.N.E. beslissen dat het beroep niet schorsend is. Deze optie is beperkt tot gevallen waarin de veiligheid en gezondheid van personen ernstig in het gedrang kunnen komen.

Wanneer tot intrekking wordt besloten op basis van de bepalingen van artikel 11, lid 5, is het beroep nooit schorsend.

Art. 16.De Raad van bestuur heeft drie maanden, te rekenen vanaf de datum van verzending van het beroep, om zich uit te spreken over de beslissing die aan het beroep ten grondslag ligt. De termijn loopt niet in juli en augustus.

Indien dit niet het geval is, wordt de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld, nietig verklaard. Afdeling 6. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 17.Alle beslissingen van O.N.E. uit hoofde van deze titel worden bij aangetekende brief meegedeeld.

TITEL IV. - NADERE REGELS VOOR SUBSIDIERING

Art. 18.Binnen de perken van de in de begroting opgenomen kredieten kent O.N.E. een jaarlijkse subsidie van 75.000 euro toe aan perinatale begeleidingsdiensten ter dekking van de verschillende uitgaven in verband met het perinatale project. Het bedrag kan worden verhoogd overeenkomstig de bepalingen van het beheersovereenkomst bedoeld in Afdeling 2 van Hoofdstuk IV van het decreet. Deze subsidie wordt

jaarlijks geïndexeerd op basis van het gezondheidsindexcijfer van januari 2019 en dus op basis van de overschrijding van de spilindex voor sociale uitkeringen en lonen.

Deze uitgaven kunnen betrekking hebben op de exploitatiekosten en de bezoldiging van werknemers of zelfstandigen.

Met instemming van O.N.E. kunnen zij ook investeringskosten dekken.

Art. 19.Indien de begeleidingsdienst voor de perinatale zorg afhankelijk is van een paritaire commissie, kan de bezoldiging van het personeel in loondienst slechts worden gesubsidieerd binnen de perken van de door die paritaire commissie vastgestelde barema's.

Indien de perinatale begeleidingsdienst door een openbare dienst wordt georganiseerd, mag de bezoldiging van het personeel in loondienst slechts worden gesubsidieerd binnen de perken van de barema's die van toepassing zijn op het personeel van die openbare dienst.

In beide gevallen mag de in aanmerking komende anciënniteit niet meer bedragen dan het aantal jaren werkelijke ervaring.

De bezoldiging van zelfstandigen die voor subsidie in aanmerking komen, is beperkt tot het maximum van de bezoldiging van de in het eerste lid bedoelde werknemers met de werkgeversbijdragen, met uitzondering van artsen van wie de bezoldiging wordt vastgesteld op basis van de barema's van het RIZIV, na toestemming van O.N.E. .

Wat de personeelskosten betreft, kunnen de subsidies betrekking hebben op de brutobezoldiging, de socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers, de eindejaarspremies, de eventuele voorzieningen voor vakantiegeld en pensioenen, de ontslagvergoedingen of elke andere verplichting die voortvloeit uit de werkzaamheden van de paritaire commissie waarvan de dienst deel uitmaakt.

Art. 20.O.N.E. controleert of het multidisciplinaire personeel van de perinatale begeleidingsdienst, waarvan de bezoldigingen kunnen worden gesubsidieerd als werknemer of zelfstandige, over een diploma beschikt dat overeenstemt met het ambt dat het uitoefent.

De perinatale begeleidingsdiensten zullen O.N.E. onmiddellijk op de hoogte brengen van alle wijzigingen met betrekking tot de aanwerving, de wijziging van de prestaties of het vertrek van hun werknemers of zelfstandigen.

Art. 21.§ 1. O.N.E. stort jaarlijks vóór 15 februari een voorschot aan de perinatale begeleidingsdiensten ter hoogte van 60% van de subsidie.

Vóór 30 september betaalt O.N.E. het saldo van 40% van de subsidie. § 2. Om hun subsidies te rechtvaardigen, moeten de begeleidingsdiensten voor perinatale zorg O.N.E. vóór 28 februari van het jaar volgend op het jaar waarin de uitgaven zijn gedaan, toezenden: 1. een activiteitenverslag, waarvan de inhoud wordt bepaald door O.N.E. Het bevat een evaluatie van het perinatale project en cijfers over de toestanden die door de dienst worden behandeld; 2. een exploitatierekening die overeenkomt met de inkomsten en uitgaven voor de uitvoering van het perinatale project;3. een afschrift van de bewijsstukken van de uitgaven voor de uitvoering van het perinatale project. § 3. Indien het krachtens § 2 gerechtvaardigde bedrag lager is dan het in § 1 bedoelde bedrag, moet het verschil aan O.N.E. worden terugbetaald. § 4. Indien de subsidies waarop ze aanspraak kunnen maken slechts een deel van het jaar bestrijken, worden zij pro rata verlaagd.

Art. 22.O.N.E. wijst onder zijn personeel de ambtenaren aan die bevoegd zijn om: 1. ter plaatse de juistheid van de boekhoudkundige en financiële gegevens met betrekking tot de gesubsidieerde activiteiten te controleren en daartoe toegang te hebben tot alle relevante bewijsstukken;2. ter plaatse de juistheid van de verschillende elementen van het activiteitenverslag te controleren.Daartoe kunnen zij alle originele documenten raadplegen en, indien nodig, kopieën van alle originele documenten verkrijgen; 3. ontmoetingen met personeelsleden of leidinggevende organen van de perinatale begeleidingsdiensten te organiseren. TITEL VI. - AFWIJKINGS-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Art. 23.De erkende perinatale begeleidingsdienst die, op 1 januari 2016, door O.N.E. was gesubsidieerd voor activiteiten die vergelijkbaar zijn met de in dit besluit bedoelde activiteiten, behoudt het bedrag van deze subsidiëring.

Art. 24.Zodra dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, deelt O.N.E. aan de gesubsidieerde perinatale begeleidingsdiensten mee dat zij drie maanden hebben om hun aanvraag tot erkenning in te dienen vanaf de datum van de kennisgeving.

Bovengenoemde overeenkomsten blijven van kracht tot het moment waarop O.N.E. zijn advies over de erkenningsaanvraag heeft gegeven.

Indien binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van drie maanden geen aanvraag om erkenning is ingediend, houden deze overeenkomsten onmiddellijk werking te hebben.

Art. 25.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Art. 26.De minister van Kind is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 april 2019.

De Minister-President, belast met Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI

^