gepubliceerd op 29 juli 2019
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor het raadplegen en uitreiken van afschriften van de documenten uit het dossier van de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd en de directeur voor jeugdbescherming
15 MEI 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor het raadplegen en uitreiken van afschriften van de documenten uit het dossier van de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd en de directeur voor jeugdbescherming
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/01/2018
pub.
03/04/2018
numac
2018011568
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming
sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, artikel 27, eerste en vierde lid, en artikel 44, eerste en vierde lid;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 27/07/1998 pub. 30/10/1998 numac 1998029466 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de inzage van de stukken van het dossier van de adviseur of de directeur voor hulpverlening aan de Jeugd sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor het raadplegen van afschriften van de documenten uit het dossier van de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd en de directeur voor jeugdbescherming;
Gelet op de "gendertest", op 30 oktober 2018 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, verleend op 7 januari 2019;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 9 januari 2019;
Gelet op het advies nr. 177 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, verleend op 25 maart 2019;
Gelet op het overleg bepaald in het kader samenwerkingsakkoord van 27 februari 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/02/2014 pub. 19/05/2014 numac 2014203119 bron waalse overheidsdienst Kaderakkoord tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn sluiten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het overleg tussen Franstaligen inzake gezondheidsbeleid en bijstand aan personen en de gemeenschappelijke beginselen die in deze aangelegenheden toepasselijk zijn;
Gelet op het advies nr. 65.922/2 van de Raad van State, op 6 mei 2019 verleend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat het kind, zijn gezin en degenen onder zijn familieleden die door de maatregel worden getroffen, alsook zijn advocaat, in beginsel, alle documenten kunnen raadplegen die zich bevinden in het dossier van de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd en de directeur voor jeugdbescherming (artikel 27, eerste lid, en artikel 44, eerste lid, van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming);
Overwegende evenwel dat de adviseur en de directeur kunnen weigeren één of meer documenten uit het dossier te raadplegen of mee te delen indien het belang van het kind dit vereist (artikel 27, tweede lid, en artikel 44, tweede lid, van voormeld decreet);
Overwegende dat de leden van het gezin van het kind, enerzijds, de personen zijn met wie het kind een afstammingsband heeft, d.w.z. zijn ouders en grootouders, en, anderzijds, de voogd en de plaatsvervangend voogd (artikel 2, 16°, van voormeld decreet);
Overwegende dat de leefgenoten personen zijn met wie het kind affectieve of sociale banden heeft, zoals bepaald door de adviseur of directeur, in overleg met het kind, en dat de gezinsverzorgers zonder uitzondering leefgenoten zijn (artikel 2, 15°, van voormeld decreet);
Overwegende dat de adviseur, de directeur of de daartoe afgevaardigde ambtenaar van hun gedelegeerde dienst de aanvrager bij de mededeling van de documenten de nodige toelichtingen en opmerkingen verstrekt en er in het bijzonder op toeziet dat het kind dat de documenten in zijn dossier raadpleegt, passende ondersteuning krijgt, rekening houdend met de mate van rijpheid van het kind en de informatie in zijn dossier (artikel 27, derde lid, en artikel 44, derde lid, van het decreet);
Overwegende dat de advocaat van het kind alle documenten in het dossier van de adviseur of de directeur kan raadplegen, met uitzondering van de door de gerechtelijke overheid meegedeelde documenten die als "vertrouwelijk" zijn aangemerkt; dat, zoals de Raad van State in zijn advies over het ontwerpbesluit opmerkt, de weigering om bepaalde documenten in het dossier te raadplegen "ondenkbaar is wanneer deze weigering betrekking heeft op de advocaat van het kind zelf";
Dat de Regering van plan is de praktische voorwaarden voor de toegang tot het dossier van de adviseur en de directeur te versoepelen;
Overwegende evenwel dat de adviseur of de directeur, inzonderheid wat betreft de verzoeken van personen die hulpverlening of bescherming genieten, in het bijzonder het verzoek van het kind zelf en de verzoeken van andere advocaten dan die van het kind, de tijd moet krijgen om het verzoek te onderzoeken teneinde na te gaan of het belang van het kind niet vereist dat de raadpleging van bepaalde documenten geweigerd wordt, en, in het geval van een verzoek van een familielid, om na te gaan of hij daadwerkelijk door de maatregel wordt getroffen;
Overwegende dat, overeenkomstig de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de formele motivering van administratieve handelingen, de beslissing van de adviseur of directeur om de raadpleging van één of meer documenten in het dossier te weigeren, schriftelijk moet worden verantwoord;
Overwegende dat het kind, zijn gezin en degenen uit zijn gezin die door de maatregel worden getroffen, alsmede hun advocaat, een kosteloos afschrift kunnen krijgen van de documenten die zij raadplegen (artikel 27, vierde lid, en artikel 44, vierde lid, van het decreet);
Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de Jeugd;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Bepalingen die van toepassing zijn op het kind, zijn gezin en degenen uit zijn gezin die door de maatregel getroffen worden Afdeling 1. - Raadpleging van het dossier van de adviseur en de
directeur
Artikel 1.Het kind, het gezinslid of de leefgenoot waarop de maatregel betrekking heeft en dat (die) de documenten in het dossier van de adviseur of de directeur wenst te raadplegen, dient een verzoek in bij de dienst voor hulpverlening aan de jeugd of de dienst voor jeugdbescherming, per post of e-mail, per telefoon of persoonlijk bij de receptie van de dienst.
Indien de aanvrager ook afschriften wenst te ontvangen van de documenten die hij heeft geraadpleegd, kan hij dit in hetzelfde verzoek vermelden.
Wanneer het verzoek persoonlijk bij de receptie wordt ingediend, wordt het getranscribeerd op een standaardformulier, waarvan onmiddellijk een kopie aan de aanvrager wordt overhandigd.
Wanneer het verzoek telefonisch wordt gedaan, wordt het omgezet op een standaardformulier, waarvan een kopie de werkdag volgend op het verzoek aan de aanvrager wordt toegezonden.
Het verzoek wordt in een register geregistreerd.
Art. 2.Binnen drie werkdagen na het verzoek neemt de dienst contact op met de aanvrager om de plaats, de datum en het tijdstip van de raadpleging van het dossier overeen te komen.
De in het eerste lid bedoelde praktische regelingen worden, afhankelijk van de door de aanvrager gekozen middelen, schriftelijk aan hem bevestigd.
Het dossier wordt binnen zeven werkdagen na het verzoek geraadpleegd.
Er wordt rekening gehouden met de dringendheid, mits dit in het verzoek met redenen omkleed is en de aangevoerde redenen dit rechtvaardigen.
Bij de raadpleging van het dossier wordt de verzoeker vergezeld door de adviseur of de directeur of door het door hem aangewezen personeelslid, bij voorkeur het personeelslid dat voor de toestand bevoegd is.
Art. 3.Wanneer het kind dat om raadpleging van zijn dossier verzoekt door een advocaat wordt bijgestaan, stelt de dienst het kind in kennis van de mogelijkheid dat het zich tijdens de raadpleging door zijn advocaat laat vergezellen en stelt hij de advocaat in kennis van het verzoek om raadpleging.
Art. 4.Wanneer de adviseur of de directeur beslist om de toegang tot één of meer documenten in het dossier te weigeren, wordt zijn beslissing aan de verzoeker meegedeeld en aan het begin van de raadpleging van het dossier toegelicht.
Indien de verzoeker aan wie de toegang tot een of meer documenten van het dossier wordt geweigerd door een advocaat wordt bijgestaan, wordt een afschrift van de beslissing aan de advocaat toegezonden. Afdeling 2. - Uitgifte van afschriften van documenten uit het dossier
van de adviseur en de directeur
Art. 5.Het kind, het lid van zijn gezin of het gezinslid waarop de maatregel betrekking heeft, kan overeenkomstig artikel 1, lid 2, of bij de raadpleging van het dossier om afschriften van documenten uit het dossier verzoeken.
Art. 6.Afschriften van de gevraagde documenten worden, voor zover mogelijk, na afloop van de raadpleging van het dossier persoonlijk aan de aanvrager verstrekt.
Indien dit niet het geval is, worden binnen twee werkdagen na raadpleging van het dossier afschriften van de documenten naar keuze van de verzoeker per post of per e-mail aan hem toegezonden. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen van toepassing op de advocaat Afdeling 1. - Raadpleging van het dossier van de adviseur en de
directeur
Art. 7.De advocaat van het kind kan het dossier van de adviseur of directeur raadplegen door zich persoonlijk tot de receptie van de dienst te wenden, zonder voorafgaand verzoek.
Art. 8.De advocaat van een gezinslid van het kind of een gezinslid waarop de maatregel betrekking heeft en die van de documenten in het dossier van de adviseur of de directeur wenst kennis te nemen, dient een verzoek in overeenkomstig artikel 1.
De advocaat kan het dossier ter plaatse raadplegen vanaf de zesde werkdag na het verzoek.
Wanneer de adviseur of de directeur beslist de toegang tot een of meer documenten in het dossier te weigeren, wordt zijn beslissing binnen vijf werkdagen na het verzoek aan de advocaat meegedeeld.
Indien de advocaat zich in zijn verzoek om raadpleging op spoedeisendheid beroept en de aangevoerde redenen dit rechtvaardigen, kan hij het dossier ter plaatse raadplegen vanaf de derde werkdag na het verzoek en wordt de in lid 3 bedoelde weigeringsbeslissing binnen twee werkdagen hem ter kennis gebracht. Afdeling 2. - Uitgifte van afschriften van documenten uit het dossier
van de adviseur en de directeur
Art. 9.De advocaat van het kind kan bij de raadpleging van het dossier ter plaatse, per post of per e-mail om een kopie van de documenten in het dossier verzoeken.
De door de advocaat gevraagde afschriften worden hem persoonlijk overhandigd bij de raadpleging van het dossier ter plaatse of per e-mail, uiterlijk op de werkdag volgend op het verzoek.
De advocaat mag de documenten ook met zijn eigen reproductiemiddelen kopiëren.
Art. 10.§ 1. De advocaat van een familielid van het kind of van een familielid dat door de maatregel wordt getroffen, kan om een afschrift van de documenten in het dossier verzoeken: 1° in zijn verzoek om het dossier overeenkomstig artikel 1, tweede lid, te raadplegen;2° op het moment dat het dossier wordt geraadpleegd;3° per e-mail, ongeacht een verzoek om het dossier te raadplegen. § 2. In de gevallen bedoeld in de paragrafen 1, 1° en 2° worden de door de advocaat gevraagde afschriften bij de raadpleging van het dossier ter plaatse of per e-mail uiterlijk op de werkdag volgend op het verzoek aan hem overhandigd.
De advocaat mag de documenten ook met zijn eigen reproductiemiddelen kopiëren. § 3. In het geval bedoeld in paragraaf 1, 3°, worden de door de advocaat gevraagde afschriften binnen vijf werkdagen na het verzoek per e-mail aan hem toegezonden.
Indien de advocaat zich in zijn verzoek om documenten beroept op spoedeisendheid en de aangevoerde redenen dit rechtvaardigen, worden de gevraagde afschriften binnen twee werkdagen aan hem toegezonden.
Wanneer de adviseur of de directeur beslist te weigeren een of meer documenten uit het dossier mee te delen, wordt zijn beslissing binnen dezelfde termijn aan de advocaat meegedeeld. HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 11.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 27/07/1998 pub. 30/10/1998 numac 1998029466 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de inzage van de stukken van het dossier van de adviseur of de directeur voor hulpverlening aan de Jeugd sluiten tot vaststelling van de procedures voor de raadpleging van de documenten in het dossier van de adviseur of de directeur van de hulpverlening aan de jeugd, wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking.
Art. 13.De Minister bevoegd voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 mei 2019.
De Minister-President, belast met Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, de Justitiehuizen, Sport en de Promotie van Brussel, R. MADRANE