gepubliceerd op 30 oktober 1998
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de inzage van de stukken van het dossier van de adviseur of de directeur voor hulpverlening aan de Jeugd
27 JULI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de inzage van de stukken van het dossier van de adviseur of de directeur voor hulpverlening aan de Jeugd
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 betreffende de hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het decreet van 6 april 1998 houdende van sommige bepalingen inzake kinderwelzijn en hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 1996;
Gelet op het akkoord van de Ministerie van Begroting, gegeven op 3 septembre 1996;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 april 1997;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, tot wier bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 13 juli 1998, Besluit :
Artikel 1.De personen bedoeld bij artikel 11 van het decreet van 4 maart 1991 betreffende de hulpverlening aan de jeugd die kennis wensen te nemen van de stukken van het dossier van de adviseur of van de directeur voor hulpverlening aan de jeugd verzoeken er schriftelijk om bij de adviseur of de directeur die dat dossier in behandeling heeft.
Wanneer de aanvraag door een advocaat wordt ingediend, maakt men in de aanvraag de identiteit van de persoon die hij vertegenwoordigt kenbaar.
Art. 2.Binnen de tien dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag, mag de aanvrager het dossier inkijken op de plaats, de datum en het uur vastgesteld door de betrokken adviseur of directeur voor hulpverlening aan de jeugd.
Er wordt rekening gehouden met de dringende noodzakelijkheid voor zover deze in de aanvraag met redenen omkleed is en de ingeroepen redenen die dringendheid verantwoorden.
Art. 3.Bij het overhandigen van de stukken, geeft de adviseur, de directeur of de daartoe aangewezen ambtenaar van zijn dienst aan de aanvrager de nodige uitleg of commentaar.
Art. 4.Op elke copij van de stukken van het dossier staat vermeld dat het afschrift slechts overhandigd mag worden aan de betrokken personen in naleving van de bepalingen van artikel 11, lid 2 van voormeld decreet en dat die copij in geen enkele andere procedure mag gebruikt worden dan deze in verband met de beslissing inzake hulpverlening die het voorwerp uitmaakt van het dossier waaruit het document werd genomen.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 27 juli 1998.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX