Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 30 augustus 2017
gepubliceerd op 29 september 2017

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 september 2016 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017013292
pub.
29/09/2017
prom.
30/08/2017
ELI
eli/besluit/2017/08/30/2017013292/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/09/2016 pub. 19/10/2016 numac 2016029498 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen sluiten tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet tot regeling, voor de Franse Gemeenschap, van de toekenning van de studietoelagen, gecoördineerd op 7 november 1983, inzonderheid op de artikelen 1, § 5, 4, 7 en 8, zoals gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2003;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/09/2016 pub. 19/10/2016 numac 2016029498 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen sluiten tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor studietoelagen, gegeven op 19 juni 2017;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 maart 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 31 maart 2017;

Gelet op het advies van de "Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs", gegeven op 27 juni 2017;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau van 8 juni 2017 georganiseerd overeenkomstig artikel 33 van het decreet van 21 september 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/09/2012 pub. 23/10/2012 numac 2012029442 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de deelneming en de vertegenwoordiging van studenten in het hoger onderwijs sluiten betreffende de deelneming en de vertegenwoordiging van studenten in het hoger onderwijs;

Gelet op de "gendertest" van 24 augustus 2017 uitgevoerd overeenkomstig artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies nr. 61.876/2/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2017 met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/09/2016 pub. 19/10/2016 numac 2016029498 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen sluiten tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage en van de criteria voor de bepaling van de bedragen van de studietoelagen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: in het derde lid worden de woorden "van personen die studies in het hoger onderwijs met volledig leerplan volgen." vervangen door de woorden "van de kandidaat voor een studietoelage, de inkomsten van de broers en zussen of daarmee gelijkgestelden van de kandidaat, van peer helpers en de inkomsten van de medehuurders en/eigenaars van onroerende goederen die verhuurd worden aan de kandidaat. Onder gelijkgestelden van de broers en zussen van de kandidaat wordt verstaan de halfbroers en halfzussen alsook de kinderen van de wettelijke of feitelijke samenwonend(e) van de bloedverwant(e) van de kandidaat die op het attest van gezinssamenstelling opgenomen worden.

Wanneer de kandidaat over het statuut van gezinshoofd of van samenwonend(e) beschikt, worden zijn eigen inkomsten in aanmerking genomen."; in het vierde lid, wordt het punt 2° vervangen als volgt: "2° de toelagen en de vervangingsinkomsten ontvangen door de leden opgenomen op het attest van gezinssamenstelling"; in het vierde lid wordt 3° opgeheven; in het vierde lid wordt 4° in 3° gewijzigd; e) § 1 wordt aangevuld als volgt: "Wanneer, voor de berekening van het bedrag van de toelage, zoals voorzien in de artikelen 2 en 4 van dit besluit, overeenkomstig het vorige lid, het aantal personen ten laste met het aantal met decimaal overeenstemt, wordt het afgerond naar de hogere eenheid. Wanneer de afzonderlijk belastbare inkomsten samengesteld zijn uit een geheel of een gedeelte van de ontslagvergoeding die geïnd wordt zonder dat het betrokken lid beroepsactiviteiten hervat heeft ten gevolge van dat ontslag en tot de datum van de aanvraag, wordt geen rekening gehouden met het bedrag van de vergoeding die ontvangen wordt in het kader van de globalisatie van de inkomsten bedoeld in het eerste lid."; 2° § 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.In afwijking van § 1, derde lid, wanneer de kandidaat op zijn/haar erewoord verklaart dat hij/zij alleen voor zijn/haar onderhoud instaat, dit wil zeggen met zijn/haar eigen middelen, wordt het geheel van zijn/haar inkomsten beperkt tot zijn/haar eigen inkomsten, indien de kandidaat over beroepsinkomsten en/of vervangingsinkomsten beschikt heeft of beschikt tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag alsook tijdens het kalenderjaar van dezelfde aanvraag.

Onder beroepsinkomsten en/of vervangingsinkomsten wordt verstaan het bedrag van de beroepsinkomsten, na aftrek van de beroepsuitgaven of -lasten, de beroepsverliezen, de uitgaven en aftrekken bedoeld in het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Het gemiddelde van de aldus ontvangen inkomsten mag niet lager zijn dan het gemiddelde van de belastbare minima, bepaald bij de personenbelasting, met betrekking tot de twee referentiejaren. Indien het belastbare minimum van het laatste referentiejaar niet bepaald wordt bij de behandeling van het dossier, wordt enkel het belastbare minimum van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag in aanmerking genomen.

Indien het bedrag van de inkomsten van de student die alleen voor zijn onderhoud instaat, tussen de bedragen vermeld in artikel 4, § 3 en de helft van dat bedrag schommelt, wordt hem/haar een toelage toegekend, zoals voorzien in artikel 4, § 3.

Indien het geheel van de inkomsten van de kandidaat die alleen voor zijn/haar onderhoud instaat, lager ligt dan de helft van de bedragen bepaald in artikel 4, § 3, wordt de kandidaat ingelicht door de administratie dat zijn/haar dossier naar de onderzoekscommissie bedoeld in artikel 4bis overgebracht wordt. De administratie verzoekt hem om sociale hulp te vragen bij zijn onderwijsinrichting of bij de geschikte overheidsdiensten en om de inkomsten na te kijken die bij zijn/haar aanvraag om studietoelagen verklaard worden."; 3° artikel 1 wordt aangevuld met de §§ 3 en 4, luidend als volgt: " § 3.De echtgenoot/echtgenote of de wettelijke of feitelijke samenwonend(e) kan beschouwd worden als de persoon die voor het onderhoud van de kandidaat instaat voor zover het huwelijk of de wettelijke samenwoning vóór 1 november van het in aanmerking genomen school- of academiejaar werd aangegeven.

Het geheel van de referentie-inkomsten kan tot zijn/haar eigen beperkt worden indien hij/zij over bedrijfsinkomsten en/of vervangingsinkomsten beschikt heeft of beschikt tijdens het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag, alsook tijdens het kalenderjaar van de aanvraag.

Het gemiddelde van de aldus ontvangen inkomsten mag niet lager zijn dan het gemiddelde van de belastbare minima, bepaald bij de personenbelasting, met betrekking tot de twee referentiejaren. Indien het belastbare minimum van het laatste referentiejaar niet bepaald wordt bij de behandeling van het dossier wordt enkel het belastbare minimum van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag in aanmerking genomen. § 4. Elke studietoelage die ten onrechte betaald wordt, zal aanleiding geven tot een terugvordering overeenkomstig de artikelen 10 tot 13 van het gecoördineerde decreet van 7 november 1983.

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 3, eerste streepje, worden de woorden "voor het referentiejaar van de in aanmerking genomen inkomsten " ingevoegd tussen de woorden " het belastbaar minimumbedrag bepaald bij de personenbelasting" en de woorden", indien de kandidaat alleen voor zijn/haar onderhoud instaat";2° § 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.Indien het geheel van de inkomsten lager ligt dan de helft van de bedragen bepaald in § 3, wordt de kandidaat ingelicht door de administratie dat zijn/haar dossier naar de onderzoekscommissie bedoeld in artikel 4bis overgebracht wordt. De administratie verzoekt hem om sociale hulp te vragen bij zijn onderwijsinrichting of bij de geschikte overheidsdiensten en om de inkomsten na te kijken die bij zijn aanvraag om studietoelagen verklaard worden.".

Art. 3."

Artikel 4bis.Er wordt binnen de Directie Studietoelagen en -leningen een Onderzoekscommissie opgericht, die belast is met de opvolging van de kandidaten bedoeld in het laatste lid van artikel 1, § 2 of van artikel 4, § 4, hierna de Commissie genoemd. Deze Commissie, waarvan de leden aangesteld worden door de Regering, is samengesteld uit twee leden van de Directie Studietoelagen en -leningen, twee leden van de Commissie voor studentenleven, democratisering en sociale zaken van de Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs en twee vertegenwoordigers van de representatieve studentenverenigingen op gemeenschapsniveau. Elk lid heeft een plaatsvervanger. De Commissie beslist en beraadslaagt slechts geldig als ten minste de helft van haar leden aanwezig is. De Commissie kan deskundigen uitnodigen om haar bij te staan in haar werkzaamheden. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast en legt het ter goedkeuring van de Regering voor. Het secretariaat van deze Commissie wordt waargenomen door de Directie Studietoelagen en -leningen met inachtneming van de wettelijke voorschriften.

Alvorens het recht op de toelage te onderzoeken, wanneer de student over inkomsten beschikt die lager zijn dan de helft van de bedragen bedoeld bij artikel 4, § 3, zendt het bestuur het dossier van de kandidaat aan de Commissie.

Binnen een termijn van negentig dagen vanaf het berichten van de overzending van het dossier van de kandidaat, zorgt de Commissie voor een diepgaand onderzoek en gaat ze met de kandidaat na of hij niet over andere inkomsten of toelagen geniet, of of hij andere inkomsten of toelagen zoals bedoeld bij artikel 1 kan vermelden.

Op het einde van deze termijn, indien het geheel van zijn inkomsten lager blijft dan de helft van de bedragen bedoeld bij artikel 4, § 3, brengt de Commissie een eensluidend advies betreffende de aanvraag om studietoelage van de kandidaat. Dit advies kan ofwel positief ofwel negatief zijn. Het volledige dossier van de kandidaat wordt door de Commissie aan het bestuur om uitvoering overgezonden. Indien de Commissie geen eensluidend advies binnen deze termijn uitbrengt, wordt het advies als positief geacht.

De kandidaat wordt van het advies van de Commissie door het bestuur op de hoogte gesteld.

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de woorden "Voor de berekening van de studietoelagen voor het hoger onderwijs" vervangen door de woorden "Voor de berekening van de maximumbedragen bedoeld bij artikel 2 en de berekening van de minimumbedragen bedoeld bij artikel 4 § 3 met als doel de toepassing van de berekening van de studietoelagen voor het hoger onderwijs zoals bedoeld bij artikel 4".

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit, worden de woorden "van artikel 9" vervangen door de woorden "van artikel 1, § 2".

Art. 6.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 10 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt vervangen door hetgeen volgt: "Indien één van de volgende element zich voordoet tussen het begin van het burgerlijk jaar dat voorafgaat aan het in aanmerking genomen schooljaar of academiejaar en de eerste maart van dat schooljaar of academiejaar, in afwijking van de bepalingen van artikel 8 van dit besluit en voor zover deze toestanden betrekking hebben op een lid van de samenstelling van het gezin zoals bedoeld bij artikel 1, § 1, tweede lid, kan, in het belang van de kandidaat en met het oog op de toekenning van een forfaitaire toelage bedoeld bij artikel 11, rekening worden gehouden met de volgende elementen: 1° wanneer het inkomen verminderd wordt als gevolg van een scheiding van tafel en bed of van een echtscheiding - op voorwaarde dat deze echtscheiding niet voorafgegaan werd door een fiscale scheiding - van de persoon (personen) die met het onderhoud van de kandidaat is (zijn) belast of erin voorziet (voorzien) of van zijn samenwonend(e), en deze toestanden bijgevolg officieel bekend gemaakt worden in een juridische akte;2° wanneer het inkomen verminderd wordt als gevolg van een feitelijke scheiding met aparte verblijfplaatsen of een onderbreking van wettelijke samenwoning van de persoon (personen) die met het onderhoud van de kandidaat is (zijn) belast of erin voorziet (voorzien);3° wanneer het inkomen verminderd wordt als gevolg van het overlijden van de persoon (personen) die met het onderhoud van de kandidaat belast is (zijn) of erin voorziet (voorzien);4° wanneer het inkomen verminderd wordt als gevolg van de oppensioenstelling of de brugpensionering van de persoon (personen) die met het onderhoud van de kandidaat belast is (zijn) of erin voorziet (voorzien);5° wanneer het inkomen verminderd wordt als gevolg van het verlies van de hoofdbetrekking uitgeoefend tijdens ten minste één kalenderjaar op 1 januari voorafgaand aan het in aanmerking genomen school- of academiejaar zonder dat geen enkele uitkering toegekend werd of ingevolge het ophouden van elke winstgevende activiteit met inbegrip van het faillissement;6° wanneer het inkomen verminderd wordt ingevolge een periode van werkloosheid of van ziekte tijdens welke een werkloosheidsuitkering of een door de ziekteverzekering verleende uitkering werd toegekend of wanneer het inkomen verminderd wordt voor de ambtenaren van de overheidsdiensten ingevolge een terbeschikkingstelling ofwel wegens ziekte ofwel wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan de pensionering, dient het inkomen van het kalenderjaar van de aanvraag als referentie voor de definitieve vaststelling van de toelage;7° wanneer één van de leden van de samenstelling van het gezin waarvan het inkomen in aanmerking wordt genomen het voorwerp uitmaakt van een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling;8° wanneer het inkomen gewijzigd wordt ten gevolge van een verkoop of de erfenis van een onroerend goed zoals bedoeld bij artikel 5, indien deze toestand tijdens het jaar voorafgaand aan het burgerlijk referentiejaar voor het in aanmerking genomen inkomen, zich heeft voorgedaan"; b) tussen lid één en twee wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : "Wanneer de samenstelling van het gezin die in aanmerking werd genomen op 1 juli van het schooljaar of academiejaar gewijzigd werd tussen deze datum en de aanvraag om studietoelagen, kan er tevens mee rekening gehouden worden voor de toekenning van een forfaitaire toelage bedoeld bij artikel 11."; c) het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt door de volgende woorden vervangen: "In geval van ziekte of werkloosheid kan echter met die bepaling alleen rekening gehouden worden wanneer één lid van de samenstelling van het gezin van de kandidaat zoals bedoeld bij artikel 1, § 1, tweede lid waarvan het inkomen in aanmerking wordt genomen, een periode ziekte of werkloosheid 40 opeenvolgende dagen of 90 dagen kent";d) artikel 4, dat artikel 5 is geworden, wordt opgeheven;e) artikel 10 wordt met de volgende leden aangevuld: "Voor alle toestanden bedoeld bij dit artikel, onderzoekt het bestuur de aanvraag op basis van het inkomen vermeld voor de referentiejaren bedoeld bij artikel 8 alsook op basis van het inkomen gewijzigd als gevolg van de bedoelde toestand.Het bestuur neemt de gunstigste toestand voor de kandidaat in aanmerking.

Behoudens geval van overlijden, echtscheiding of scheiding, wordt geen forfaitaire toelage zoals bedoeld bij dit besluit toegekend wanneer het geheel van de inkomsten van het gezin voor het burgerlijk jaar bedoeld bij artikel 8 van dit besluit hoger is dan 150% van het maximumbedrag dat toelaatbaar wordt verklaard zoals bepaald bij artikel 2.".

Art. 8.In artikel 11 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° bij § 2, in het tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "Wanneer het inkomen uit een leefloon bestaat, tegen het tarief van alleenstaande of gezinshoofd of sociale hulp gelijk aan het leefloon toegekend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uiterlijk op 15 oktober van het in aanmerking genomen school- of academiejaar, wordt een forfaitair bedrag toegekend" vervangen door de woorden "Daarenboven, wanneer de student verklaart zelf voor zijn eigen onderhoud te kunnen zorgen en dat zijn inkomen uit een leefloon bestaat, tegen het tarief van alleenstaande of gezinshoofd of samenwonend(e) of sociale hulp gelijk aan het leefloon toegekend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uiterlijk op 15 oktober van het in aanmerking genomen school- of academiejaar of wanneer het geheel van de inkomsten van het gezin uit een leefloon bestaat, tegen het tarief van alleenstaande of gezinshoofd of samenwonend(e) of sociale hulp gelijk aan het leefloon toegekend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uiterlijk op 15 oktober van het in aanmerking genomen school- of academiejaar, wordt een forfaitair bedrag toegekend"; 2° § 2 wordt met een tweede lid aangevuld, luidend als volgt: "Als de kandidaat over het statuut van gezinshoofd beschikt en een verplichting heeft van eenmalige beroepsactiviteiten vanwege het OCMW in het kader van een inschakelingovereenkomst, wordt dit inkomen niet in acht genomen."; 3° § 3 wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2016.

Art. 10.De Minister bevoegd voor studietoelagen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 augustus 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT

^