Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 19 oktober 2016
gepubliceerd op 09 december 2016

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de erkenningsprocedure voor de beoefenaars van paramedische beroepen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2016029586
pub.
09/12/2016
prom.
19/10/2016
ELI
eli/besluit/2016/10/19/2016029586/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 OKTOBER 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de erkenningsprocedure voor de beoefenaars van paramedische beroepen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, artikel 72, eerste lid, en artikel 153, § 3, vijfde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten betreffende de erkenning van de beoefenaars van paramedische beroepen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juli 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 11 juli 2016;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 59.814/2/V, gegeven op 25 augustus 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 15 augustus 1980, artikel 5, § 1, 7°, a);

Overwegende het koninklijk besluit van 2 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/07/2009 pub. 17/08/2009 numac 2009024263 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van de paramedische beroepen sluiten tot vaststelling van de lijst van paramedische beroepen;

Op de voordracht van de Minister-president;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient verstaan te worden onder : 1° "Minister" : de Minister bevoegd voor de erkenning van de beoefenaars van gezondheidszorgberoepen;2° "wet" : de op 10 mei 2015 gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen;3° "Bestuur" : de Algemene directie Niet-verplicht Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;4° "paramedisch beroep" : één van de beroepen bedoeld bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/07/2009 pub. 17/08/2009 numac 2009024263 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van de paramedische beroepen sluiten tot vaststelling van de lijst van paramedische beroepen;5° "Commissie" : Erkenningscommissie ingesteld voor elk paramedisch beroep. HOOFDSTUK 2. - Erkenningscommissie voor paramedische beroepen; opdrachten, samenstelling en werking Afdeling 1. - Opdrachten

Art. 2.Voor ieder paramedisch beroep opgenomen in de lijst bedoeld bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/07/2009 pub. 17/08/2009 numac 2009024263 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van de paramedische beroepen sluiten tot vaststelling van de lijst van paramedische beroepen, wordt een Erkenningscommissie opgericht, hierna "de Commissie" genoemd.

Art. 3.De commissie heeft als opdracht : 1° een met redenen omkleed advies aan de Minister te verlenen over elke aanvraag in verband met de toekenning van de erkenning zoals bedoeld bij de artikelen 72, § 2, tweede lid, en 153, § 2, van de wet alsook over elke aanvraag om de bepalingen bedoeld bij artikel 153, § 3, van de wet, te kunnen genieten;2° een advies over de intrekking van de erkenning, zoals toegekend op basis van artikel 72, § 1, van de wet te verlenen;3° een advies op eigen initiatief of op aanvraag van de Minister, over elk onderwerp betreffende het paramedische beroep waarvoor ze bevoegd is, te verlenen. Afdeling 2. - Samenstelling

Art. 4.§ 1. De Commissie bestaat uit : 1° drie leden die beoefenaars zijn van een paramedisch beroep, waarbij elk lid over een ervaring van minstens 5 jaar geniet in het betrokken beroep, en die voorgedragen worden door hun vakverenigingen na een openbare oproep tot kandidaten.Bij gebrek aan een representatieve vakvereniging, wordt een oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt; 2° drie leden die sinds minstens 5 jaar in het Hoger Onderwijs een opleiding verstrekken die tot het diploma leidt vereist voor de uitoefening van het betrokken beroep. Voor het beroep farmaceutisch-technisch assistent, moeten de drie leden een opleiding verstrekken, ofwel in de derde graad van het Secundair Onderwijs - kwalificatieonderwijs, ofwel in het Onderwijs voor sociale promotie, en dit sinds minstens 5 jaar, opleiding die tot het diploma leidt vereist voor de uitoefening van het betrokken beroep; 3° een lid dat ertoe gemachtigd wordt de activiteiten van het betrokken beroep ofwel toe te kennen of voor te schrijven, respectief als handeling of als technische prestatie, aan de beoefenaars van paramedische beroepen. § 2. Ook kan de Commissie, indien ze dit nuttig acht, een beroep doen op deskundigen. Deze hebben raadgevende stem. § 3. Er kan een plaatsvervanger aangewezen worden voor elk lid binnen de Commissie. Afdeling 3. - Werking

Art. 5.§ 1. De werkende en plaatsvervangende leden van de Commissie worden door de Minister voor een vernieuwbare periode van vier jaar benoemd.

Op het einde van het mandaat blijven de leden hun ambt uitoefenen tot de vernieuwing van hun mandaat of, desgevallend, totdat een vervanger wordt benoemd, met toepassing van het eerste lid. § 2. De Minister kan een eind stellen aan het mandaat van de leden van de Commissie die klaarblijkelijk te zelden de vergaderingen hebben bijgewoond of die een gebrek aan interest zullen hebben vertoond voor de hen toevertrouwde opdrachten.

Wordt van ambtswege als ontslagnemend lid beschouwd het lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor het benoemd werd.

Bij overlijden, ontslagindiening of intrekking van het mandaat van een lid, benoemt de Minister een nieuw lid van dezelfde categorie om het mandaat van bedoeld lid te voleindigen. § 3. Bij de eerste vergadering na de benoeming van de leden van de Commissie, wijzen deze leden, uit hun midden, een voorzitter en een ondervoorzitter aan. § 4. Het Bestuur neemt het secretariaat van de Commissie waar. § 5. De voorzitter, de ondervoorzitter, de leden van de Commissie alsook de krachtens artikel 4, § 2, uitgenodigde deskundigen hebben recht op : 1° een zitgeld van tien euro per halve dag;de leden die ambtenaar zijn kunnen er enkel op aanspraak maken in de mate dat hun aanwezigheid op de vergaderingen prestaties met zich meebrengen buiten de gewone diensturen; 2° de terugbetaling van hun verplaatsingskosten, toegekend overeenkomstig de reglementering die geldt voor de personeelsleden van rang 12 van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.Het maximumbedrag van de vergoeding stemt overeen met de kosten van een treinbiljet in de eerste klasse.

De leden van de Commissie worden ertoe gemachtigd hun persoonlijke motorvoertuig te gebruiken voor de verplaatsingen vereist door hun participatie in de vergaderingen van de Commissie. Ze genieten een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat door de Franse Gemeenschap betaald had moeten worden in geval van het gebruik van de gemeenschappelijke vervoermiddelen.

De Franse Gemeenschap staat niet in voor de dekking van de risico's voortvloeiend uit het gebruik door de leden van hun persoonlijke voertuig.

Art. 6.De vergaderingen van de Commissie geschieden onder de leiding van de voorzitter of, bij gebreke daaraan, van de ondervoorzitter. In afwezigheid van beide personen, wordt het oudste lid de vervanger van de voorzitter.

De Commissie beraadslaagt enkel geldig als minstens de helft van de leden aanwezig is.

Indien het quorum inzake aanwezigheid niet bereikt wordt, roept de voorzitter, of, als deze afwezig is, de ondervoorzitter een nieuwe vergadering bijeen met dezelfde agenda. De Commissie beraadslaagt dan geldig wat het aantal aanwezige leden ook is.

De Commissie beslist bij de meerderheid der aanwezige leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter, of in diens afwezigheid, van de ondervoorzitter, doorslaggevend.

De beraadslagingen van de Commissie blijven geheim.

De adviezen moeten in rechte en feite met redenen omkleed worden.

De Erkenningscommissie stelt een huishoudelijk reglement op dat aan de goedkeuring van de Minister wordt voorgelegd, alsook de wijzigingen ervan. HOOFDSTUK 3. - Erkenning

Art. 7.§ 1. De erkenning bedoeld bij artikel 72, § 2, tweede lid, van de wet, kan automatisch toegekend worden op basis van lijsten, aan het Bestuur overgezonden door de onderwijsinrichtingen met alle studenten die het vereist diploma genieten voor de uitoefening van het betrokken beroep.

Het Bestuur en de onderwijsinrichtingen kunnen een akkoord treffen voor de uitwisseling van gegevens betreffende de studenten die een erkenning wensen te bekomen als beoefenaar van een paramedisch beroep.

Indien het Bestuur en de onderwijsinrichtingen deze uitwisseling inrichten, moeten de aanvragers niet zelf een individuele aanvraag indienen.

Elke onderwijsinrichting licht de erbij betrokken studenten over de mogelijkheid schriftelijk in om een automatische erkenning te genieten. De student die niet wenst de automatische erkenning te genieten, geeft er schriftelijk bericht aan de onderwijsinrichting ten laatste op 15 februari van zijn laatste cursusjaar.

In geval van automatische erkenning, deelt het Bestuur de erkenning mede aan de beoefenaar van het betrokken paramedische beroep binnen een termijn van 45 dagen vanaf de ontvangst door het Bestuur van de lijsten overgezonden door de onderwijsinrichtingen.

Ingeval de erkenning niet toegekend kan worden volgens de procedure bedoeld bij deze paragraaf, dient de aanvrager zijn aanvraag in volgens de procedure bedoeld bij artikel 8. § 2. De personen bedoeld bij artikel 153, § 1, van de wet, worden van ambtswege erkend op basis van de gegevens overgezonden door het RIZIV op aanvraag van het Bestuur.

In dat geval, deelt het Bestuur de erkenning aan de beoefenaars van het betrokken paramedische beroep mede binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de gegevens overgezonden door het RIZIV. § 3. De erkenningsaanvraag bedoeld bij artikel 153, § 2, wordt door de aanvrager aan Het Bestuur toegestuurd volgens de door het Bestuur bepaalde nadere regels. § 4. De aanvraag om de bepalingen bedoeld bij artikel 153, § 3, van de wet, wordt aan het Bestuur toegezonden volgens de door het Bestuur bepaalde nadere regels.

Art. 8.Voor de erkenningsaanvragen bedoeld bij artikel 7, § 1, vijfde lid, § 3 en § 4, stuurt het Bestuur aan de aanvrager een ontvangstbericht binnen een termijn van dertig dagen.

Wanneer het dossier volledig is, zendt het Bestuur het om advies aan de erkenningscommissie betreffende het betrokken paramedische beroep.

Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Bestuur aan de aanvrager de ontbrekende documenten te bezorgen. Indien de aanvrager binnen de drie maanden van de aanvraag de ontbrekende documenten niet voorlegt om zijn dossier te vervolledigen, sluit het Bestuur de aanvraag en geeft het aan de aanvrager bericht van per aangetekend schrijven.

Art. 9.§ 1. De Commissie verleent een met redenen omkleed advies binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst door het Bestuur van het volledige dossier van de erkenningsaanvraag. § 2. De commissie beraadslaagt op basis van het dossier overgezonden door de aanvrager. Als ze acht dat het niet voldoende aantoont dat de vereiste voorwaarden vervuld zijn, kan ze beslissen het advies te verdagen. In dat geval vraagt ze aan de aanvrager aanvullende elementen en ze kan de aanvrager horen gedurende één van haar komende vergaderingen.

Het Bestuur deelt deze beslissing aan de aanvrager mede binnen een termijn van dertig dagen. Behoudens bij noodgevallen, wordt de aanvrager ervan op de hoogte gebracht minstens vijftien dagen vóór de vergadering gedurende welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden.

De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede reden, wordt een nieuwe datum van hoorzitting bepaald.

Art. 10.§ 1. Als de Commissie een gunstig advies geeft, beslist de Minister of diens (dier) afgevaardigde op basis van dit advies.

Als de Commissie een ongunstig advies geeft, wordt de aanvrager door het Bestuur ervan op de hoogte gesteld, bij aangetekend schrijven, binnen een termijn van dertig dagen. § 2. Wanneer de aanvrager het ongunstig advies van de commissie niet betwist, beslist de Minister of diens (dier) afgevaardigde over de aanvraag van de aanvrager. § 3. In geval van betwisting van het ongunstig advies van de Commissie, kan de aanvrager een nota aan het Bestuur laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het advies. In dergelijk geval, onderzoekt de Commissie het dossier opnieuw. Op de aanvraag van de aanvrager of van de Commissie, wordt de aanvrager gehoord door de commissie om mogelijks nuttige inlichtingen mee te delen. Behoudens noodgeval, wordt hij ingelicht minstens vijftien dagen voor de vergadering tijdens welke zijn dossier onderzocht zal worden.

De aanvrager kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede reden, wordt een nieuwe datum van hoorzitting bepaald.

De Commissie kan haar oorspronkelijke advies behouden of een nieuw advies uitbrengen op basis van nieuwe elementen.

De Minister of diens (dier) afgevaardigde beslist over de aanvraag van de aanvrager op basis van het laatste advies van de Commissie.

Art. 11.Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of van diens (dier) afgevaardigde binnen een termijn van dertig dagen. Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze via aangetekend schrijven aan de aanvrager medegedeeld.

Art. 12.De beslissingen tot toekenning met toepassing van de artikelen 72, 153, § 1, en 153, § 3, worden getroffen voor een onbepaalde periode, voor zover de voorwaarden betreffende het betrokken paramedische beroep steeds in acht worden genomen.

De beslissingen tot toekenning met toepassing van artikel 153, § 2, blijven geldig voor een onbepaalde duur. HOOFDSTUK 4. - Afstand en intrekking van de erkenning Afdeling 1. - Afstand

Art. 13.De beoefenaar van een paramedisch beroep die niet meer wenst de erkenning te genieten toegekend met toepassing van artikel 72, § 2, of van artikel 153, § 3, van de wet wordt ertoe gehouden de Minister ervan schriftelijk te verwittigen. In dat geval trekt de Minister de erkenning in. Het Bestuur bericht er de aanvrager per aangetekend schrijven van binnen een termijn van dertig dagen.

De beoefenaar die van het genot van de erkenning afstand heeft gedaan kan elk ogenblik een nieuwe aanvraag om erkenning indienen. Deze zal behandeld worden overeenkomstig de procedures beschreven in hoofdstuk 3. Afdeling 2. - Intrekking van de erkenning

Art. 14.§ 1. Wanneer de beoefenaar van een paramedisch beroep niet meer aan de kwalificatievoorwaarden voldoet betreffende het betrokken beroep, trekt de Minister of diens (dier) afgevaardigde de toegekende erkenning in met toepassing van artikel 72, § 1, van de wet.

In dat geval, geeft het Bestuur er bericht van aan betrokkene per aangetekend schrijven en vraagt het advies van de Commissie aan.

De betrokkene kan het Bestuur een nota laten geworden met zijn met redenen omklede op- en aanmerkingen binnen een termijn van dertig dagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven.

Wanneer de betrokkene de inhoud van het aangetekend schrijven niet betwist, beraadslaagt de Commissie op basis van de stukken.

In geval van betwisting, deelt de betrokkene zijn op- en aanmerkingen mee. De Commissie onderzoekt dan het dossier.

Op de aanvraag van de betrokkene of die van de Commissie, wordt de betrokkene gehoord door de Commissie om elk nuttig geachte informatie mee te delen. Behoudens bij noodgeval, wordt de betrokkene minstens vijftien dagen vóór de vergadering gedurende welke zijn dossier opnieuw onderzocht zal worden, ervan verwittigd.

De betrokkene kan zich door een raadsman laten bijstaan. Als hij niet verschijnt, beslist de Commissie op basis van de stukken. In geval van een behoorlijk met redenen omklede afwezigheid, wordt een nieuwe datum van hoorzitting bepaald.

Op zijn aanvraag of op die van zijn raadsman, kan de betrokkene toegang krijgen tot zijn administratieve dossier binnen de termijn waarover hij beschikt krachtens paragraaf 1, lid 3 en 6.

De Minister of diens (dier) afgevaardigde beslist over de aanvraag van de aanvrager op basis van het advies van de Commissie. § 2. Het Bestuur deelt aan de aanvrager de beslissing mede van de Minister of van diens (dier) afgevaardigde binnen een termijn van dertig dagen. Wanneer de beslissing negatief is, wordt deze via aangetekend schrijven aan de aanvrager medegedeeld. § 3. De beoefenaar van een paramedisch beroep van wie de erkenning werd ingetrokken, kan elk ogenblik een nieuwe aanvraag om erkenning indienen. Deze zal behandeld worden overeenkomstig de procedures beschreven in hoofdstuk 3. HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 15.De adviezen uitgebracht door de Franstalige leden van de werkgroepen van de Nationale Raad voor de Paramedische Beroepen tussen 1 januari 2016 en de datum van benoeming van de leden bedoeld bij artikel 4 van dit besluit, worden geacht als zijnde verleend door de Commissie ingesteld bij hoofdstuk 2 van dit besluit.

Art. 16.De dossiers die reeds onderzocht worden op de datum van inwerkingtreding van dit dossier worden behandeld overeenkomstig dit besluit.

Art. 17.Het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten betreffende de erkenning van de beoefenaars van paramedische beroepen, wordt opgeheven.

Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatblad wordt bekendgemaakt.

Art. 19.De Minister bevoegd voor de erkenning van de beroepen inzake gezondheidszorg is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2016.

De Minister-president, R. DEMOTTE

^