Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 03 april 2014
gepubliceerd op 28 mei 2014

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de leden van de Raad van bestuur van de universiteiten georganiseerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029339
pub.
28/05/2014
prom.
03/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/03/2014029339/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de leden van de Raad van bestuur van de universiteiten georganiseerd door de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat, laatst gewijzigd bij het decreet van 21 november 2013 betreffende de rectorverkiezingen aan de « Université de Liège » en aan de « Université de Mons », inzonderheid op artikel 15, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1971 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de leden van de raad van beheer van de rijksuniversiteiten en van het rijksuniversitair centrum, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 januari 1995;

Gelet op de vakbondsonderhandeling binnen het Onderhandelingscomité van sector IX van 5 februari 2014;

Gelet op het advies nr. 55.411/2 van de Raad van State, gegeven op 17 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Kiezers

Artikel 1.Voor de verkiezingen van de vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel, het wetenschappelijk personeel en het administratief, technisch en werkliedenpersoneel in de Raad van bestuur, worden de kiezerslijsten opgesteld op dezelfde wijze als de lijsten betreffende de rectorverkiezing bedoeld in artikel 11, §§ 2, 3 en 4, van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat. HOOFDSTUK II. - Kiezerslijsten

Art. 2.Met het oog op de verkiezing van de leden van de Raad van bestuur stelt de secretaris van de Raad van bestuur de kiezerslijsten op.

Art. 3.Deze kiezerslijsten worden bekendgemaakt ter benaarstiging van de Secretaris van de Raad van bestuur.

De mogelijke beroepen mogen ingediend worden bij de verkiezingscommissie ingesteld bij artikel 18 door elke persoon die tot één van de kiesgroepen behoort.

De beroepen moeten neergelegd worden ten zetel van de verkiezingscommissie volgens de termijn bepaald in het verkiezingsreglement. HOOFDSTUK III. - Kandidaten

Art. 4.Als vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel zijn verkiesbaar de kiesgerechtigde leden van dit personeel die, op de datum bepaald voor de indiening van de kandidaturen, de voorwaarden bepaald in artikel 8, eerste lid, 3°, van de bovenvermelde wet van 28 april 1953, vervullen.

Art. 5.Als vertegenwoordigers van het wetenschappelijk personeel zijn verkiesbaar de kiesgerechtigde leden van dit personeel die, op de datum bepaald voor de indiening van de kandidaturen, de voorwaarden bepaald in artikel 8, eerste lid, 4°, van de bovenvermelde wet van 28 april 1953, vervullen.

Art. 6.Als vertegenwoordigers van het administratief, technisch en werkliedenpersoneel zijn verkiesbaar de kiesgerechtigde leden van dit personeel die, op de datum bepaald voor de indiening van de kandidaturen, de voorwaarden bepaald in artikel 8, eerste lid, 5°, van de bovenvermelde wet van 28 april 1953, vervullen.

Art. 7.In geval van cumulatie van ambten in verschillende personeelscategorieën is de categorie van kandidaten bepaald door de volgende afdalende orde : - onderwijzend personeel; - wetenschappelijk personeel; - administratief, technisch en werkliedenpersoneel; - studenten.

Art. 8.De kandidaturen moeten neergelegd worden ten zetel van de verkiezingscommissie. Elke kandidatuur vermeldt de naam en voornaam van de werkende kandidaat, de eerste en tweede plaatsvervanger en, in voorkomend geval, de faculteit waartoe ze behoren.

De kandidaturen van de vertegenwoordigers van het wetenschappelijk personeel, alsook deze van het administratief, technisch en werkliedenpersoneel, moeten de steun hebben van ten minste tien kiezers die geen kandidaat zijn en die tot de overeenstemmende groep behoren.

De kandidaturen van de vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel moeten de steun hebben van ten minste drie kiezers die geen kandidaat zijn en die tot de overeenstemmende groep behoren.

De kandidaturen worden gedagtekend, ondertekend en vergezeld van de eveneens ondertekende verklaringen tot ondersteuning van de kandidaturen.

De kandidaturen en verklaringen moeten de gemakkelijke identificatie toelaten van hun auteurs alsmede van hun behoren bij één van de verkiezingsgroepen.

Er wordt ontvangstbewijs afgeleverd van de neergelegde kandidaturen.

Art. 9.De kandidaturen worden bekendgemaakt ter benaarstiging van de Secretaris van de Verkiezingscommissie.

Elke kiezer kan een klacht indienen volgens de termijn bepaald in het verkiezingsreglement bij de verkiezingscommissie die uitspraak doet binnen de termijn vastgesteld in de verkiezingskalender. HOOFDSTUK IV. - Kiesverrichtingen

Art. 10.De verkiezing van de vertegenwoordigers van de verschillende personeelsgroepen heeft plaats tussen 1 januari en 30 september van het jaar tijdens hetwelk het mandaat van deze leden aanvangt.

Art. 11.De verkiezingen hebben plaats bij geheime stemming; elke kiezer stemt voor één enkele kandidaat. De stem mag niet uitgebracht worden per procuratie of per briefwisseling. Tegelijkertijd, onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur als de verschillende personeelsgroepen, wordt overgegaan tot de verkiezing van een eerste en een tweede plaatsvervanger per kandidaat.

Art. 12.Voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel worden verkozen de kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald, met inachtneming van artikel 8, derde lid, van de bovenvermelde wet van 28 april 1953.

Als alle mandaten niet op die manier toegekend kunnen worden, dan worden de overblijvende mandaten toegekend aan de kandidaten die nog niet aangesteld worden en die de meeste stemmen hebben behaald.

Art. 13.Voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van het wetenschappelijk personeel worden verkozen de kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. Het verkiezingsreglement bepaalt een procedure tot toekenning van de mandaten zodat de vertegenwoordiging tussen de faculteiten zo evenwichtig mogelijk kan zijn.

Art. 14.Voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van het administratief, technisch en werkliedenpersoneel worden verkozen de kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Art. 15.Wanneer twee of meer kandidaten van hetzelfde personeel hetzelfde aantal stemmen behalen, krijgt de jongste kandidaat de voorkeur.

Wanneer het aantal kandidaten van hetzelfde personeel dat van de toe te kennen mandaten niet overschrijdt, worden deze kandidaten verkozen verklaard door de verkiezingscommissie zonder verdere formaliteit. HOOFDSTUK V. - Bekendmaking van de uitslagen

Art. 16.De verkiezingscommissie laat de uitslagen van de verkiezing bekendmaken alsook : - het aantal kiezers die aan de verkiezing hebben deelgenomen; - het aantal geldige stembiljetten; - het aantal blanco of nietige stembiljetten; - het aantal stemmen behaald door elke kandidaat.

Art. 17.Wanneer de verkiezing nietig wordt verklaard, worden de verrichtingen hervat. HOOFDSTUK VI. - Verkiezingscommissie

Art. 18.De verkiezingscommissie is samengesteld uit de rector of een andere academische overheid, de voorzitter, de secretaris van de Raad van bestuur en drie leden, elk behorend tot één van de personeelsgroepen die vertegenwoordigd zijn in de Raad van bestuur; elk lid heeft een plaatsvervanger.

De Regeringscommissaris wordt verzocht de vergaderingen bij te wonen met raadgevende stem.

De vertegenwoordigers van de drie personeelsgroepen die vertegenwoordigd zijn in de Raad van bestuur, worden door de Raad van bestuur aangesteld.

Ze mogen geen lid zijn van de Raad, noch kandidaat.

Art. 19.Het secretariaat van de verkiezingscommissie wordt waargenomen door de secretaris van de Raad van bestuur.

Art. 20.De verkiezingscommissie neemt alle nodige maatregelen voor het goede verloop van de verkiezingen om de vrijheid van de kiezers en de geheimhouding van de stemmen te waarborgen.

Ze stelt inzonderheid haar huishoudelijk reglement op en bepaalt de verkiezingsprocedure alsook de nadere regels voor de werking van de kies- en opnemingsbureaus.

Ze bepaalt en laat de kalender van de kiesverrichtingen bekendmaken die inzonderheid het volgende nader bepaalt : 1° de datum van bekendmaking van de kiezerslijsten, de termijnen om een beroep in te dienen tegen deze lijsten en de datum van bekendmaking van de definitieve lijsten;2° de periode voor de neerlegging en de datum van bekendmaking van de kandidaturen, de termijnen voor het beroep tegen deze kandidaturen en de datum van bekendmaking van de definitieve lijst;3° de termijn waarin de verkiezingscommissie beslist over de mogelijke beroepen;4° de datum en uren van de verkiezing en stemopneming, de datum van bekendmaking van de verkiezingsuitslagen.Er mag slechts afgeweken worden van de kalender om geldige redenen en mits een voldoende bekendmaking.

Ze bepaalt indien nodig de samenstelling van de kies- en opnemingsbureaus.

Ze doet uitspraak over de beroepen ingediend tegen de kiezerslijsten, de kandidaturen en de kiesverrichtingen.

Ze controleert de regelmatigheid van de kiesverrichtingen en de stemopneming.

Ze vernietigt, in voorkomend geval, de verkiezing.

Ze rangschikt de kandidaten en laat de uitslagen bekendmaken.

HOODSTUK VII. - Diverse bepalingen

Art. 21.Behalve in geval van de verkiezingen die erop gericht zijn een mandaat toe te kennen dat te vroeg vacant is geworden, treden de leden van de Raad van bestuur die verkozen worden met toepassing van dit besluit, op de eerste oktober volgend op de datum van hun verkiezing in dienst.

Art. 22.De vertegenwoordigers van de sociale milieus, de economische milieus en de overheden worden door de Regering benoemd, vóór de indiensttreding van de andere leden van de Raad van bestuur, respectievelijk : a) uit een dubbele lijst, voorgedragen door de meest representatieve vakverenigingen;b) na raadpleging van de meest representatieve vakverenigingen van het economisch leven;c) uit de personen voorgedragen door elke groep van raadsleden gekozen op dezelfde lijst bij de provinciale verkiezingen in de provincie, zetel van de instelling.

Art. 23.Indien, wegens het ontbreken of niet voordragen van kandidaten, de verkiezing of de benoeming van sommige leden niet heeft kunnen plaatshebben, dan wordt de Raad van bestuur geacht geldig te zijn samengesteld.

Indien, om ongeacht welke reden, een vertegenwoordiger zijn mandaat niet voleindigt, wordt hij terecht vervangen door zijn eerste plaatsvervanger.

Indien, om ongeacht welke reden, de eerste plaatsvervanger zijn mandaat niet kan beginnen of voleindigen, wordt hij terecht vervangen door de tweede plaatsvervanger. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 24.Het koninklijk besluit van 14 september 1971 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de leden van de raad van beheer van de rijksuniversiteiten en van het rijksuniversitair centrum, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 januari 1995, wordt opgeheven.

Art. 25.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Art. 26.De Minister van Hoger Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 april 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT

^