Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 12 september 2013
gepubliceerd op 30 oktober 2013

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies aan diensten die breukopvoedingsprojecten organiseren

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029538
pub.
30/10/2013
prom.
12/09/2013
ELI
eli/besluit/2013/09/12/2013029538/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 SEPTEMBER 2013. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies aan diensten die breukopvoedingsprojecten organiseren


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, inzonderheid op de artikelen 44, 45, 46bis ingevoegd bij het decreet van 29 november 2012, en 47, zoals gewijzigd bij de decreten van 1 juli 2005, 19 oktober 2007 en 29 november 2012;

Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen sluiten betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, zoals gewijzigd;

Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp;

Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra;

Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen;

Gelet op het advies nr. 124 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven op 11 maart 2013;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 juni 2013;

Gelet op het advies 53.635/2/V van de Raad van State, gegeven op 12 augustus 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Definitie en toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : Besluit van 15 maart 1999 : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen sluiten betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.§ 1. Dit besluit bepaalt de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van de subsidies aan de diensten bedoeld in de artikelen 1, 14° en 43 van het decreet van 4 maart 1991 die overeenkomstig artikel 37, derde lid, van het besluit van 15 maart 1999, breukopvoedingsprojecten uitvoeren. § 2. De breukopvoedingsprojecten bestaan in een individuele begeleiding waarbij de jongere voor een beperkte periode radicaal met zijn gewoon leefmilieu kan breken, met nieuwe bakens kan geconfronteerd worden en nieuwe wijzen van intermenselijke betrekkingen kan ervaren. Bij deze begeleiding wordt de jongere ertoe gebracht nieuwe persoonlijke bekwaamheden te ontwikkelen en nieuwe persoonlijke projecten op te bouwen en voor de projecten die plaatsvinden buiten het Europese grondgebied, diensten aan de samenleving te verlenen. § 3. De projecten zijn bestemd voor de jongeren die in gevaar zijn of die vervolgd worden wegens een als misdrijf omschreven feit en die een gespecialiseerd hulp nodig hebben en die de volgende cumulatieve kenmerken tonen : 1° jongens of meisjes tussen 13 en 18 jaar oud indien het verblijf op het Belgische grondgebied plaatsvindt, of van 15 en 18 jaar oud indien het verblijf buiten het Belgische grondgebied plaatsvindt;2° waarvoor een tijdelijke verwijdering van het leefmilieu nodig is;3° waarvoor andere maatregelen voorafgaandelijk uitgevoerd of ondernomen worden. § 4. Eenzelfde jongere kan slechts één keer in aanmerking komen voor een breukopvoedingsproject waarvan het verblijf buiten het Europees grondgebied plaatsvindt.

TITEL II - De opdrachten

Art. 3.De erkende dienst bedoeld in artikel 2, § 1, hierna de dienst genoemd, heeft als opdrachten : 1° de organisatie van de voorbereidende fase van het breukverblijf;2° de organisatie van het breukverblijf in België of in het buitenland;3° de begeleiding en de sterking van de jongere in zijn persoonlijke projecten bij de sluitingsfase volgens de nadere regels overwogen vanaf de voorbereidende fase. De dienst organiseert voortdurend de breukopvoedingsprojecten.

Tijdens het breukverblijf kan de dienst in ondergeschikte orde collectieve activiteiten organiseren die bestemd zijn voor de jongeren bedoeld in artikel 2, § 3.

Art. 4.§ 1. De dienst werkt in opdracht van een beslissingsinstantie die de adviseur van de hulpverlening aan de jeugd, de directeur van de hulpverlening aan de jeugd of de jeugdrechtbank is in het kader van het decreet van 4 maart 1991, de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten of de ordonnantie van 29 april 2004. § 2. Het mandaat bepaalt de opdracht die toevertrouwd wordt aan de dienst overeenkomstig artikel 3, de aard van de verleende hulp, de nagestreefde doeleinden, de redenen en de duur ervan. § 3. Het mandaat kan slechts één enkele jongere betreffen. § 4. De dienst stuurt een eerste verslag naar de beslissingsinstantie op het einde van de voorbereidende fase dat het type van verblijf bepaalt, alsook de lokatie, de bepaalde duur, een analyse van de toestand en de eigenaardigheden van het overwogen hulpprogramma.

Hoogstens na het breukverblijf stuurt de dienst een tweede verslag naar de beslissingsinstantie. Dit verslag bepaalt de ontwikkeling van de jongere en zijn gezinstoestand, alsook de overwogen nadere regels voor de reïntegratie.

Een laatste verslag wordt naar de beslissingsinstantie 7 dagen vóór het einde van de begeleiding gestuurd waarin een globale stand van zaken van de jongere bepaald wordt en waarin richtsnoeren, in voorkomend geval, voorgesteld worden.

De dienst stuurt bijkomende verslagen naar de beslissingsinstantie op haar aanvraag of wanneer de evolutie van de toestand van de jongere dit rechtvaardigt.

Wanneer de dienst gelast wordt door de jeugdrechtbank in het kader van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten of van de ordonnantie van 29 april 2004 en wanneer deze rechtbank een opdracht geeft aan de dienst voor gerechtelijke bescherming, bezorgt de dienst ook een afschrift van de verslagen aan de dienst voor gerechtelijke bescherming.

Art. 5.De dienst informeert de betrokken jongeren, de personen belast met het ouderlijk gezag, de personen die de jongere een verblijf verschaffen in het kader van een maatregel tot plaatsing, en de beslissingsinstantie over de bepaalde voorwaarden van het overwogen breukopvoedingsproject.

Hij geeft ook informatie over de omvang van hun respectievelijke verantwoordelijkheden zowel ten aanzien van de bepalingen van het Belgisch recht als van de wetgevingen die eigen zijn aan het land waarin het project zich zal ontwikkelen, alsook over de omvang van hun eigen verzekeringsdekking.

Hij zorgt ervoor dat de jongere gedekt wordt door een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en een verdediging in rechte. Deze polis moet aangepast worden aan de wetgeving van het land waarin het breukverblijf zal plaatsvinden.

De dienst zorgt ervoor dat de betrokken jongeren gedekt worden door hun ziekenfonds en, wanneer het om een breukverblijf buiten het Belgische grondgebied gaat, door een medische hulp met de repatriëring.

Een document met de bovenvermelde informatie wordt aan de personen bedoeld in het eerste lid bezorgd.

Art. 6.Opdat de jongere in aanmerking zou kunnen komen voor een breukverblijf moet de dienst in het bezit zijn van een medisch attest waarin bepaald wordt dat de jongere geen enkele medische contra-indicatie heeft om deel te nemen aan het verblijf.

Art. 7.Tijdens het breukverblijf zullen een persoon van de dienst, een plaatselijke medewerker of een privépersoon voor de huisvesting zorgen.

Het opvoedingsproject van de dienst beschrijft de nadere regels voor de selectie, de omkadering, de begeleiding en de opleiding, in voorkomend geval, van de privépersoon.

TITEL III. - Nadere regels voor de organisatie van breukprojecten

Art. 8.De nadere regels voor de uitvoering van het breukopvoedingsproject verschillen in functie van de plaats waar het breukverblijf plaatsvindt. § 1.Wanneer het breukverblijf op het Belgische grondgebied plaatsvindt, omvat de begeleiding : 1° een voorbereidende fase van een duur van hoogstens 30 dagen;2° een breukverblijf van een periode van hoogstens 60 dagen buiten het gewoon leefmilieu van de jongere dat in verschillende periodes georganiseerd kan worden en dat een periode van 7 achtereenvolgende dagen moet omvatten;3° een sluitingsfase waarbij de jongere wordt begeleid en gesterkt in zijn persoonlijke projecten van een periode van hoogstens 90 dagen. § 2. Wanneer het breukverblijf buiten het Belgische grondgebied plaatsvindt maar binnen het Europees grondgebied, omvat de begeleiding : 1° een voorbereidende fase van een periode van hoogstens 30 dagen;2° een breukverblijf van een minimale duur van 30 achtereenvolgende dagen en een maximale duur van 90 achtereenvolgende dagen buiten het gewoon leefmilieu van de jongere;3° een sluitingsfase waarbij de jongere wordt begeleid en versterkt in zijn persoonlijke projecten van een periode van hoogstens 90 dagen. § 3. Wanneer het breukverblijf buiten het Europees grondgebied plaatsvindt, omvat de begeleiding : 1° een voorbereidende fase van een periode van hoogstens 30 dagen;2° een breukverblijf van een minimale periode van 60 achtereenvolgende dagen en een maximale periode van 90 achtereenvolgende dagen buiten het gewoon leefmilieu van de jongere;3° een sluitingsfase waarbij de jongere wordt begeleid en versterkt in zijn persoonlijke projecten van een periode van hoogstens 90 dagen. § 4. In de gevallen bedoeld in de §§ 2 en 3 kan de beslissingsinstantie, wegens behoorlijk gemotiveerde buitengewone omstandigheden, de maximale periodes van de tweede en de derde fase verlengen voor een globale maximale periode van 60 dagen.

Art. 9.De begeleiding van een jongere door de dienst maakt het voorwerp uit van een schoolerkenning op basis van de artikelen 30, 31 of 31bis van het decreet van 30 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/06/1998 pub. 22/08/1998 numac 1998029332 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie sluiten dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, door het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.

De erkenningsaanvraag wordt door de dienst ingediend op basis van het formulier bedoeld in bijlage 1.

De beslissing om de schoolerkenning al dan niet toe te kennen wordt meegedeeld door het bestuur bedoeld in het eerste lid ten laatste binnen de twintig werkdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag.

Bij gebrek aan inachtneming van deze termijn wordt de beslissing als gunstig geacht.

De dienst deelt aan het bestuur bedoeld in het eerste lid de einddatum mee van de begeleiding van de jongere, binnen de tien werkdagen, door middel van het formulier gevoegd bij de bijlage 2.

TITEL IV. - Bijzondere nadere regels voor het breukverblijf buiten het Belgisch grondgebied

Art. 10.De dienst zorgt ter plaatse voor de coördinatie van het verblijf van de jongeren, de supervisie en de begeleiding van het plaatselijke personeel, de plaatselijke medewerkers en de privépersonen toegewijd aan het project.

De dienst beschikt over documenten betreffende de aanwerving van de plaatselijke medewerkers overeenkomstig de geldende wetsbepalingen in het betrokken land en de inschrijving van deze medewerkers bij de betrokken officiële instellingen.

De dienst zorgt ervoor dat de plaatselijke medewerkers over de vereiste pedagogische bekwaamheden beschikken om de jongeren te begeleiden, te omkaderen of te ontvangen. Deze bekwaamheden passen in het kader van de inachtneming van de beginsels vermeld door de internationale juridische instrumenten, met inbegrip van het Internationaal Verdrag van de rechten van het kind van 20 november 1989.

De dienst stelt ter beschikking van het bevoegde bestuur elk document waarin bepaald wordt dat de plaatselijke medewerkers vrij van veroordeling zijn, inzonderheid voor de misdrijven in verband met de jongeren.

TITEL V. - Bijzondere voorwaarden voor de toekenning van subsidies

Art. 11.Voor de toepassing van dit besluit wordt de capaciteit bepaald in het pedagogische project van de dienst. Onder capaciteit wordt verstaan het aantal toestanden bedoeld in het pedagogische project die simultaan door de dienst behandeld kunnen worden.

Het aantal werkelijke toestanden wordt bepaald door de mandaten toevertrouwd aan de dienst. Het begin van de begeleiding stemt overeen met de datum van het mandaat.

Art. 12.De Regering bepaalt, voor elke dienst, na advies van de erkenningscommissie, het pedagogische project en het bedrag van de provisionele jaarlijkse subsidie voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 31 tot 33 van het besluit van 15 maart 1999, het bedrag van de subsidies voor werkingskosten bedoeld in de artikelen 35 en 36 van het bovenvermelde besluit en, in voorkomend geval, de bijzondere subsidies voor het veranderlijk gedeelte van de kosten voor de begeleiding van de jongeren.

Bijzondere nadere regels kunnen voorzien worden voor de subsidiëring van de personeels- en werkingskosten en voor het variabel gedeelte van de kosten van begeleiding van de jongeren. Deze nadere regels zullen voorzien worden in het besluit betreffende de erkenning van de dienst.

TITEL VI. - Wijzigingsbepalingen

Art. 13.De diensten die breukopvoedingsprojecten uitvoeren, kunnen, ter aanvulling van het veranderlijk gedeelte van de subsidies voor de kosten voor begeleiding van jongeren bepaald in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029260 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten die een bijzonder opvoedingsproject ten uitvoer brengen sluiten tot bepaling van het veranderlijk gedeelte van de toelagen voor de kosten voor begeleiding van jongeren, aanspraak maken op de terugbetaling van de volgende kosten : Voor elk breukverblijf : a) de vervoerkosten van de jongere;b) de kosten gebonden aan de aankoop van het specifieke materiaal dat nodig is voor de jongere voor zijn breukverblijf;c) de kosten gebonden aan een verzekering van het ziekenfonds voor de jongere. Bovendien voor het breukverblijf dat georganiseerd wordt buiten het Belgisch grondgebied : a) de kosten gebonden aan het behalen van paspoort en visums voor de jongere;b) de kosten gebonden aan de aankoop van vaccins of preventieve geneesmiddelen voor tropische ziektes die nodig zijn voor het verblijf in het buitenland waar het breukverblijf plaatsvindt;c) de kosten gebonden aan een medische bijstand voor de jongere. De maximale bedragen worden bepaald in het besluit betreffende de erkenning van de betrokken diensten.

TITEL VII. - Slotbepalingen

Art. 14.De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Brussel, 12 september 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK

^