gepubliceerd op 06 maart 2008
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen inzake de ernstige feiten die opgenomen moeten worden in het huishoudelijk reglement van elke onderwijsinrichting gesubsidieerd of georganiseerd door de Franse Gemeenschap
18 JANUARI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen inzake de ernstige feiten die opgenomen moeten worden in het huishoudelijk reglement van elke onderwijsinrichting gesubsidieerd of georganiseerd door de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, inzonderheid op artikel 77bis, ingevoegd bij het decreet van 15 december 2006;
Gelet op het protocol met de conclusies van de onderhandelingen gevoerd op donderdag 19 juli 2007 binnen het Sectorcomité IX : « Onderwijs » (Franse Gemeenschap), het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - Afdeling II en van het Comité (Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs);
Gelet op het protocol met de conclusies van het overleg gepleegd op 21 augustus 2007 binnen het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en de P.M.S.centra, gesubsidieerd en erkend door de Regering;
Op de voordracht van de Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de inrichtingen voor basisonderwijs en voor gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
Art. 2.Het huishoudelijk reglement van de bovenvermelde inrichtingen moet de volgende bepalingen omvatten : « Ernstige feiten gepleegd door een leerling.
De volgende ernstige feiten worden in aanmerking genomen ter verantwoording van de definitieve uitsluiting bedoeld in de artikelen 81 en 89 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren : 1. Binnen of buiten het gebouw van de inrichting : - elke slag en verwonding die opzettelijk door een leerling wordt toegebracht aan een andere leerling of aan een personeelslid van de inrichting; - het feit dat de leerling opzettelijk en herhaaldelijk een ondraaglijke psychologische druk uitoefent op een andere leerling of op een personeelslid van de inrichting door middel van bedreigingen, beledigingen, scheldwoorden, lasteringen of eerroof; - racket tegenover een andere leerling van de inrichting; - elke daad van seksueel geweld tegenover een leerling of een personeelslid van de inrichting. 2. Binnen het gebouw van de inrichting, op weg naar deze inrichting of in het kader van schoolactiviteiten georganiseerd buiten het gebouw van de school : - het bezit of het gebruik van een wapen. Elke daad zal binnen de gepaste termijn aan het psycho-medisch-sociale centrum van de inrichting meegedeeld worden, zoals voorgeschreven bij artikel 29 van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie.
De gestrafte leerling en zijn wettelijke verantwoordelijken worden ingelicht over de opdrachten van het psycho-medisch-sociale centrum, onder andere in het kader van een hulpverlening inzake het opzoeken van een nieuwe inrichting.
Onverminderd artikel 31 van het decreet van 12 mei 2004 betreffende diverse maatregelen inzake de strijd tegen het vroegtijdig verlaten van de school, de uitsluiting en het geweld op school, na onderzoek van het dossier, kan de dienst die bevoegd is voor de nieuwe inschrijving van de uitgesloten leerling, indien de feiten gepleegd door de leerling het verantwoorden, het opvangen van deze leerling door een dienst voor schoolherinschakeling aanbevelen, indien hij minderjarig is. Als de leerling deze tenlasteneming weigert, zal hij een signalement krijgen bij de Adviseur van de Hulpverlening aan de jeugd.
Onverminderd artikel 30 van het Wetboek van strafvordering deelt het inrichtingshoofd de feiten bedoeld in het eerste lid, in functie van de ernst ervan, mee aan de politiediensten en informeert het slachtoffer of zijn wettelijke verantwoordelijken, als het om een minderjarige leerling gaat, over de nadere regels voor de indiening van een klacht. » Deze vermelding zal uiterlijk op 1 september 2008 in de huishoudelijke reglementen opgenomen moeten worden.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De Minister-Presidente, bevoegd voor het Leerplichtonderwijs, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 januari 2008.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs, Mevr. M. ARENA De Minister van Gezondheid, Kinderwelzijn en Hulpverlening aan de Jeugd, Mevr. C. FONCK