Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 06 maart 2009
gepubliceerd op 23 april 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het basis-huishoudelijk reglement voor de autonome scholen en de verbonden scholen van het gewoon basisonderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029232
pub.
23/04/2009
prom.
06/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/06/2009029232/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het basis-huishoudelijk reglement voor de autonome scholen en de verbonden scholen van het gewoon basisonderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wetten op het lager onderwijs, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 20 augustus 1957;

Gelet op het decreet van 9 november 1990 tot organisatie van de door de Franse Gemeenschap ingerichte onderwijsinstellingen en tot invoering van een regeling tot inspraak voor leden van de onderwijsgemeenschap;

Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;

Gelet op het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 december 1987 tot vaststelling van het organiek reglement voor de Rijksonderwijsinrichtingen met volledig leerplan, waarvan de onderwijstaal het Frans of het Duits is, met uitzondering van de inrichtingen voor hoger onderwijs;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 mei 1998 tot bepaling van de educatieve en pedagogische projecten voor het basis- en secundair, gewoon en buitengewoon onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 juli 1998 tot goedkeuring van het studiereglement voor het gewoon basisonderwijs van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 november 1998 betreffende het schoolbezoek;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 januari 1999 tot bepaling van de tuchtstraffen en de nadere regels voor hun treffen in de onderwijsinrichtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2008 tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen inzake de ernstige feiten die opgenomen moeten worden in het huishoudelijk reglement van elke onderwijsinrichting gesubsidieerd of georganiseerd door de Franse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister Leerplichtonderwijs;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 maart 2009, Besluit :

Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de autonome en verbonden scholen voor het gewoon basisonderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « Ouders », de ouders van leerlingen die de inrichting bezoeken of de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent.

Art. 3.Het gebruik in dit besluit van mannelijke namen voor de verschillende ambten is gemeenslachtig om de leesbaarheid van de tekst te verhogen, niettegenstaande de bepalingen van het decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van beroep, ambt, graad of titel.

Art. 4.Dit basis-huishoudelijk reglement geeft de leerlingen of hun ouders geen vrijstelling zich te schikken naar de wetteksten, reglementen en administratieve voorschriften die hen betreffen, die zo nodig door het Ministerie van de Franse Gemeenschap worden verspreid, alsook naar elke interne nota of aanbeveling van het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde.

Vanuit dit standpunt zal het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde ervoor zorgen dat in zijn eigen huishoudelijk reglement geïntegreerd worden de bepalingen betreffende : 1. de tuchtstraffen en nadere regels voor hun treffen met toepassing van het bovenvermelde besluit van 12 januari 1999, alsook, in voorkomend geval, de aanvullende regels bij deze nadere toepassingsregels;2. de aard en de duur van de afwezigheden die als gerechtvaardigd beschouwd worden, de aard en de duur van de afwezigheden waarvan de rechtvaardiging beoordeeld kan worden door het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde met toepassing van het bovenvermelde besluit van 23 november 1998;3. de ernstige feiten ter verantwoording van de uitsluiting, met toepassing van het bovenvermelde besluit van 18 januari 2008.

Art. 5.Naast de bepalingen bedoeld in het tweede lid van artikel 4 kan het inrichtingshoofd aanvullende regels bij het basis-huishoudelijk reglement treffen. Deze aanvullende regels worden vooraf aan het advies van de Deelnemingsraad van de inrichting en van het basisoverlegcomité voorgelegd. Behoudens afkeuring door de Minister of diens afgevaardigde wegens dwaling omtrent het recht of strijdigheid met het algemeen belang, worden ze van rechtswege van toepassing na een termijn van zestig dagen vanaf hun kennisgeving aan de Algemene Directie van het leerplichtonderwijs. Het advies van de Deelnemingsraad en dat van het basisoverlegcomité worden bij deze kennisgeving gevoegd.

Art. 6.Elke aanvraag om inschrijving van een leerling gaat uit van de ouders. Zij kan ook van een persoon uitgaan die zorgt voor de feitelijke bewaring van de minderjarige voor zover deze persoon zich kan beroepen op een uitdrukkelijk mandaat van één van de personen bedoeld in artikel 2.

Art. 7.De bepalingen van de artikelen 8, 9, 10, 11 en 12 zijn slechts van toepassing op de leerlingen die aan de leerplicht onderworpen zijn.

Art. 8.De aanwezigheid van de leerling is verplicht vanaf het begin tot het einde van de lessen en dit, tijdens het hele schooljaar.

Art. 9.Geen enkele afwezigheid wordt aanvaard indien zij niet behoorlijk met redenen wordt omkleed en gestaafd door bewijsstukken.

Art. 10.De aanwezigheden en afwezigheden worden in het eerste halve lesuur van elke halve schooldag opgeschreven.

Art. 11.De ouders van de leerlingen die te laat aankomen, moeten hun laattijdige aankomst met aanvaardbare redenen verantwoorden bij het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde die de ingeroepen redenen beoordeelt.

Art. 12.Vrijstelling voor het vak lichamelijke opvoeding wordt slechts toegekend op voorlegging van een gemotiveerde geneeskundige verklaring.

De leerling die een vrijstelling voor het vak lichamelijke opvoeding heeft gekregen, moet in de inrichting aanwezig blijven.

Art. 13.De leerlingen staan onder het gezag van het inrichtingshoofd of van zijn afgevaardigde, alsook onder dat van de personeelsleden, binnen de inrichting, in de onmiddellijke omgeving ervan en buiten de inrichting tijdens buitenactiviteiten georganiseerd door de inrichting.

Art. 14.De leerlingen zorgen ervoor dat ze zo vlug mogelijk de kortste weg naar de inrichting nemen waarbij de veiligheidsregels worden nageleefd. Hetzelfde geldt voor de terugkeer naar huis.

Wanneer ze een dienst van het schoolvervoer gebruiken, worden ze geacht de kortste weg te nemen.

Art. 15.Zonder toestemming mag een leerling zijn plaats van activiteiten tijdens de lesuren niet verlaten.

De veranderingen van lokalen gebeuren in goede orde en zonder tijdverlies.

Tijdens de recreaties en de middagpauzen moet de leerling binnen de perken van de daartoe voorziene plaats blijven.

In geen enkel geval mag de leerling zich binnen of buiten een lokaal bevinden zonder de toestemming van een lid van het opvoedingsteam.

Art. 16.In alle omstandigheden zal de leerling de juiste houdingen en manieren hebben en de correcte taal gebruiken.

Art. 17.De leerling zal het materieel, de lokalen en de directe omgeving van de inrichting naleven. De leerling zal zich schikken naar de specifieke reglementen van alle plaatsen waar hij naartoe gaat in het schools- of buitenschoolskader.

Art. 18.Het verbod inzake drugsverbruik of de invoering in de inrichting van tabak, alcohol of drug, wordt strikt toegepast.

Art. 19.In het kleuteronderwijs zal een mededelingschrift ter ondertekening aan de ouders voorgelegd worden.

In het lager onderwijs, onder de leiding en het toezicht van hun leerkrachten houden de leerlingen een klasboek bij. Het pedagogisch gebruik van het klasboek wordt bepaald door het studiereglement. Het klasboek vermeldt de lesregeling en de pedagogische en buitenschoolse activiteiten. Het klasboek dient ook als verbindingsmiddel tussen de inrichting en de ouders van de leerling. De mededelingen inzake afwezigheden, telaatkomingen, verlofdagen kunnen er ingeschreven worden. Het klasboek moet zorgvuldig bijgehouden worden en dient indien de leerling minderjarig is, ondertekend te worden door de ouders van de leerling en dit, ten minste één keer per week.

Art. 20.Onverminderd de eventuele toepassing op de leerling van één van de tuchtstraffen, nader omschreven in het besluit van 12 januari 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de tuchtstraffen en de nadere regels voor hun treffen in de onderwijsinrichtingen georganiseerd door de Franse Gemeenschap, zijn de ouders verantwoordelijk voor de schade berokkend door de leerling aan het gebouw, het materieel en het meubilair van de schoolinrichting alsook aan de zaken van de personeelsleden, de andere leerlingen en derden in het kader van de schoolactiviteit. Zij zijn verplicht de schade toegebracht aan de inrichting of geleden door het personeelslid, de andere leerling of de derde in het kader van de schoolactiviteit te herstellen, desgevallend, door het ten laste nemen van de financiële kosten van het herstel van de goederen en de installaties.

Art. 21.De leerlingen moeten waken over hun persoonlijke zaken en het materieel die zij naar de inrichting meebrengen. Het huishoudelijk reglement van de inrichting bepaalt de voorwerpen die geen verband houden met het onderwijs en die binnen de school verboden zijn.

Art. 22.Behoudens wat de plaatsen betreft die speciaal voorbehouden zijn voor de bewaring en enkel voor zover een fout kan bewezen worden ten aanzien van haar, strekt de verantwoordelijkheid van de inrichting niet tot het dekken van verlies, diefstal of schade berokkend aan de persoonlijke zaken van de leerlingen.

Art. 23.Geen enkel collectief of individueel initiatief dat het normale kader van de schoolactiviteiten te buiten gaat, kan genomen worden zonder de voorafgaande instemming van het hoofd van de inrichting of van zijn afgevaardigde (aanplakkingen, verzoekschriften, verzamelingen, enz.).

Art. 24.De collectieve schoolverzekeringspolissen aangegaan door het Ministerie van de Franse Gemeenschap bij een verzekeringsmaatschappij bevatten essentieel twee delen : de verzekering aansprakelijkheid en de verzekering tegen ongevallen. Wat het afstand betreft tussen de school en de woonplaats dekt de verzekering tegen lichamelijke ongevallen slechts de risico's opgelopen bij de kortste weg.

Art. 25.Elk ongeval, ongeacht de aard ervan, waarvan een leerling het slachtoffer is in het kader van de schoolactiviteit, moet zo spoedig mogelijk aan het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde worden meegedeeld.

Art. 26.De ouders hebben toegang tot de inrichting volgens de nadere regels bepaald door het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde.

Behalve uitdrukkelijke toestemming van het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde hebben de ouders geen toegang tot de lokalen waar de lessen en de verschillende pedagogische activiteiten plaatsvinden tijdens de bovenvermelde lessen en activiteiten.

Elke persoon die in de lokalen van een schoolinrichting binnentreedt tegen de wil van het inrichtingshoofd of zijn afgevaardigde, ofwel met behulp van bedreiging of geweld tegen mensen, ofwel door middel van braak, inklimming of valse sleutels, kan veroordeeld worden met toepassing van artikel 439 van het Strafwetboek.

Art. 27.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Art. 28.De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 maart 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Leerplichtonderwijs, Ch. DUPONT

^