gepubliceerd op 31 augustus 2006
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 november 1996 tot instelling van een examencommissie van de Franse Gemeenschap om de graden van kandidaat-industrieel ingenieur en industrieel ingenieur toe te kennen
30 JUNI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 november 1996 tot instelling van een examencommissie van de Franse Gemeenschap om de graden van kandidaat-industrieel ingenieur en industrieel ingenieur toe te kennen
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen, inzonderheid op artikel 43 gewijzigd bij de decreten van 9 september 1996 en 4 februari 1997;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 november 1996 tot instelling van een examencommissie van de Franse Gemeenschap om de graden van kandidaat industrieel ingenieur en industrieel ingenieur toe te kennen;
Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau, van 23 mei 2006;
Gelet op het advies nr. 40.478/2 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 november 1996 tot instelling van een examencommissie van de Franse Gemeenschap om de graden van kandidaat industrieel ingenieur en industrieel ingenieur toe te kennen, hierna "het besluit van de Regering van 4 november 1996" genoemd, worden de woorden "van kandidaat industrieel ingenieur en industrieel ingenieur" vervangen door de woorden "uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde en in de technische categorie van het niet-universitair Hoger onderwijs van het lange type."
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit, worden het eerste lid en het tweede lid vervangen als volgt : «
Artikel 1.Een examencommissie voor het hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap wordt opgericht; ze wordt gelast de graden uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde en in de technische categorie van het niet-universitair Hoger onderwijs van het lange type toe te kennen.
De examencommissie wordt voor de eerste cyclus ingedeeld per afdeling en per studiejaar en, voor de tweede cyclus, per afdeling of, in voorkomend geval, per finaliteit en per studiejaar. »
Art. 3.In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "optie" vervangen door de woorden "in voorkomend geval, per finaliteit,".
Art. 4.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "examen" in de Franse tekst vervangen door het woord "épreuve".
Art. 5.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Hoger Onderwijs" vervangen door de woorden "Niet-verplicht Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek."
Art. 6.In artikel 11 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Twee examenzittijden worden jaarlijks gehouden; het examen is het nagaan van de kennis voor een bepaalde materie, de proef is het geheel van de examens van eenzelfde studiejaar. »
Art. 7.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het woord "examens" vervangen door het woord "proeven".
Art. 8.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 13.Niemand wordt toegelaten tot de eerste proef van de eerste cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van de graad uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type indien hij de vereiste voorwaarden niet vervult om tot het eerste jaar van de eerste cyclus bedoeld in artikel 22 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen toegelaten te worden.
Niemand wordt toegelaten tot de tweede proef van de eerste cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van de graad uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type indien hij geen getuigschrift kan voorleggen waaruit blijkt dat hij sinds ten minste een academiejaar voor de eerste proef van de overeenstemmende graad geslaagd is.
Niemand wordt toegelaten tot de derde proef van de eerste cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van de graad uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type indien hij geen getuigschrift kan voorleggen waaruit blijkt dat hij sinds ten minste een academiejaar voor de tweede proef van de overeenstemmende graad geslaagd is.
Niemand wordt toegelaten tot de eerste proef van de graad van de tweede cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van één van de graden uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type indien hij geen getuigschrift kan voorleggen waaruit blijkt dat hij sinds ten minste een academiejaar geslaagd is voor de proeven van de graad van de eerste overeenstemmende cyclus.
Niemand wordt toegelaten tot de tweede proef van de graad van de tweede cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van één van de graden uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type indien hij geen getuigschrift kan voorleggen waaruit blijkt dat hij sinds ten minste een academiejaar geslaagd is voor de eerste proef van de overeenstemmende graad.
De door een Hogeschool verdaagde studenten, kunnen zich niet meer in dezelfde zittijd voor de examencommissie van de Franse Gemeenschap voor dezelfde proef aanmelden.
De door een Hogeschool geweigerde studenten, kunnen zich pas na één academiejaar voor de examencommissie van de Franse Gemeenschap voor dezelfde proef aanmelden. »
Art. 9.In artikel 14 van hetzelfde besluit, worden de woorden "proeven van eenzelfde examen" vervangen door de woorden "examens van eenzelfde proef".
Art. 10.In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt het woord "Hoger" vervangen door de woorden "niet-verplicht".
Art. 11.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.Bij de inschrijving moeten de kandidaten de volgende documenten of de volgende inlichtingen voorleggen : 1° een behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend inschrijvingsformulier;2° een afschrift van een Belgisch of buitenlands identiteitsstuk;3° het origineel van het betalingsbewijs van het inschrijvingsgeld;4° de vermelding van het studieprogramma van een Hogeschool die in het Hoger onderwijs van het lange type de afdeling Landbouwkunde of de technische categorie organiseert, waarover de kandidaat wenst ondervraagd te worden;5° de juiste vermelding van het studiejaar van de afdeling of de categorie en de eventuele finaliteit waarover de proef zou worden afgelegd;6° voor de kandidaat die zich inschrijft voor de proef van het eerste jaar van de graad van bachelor, het afschrift van het of de in artikel 13, eerste lid, bedoeld(e) bekwaamheidsbewijs(zen) of bij ontstentenis ervan, één of meer voorlopige getuigschriften, met dien verstande dat de beraadslaging betreffende de kandidaat pas zal plaatsvinden na voorlegging van het of de bekwaamheidsbewijs (zen), behoorlijk gehomologeerd overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, of van het officieel getuigschrift van gelijkwaardigheid van in het buitenland behaalde bekwaamheidsbewijs(zen). Voor de kandidaat voor de proeven van de volgende jaren, het afschrift van het getuigschrift waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor de proef over de leerstof van het vorige studiejaar; 7° een attest van zes weken stage (dertig werkelijk volbrachte dagen) voor de kandidaten voor de proef van het derde jaar van de eerste cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van de graad uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type; een attest van drie weken stage (vijftien werkelijk volbrachte dagen) gelopen tussen het derde en het vierde studiejaar voor de kandidaten voor de enige proef van de tweede cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van één van de graden uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type; een attest van dertien weken stage (vijfenzestig werkelijk volbrachte dagen) voor de kandidaten voor de proef van het tweede jaar van de tweede cyclus van de graad uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of van één van de graden uitgereikt in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type; 8° exemplaren van de scriptie of van het afstudeerwerk die door de kandidaat die zich voor de eindeproef inschrijft voor de graden uitgereikt in de afdeling Landbouwkunde of in de technische categorie van het niet-universitair Hoger Onderwijs van het lange type, zullen worden verdedigd. Elk jaar bepaalt de Minister of zijn afgevaardigde het aantal en de termijnen binnen dewelke de in eerste lid, 8° bedoelde documenten aan de examencommissie moeten worden bezorgd. »
Art. 12.In het opschrift van afdeling 3 wordt het woord "examen" vervangen door het woord "proef".
Art. 13.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 19.De stof van de proef is de leerstof van het programma van het lopende academiejaar van de Hogescholen, die in het hoger onderwijs van het lange type de afdeling Landbouwkunde of de technische categorie organiseren, dat door de kandidaat gekozen werd. »
Art. 14.In het opschrift van afdeling 4, wordt het woord "proeven" vervangen door het woord "examens".
Art. 15.In artikel 20, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "proeven" vervangen door het woord "examens".
Art. 16.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden "een schriftelijke proef" vervangen door de woorden "een schriftelijk examen" en worden de woorden "een mondelinge proef" vervangen door de woorden "een mondeling examen".
Art. 17.In artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "schriftelijke proeven" vervangen door de woorden "schriftelijke examens".
Art. 18.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden "mondelinge proeven" vervangen door de woorden "mondelinge examens" en wordt het woord "publiques" in de Franse tekst vervangen door het woord "publics".
Art. 19.In het opschrift van afdeling 5 van hetzelfde besluit wordt het woord "examens" vervangen door het woord "proeven".
Art. 20.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden het eerste lid en het tweede lid vervangen als volgt : « Er wordt een proces-verbaal van de uitslag van de beraadslaging opgemaakt. Het proces-verbaal van de beraadslaging vermeldt de samenstelling van de examencommissie en de resultaten van de beraadslaging. Het vermeldt ook voor elke geweigerde of verdaagde student de redenen van de aangenomen beslissing.
Het proces-verbaal wordt ondertekend door de voorzitter, de secretaris of ten minste drie leden van de examencommissie, en dit uiterlijk op de laatste dag van de examenzittijd. »
Art. 21.In artikel 26, § 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "examenzittijd" vervangen door het woord "proef" en wordt het woord "proeven" vervangen door het woord "examens".
Art. 22.In artikel 27, vijfde lid, wordt het woord "examen" vervangen door het woord "proef" en wordt het woord "proef" vervangen door het woord "examen".
Art. 23.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 28.Onverminderd het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, in geval van welslagen voor één of meer examens betreffende de studies van hoger onderwijs mag de voorzitter van de examencommissie, na advies van de Inspectie Hoger Onderwijs, vrijstellingen voor de examens verlenen.
Voor de tweede zittijd mag de examencommissie de kandidaat die ze verdaagt, vrijstellen van de examens waarvoor hij geslaagd was, volgens de nadere regels van het bovenvermelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996. »
Art. 24.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 25.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de woorden "van Onderwijs, Onderzoek en Vorming" geschrapt en vervangen door de woorden "van de Franse Gemeenschap."
Art. 26.De oude academische graden van kandidaten burgerlijk ingenieur en industrieel ingenieur bedoeld in het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen, vóór de wijziging ervan bij het decreet van 31 maart 2004, zullen nog tijdens een aantal academiejaren dat met één jaar hoger is dan de minimale duur van de studies, toegekend kunnen worden aan de studenten die geslaagd zijn voor één van de proeven die vóór de inwerkingtreding van dit besluit tot één van deze graden leiden.
De oude graden van de tweede cyclus bedoeld in het eerste lid zullen tijdens het aantal academiejaren dat met één jaar hoger is dan de minimale duur van deze studies, door de examencommissie toegekend worden aan de studenten die houder zijn van een graad van kandidaat bedoeld in het eerste lid en die, met toepassing van artikel 180, eerste lid, van het decreet van 31 maart 2004, toegang hebben tot het academiejaar 2006-2007 tot de studies van de tweede cyclus bepaald in de wetgeving van kracht vóór de inwerkingtreding van het bovenvermelde decreet.
Voor de toepassing van het eerste lid en het tweede lid, blijven de artikelen 1, 13 en 18, 7° van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 4 november 1996 tot instelling van een examencommissie van de Franse Gemeenschap om de graden van kandidaat industrieel ingenieur en industrieel ingenieur toe te kennen, van toepassing zoals bepaald voorafgaandelijk aan de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 27.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het academiejaar 2004-2005.
Brussel, 30 juni 2006.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET