5 MEI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap over de toepassing van artikel 79, § 2, lid 2, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, met name artikel 79, zoals aangevuld met het decreet van 8 februari 1999 en aangepast met het decreet van 28 januari 2004;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende de bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap, met name artikel 71, § 1, 8°;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 februari 2004;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 maart 2004;

Gelet op het overleg van de Regering op 3 maart 2004 over de vraag naar het advies dat door de Raad van State moet worden gegeven binnen een termijn die niet langer is dan een maand;

Gelet op het advies nr. 36.711/2 van de Raad van State, gegeven op 17 maart 2004, als toepassing van artikel 84, alinea 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaan we onder : 1° ouders : de persoon of personen die de ouderlijke macht uitoefenen over een leerling;2° inspectie : a) voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap : de inspecteur / inspectrice van het kleuter- of primair onderwijs van de Franse Gemeenschap;b) voor het gesubsidieerd onderwijs : de inspecteur / inspectrice voor het kleuter- of primair onderwijs van het kanton.

Art. 2.§ 1. Als toepassing van artikel 79, § 2, alinea 2, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, worden de volgende omstandigheden beschouwd als uitzonderlijke omstandigheden die een aanvraag voor het veranderen van school of vestigingsplaats na 30 september kunnen rechtvaardigen : 1° het overstappen van een leerling van een externaat naar een internaat en vice versa;2° de verandering die beantwoordt aan een plaatsingsmaatregel genomen door een magistraat of door een erkende instelling, in toepassing van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, of die beantwoordt aan een hulpmaatregel genomen in het kader van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd;3° het na 30 september afschaffen van het restaurant of de kantine van de school, een gratis of betalende vervoersdienst, of een opvangdienst 's ochtends en/of 's avonds, als de leerling gebruik maakte van een van deze diensten en de nieuwe school deze dienst verschaft;4° de verandering van woonplaats;5° het opnemen van de leerling, op initiatief van de ouders, in een ander gezin of in een centrum, om redenen van ziekte, van een reis of van de scheiding van de ouders;6° de onmogelijkheid voor de persoon die effectief en alleen zorgt voor de huisvesting van de leerling, om de leerling in de gekozen school te houden, door het aanvaarden of verliezen van een job;7° de scheiding van de ouders die leidt tot een verandering van verblijfplaats van de leerling. § 2. De minister belast met het basisonderwijs kan, in geval van overmacht of absolute noodzaak, de verandering van vestigingsplaats of school toestaan na 30 september voor uitzonderlijke redenen, buiten de redenen die worden vermeld in § 1.

Art. 3.De aanvraag voor verandering van vestigingsplaats of school wordt ingediend door de ouders van de leerling, bij de directie van de vestigingsplaats of school waar de leerling is ingeschreven.

Als meerdere kinderen van hetzelfde gezin zijn betrokken, wordt er een afzonderlijke aanvraag opgesteld voor elk kind.

Art. 4.De aanvraag voor de verandering van vestigingsplaats of school is onderhevig aan het advies van de directie van de vestigingsplaats of school waar de leerling is ingeschreven.

Als de aanvraag is gebaseerd op een omstandigheid erkend als buitengewoon in toepassing van artikel 2, § 1, staat de directie de verandering van school toe.

Als de directie twijfels heeft over de echtheid van de ingeroepen motivering, geeft de directie haar advies, zich met name baserend op de eventuele aanwezigheid van omstandigheden die vallen onder overmacht of absolute noodzaak, en geeft ze de aanvraag, samen met haar advies, door aan de inspectie.

Als de aanvraag duidelijk niet gebaseerd is op een omstandigheid erkend als uitzonderlijk in toepassing van artikel 2, § 1, geeft de directie een advies betreffende de eventuele aanwezigheid van omstandigheden die vallen onder overmacht of absolute noodzaak en geeft ze de aanvraag, samen met haar advies, door aan de inspectie.

Art. 5.§ 1. In de situatie bedoeld in artikel 4, alinea 3, geeft de inspectie een advies door zich met name te baseren op de eventuele aanwezigheid van omstandigheden die vallen onder overmacht of absolute noodzaak.

In de situatie bedoeld in artikel 4, alinea 4, geeft de inspectie een al dan niet gunstig advies betreffende de eventuele aanwezigheid van omstandigheden die vallen onder overmacht of absolute noodzaak. § 2. Als het advies van de directie van de vestigingsplaats of de school, gegeven op basis van artikel 4, lid 3 of 4, en die van de inspectie, gegeven op basis van artikel 5, § 1, lid 1 of 2, gunstig zijn, laat de inspectie de verandering van school toe.

Als minstens één van de twee adviezen negatief is, wordt de aanvraag doorgegeven, vergezeld van de adviezen, aan de Minister die een beslissing neemt.

Art. 6.Het hoofd van de onderwijsinstelling ingericht door de Franse Gemeenschap en de inrichtende macht van het gesubsidieerd onderwijs kan, na 30 september, de inschrijving van een leerling die volgens de regels was ingeschreven in een andere kleuter- of gewone basisschool of in een andere vestigingsplaats van een school die geniet van een afzonderlijke telling, enkel aanvaarden als hij in het bezit is van een beslissing die de verandering van school toelaat.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2004.

Art. 8.De Minister belast met het Basisonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gedaan te Brussel op 5 mei 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET