gepubliceerd op 26 oktober 2002
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten in het school- en studentenmilieu
17 JULI 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten in het school- en studentenmilieu
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het advies van de commissie voor gezondheidspromotie op school, gegeven op 27 juni 2002;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vraag aan de Raad van State om een advies te verlenen binnen een maximale termijn van één maand;
Gelet op het protocolakkoord van 20 juni 2002 van het Sectorcomité IX;
Gelet op het advies nr. 33.701/4 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2002, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort;
Gelet op de beraadslaging van 17 juli 2002 van de Regering, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet van 20 december 2001 : het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school;2° decreet van 16 mei 2002 : het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit;3° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort;4° inrichting : de schoolinrichtingen bedoeld bij artikel 4, § 1 en 2 van het decreet van 20 december 2001 en de hogescholen, de hogere kunstscholen en hoge instituten voor architectuur bedoeld bij artikel 1, 6° van het decreet van 16 mei 2002;5° inrichtingshoofd : het hoofd van een schoolinrichting of de overheid van de hogeschool of de directie van de hoge kunstschool of van het hoger instituut voor architectuur;6° geneesheer-gezondheidsinspecteur : de geneesheer-inspecteur bedoeld bij het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;7° ambtenaar-geneesheer : de geneesheer vermeld in artikel 25, 2° van het decreet van 20 december 2001 of in artikel 21, 2° van het decreet van 16 mei 2002; 8°geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting : de geneesheer aangesteld als geneesheer tot wie men zich kan wenden voor de toepassing van dit besluit overeenkomstig artikel 2; 9° ouders : de ouder(s) of de persoon of de inrichting die ofwel door de ouders zelf ofwel door een publieke overheid belast werd(en) met de bewaring van de minderjarige leerling.
Art. 2.Elke dienst of elk centrum is verplicht een geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting voor elke schoolinrichting onder bescherming aan te stellen. Hij deelt zijn personalia mede aan het inrichtingshoofd en aan zijn inrichtende macht.
Om gepast te kunnen reageren op dringende gezondheidstoestanden wordt er een interventievoorziening buiten de openingsuren van de diensten en van de centra georganiseerd onder de verantwoordelijkheid van de geneesheer belast met de dienst of van de directie van het centrum.
Tegen uiterlijk 30 september van elk jaar is elke dienst of centrum verplicht aan de ambtenaar-geneesheer en aan de gezondheidsinspecteur de personalia van de personen te bezorgen die via die voorziening kunnen bereikt worden.
De ingevoerde procedures worden eveneens medegedeeld aan de inrichtingshoofden en aan de inrichtende machten, die de ouders of de meerderjarige leerling of de student ervan moeten verwittigen.
Bij elke wijziging van die voorziening moeten betrokken personen onmiddellijk worden verwittigd.
Art. 3.De geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting : 1° bepaalt en actualiseert de gedragsregels die moeten gevolgd worden ingeval van dringende ziektegevallen en verwittigt de inrichtingen en de ouders, de meerderjarige leerling of de student;2° deelt aan de ouders, de meerderjarige leerling of de student via de directies van de inrichtingen de nadere regels mee die toelaten het plotseling overkomen van een ziekte te signaleren waartegen de specifieke voorzieningen bedoeld bij de artikelen 6, 7 en 8 worden ingezet;3° geeft bij elke gelegenheid raad aan de leerlingen, aan de studenten, aan de ouders, aan de overheden en aan het schoolpersoneel om de uitbreiding van de besmettelijke ziekten te beteugelen, zowel in de inrichting als erbuiten;4° bezorgt ten gepaste tijd aan de inrichtende macht van de inrichting de richtlijnen bedoeld bij de artikelen 6, 7 en 8 met commentaar erbij, zorgt er voor dat zij toegepast worden en deelt haar elke tekortkoming aan de voorschriften inzake zindelijkheid en hygiëne van de lokalen en de schoolinstallaties mee;5° neemt onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten alle individuele of algemene profylaxemaatregelen in het kader van de specifieke bepalingen van dit besluit en zijn toepassingsbesluiten;6° gaat ten minste eenmaal per jaar op inspectiebezoek om de salubriteit en de hygiëne van het sanitair en de schoolinstallaties alsook van het materieel en de lokalen te controleren waarin voedingswaren worden opgeslagen of voorbereid; zendt het verslag over zijn inspectiebezoek voor verder gevolg naar het inrichtingshoofd en haar inrichtende macht en houdt het ter beschikking van de ambtenaar-geneesheer; stuurt ook dat verslag evenals elke nuttige informatie naar de preventieadviseur bedoeld bij artikel 33 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers; 7° zorgt ervoor in samenwerking met het inrichtingshoofd dat de universele regels inzake hygiëne bedoeld bij artikel 6 in het schoolmilieu gekend zijn en toegepast worden;8° organiseert en zorgt voor het opvolgen van het opsporen van de besmettingshaarden bij de leerlingen en personeelsleden en in de schoollokalen, overeenkomstig de door de minister bepaalde schikkingen.
Art. 4.De inrichtende macht van de gesubsidieerde schoolinrichting of het inrichtingshoofd van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap : 1° zorgt ervoor de middelen ter beschikking te stellen van de inrichting waarmee de hygiëne, de salubriteit en de naleving van de universele regels inzake hygiëne kunnen verzekerd worden, inzonderheid bij het toedienen van de eerste zorgen;2° doet eventueel, na het sluiten van de inrichting, het nodige om de onontbeerlijke ontsmetting te laten uitvoeren, na advies van de geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting en in afspraak met de overheden belast met de gezondheid.
Art. 5.Het hoofd van de inrichting : 1° treft alle beschikkingen om een leerling of een student die geneeskundige zorgen vereist zo vlug mogelijk aan zijn ouders toe te vertrouwen of, naargelang van de noodwendigheden, aan een medische eerstehulpdienst;2° licht zich in bij de student of de ouders van de leerling over de mogelijkheid een besmettelijke ziekte op te doen bedoeld bij de artikelen 7 en 8, wanneer een leerling of een student afwezig is wegens ziekte;3° bezorgt de geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting de inlichting zodra hij verneemt dat een leerling of een student van zijn inrichting aan een besmettelijke ziekte lijdt bedoeld bij de artikelen 7 en 8 of dat hij geleidelijk aan tot het vermoeden komt dat een leerling,een student of een personeelslid of iemand die met een onder hen regelmatig contact heeft, aan deze ziekte lijdt;4° brengt onmiddellijk de Minister belast met het Onderwijs ter kennis van de sluiting van de inrichting via de Algemene Directie voor het Onderwijs waarvan de inrichting afhangt; informeert eveneens de ouders, de meerderjarige leerling of de student, in samenwerking met de geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting, door hun aandacht te vestigen op de te nemen maatregelen van voorzorg. HOOFDSTUK 2. - Specifieke bepalingen
Art. 6.De specifieke maatregelen in geval van overdraagbare ziekten worden bepaald door de Minister voor elke ziekte, volgens drie aspecten : a) maatregelen betreffende de zieke : leerling, student of personeelslid van de school;b) maatregelen betreffende de leerlingen, de studenten of de personeelsleden die regelmatig contact hebben met de zieke;c) algemene hygiënemaatregelen. De maatregelen betreffende het personeel worden door de arbeidsgeneesheer genomen.
Art. 7.De maatregelen die door de geneesheer verantwoordelijk voor de inrichting moeten medegedeeld worden aan de ambtenaar-geneesheer evenals de specifieke maatregelen die moeten genomen worden volgens de drie aspecten bedoeld bij artikel 6, lid 1 worden bepaald door de Minister.
Art. 8.De ziekten die moeten medegedeeld worden aan de aangestelde ambtenaar-geneesheer bij epidemiegevaar ten gevolge van hun uitbreiding, alsook de specifieke maatregelen die moeten genomen worden volgens de drie aspecten bedoeld bij artikel 6, lid 1 worden door de Minister bepaald.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.
Art. 10.De Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 2002.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL