Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 17 juli 2002
gepubliceerd op 20 september 2002

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Commissie voor erkenning van de nuttige ervaring voor de leden van het onderwijzend personeel van de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2002029403
pub.
20/09/2002
prom.
17/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/17/2002029403/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Commissie voor erkenning van de nuttige ervaring voor de leden van het onderwijzend personeel van de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 december 2001 houdende vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten) inzonderheid op artikel 62, 6°, gewijzigd bij het decreet van 11 juli 2002;

Gelet op het decreet van 17 mei 1999 betreffende het hoger kunstonderwijs, inzonderheid op artikel 26;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 februari 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 maart 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 26 april 2002 van het Sectorcomité IX en het Comité van de Provinciale en Lokale Overheidsdiensten, afdeling II, in gezamenlijke vergadering;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vraag aan de Raad van State om een advies te verlenen binnen een maximale termijn van één maand; Gelet op het advies nr 33.544/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2002, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met de Ambtenarenzaken en van de Minister belast met het Hoger onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van 17 juli 2002 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een commissie voor erkenning van de nuttige ervaring opgericht, hierna de Commissie genoemd.

Art. 2.De Commissie is als volgt samengesteld : 1° een voorzitter : de directeur-generaal van het personeel van het Onderwijs in de Franse Gemeenschap of zijn afgevaardigde van ten minste rang 15;2° een ondervoorzitter : de directeur-generaal van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs of zijn afgevaardigde van ten minste rang 15;3° de volgende leden : a) Een vast benoemd effectief lid en zijn plaatsvervanger houder van een graad gerangschikt in een van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie van het personeel van het Onderwijs in de Franse Gemeenschap;b) Een vast benoemd effectief lid en zijn plaatsvervanger houder van een graad gerangschikt in een van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie van het personeel van het gesubsidieerd onderwijs c) Drie leden en hun plaatsvervangers door de Regering gekozen op de voordracht van de bevoegde Hoge Raad voor het hoger kunstonderwijs onder de leden van het leidend en onderwijzend personeel van de Hoge Kunstscholen.Elk net beschikt over ten minste één mandaat; d) drie leden en hun plaatsvervangers die de vakverenigingen vertegenwoordigen die in het Sectorcomité IX of in het Comité voor provinciale of lokale overheidsdiensten, afdeling II, zetelen;zij worden door de Regering gekozen op de voordracht van hun respectievelijke vakvereniging onder de vastbenoemde of vast aangeworven personeelsleden. Elke vakvereniging beschikt over tenminste één mandaat.

Art. 3.De voorzitter, de ondervoorzitter, de effectieve en de plaatsvervangende leden worden door de Regering aangesteld voor vier jaar, hernieuwbaar.

Art. 4.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op. Dit wordt door de Regering goedgekeurd.

De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aangesteld door de Regering onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap die houder zijn van de graad van ten minste attaché.

De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn stemgerechtigd.

Art. 5.De Commissie mag het advies van deskundigen vragen.

Art. 6.Elke aanvraag tot erkenning van nuttige ervaring wordt bij een ter post aangetekende brief naar de voorzitter van de Commissie gezonden. De aanvraag mag ook ingediend worden bij de voorzitter van de Commissie, met bewijs van ontvangst.

De aanvraag moet de gegevens bevatten die de Commissie toelaten een advies met volle kennis van zaken uit te brengen alsook de bewijsstukken om deze gegevens te kunnen nazien.

Zij wordt geformuleerd via de documenten als bijlagen 1 en 2 bij dit besluit.

De secretaris van de Commissie bezorgt aan de Regering al de aanvragen tot erkenning van nuttige ervaring die regelmatig werden ingediend bij de voorzitter van de Commissie.

Art. 7.De Commissie beslist met inachtneming, wat de toe te kennen leergang(en) betreft, van de diensten bewezen door de kandidaat ofwel in het kader van activiteiten die hij heeft uitgeoefend voor eigen rekening, ofwel in een dienst of een openbare of private instelling, ofwel in een ambt, een beroep of een kunstpraktijk.

Wanneer het ambt, het beroep of de kunstpraktijk zich in de vorm van in de tijd beperkte publieke manifestaties voordoen, waarvan de kandidaat het bewijs levert, kan de Commissie ook de nodige voorbereiding in acht nemen en deze in maandeenheden evalueren.

Art. 8.Iedere persoon die een aanvraag tot erkenning van nuttige ervaring indient kan door de Commissie gehoord worden indien hij het wenst.

Art. 9.De Commissie beraadslaagt en beslist geldig indien ten minste de helft van de leden aanwezig is.

De adviezen worden gegeven bij volstrekte meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Ieder effectief lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen verwittigt de voorzitter en vraagt aan zijn plaatsvervanger op de vergadering aanwezig te zijn.

Art. 10.Binnen de vier maanden die volgen op de datum waarop de aanvraag werd ontvangen : 1° ofwel bezorgt de Commissie een advies van erkenning van nuttige ervaring aan de Regering, zoals bepaald bij artikel 62, 6° van het decreet van 20 december 2001 houdende vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten);2° ofwel verwittigt zij de kandidaat bij een ter post aangetekende brief dat zij overweegt hem deze nuttige ervaring niet toe te kennen. De kandidaat heeft dan veertien werkdagen, te rekenen vanaf de bekendmaking, om bijkomende gegevens aan de Commissie te bezorgen. In dit geval is de Commissie verplicht haar definitief advies aan de Regering mede te delen binnen de zes maanden die volgen op de datum waarop de eerste aanvraag werd ontvangen.

Art. 11.De bij artikel 10 bedoelde termijnen worden opgeschort tijdens de maanden juli en augustus.

Art. 12.Het mandaat van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden wordt niet bezoldigd. Zij ontvangen vergoedingen voor verblijfkosten en hun reiskosten worden terugbetaald onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren van rang 12 van de diensten van de Regering.

Art. 13.De bij artikel 5 bedoelde deskundigen wier administratieve verblijfplaats niet in Brussel is gelegen, hebben recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfkosten.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.

Art. 15.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 juli 2002.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS

^