Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 09 februari 2023
gepubliceerd op 17 februari 2023

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2023040613
pub.
17/02/2023
prom.
09/02/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 FEBRUARI 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 40, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, gewijzigd door de wet van 24 december 2002;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 8, lid 2, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 juli 2015;

Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven, en de aanhorigheden ervan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, gewijzigd bij de ordonnanties van 29 maart 2001 en 6 november 2003;

Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, de artikelen 23, lid 3 en 34, § 1, gewijzigd bij de ordonnantie van 8 december 2016;

Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van Innoviris, artikel 9;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, artikel 40, ingevoegd door de ordonnantie van 1 april 2004;

Gelet op de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen - Brusafe, artikelen 6 § 2 en 9, lid 1;

Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het Brussels Planningsbureau, artikel 10;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van Leefmilieu Brussel, artikel 1, § 2, gewijzigd bij de ordonnantie van 3 mei 2018 en bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen, artikel 41;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de gelijkekansentest, uitgevoerd op 1 februari 2021 overeenkomstig artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën van 17 augustus 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 december 2022;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van Actiris gegeven op 22 augustus 2022;

Gelet op het advies van het directiecomité van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 22 augustus 2022;

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Haven van Brussel, gegeven op 2 september 2022;

Gelet op het akkoord van de federale ministerraad van 14 januari 2022;

Gelet op het protocol nr. 2022/25 van 8 november 2022, van het Sectorcomité XV;

Gelet op advies 72.760/4 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van richtlijn 2010/18/EU van de Raad. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel

Art. 2.Artikel 2, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, wordt aangevuld met de bepaling onder 15°, luidende: "15° flexibele werkregelingen: de mogelijkheid voor werknemers om hun werkregeling aan te passen, voorzien in het arbeidsreglement, onder meer door middel van telewerkregelingen, flexibele werkschema's of verminderde werkuren.".

Art. 3.In artikel 49 derde lid van hetzelfde besluit: a) wordt de bepaling onder 7° aangevuld met " en het verlof wegens dwingende familiale redenen;" b) wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt: "10° verlof voor loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging, in het kader van ouderschapsverlof, alsook in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers;"

Art. 4.Artikel 167, § 2, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende: "6° in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers.".

Art. 5.In artikel 168 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 worden de woorden "voor palliatieve verzorging en in het kader van het ouderschapsverlof bedoeld in artikel 167, § 2, 4° en 5° " vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 167, § 2, 4°, 5° en 6° ";2° in § 2, lid 2, worden de woorden "of de adjunct-secretaris-generaal" vervangen door de woorden ", de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde".

Art. 6.Artikel 169 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 169.§ 1. Bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking worden de dienstprestaties ofwel dagelijks ofwel volgens een andere indeling van de werkweek, ofwel volgens een andere indeling van de vijftien dagen.

In afwijking van het eerste lid kan de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde beslissen voor sommige door hem bepaalde functies een indeling van de dienstprestaties per maand op te leggen. § 2. De ambtenaar mag gebruik van flexibele werkregelingen vragen in de gevallen bedoeld in artikel 167, § 2, 3°, 4°, 5° en 6°. De secretaris- generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst.

Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van het verlof en van de flexibele werkregelingen schriftelijk.

Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode, wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

De secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst. § 3. Onverminderd artikel 170 kan de ambtenaar zijn functie hervatten vooraleer de periode van loopbaanonderbreking verstreken is met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven aan de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris- generaal of hun afgevaardigde ter kennis wordt gebracht, tenzij laatstgenoemde een kortere termijn aanvaardt. § 4. Onverminderd artikel 170, aan het einde van het verlof: a) de rechten die verworven zijn of zullen worden verworven, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of nationale of regionale praktijk, zijn van toepassing;b) heeft de ambtenaar het recht zijn functie opnieuw uit te oefenen of, indien dat onmogelijk is, een gelijkwaardige functie, op voorwaarden die niet minder gunstig zijn voor hem, terug te keren; c) geniet de ambtenaar elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij recht zou hebben gehad indien hij geen verlof had opgenomen.".

Art. 7.In artikel 176, tweede lid, 4°, van hetzelfde besluit worden de woorden ", voor erkende mantelzorgers, " ingevoegd tussen de woorden "palliatieve zorgen" en de woorden "of om bijstand".

Art. 8.In artikel 183, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "vaderschapsverlof" wordt vervangen door het woord "geboorteverlof,"; b) de woorden ", het verlof voor erkende mantelzorgers," worden ingevoegd tussen de woorden "ouderschapsverlof" en de woorden "of opvangverlof;".

Art. 9.In artikel 194, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/09/2022 pub. 13/10/2022 numac 2022042245 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/09/2022 pub. 28/11/2022 numac 2022042265 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit sluiten, worden de woorden "de bevalling van de echtgenote of van de samenwonende partner van de ambtenaar, op het ogenblik van de gebeurtenis:" vervangen door de woorden "de geboorte van een kind indien de ambtenaar wordt erkend als de vader van dat kind of gelijkgestelde tweede ouder, om voor dat kind te zorgen:".

Art. 10.Artikel 196 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " § 1. De ambtenaar heeft het recht afwezig te zijn wegens overmacht in verband met dringende familiale redenen in geval van ziekte of ongeval waardoor zijn onmiddellijke aanwezigheid vereist is. § 2. Met een maximum van vijfenveertig werkdagen per kalenderjaar, kan de ambtenaar verlof krijgen wegens: 1° ziekenhuisopname of autonomieverlies van een persoon die met de ambtenaar onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad die niet met de ambtenaar onder hetzelfde dak woont;2° opvang van zijn kinderen en kleinkinderen die niet de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben. Het verlof wordt genomen per volledige of per halve dag. Het wordt toegekend door de functionele chef.

Indien het verlof wegens dwingende familiale redenen tijdens een periode van deeltijdse arbeid genomen wordt, wordt de duur van het verlof in evenredige mate verminderd. § 3. Voor het in paragraaf 1 bedoelde verlof mag de ambtenaar gebruik van flexibele werkregelingen vragen.

De secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst.

Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van de flexibele werkregelingen schriftelijk.

Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode, wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

De secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst. § 4. De rechten die verworven zijn of zullen worden verworven op de aanvangsdatum van deze verlofperiode blijven behouden tot het einde van de verlofperiode bedoeld in paragraaf 1.

Deze rechten, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of regionale of nationale praktijk, zijn van toepassing na afloop van de periode van verlof.".

Art. 11.Artikel 198 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van het Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 29 oktober 2020, wordt vervangen als volgt: " § 1. Aan de ambtenaar in dienstactiviteit wordt, bij de geboorte of de adoptie van een kind of de plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg, vier maanden ouderschapsverlof buiten loopbaanonderbreking toegestaan. § 2. Dit verlof moet genomen worden vóór het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.

Het verlof mag enkel gesplitst worden in maanden en mag enkel genomen worden met volledige dagen.

De ambtenaar mag, in het kader van dit verlof, gebruik van flexibele werkregelingen vragen. § 3. De verlofaanvraag en de aanvraag om flexibele werkregelingen worden ingediend bij de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde.

Deze moeten de aanvang en het einde van de verlofperiode vermelden.

Deze worden ingediend minstens drie maanden vóór de aanvang van de periode van het verlof. Deze termijn kan in onderling akkoord worden verkort. § 4. De secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als van de betrokken dienst.

Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van de flexibele werkregelingen schriftelijk. § 5. Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

De secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst. § 6. Aan het einde van dit verlof: a) de rechten die verworven zijn of zullen worden verworven, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of nationale of regionale praktijk, zijn van toepassing;b) heeft de ambtenaar het recht zijn functie opnieuw uit te oefenen of, indien dat onmogelijk is, een gelijkwaardige functie, op voorwaarden die niet minder gunstig zijn voor hem, terug te keren; c) geniet de ambtenaar elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij recht zou hebben gehad indien hij geen verlof had opgenomen.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 12.Artikel 2, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, wordt aangevuld de met de bepaling onder 16°, luidende: "16° flexibele werkregelingen: de mogelijkheid voor werknemers om hun werkregeling aan te passen, voorzien in het arbeidsreglement, onder meer door middel van telewerkregelingen, flexibele werkschema's of verminderde werkuren.".

Art. 13.In artikel 42 derde lid van hetzelfde besluit: a) wordt de bepaling onder 7° aangevuld met " en het verlof wegens dwingende familiale redenen;" b) wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt: "10° verlof voor loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging, in het kader van ouderschapsverlof, alsook in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers;"

Art. 14.Artikel 160, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende: "6° in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers.".

Art. 15.In artikel 161, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "voor palliatieve verzorging en in het kader van het ouderschapsverlof bedoeld in artikel 160, § 2, 4° en 5° " vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 160, § 2, 4°, 5° en 6° ".

Art. 16.Artikel 162 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Art.162. § 1. Bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking worden de dienstprestaties ofwel dagelijks ofwel volgens een andere indeling van de werkweek, ofwel volgens een andere indeling van de vijftien dagen.

In afwijking van het eerste lid kan de directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde beslissen voor sommige door hem bepaalde functies een indeling van de dienstprestaties per maand op te leggen. § 2. De ambtenaar mag gebruik van flexibele werkregelingen vragen in de gevallen bedoeld in artikel 160 § 2, 3°, 4°, 5° en 6°. De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst.

Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van het verlof en van de flexibele werkregelingen schriftelijk.

Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst . § 3. Onverminderd artikel 163 kan de ambtenaar zijn functie hervatten vooraleer de periode van loopbaanonderbreking verstreken is met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven aan de directeur-generaal, de adjunct-directeur- generaal of hun afgevaardigde ter kennis wordt gebracht, tenzij laatstgenoemde een kortere termijn aanvaardt. § 4. Onverminderd artikel 163, aan het einde van het verlof: a) de rechten die verworven zijn of zullen worden verworven, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of nationale of regionale praktijk, zijn van toepassing;b) heeft de ambtenaar het recht zijn functie opnieuw uit te oefenen of, indien dat onmogelijk is, een gelijkwaardige functie, op voorwaarden die niet minder gunstig zijn voor hem, terug te keren; c) geniet de ambtenaar elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij recht zou hebben gehad indien hij geen verlof had opgenomen.".

Art. 17.In artikel 169, tweede lid, 4°, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", voor erkende mantelzorgers, " ingevoegd tussen de woorden "palliatieve zorgen" en de woorden "of om bijstand".

Art. 18.In artikel 176, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "vaderschapsverlof" wordt vervangen door het woord "geboorteverlof,"; b) de woorden ", het verlof voor erkende mantelzorgers," worden ingevoegd tussen de woorden "ouderschapsverlof" en de woorden "of opvangverlof;".

Art. 19.In artikel 187, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/09/2022 pub. 13/10/2022 numac 2022042245 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/09/2022 pub. 28/11/2022 numac 2022042265 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit sluiten, worden de woorden "de bevalling van de echtgenote of van de samenwonende partner van de ambtenaar, op het ogenblik van de gebeurtenis:" vervangen door de woorden "de geboorte van een kind indien de ambtenaar wordt erkend als de vader van dat kind of gelijkgestelde tweede ouder, om voor dat kind te zorgen:".

Art. 20.Artikel 189 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " § 1. De ambtenaar heeft het recht afwezig te zijn wegens overmacht in verband met dringende familiale redenen in geval van ziekte of ongeval waardoor zijn onmiddellijke aanwezigheid vereist is. § 2. Met een maximum van vijfenveertig werkdagen per kalenderjaar, kan de ambtenaar verlof krijgen wegens: 1° ziekenhuisopname of autonomieverlies van een persoon die met de ambtenaar onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad die niet met de ambtenaar onder hetzelfde dak woont;2° opvang van zijn kinderen en kleinkinderen die niet de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben. Het verlof wordt genomen per volledige of per halve dag. Het wordt toegekend door de functionele chef.

Indien het verlof wegens dwingende familiale redenen tijdens een periode van deeltijdse arbeid genomen wordt, wordt de duur van het verlof in evenredige mate verminderd. § 3. De ambtenaar mag gebruik van flexibele werkregelingen vragen.

De directeur-generaal, de adjunct-directeur- generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst.

Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van de flexibele werkregelingen schriftelijk.

Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst. § 4. De rechten die verworven zijn of zullen worden verworven op de aanvangsdatum van deze verlofperiode blijven behouden tot het einde van deze verlofperiode.

Deze rechten, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of regionale of nationale praktijk, zijn van toepassing na afloop van de periode van verlof.".

Art. 21.Artikel 191 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van het Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 29 oktober 2020, wordt vervangen als volgt: " § 1. Aan de ambtenaar in dienstactiviteit wordt, bij de geboorte of de adoptie van een kind of de plaatsing van een kind in een opvanggezin in het kader van de pleegzorg, vier maanden ouderschapsverlof buiten loopbaanonderbreking toegestaan. § 2. Dit verlof moet genomen worden vóór het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.

Het verlof mag enkel gesplitst worden in maanden en mag enkel genomen worden met volledige dagen.

De ambtenaar kan, in het kader van dit verlof, gebruik van flexibele werkregelingen vragen. § 3. De verlofaanvraag en de aanvraag om flexibele werkregelingen worden ingediend bij de directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde.

Deze moeten de aanvang en het einde van de verlofperiode vermelden.

Deze worden ingediend minstens drie maanden vóór de aanvang van de periode van het verlof. Deze termijn kan in onderling akkoord worden verkort. § 4. De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als van de betrokken dienst.

Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van de flexibele werkregelingen schriftelijk. § 5. Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst . § 6. Aan het einde van dit verlof: a) de rechten die verworven zijn of zullen worden verworven, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of nationale of regionale praktijk, zijn van toepassing;b) heeft de ambtenaar het recht zijn functie opnieuw uit te oefenen of, indien dat onmogelijk is, een gelijkwaardige functie, op voorwaarden die niet minder gunstig zijn voor hem, terug te keren; c) geniet de ambtenaar elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij recht zou hebben gehad indien hij geen verlof had opgenomen.". HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 23.De minister bevoegd voor het openbaar ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 februari 2023.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago van Brussel en biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie van meertaligheid en van het imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met mobiliteit, openbare werken en verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met klimaattransitie, leefmilieu, energie en participatieve democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met werk en beroepsopleiding, digitalisering en de plaatselijke besturen, B. CLERFAYT

^