Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019
gepubliceerd op 17 mei 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de openbare onderzoeken op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019041122
pub.
17/05/2019
prom.
25/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/25/2019041122/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de openbare onderzoeken op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu


Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen (hierna de ordonnantie van 30 november 2017 genoemd), inzonderheid de artikelen 6, 188/7, 188/9, 188/10 en 188/11;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu;

Gelet op het evaluatieverslag betreffende de gelijke kansen, "gelijkekansentest" genoemd, zoals vereist door artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest en door artikel 1, § 1, van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis heeft genomen op 25 april 2019;

Gelet op advies N° 2019-03-27/04 van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgebracht op 27 maart 2019 in toepassing van artikel 4, § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 15 maart 1990 houdende de regeling van de oprichting, de samenstelling en de werking van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat, daar het huidige besluit geen aanzienlijke impact heeft op de ontwikkeling van het Gewest in de betekenis van artikel 7 van het BWRO, zijn ontwerp niet voor advies werd overgelegd aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie; dat het huidige besluit bestaat uit een herschikking van voornoemd besluit van 23 november 1993, wat betreft een reeks procedurele en administratieve aspecten die niet van dien aard zijn dat zij op zich gevolgen hebben voor de gewestelijke ontwikkeling;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 7 maart 2019 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het ontbreken van communicatie van het advies binnen die termijn;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° BWRO: het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, aangenomen bij een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 09/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004031182 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening sluiten en bekrachtigd door een ordonnantie van 13 mei 2004;2° Vergunning: de stedenbouwkundige vergunningen, de verkavelingsvergunningen en de milieuvergunningen;3° Attest: de stedenbouwkundige attesten, de stedenbouwkundige attesten met het oog op verkaveling en de milieuattesten;4° Overlegcommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 9 van het BWRO;5° Infrastructuurwerken: het aanleggen, wijzigen, verbouwen of afschaffen van wegen, bruggen, tunnels, parkeerruimten op het openbaar domein, spoorwegen, metro, hydraulische werken, rioleringen, kanalen, havens, geluidswerende inrichtingen en van de leidingen en installaties voor energie- en grondstoffenvervoer en voor telecommunicatie; 6° Inrichtingen van klasse I.A., I.B.: de inrichtingen bedoeld door de ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IA bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en de inrichtingen van klasse I.B. bedoeld in de bijlage bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle openbare onderzoeken

Art. 2.§ 1. Het openbaar onderzoek wordt aangekondigd ten laatste de derde dag vóór de datum van de opening van het onderzoek en tijdens de hele duur ervan. § 2. Het gemeentebestuur hangt aan het gemeentehuis een bericht van onderzoek uit dat overeenkomt met het model onder de bij dit besluit gevoegde bijlagen dat van toepassing is op het georganiseerde onderzoek. Het bericht van onderzoek wordt in het zwart gedrukt op een rood vel papier in DIN A3-formaat. De gebruikte letterpolis bedraagt minimaal 14 didotpunten.

Het gemeentebestuur publiceert dit bericht van onderzoek ook op de website van de gemeente. § 3. In de gevallen bedoeld in de artikelen 10 en 12 wordt overgegaan tot de aanplakking van bijkomende berichten van onderzoek die in het zwart op rood papier van DIN A3-formaat gedrukt worden. De gebruikte letterpolis voor de berichten van onderzoek bedraagt ten minste 14 didotpunten. Deze berichten van onderzoek worden aangebracht op een hoogte van 1,50 meter, indien nodig op een schutting of op een paal met paneel zodat ze gemakkelijk kunnen worden gelezen.

Art. 3.Tijdens de hele duur van het onderzoek kan het volledig dossier dat er het voorwerp van is bij het gemeentebestuur geraadpleegd worden door eender wie en dit elke dag dat de dienst voor het publiek toegankelijk is, tussen 09.00 en 12.00 uur en ten minste één dag van de week, na afspraak, 's avonds, tot 20.00 uur.

Art. 4.§ 1. Ten minste een halve dag per week kan iedereen technische uitleg krijgen over het dossier dat het voorwerp is van een onderzoek.

De technische uitleg wordt 's avonds alleen op afspraak gegeven.

Art. 5.Ten minste een halve dag per week moet iedereen mondeling opmerkingen en bezwaren kunnen maken ten overstaan van het personeel van het gemeentebestuur bij wie het dossier kan worden geraadpleegd dat het voorwerp is van het openbaar onderzoek.

Een lid van dit personeel schrijft deze opmerkingen en klachten over, nodigt hun auteur uit om het origineel van deze transcriptie te ondertekenen en overhandigt hem onmiddellijk een gratis kopie daarvan.

Art. 6.Wanneer het dossier dat het voorwerp is van het onderzoek het advies van de overlegcommissie vereist, kan iedereen, binnen de termijn van het openbaar onderzoek, vragen om door bedoelde commissie gehoord te worden.

Art. 7.Alle tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde opmerkingen en bezwaren worden bij het proces-verbaal van afsluiting van het onderzoek gevoegd dat wordt opgemaakt overeenkomstig het in de bijlage 3 bijgevoegde model. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen Afdeling I. - Openbare onderzoeken betreffende de plannen en

stedenbouwkundige verordeningen

Art. 8.Wanneer het gaat om een gewestelijk ontwikkelingsplan, een gewestelijk bestemmingsplan of een gewestelijke stedenbouwkundige verordening dat/die van toepassing is op het volledige grondgebied van het gewest, gebeurt de aankondiging van het openbaar onderzoek op de radio met een mededeling die vier keer uitgezonden wordt tijdens de radioprogramma's van de Radio-Télévision Belge de la Communauté française en de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie op een manier die het mogelijk maakt om een zo groot mogelijk publiek te bereiken, de eerste keer ten laatste de derde dag voor de eerste dag van het onderzoek en de laatste keer ten laatste 8 dagen voor de laatste dag van het onderzoek.

Art. 9.Wanneer het gaat om een gewestelijk ontwikkelingsplan, een gewestelijk bestemmingsplan, een richtplan van aanleg, een gemeentelijk ontwikkelingsplan of een gewestelijke stedenbouwkundige verordening, dan verschijnt het in de bijlage 1 bijgevoegde bericht ten laatste op de derde dag voor de eerste dag van het openbaar onderzoek in het Belgisch Staatsblad en in ten minste twee Franstalige en ten minste twee Nederlandstalige kranten die in het gewest worden verspreid.

Art. 10.§ 1. Wanneer het gaat om een gemeentelijk ontwikkelingsplan, een bijzonder bestemmingsplan of een stedenbouwkundige verordening dat/die niet beoogd wordt door artikel 8, een richtplan van aanleg of een onteigeningsplan, wordt overgegaan tot de bijkomende aanplakking zoals bedoeld in artikel 2, § 3, met behulp van een bericht dat met het model van bijlage 1 overeenkomt, en dat op een voldoende aantal plaatsen: 1° op het grondgebied waarop het plan of de verordening betrekking heeft, behalve in het in 2° bedoelde geval;2° aan de grens van de in het onteigeningsplan bedoelde goederen. § 2. Het bericht van onderzoek wordt aangeplakt door: 1° het gemeentebestuur: a) op eigen initiatief, voor een gemeentelijk ontwikkelingsplan, een bijzonder bestemmingsplan of een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;b) op vraag van de regering, voor een gezoneerde gewestelijke stedenbouwkundige verordening;c) op vraag van de onteigenende overheid, voor een onteigeningsplan.2° het gewestbestuur, op vraag van de regering, in het kader van een ontwerp van richtplan van aanleg. Afdeling II. - Openbare onderzoeken betreffende aanvragen om

vergunningen en attesten

Art. 11.Het openbaar onderzoek duurt: 1° dertig dagen wanneer het gaat om een aanvraag om vergunning die of attest dat voldoet aan ten minste een van de volgende voorwaarden: a) onderworpen zijn aan de voorafgaande milieueffectenbeoordeling;b) betrekking hebben op de aanleg of wijziging van verbindingswegen;2° vijftien dagen in de andere gevallen.

Art. 12.§ 1. Er wordt overgegaan tot de bijkomende aanplakking zoals bedoeld in artikel 2, § 3, door middel van een bericht dat overeenkomt met het model in bijlage 2, op de volgende plaatsen: 1° aan de bestaande of toekomstige toegangen van het betrokken goed, op de grens van het goed met de openbare weg hetzij, wanneer het betrokken goed geen toegangen heeft, op de muren en gevels ervan langs de openbare weg;2° bovendien, op honderd meter aan weerszijden van het betrokken goed langs de openbare weg, of aan de eerste kruispunten aan weerszijden van het goed, indien die kruispunten zich op minder dan 100 meter bevinden;3° bij afwijking van of in aanvulling op de punten 1° en 2°, wanneer het gaat om een aanvraag om vergunning of om attest betreffende, uitsluitend of inzonderheid, infrastructuurwerken, wordt het bericht op ten minste vier plaatsen van het betrokken of het meest nabije infrastructuurgedeelte aangeplakt.Indien de handelingen en werken betrekking hebben op een weggedeelte van meer dan 100 meter lang of op meerdere weggedeelten, dan moet de aanplakking naargelang het geval iedere 100 meter of op elk weggedeelte aangeplakt worden.

Ter aanvulling van het vorige lid, wanneer het onderzoek betrekking heeft op een aanvraag om verkavelingsvergunning of om stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling, moet er naast het bericht van onderzoek een plan worden aangeplakt dat het tracé, de breedte en het profiel van de te leggen of verlengen verbindingswegen, de perceelsindeling en de meest nabije openbare wegen weergeeft. § 2. Het bericht van onderzoek en, desgevallend, het plan zoals bedoeld in § 1 worden aangeplakt door: 1° de aanvrager van een vergunning of attest in het geval zoals bedoeld in artikel 197/5 van het BWRO;2° het gemeentebestuur in alle andere gevallen.

Art. 13.De aanvrager uploadt de documenten van zijn aanvraag op het digitale platform dat ter beschikking wordt gesteld door het gewestbestuur bevoegd voor stedenbouw.

Ze kunnen er door iedereen geraadpleegd worden tijdens het openbaar onderzoek. Afdeling III. - Axonometrie

Art. 14.§ 1. Onder axonometrie zoals vereist door artikel 6, 6°, van het BWRO dient te worden verstaan: 1° de voorstelling, vanuit drie verschillende invalshoeken, van de drie orthogonale dimensies van het bouw- of uitbreidingsontwerp waardoor het ontwerp en de invloed ervan op de omliggende bouwwerken beter begrepen kunnen worden;2° of eender welk gelijkwaardig systeem van grafische voorstelling. Ze stelt het gedetailleerde ontwerp voor en met name zijn volumetrie en de gevelopeningen, alsook de volumetrie van de mandelige gebouwen.

Bij gebreke aan een mandelig gebouw bestaat de axonometrie uit de omheiningen van het bouwwerk van de aanvrager.

Ze wordt in zwarte inkt gedrukt op wit papier van DIN A3-formaat. § 2. De axonometrie wordt aangeplakt op de plaatsen zoals bedoeld in artikel 12, naast het in dit artikel bedoelde bericht. HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 15.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu wordt opgeheven.

Art. 16.Het lid van de regering bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als de bepalingen tot wijziging van titel I van het BWRO zoals opgenomen in de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen.

Het is van toepassing op openbare onderzoeken waarvoor de aanplakking vanaf die datum plaatsvindt, met uitzondering van artikel 11, dat van toepassing is op de vanaf die datum ingediende vergunnings- en attestaanvragen.

Brussel, 25 april 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 betreffende de openbare onderzoeken op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenzaken, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT

^