gepubliceerd op 18 augustus 2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2017 betreffende de voorwaarden waaraan het niet-commercieel vervoer van landbouwhuisdieren moet voldoen
13 JULI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2017 betreffende de voorwaarden waaraan het niet-commercieel vervoer van landbouwhuisdieren moet voldoen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid artikel 13 § 1, lid 5;
Gelet op het advies 61.618/3 van de Raad van State, gegeven op 30 juni 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de minister bevoegd voor het dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities 1° "vervoer" : de verplaatsing van dieren met behulp van een of meer vervoermiddelen en de daarmee samenhangende activiteiten, zoals laden, lossen, overladen en rusten, tot aan het moment waarop alle dieren op de plaats van bestemming zijn uitgeladen;2° "landbouwhuisdieren" : schapen, geiten, gekweekt wild, varkens, paarden en runderen;3° "beslagnummer" : het nummer dat toegekend wordt door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen wanneer men zich als houder van landbouwhuisdieren registreert.4° "verplaatsingsdocumenten" : de documenten met de gegevens van de vervoerder en de vervoerde dieren.
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op het vervoer van landbouwhuisdieren dat niet valt onder het toepassingsgebied van verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van verordening (EG) nr. 1255/97.
Art. 3.Het vervoer van landbouwhuisdieren is enkel toegestaan onder voorwaarde van het beschikken over een beslagnummer en de verplaatsingsdocumenten.
Art. 4.Inbreuken op artikel 3 worden bestraft overeenkomstig artikel 36, 1e alinea, lid 3 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.
Art. 5.De minister bevoegd voor dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 juli 2017.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek, Openbare Netheid, Vuilnisophaling en -verwerking en Gemeentelijke sportinfrastructuur, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met het Dierenwelzijn, P. SMET