Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2008
gepubliceerd op 28 maart 2008

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de sociale verhuurkantoren

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2008031100
pub.
28/03/2008
prom.
28/02/2008
ELI
eli/besluit/2008/02/28/2008031100/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de sociale verhuurkantoren


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op artikel 8, 1ste lid van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, in het bijzonder artikel 88 § 2 lid 1, 3 en 4, 90 § 1, 92, 3°, 94§ 2, 96 en 123;

Gelet op het besluit van 19 november 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot organisatie van de sociale woningbureaus, gewijzigd bij het besluit van 4 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 3 juli 2007;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting gegeven op 14 en 21 september 2007;

Gelet op het advies 43.995/3 van de Raad van State gegeven op 22 januari met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van de Minister bevoegd voor Huisvesting, Na beraadslaging, HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient men te verstaan onder : 1. Code : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;2. Minister : de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting;3. Transitwoning : de transitwoning zoals bepaald in artikel 93, § 3, 5° van de Code;4. Samenwerkingsakkoord : het samenwerkingsakkoord bedoeld in artikel 92, 3 ° van de Code. HOOFDSTUK II. - Erkenning

Art. 2.§ 1. De erkenning als sociaal verhuurkantoor bedoeld in artikel 92 van de Code, wordt verleend door de Minister. § 2. De aanvraag tot erkenning wordt aan de Minister per aangetekend schrijven en vergezeld van de volgende documenten toegestuurd : 1° de laatste versie van de statuten die in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werden;2° de lijst met de namen van de bestuurders en van de vaste leden die bij de griffie van de rechtbank van koophandel werd ingediend;3° in voorkomend geval, het activiteitenverslag en de rekeningen en de balans van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de erkenning wordt aangevraagd;4° in voorkomend geval, de lijst van de door de vereniging beheerde woningen;5° de nagestreefde doelstellingen van de vereniging voor de periode waarvoor de erkenning wordt aangevraagd met inzonderheid vermelding van het geografische grondgebied waarop zij het overgrote deel van haar activiteiten wenst te ontwikkelen;6° de toewijzingswijze van de woningen;7° de wijze waarop de inschrijvingsregisters worden opgemaakt en bijgehouden;8° de begrotingsraming;9° de berekeningswijze voor de door de huurders gestorte huurprijs;10° de berekeningswijze van de huurprijs die gestort wordt aan de houders van de zakelijke rechten waardoor gewaarborgd wordt dat deze huurprijs conform is aan de bepalingen van artikel 89, § 3, van de Code;11° het bestaan van of het gebrek aan een quota van transitwoningen waarvan de toewijzing geregeld wordt in afwijking van 6° en 7° en de omvang van de quota's;12° een origineel exemplaar van het samenwerkingsakkoord met de gemeente of het OCMW;13° in voorkomend geval, de lijst met de personeelsleden van de vereniging met vermelding van de uitgevoerde taken. De Minister kan de vermeldingen en de ter ondersteuning van de aanvraag te leveren documenten preciseren en aanvullen.

Indien de aanvraag om erkenning onvolledig is, licht de Minister de vereniging hierover in binnen de drie maanden. In dit geval kan de in § 3 voorziene termijn verlengd worden tot wanneer de ontbrekende documenten ontvangen worden en dit voor een maximale periode van drie maanden. § 3. De Minister betekent de toekenning of de weigering van de erkenning binnen de drie maanden na ontvangst van de aanvraag. Bij gebrek aan een antwoord binnen deze termijn wordt de erkenning geacht goedgekeurd te zijn.

De erkenning wordt door de Minister toegekend in de vorm van een ministerieel besluit waarvan een eensluidend afschrift aan de vereniging toegestuurd wordt.

De erkenning wordt toegekend voor minimum een en maximum vijf jaar en is hernieuwbaar. Ze kan toegekend worden voor een proefperiode van maximum achttien maanden.

Het toekennen van een erkenning voor een proefperiode of de weigering van erkenning kunnen het voorwerp uitmaken van een beroep bij de Regering volgens de in artikel 20 bepaalde nadere regels. § 4. De aanvraag om erkenning van een sociaal verhuurkantoor dat nooit erkend werd op datum van de inwerkingtreding van dit besluit kan slechts betrekking hebben op een sociaal verhuurkantoor dat door een gemeente werd opgericht of dat op zijn minst een samenwerkingsakkoord heeft afgesloten met die Gemeente of met het OCMW van het grondgebied waarop zijn maatschappelijke zetel gevestigd is.

Art. 3.§ 1. Het samenwerkingsakkoord wordt gesloten voor een periode van minstens een en maximum vijf jaar. Het kan hernieuwd worden. § 2. Het samenwerkingsakkoord heeft inzonderheid betrekking op het toezicht door de gemeente of het OCMW op de overeenstemming van de regels die door het sociaal verhuurkantoor op grond van artikel 2, § 2, 6° tot 10° van dit besluit aangenomen werden met het maatschappelijk doel en de vastgelegde doelstellingen.

Het akkoord verduidelijkt de respectievelijke inbreng van de gemeente of van het OCMW en van het sociaal verhuurkantoor : 1° de door de gemeente of het OCMW verleende steun, inzonderheid in de vorm van de terbeschikkingstelling van woningen of subsidies of de aanstelling van personeel en de nadere regels ervan, 2° de samenwerkingswijze tussen het sociaal verhuurkantoor en de gemeente of het OCMW, inzonderheid de regels van toewijzing voor een deel van de door het sociaal verhuurkantoor beheerde woningen aan een doelgroep die door de gemeente of het OCMW en door het sociaal verhuurkantoor gezamenlijk bepaald wordt. Het geheel van de inbreng aan woningen waarvan de gemeenten en de OCMW's, volledig of ten dele, eigenaars of houders van zakelijke rechten zijn, mag niet groter zijn dan twintig woningen per sociaal verhuurkantoor indien het minder dan honderd woningen beheert en niet meer dan 20 % van zijn woningenbestand als het meer dan honderd woningen beheert.

Deze woningen dienen op het moment van de inbreng, te voldoen aan de in artikel 6 van dit besluit bedoelde normen.

In de gevallen waarbij het samenwerkingsakkoord zich beperkt tot het toezicht op het maatschappelijk doel zonder materiële inbreng wordt dit in het samenwerkingsakkoord zelf vastgelegd. § 3. De overeenstemming tussen het samenwerkingsakkoord en de werkelijke situatie van de door het sociaal verhuurkantoor beheerde woningen zal om de vijf jaar worden geverifieerd. § 4. Het voorstel van samenwerkingsakkoord wordt door het sociaal verhuurkantoor aan de gemeente of het OCMW per aangetekend schrijven toegestuurd.

De gemeente of het OCMW betekent de aanvaarding of de weigering van dit akkoord binnen de drie maanden. HOOFDSTUK III. - Huurovereenkomsten tussen de huurders en het sociaal verhuurkantoor of de houders van zakelijke rechten

Art. 4.§ 1. De huurovereenkomst die tussen de houder van het zakelijk recht en het sociaal verhuurkantoor afgesloten wordt, dient overeen te stemmen met de huurovereenkomst vervat in bijlage I van dit besluit.

De overeenkomst van het mandaat van beheer voor een woning of een gebouw, die tussen de houder van het zakelijk recht en het sociaal verhuurkantoor afgesloten wordt, dient overeen te stemmen met de overeenkomst vervat in bijlage II van dit besluit.

De huurovereenkomst en de bewoningsovereenkomst van een transitwoning die het sociaal verhuurkantoor bindt aan zijn huurder, of deze laatste met de houder van zakelijke rechten in het geval een woning aan het sociaal verhuurkantoor werd toevertrouwd in het kader van een mandaat van beheer conform bijlage II, vermelden respectievelijk de in de overeenkomsten vervat in de bijlagen III, IV en V van het besluit voorziene bepalingen. § 2. Elke aanvullende bepaling die strijdig is met de bepalingen van deze modelovereenkomsten sluit de woning in kwestie uit van het toepassingsveld van dit besluit.

Art. 5.Indien de door het sociaal verhuurkantoor in beheer genomen of gehuurde woning bewoond is op het ogenblik dat ze aan de vereniging wordt toevertrouwd, zal de huurovereenkomst met de huurder aangepast worden teneinde in overeenstemming te zijn met de bepalingen van artikel 4 van dit besluit, ten laatste op de eerste vervaldatum van de lopende huurovereenkomst of in het geval van een huurovereenkomst van negen jaar, op het einde van de lopende periode van drie jaar. HOOFDSTUK IV. - Gezondheidsnormen van de woningen

Art. 6.Voor de toepassing van dit besluit worden de woningen enkel in aanmerking genomen indien ze beantwoorden aan de normen van het besluit van 4 september 2003 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de elementaire verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen en aan de normen van het ministerieel besluit van 30 juni 2005 tot bepaling van de kwaliteitsnormen van woningen voor de toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 december 2004 tot instelling van een verhuis- en installatietoelage en een bijdrage in het huurgeld. HOOFDSTUK V. - Deelname van de huurders in de beheerskosten

Art. 7.Overeenkomstig artikel 90, § 1, van de Code mogen de beheerskosten voor gezinnen met een inkomen dat tot 50 % hoger ligt dan het toelatingsinkomen tot de sociale woning niet meer bedragen dan 10 % van het huurgeld dat aan de houder van het zakelijk recht wordt gestort.

Art. 8.Voor de huurders die met een overmatige schuldenlast te kampen hebben, worden deze percentages toegepast op basis van de werkelijke bestaansmiddelen die vastgesteld worden in overeenstemming met een op grond van de ordonnantie van 7 november 1996 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, erkende instelling. In alle gevallen mogen de inkomens van deze personen, zoals bepaald in j artikel 93,§ 3, 3°, van de Code, niet meer belopen dan het dubbele van de maximumbedragen bepaald in artikel 93,§ 1, van de Code. HOOFDSTUK VI. - Subsidies

Art. 9.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Regering met toepassing van artikel 91 van de Code, subsidies toekennen aan de erkende sociale verhuurkantoren.

Art. 10.§ 1. De aanvragen om subsidiëring worden aan de Minister per aangetekend schrijven toegestuurd uiterlijk 31 oktober van het jaar dat het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend, voorafgaat.

De aanvragen zijn vergezeld van de volgende documenten : 1° de balansen en jaarrekeningen van het laatste boekjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend;2° de begrotingsraming;3° de lijst met de woningen van het sociaal verhuurkantoor vastgesteld op 30 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend en wordt opgemaakt volgens het model vervat in bijlage VI van dit besluit;deze lijst zal tevens via een geïnformatiseerde drager worden doorgestuurd die verenigbaar is met de gewone software; 4° een document dat in voorkomend geval toelichting verstrekt bij de wijzigingen die zich hebben voorgedaan tijdens het laatste boekjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend op het vlak van de toewijzingsregels van de woningen, van het opmaken en het bijhouden van de inschrijvingsregisters, van de berekeningswijze van de huur gestort door de huurders, van de berekeningswijze van de huur gestort aan de houders van zakelijke rechten en de lijst met het personeel en met de taken die het verricht. De Minister kan de vermeldingen en de ter ondersteuring van de aanvraag te leveren documenten verduidelijken en aanvullen.

Indien de subsidieaanvraag onvolledig is, licht de Minister de vereniging hierover in binnen de maand. In dit geval wordt de in § 2 bepaalde termijn opgeschort zolang de ontbrekende documenten niet ontvangen worden. § 2. De Minister betekent of de erkenning toegekend of geweigerd werd binnen de drie maanden na ontvangst van de aanvraag. Bij gebrek aan een antwoord binnen deze termijn wordt de subsidie geacht geweigerd te zijn.

De weigering kan het voorwerp uitmaken van een beroep volgens de in artikel 20 van dit besluit vastgelegde regels. § 3. De subsidie wordt in drie schijven uitbetaald : - een eerste schijf van 60 % op grond van een schuldvordering en de begrotingsraming die ingediend kan worden zodra de toekenning van de subsidie betekend wordt; - een tweede schijf van 30 % op grond van een schuldvordering vergezeld van een inkomensbewijs voor de huurders waarvan het inkomen lager is dan het toelatingsinkomen tot de sociale woning, en tevens een financieel verslag opgemaakt op grond van het in bijlage VII van dit besluit opgenomen model. Deze schijf kan worden ingevoerd vanaf 1 april van het jaar van de periode waarvoor de subsidie wordt toegekend en zal worden verminderd ten belope van de ontbrekende bewijzen; - een derde schijf van 10 % in de loop van het eerste semester van het jaar volgend op de periode waarvoor de subsidie wordt toegekend, eventueel vermeerderd met het bedrag voortvloeiend uit de ontbrekende inkomensbewijzen tijdens de betaling van de tweede schijf, op grond van een schuldvordering vergezeld van de rekeningen en de balans van het boekjaar waarvoor de subsidie wordt toegekend alsook een financieel verslag en een activiteitenverslag en een financieel verslag opgemaakt op grond van het in bijlage VII van dit besluit opgenomen model.

Art. 11.Voor de sociale verhuurkantoren die over minder dan twintig woningen beschikken op het ogenblik dat ze hun aanvraag indienen, wordt de subsidie forfaitair vastgesteld op 42. 150 EUR voor een periode van twaalf maanden.

Voor de berekening van het aantal woningen worden de woningen met vier slaapkamers of meer beschouwd als twee woningen.

Deze subsidie kan slechts een maal hernieuwd worden, voor maximum zes maanden en voor een maximumbedrag van 21.100 EUR. Indien het betoelaagde sociaal verhuurkantoor over minder dan twintig woningen beschikt op het einde van de periode van twaalf maanden of na de verlenging van deze periode, kan het geen subsidies meer verkrijgen gedurende een periode van vijf jaar, tenzij het kantoor vóór het verstrijken van deze periode over een huurcapaciteit beschikt van twintig woningen.

Indien het sociaal verhuurkantoor over minstens twintig woningen beschikt, wordt de subsidie overeenkomstig artikel 12 van dit besluit berekend.

Art. 12.§ 1. Voor de sociale verhuurkantoren die over minstens twintig woningen beschikken op datum van de indiening van hun aanvraag omvat de jaarlijkse subsidie een forfaitair bedrag en een variabel deel. § 2. Het forfaitaire deel bedraagt 42.150 EUR tot vijftig woningen.

Indien dit aantal overschreden wordt, kan dit bedrag verhoogd worden met 17.400 EUR voor elke aangebroken bijkomende schijf van vijftig woningen mits de voorafgaandelijke goedkeuring van de Regering en het bedrag van 163.950 EUR niet wordt overschreden.

Voor de berekening van het aantal woningen dat in aanmerking komt, worden woningen met vier kamers of meer beschouwd als twee woningen. § 3. Het variabele deel is vastgelegd op : 1. 500 EUR per woning.2. 450 EUR per woning voor de woningen met vier kamers of meer; 3. 1.240 EUR per nieuwe woning die door het sociaal verhuurkantoor in beheer genomen of gehuurd worden in de loop van de twaalf maanden voorafgaand aan de datum waarop de subsidieaanvraag wordt ingediend; 4. 450 EUR per transitwoning die niet meer dan 20 % van alle door het sociaal verhuurkantoor beheerde woningen mogen uitmaken;5. volgende bedragen voor de woningen die na 1 oktober 2006 door het sociaal verhuurkantoor in beheer genomen of gehuurd worden en die bewoond worden door huurders waarvan het inkomen lager is dan het toelatingsinkomen tot de sociale woning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 6.volgende bedragen voor de woningen die voor 1 oktober 2006 door het sociaal verhuurkantoor in beheer genomen of gehuurd worden en die bewoond worden door huurders waarvan het inkomen lager is dan het toelatingsinkomen tot de sociale woning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. De in § 3, 4° en 5° bedoelde inkomens worden bepaald op grond van een attest van het OCMW, van een uitbetalingsinstelling voor de werkloosheidsuitkering, van het Fonds voor Arbeidsongevallen of een verzekeringsonderneming met vaste premie of een gemeenschappelijke verzekeringskas erkend overeenkomstig de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, van het Fonds voor Beroepsziekten, van de Nationale Dienst voor Pensioenen of van de instelling die een overheidspensioen uitbetaalt, van de jaarlijkse afrekening of de loonfiches afkomstig van de werkgever van de huurders of van een uitbetalingsinstelling voor vervangingsuitkeringen bij gebrek aan enig ander inkomen.

Art. 13.§ 1. De overeenkomstig artikel 12 berekende bedragen worden slechts toegekend voor woningen die niet bewoond zijn op het moment van het afsluiten van de huurovereenkomst of van het mandaat van beheer tussen het sociaal verhuurkantoor en de eigenaar of de houder van zakelijke rechten of voor woningen die bewoond zijn bij het afsluiten van de voormelde overeenkomsten op voorwaarde dat de huurder zou kunnen genieten van een huurprijs die is vastgesteld op grond van de onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Wanneer echter een huurder waarvan het inkomen lager is dan het toelatingsinkomen tot de sociale woning, na twee ingebrekestellingen per aangetekend schrijven nog steeds weigert inkomstenbewijzen in te leveren, kan het SVK hem, vanaf de eerste maand volgend op dit schrijven, de huurprijs opleggen die betaald wordt door de huurders waarvan de inkomsten hoger zijn dan het toelatingsinkomen tot de sociale woning.

De huurprijs zal niettemin verplicht herberekend en verlaagd worden vanaf de eerste maand volgend op de indiening door de bewuste huurder, van de gevraagde documenten.

Art. 14.§ 1. Overeenkomstig artikel 91, § 2, 1° van de Code draagt het sociaal verhuurkantoor bij in de huur of in de vergoeding in geval van een mandaat van beheer ten belope van de volgende maximumbedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Indien de huur of de vergoeding waarover het sociaal verhuurkantoor en de houder van zakelijke rechten zijn overeengekomen hoger is dan het bedrag vermeld in artikel 13, is het sociaal verhuurkantoor verplicht tot een tegemoetkoming in deze huur ten bedrage van het in § 1 van dit artikel bepaalde verschil tussen de werkelijk aan de houder van zakelijke rechten betaalde huur en het bedrag vermeld in artikel 13.

Het sociaal verhuurkantoor kan evenwel tegemoetkomen in de huur of de vergoeding voor een groter bedrag dan de verschillen waarover hoger sprake, de door de huurder betaalde huurprijs mag echter nooit minder bedragen dan 50 % van het maximale huurbedrag vervat in artikel 13.

De huur of de vergoeding waarover met de houder van zakelijke rechten overeengekomen is, dient verplicht lager dan of gelijk te zijn aan de bedragen bepaald in § 1 van dit besluit.

Art. 15.Ingeval de periode waarvoor de subsidie wordt toegekend niet overeenstemt met een kalenderjaar worden de in artikel 12 bedoelde bedragen berekend naar rato van het aantal maanden waarvoor de subsidie wordt toegekend.

Art. 16.Het sociaal verhuurkantoor moet een huurcapaciteit van vijftig woningen bereiken binnen een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de eerste erkenning toegekend aan het sociaal verhuurkantoor.

Indien dit niet het geval is, kan het sociaal verhuurkantoor geen subsidies meer verkrijgen gedurende een periode van vijf jaar, tenzij het vóór het verstrijken van deze periode, de huurcapaciteit van vijftig woningen bereikt.

Art. 17.§ 1. De op grond van artikel 12 toegekende subsidies werden aangewend voor de posten bedoeld in artikel 91 van de Code, de verdeling ervan staat vermeld in de rekeningen en de balans van het sociaal verhuurkantoor. § 2. Wat de werken bedoeld in artikel 91, § 1, 1°, van de Code betreft, kunnen enkel de opknappingswerken betoelaagd worden die het gevolg zijn van normale huurslijtage voor een bedrag van ten hoogste 1.967,67 EUR, excl. BTW, per woning. § 3.De werken die het voorwerp kunnen uitmaken van een aanvraag voor een renovatiepremie overeenkomstig het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juni 2002 betreffende de toekenning van premies voor de renovatie van de woning kunnen noch volledig noch gedeeltelijk gefinancierd worden met de subsidies die in het kader van dit besluit werden toegekend.

Art. 18.De bedragen vermeld in de artikelen 12, 13 en 14 van dit besluit worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd met toepassing van de volgende indexeringsformule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het te indexeren basisbedrag vermenigvuldigd met de prijsindex voor de maand augustus van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de herziening gedeeld door de prijsindex voor augustus 2007. HOOFDSTUK VII. - Intrekking van de erkenning, beroepen, toezicht, sancties

Art. 19.§ 1.De Minister kan de erkenning van een sociaal verhuurkantoor intrekken of opschorten wanneer het de bepalingen van de Code of die van dit besluit niet meer in acht neemt of wanneer het in artikel 3 van dit besluit bedoelde samenwerkingsakkoord door één van de twee partijen wordt opgezegd De Minister kan de erkenning intrekken of opschorten wanneer de activiteiten van het sociaal verhuurkantoor niet meer overeenstemmen met het door de wetgever bepaalde maatschappelijk doel.

De intrekking of de opschorting van de erkenning wordt per aangetekend schrijven aan het sociaal verhuurkantoor betekend mits een opzeg van minstens drie maanden. § 2. Het sociaal verhuurkantoor dat het voorwerp uitmaakt van een beslissing tot intrekking van een erkenning beschikt over een periode van zes maanden om de woningen waarover het sociaal verhuurkantoor het beheer heeft of huurt, over te dragen aan andere sociale verhuurkantoren.

Het sociaal verhuurkantoor wordt tijdens de volledige periode van de eigendomsoverdracht bijgestaan door het in artikel 22 bedoelde begeleidingscomité.

Tijdens de volledige periode van eigendomsoverdracht krijgt het sociaal verhuurkantoor een subsidie die maandelijks berekend wordt in functie van het aantal nog niet overgedragen eigendommen.

Art. 20.De weigering, de opschorting, de intrekking of de erkenning voor een proefperiode of de weigering van een subsidie kunnen het voorwerp van een beroep bij de Regering uitmaken.

Dit met redenen omkleed beroep wordt aan de Minister per aangetekend schrijven binnen de drie maanden na de betekening van de betwiste beslissing toegezonden.

Het beroep dat ingediend wordt tegen de intrekking van een erkenning is opschortend zolang de Regering geen uitspraak heeft gedaan.

De Regering betekent haar beslissing aan de vereniging binnen de drie maanden na ontvangst van het beroep. Bij gebrek aan een antwoord binnen deze termijn wordt het beroep betreffende een weigering of een intrekking van erkenning geacht goedgekeurd te zijn; het beroep betreffende een weigering van subsidie wordt geacht verworpen te zijn.

Art. 21.Het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is ertoe gemachtigd om de toepassingsregels van dit besluit te controleren. In dit kader kan het inzonderheid, de inachtneming van de in artikel 6 van dit besluit bedoelde gezondheidsnormen door een inspectie van de woningen laten controleren. Het kan eveneens een afschrift opeisen van de huurovereenkomsten tussen de huurders en het sociaal verhuurkantoor of de houder van zakelijke rechten, en de andere stukken bedoeld in artikel 12, § 4 die bewijzen dat de inkomens van de huurders met de bepalingen van de Code en van dit besluit overeenkomen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 22.Een begeleidingscomité is belast met het opvolgen van de evolutie van de sociale verhuurkantoren en met het uitbrengen van een jaarlijks verslag aan de Minister.

Dit comité is samengesteld uit : 1° een afgevaardigde van de Minister die het comité voorzit;2° een vertegenwoordiger van elk erkend sociaal verhuurkantoor;3° een vertegenwoordiger van elke gemeente of elke OCMW die een samenwerkingsakkoord met een of meerdere sociale verhuurkantoren gesloten hebben;4° een vertegenwoordiger van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;5° een vertegenwoordiger van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. De leden van dit comité worden aangeduid door de Minister; wat de in 2° en 3° bedoelde leden betreft, geschiedt deze aanduiding op grond van een voorstel uitgewerkt door de betrokken instellingen.Hun mandaat is geldig voor een jaar en tevens hernieuwbaar.

Het Comité kan zich laten bijstaan door externe deskundigen.

Het Comité vergadert jaarlijks minstens een maal. HOOFDSTUK IX. - Opheffings-en wijzigingsbepalingen

Art. 23.Het besluit van 19 november 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zoals gewijzigd door het besluit van 4 juli 2002, tot organisatie van de sociale woningbureaus is opgeheven;

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 25.De Minister-President die bevoegd is voor Huisvesting en Mevr. de Staatssecretaris die aan hem werd toegevoegd, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, op 28 februari 2008.

Voor de Regering : Ch. PICQUE, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering G. VANHENGEL, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica.

F. DUPUIS, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Huisvesting en Stedenbouw

Art. N1. Bijlage I. - HUUROVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden : . . . . . . . . . . enerzijds Adres : . . . . . . . . . . (woonplaats of maatschappelijke zetel) Eigenaar van het hierna aangeduide gebouw. hierna "de verhuurder" genoemd en, anderzijds, De vereniging zonder winstoogmerk . . . . . . . . . . waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is . . . . . . . . . . waarvan de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van . . . . . . . . . . . . . . ., nr . . . . ., bekendgemaakt werden en erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op . . . . . hierna "de huurder" genoemd.

PREAMBULE Overwegende dat de huurder, als sociaal verhuurkantoor, tot doel heeft woningen te huren als hoofdhuurder en deze woningen in onderhuur te geven aan minderbedeelden of aan personen die in een sociaal moeilijke toestand verkeren;

Dat de huurder de verhuurder zekerheid geeft inzake de huurwaarborg, de betaling van de juiste huurprijs en de herstelling van het goed in de oorspronkelijke staat op het einde van de huurovereenkomst, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom;

Overwegende dat de huurder de woning onderverhuurt aan een onderhuurder die beantwoordt aan een profiel van vastgestelde maximale inkomens en dat hij indien nodig in de organisatie van sociale begeleiding voorziet;

Overwegende dat de verhuurder kennis heeft genomen van de door de huurder nagestreefde doelen en van de aangewende middelen om deze te bereiken;

Dat deze overeenkomst deel uitmaakt van een project dat de huurder in staat stelt zijn maatschappelijk doel te bereiken, terwijl de verhuurder zijn goed in alle financiële zekerheid rendabel kan maken;

Overwegende dat de partijen bij de vaststelling van de huurprijs uitdrukkelijk rekening hebben gehouden met de waarborgen die de verhuurder zal genieten zoals hierboven bepaald alsook met de specifieke kenmerken van het verhuurde goed (voorwaarden van vraag en aanbod, ligging van het goed, omgeving, enz.).

Overwegende dat, mocht de erkenning van de huurder worden ingetrokken door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de in deze overeenkomst bedoelde woning(en) kan/kunnen worden overgedragen aan een ander erkend SVK, opdat dit het huurbeheer ervan zou voortzetten.

IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : 1. Voorwerp van de overeenkomst. De verhuurder verhuurt aan de huurder die aanvaardt het gebouw/deel van het gebouw/appartement (........ verdieping) gelegen te . . . . . en bestaande uit . . . . .

De verhuurder verklaart op de hoogte te zijn dat het hierboven nader beschreven goed door de huurder volledig zal worden onderverhuurd aan één of meer onbemiddelde of in een moeilijke sociale positie verkerende natuurlijke personen, die het goed exclusief zullen bestemmen als hun hoofdverblijfplaats. De verhuurder verklaart dit uitdrukkelijk te aanvaarden. 2. Duur.a) De huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van drie jaar, die ingaat op .. . . . en op . . . . . ten einde loopt na opzegging door één der partijen minstens drie maanden vóór het einde van de overeengekomen termijn.

Mits akkoord van beide partijen zal deze huurovereenkomst evenwel kunnen worden opgezegd na het eerste of het tweede jaar bij een ter post aangetekende brief.

Onverminderd elk tegenstrijdig beding of elke tegenstrijdige overeenkomst wordt de huurovereenkomst, bij gebrek aan een opzegging die binnen de vastgelegde termijnen ter kennis wordt gebracht, na drie jaar of indien de huurder op de vervaldatum zonder verzet van de verhuurder de woning blijft betrekken en zelfs indien een nieuwe overeenkomst wordt gesloten tussen de partijen, geacht gesloten geweest te zijn voor een periode van negen jaar vanaf de datum waarop de oorspronkelijke huurovereenkomst van korte duur van kracht is geworden. b) Deze huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van negen jaar, die ingaat op .. . . . en op . . . . . ten einde loopt na opzegging, die door één der partijen minstens zes maanden vóór het einde van de vervaldatum bij aangetekende brief betekend wordt.

De huurder zal op elk ogenblik een einde kunnen maken aan deze huurovereenkomst mits opzegging betekend per aangetekende brief drie maanden vooraf en betaling van een vergoeding gelijk aan drie maanden, twee maanden of een maand huur indien de huurovereenkomst ten einde loopt vóór het einde van het eerste, het tweede of het derde jaar van de huurovereenkomst. c) De verhuurder verklaart uitdrukkelijk af te zien van zijn recht zoals voorzien in de bepalingen van artikel 3, §§ 2, 3 en 4 van de wet van 20 februari 1991, gewijzigd bij de wetten van 13 april 1997 en 25 en 26 april 2007.3. Huurprijs. Deze huurovereenkomst wordt aangegaan en aanvaard tegen betaling van een maandelijkse huurprijs van ........................ euro .

Deze is vooruitbetaalbaar binnen de eerste vijf dagen van de maand waarop hij betrekking heeft en wordt behoudens nieuwe instructies van de verhuurder gestort op rekening nr. . . . . . . . . . . 4. Indexering. De huurprijs wordt eenmaal per huurjaar aangepast op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.

Deze aanpassing gebeurt volgens de onderstaande formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer/basisindexcijfer 5. Waarborg. Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen stort de huurder aan de verhuurder een som in baar geld die gelijk is aan twee of drie keer het bedrag van de in artikel 3 bedoelde huurprijs, afhankelijk van de vorm van de waarborg gekozen door de huurder en bepaald in artikel 10, § 1, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek.

De voornoemde waarborg is : ofwel gelijk aan tweemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven. Hij wordt op initiatief van de verhuurder op een individuele rekening op naam van de huurder geplaatst bij . . . . . (vermelding van de gekozen instelling) en de interesten zullen door de huurder gekapitaliseerd worden.

Door de plaatsing wordt het actief van de rekening eerst aangewend voor elke schuld dier voortvloeit uit het volledige of gedeeltelijke nietvervullen van de verplichtingen van de huurder. ofwel gelijk aan driemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven en zal worden gesteld in de vorm van een bankgarantie die geleidelijk aan wedersamengesteld moet worden. Bij de ondertekening van deze overeenkomst verbindt de huurder zich ertoe de huurwaarborg volledig weder samen te stellen door middel van vaste mensualiteiten van . . . . . . . . . . euro gedurende . . . . . maand (maximum 36 maand).

In het kader van dit contract beloopt dit bedrag . . . . . euro . » 6. Lasten.a) Privé-lasten De abonnementen op water, gas, elektriciteit, telefoon, radio, televisie, centrale verwarming of andere vallen ten laste van de huurder, evenals alle daarmee verbonden lasten zoals de huur van de meters, de verbruikskosten, enz.b) Gemeenschappelijke lasten Naast de hierboven bedoelde huurprijs draagt de huurder zijn aandeel in de gemeenschappelijke lasten van het gebouw zoals bepaald door de beheerder of door de verhuurder. De gemeenschappelijke huurlasten omvatten alle verbruiks- en onderhoudskosten met betrekking tot het gebouw en meer bepaald, zonder dat deze opsomming limitatief is : het verbruik van water, gas, elektriciteit, brandstoffen, de onderhoudsen verzekeringskosten voor de liften en gemeenschappelijke toestellen voor verwarming, verlichting en andere uitrustingen, de vergoedingen van de beheerder, de lonen, verzekeringen en sociale lasten van de conciërge en van het personeel belast met het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten. 7. Provisions. Als provisie betaalt de huurder elke maand samen met zijn huur de volgende sommen : a) ........................ euro voor de gemeenschappelijke lasten; b) ........................ euro voor de verwarming; c) ........................ euro voor het warm water; d) ........................ euro voor het stadswater, of in totaal........................ euro .

Indien de bedragen van deze provisies ontoereikend zijn, kunnen ze worden aangepast. Daarbij wordt rekening gehouden met het vroegere verbruik, met de prijsevolutie en met de aanleg van eventuele brandstofvoorraden. Ten minste eenmaal per jaar wordt een gedetailleerde afrekening van de lasten en het verbruik aan de huurder gericht. 8. Verzekeringen. De huurder zal de woning verzekeren tegen brand, storm, sneeuw- of ijsdruk, waterschade, glasbreuk en vandalisme; deze verzekering moet ook uitgebreid zijn tot de dekking van schade aan onroerende goederen als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en tot de persoonlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden ten gevolge van de gedekte gevaren volgens de volgende modaliteiten : - Naam van de verzekeraar - Polisnummer 9. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomsten wordt verhuurd in de staat waarin het zich bevindt. De huurder verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd. De verhuurder verklaart dat het goed beantwoordt aan de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid.

Bij de beëindiging van deze huurovereenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er voordat de huurder het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt.

Tenzij anders overeengekomen, wordt de plaatsbeschrijving bij het verlaten van het goed opgemaakt uiterlijk op de laatste dag van de huurovereenkomst. 10. Wijzigingen aan het gehuurde goed. Alle werken, verfraaiingen, verbeteringen, verbouwingen van het gehuurde goed mogen enkel worden verricht met de schriftelijke instemming van de verhuurder.

Tenzij anders overeengekomen, verwerft de verhuurder de wijzigingen zonder vergoeding. Deze laatste kan evenwel eisen dat het goed terug in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld als de wijzigingen werden verricht zonder zijn schriftelijke toestemming. 11. Onderhoud en herstellingen. Tenzij anders overeengekomen, draagt de verhuurder de ruwbouwwerken, de grote herstellingen en in het algemeen alle herstellingen die nodig kunnen worden, buiten de herstellingen ten laste van de huurder overeenkomstig artikel 1720 van het Burgerlijk Wetboek.

Ten minste eenmaal per jaar alsook wanneer hij het goed verlaat, laat de huurder op zijn kosten de centrale verwarmings- en waterverwarmingstoestellen onderhouden door een specialist en laat hij de boilers en geisers ontkalken. Hij staat ook in voor het onderhoud en de bijvulling van de bestaande ontkalkers en waterverzachters en voor het vegen van de schoorstenen.

Hij laat, zowel binnen als buiten, de ruiten en ramen vervangen die door welke oorzaak ook gebarsten of gebroken zijn. Hij herstelt, zowel binnen als buiten, alle schade veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal. Hij houdt de luiken, evenals alle water-, gas-, elektriciteits- en verwarmingstoestellen en -leidingen, de sanitaire installaties en afvoerleidingen, de bel, telefooninstallatie enz. in goede staat. Hij beschermt de leidingen en installaties tegen vorstschade en zorgt ervoor dat de sanitaire toestellen, de leidingen en rioleringen niet verstopt raken. De huurder onderhoudt het goed in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af. In voorkomend geval onderhoudt hij de tuin.

Laat de huurder de onderhouds- en herstellingswerken waarvoor hij moet instaan niet tijdig uitvoeren, dan heeft de verhuurder, na ingebrekestelling betekend per aangetekende brief, het recht deze werken voor rekening van de huurder door een derde te laten uitvoeren.

De huurder moet aan de verhuurder dan het bedrag van de door hem uitgegeven sommen betalen.

De huurder is verplicht de renovatie- of herstellingswerken in het gebouw te gedogen zelfs als ze meer dan veertig werkdagen duren en verklaart van elke schadeloosstelling wegens gebruikshinder af te zien. De huurder is verplicht de verhuurder of zijn afgevaardigde toegang te verlenen tot het goed indien de werken dit vereisen. 12. Verhaal. De huurder kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het gehuurde goed, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vaststaat dat hij, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om daaraan te verhelpen.

De huurder gebruikt het goed als een goede huisvader en stelt de verhuurder onmiddellijk in kennis van enige schade aan het dak of alle andere grote herstellingen die wettelijk ten laste van de verhuurder vallen. 13. Onteigening. In geval van onteigening stelt de verhuurder de huurder daarvan in kennis. De huurder kan van de verhuurder geen enkele vergoeding eisen; hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de verhuurder toekomen. 14. Aanplakking - bezoek. Drie maanden vóór de beëindiging van deze huurovereenkomst, zij het door het verstrijken van de vastgestelde huurperiode of door opzegging alsook wanneer het goed te koop wordt gesteld, moet de huurder tot de dag van zijn vertrek toelaten dat er aanplakbiljetten worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen en dat de belangstellenden het goed vrij en volledig kunnen bezoeken volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten. Gedurende de volledige huurperiode mag de verhuurder of zijn afgevaardigde het goed bezoeken na afspraak. 15. Huishoudelijk reglement. De huurder is gehouden het reglement van mede-eigendom en van inwendige orde na te leven alsook alle wijzigingen die daaraan zouden worden aangebracht en toe te zien op de uitvoering ervan. Hij verbindt zich tot naleving van alle beslissingen die de vergadering van medeeigenaars heeft genomen of zou nemen overeenkomstig het reglement van medeeigendom. De huurder kan deze documenten inkijken bij . . . . . 16. Taksen en belastingen. Elke taks die door de overheid geïnd wordt ten gevolge van een dienstverlening aan de bewoners van het gebouw valt ten laste van de huurder, met uitzondering van de onroerende voorheffing. De aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing, waarop de onderhuurder als gezinshoofd recht heeft, wordt aangevuld door de huurder en aan de verhuurder overgemaakt.

De verhuurder of de huurder dient de aanvraag bij de administratie in.

Er wordt rekening gehouden met deze verlaging bij de afrekening van de jaarlijkse lasten. 17. Hoofdelijkheid. De verplichtingen krachtens deze huurovereenkomst zijn ondeelbaar en hoofdelijk ten aanzien van de verhuurder, zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, uit welken hoofde ook. 18. Registratie. De verhuurder laat de huurovereenkomst registreren.

Opgemaakt te Brussel op . . . . ., in vier exemplaren, waarvan er drie worden overgemaakt aan de verhuurder voor registratie, terwijl het vierde in handen van de huurder blijft De verhuurder, De huurder, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica, G. VANHENGEL

Art. N2. Bijlage II. - MANDAAT VAN BEHEER VOOR EEN WONING OF EEN GEBOUW Tussen de ondergetekenden : . . . . . . . . . . enerzijds Adres : . . . . . (woonplaats of maatschappelijke zetel) Eigenaar van het hierna aangeduide gebouw.

Hierna de "lastgever" genoemd. en anderzijds de vereniging zonder winstoogmerk . . . . . . . . . . waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is . . . . . . . . . . waarvan de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van . . . . . . . . . . . . . . . ., nr. . . . . . bekendgemaakt werden en erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op . . . . .

Hierna de "mandaathouder" genoemd.

PREAMBULE Overwegende dat de mandaathouder als sociaal verhuurkantoor tot doel heeft de toegang tot de huisvesting mogelijk te maken voor minderbedeelden of personen die in een sociaal moeilijke toestand verkeren;

Dat de mandaathouder ten aanzien van de lastgever garant staat voor de huurwaarborg, de betaling van de juiste huurprijs en, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom, het opknappen van het goed op het einde van de huurovereenkomst;

Overwegende dat de mandaathouder, rekening houdend met het feit dat de woning verhuurd wordt aan een huurder die aan een bepaald profiel inzake maximuminkomens beantwoordt, zo nodig zorgt voor de organisatie van sociale begeleiding;

Overwegende dat de lastgever kennis heeft genomen van de doelstellingen van de mandaathouder en van het systeem om ze te bereiken;

Dat dit mandaat kadert in een project dat het sociale verhuurkantoor toelaat zijn sociale doelstelling te verwezenlijken en de eigenaar in staat stelt zijn goed in volle financiële zekerheid rendabel te maken;

Overwegende dat bij het bepalen van de vergoeding de partijen uitdrukkelijk rekening hebben gehouden met de zekerheden, waarvan de lastgever, zoals hierboven bepaald, zal genieten en met de kenmerken van het verhuurde goed;

IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : Voorwerp. -

Artikel 1.De lastgever verklaart aan de mandaathouder het actieve en passieve beheer van de volgende goederen te geven : Straat/ nr. : . . . . .

Postcode / Gemeente : . . . . .

Kadastrale sectie van het gebouw : . . . . ., oppervlakte : . . . . .

De lastgever geeft bijgevolg voor de hele duur van de overeenkomst aan de mandaathouder volledige of gedeeltelijke machtiging om voor hem en op zijn naam : alle huurcontracten en overeenkomsten af te sluiten voor de duur, in de vorm, met de personen, tegen de prijs en de lasten en onder de voorwaarden die de mandaathouder redelijk zal achten binnen de grenzen van dit mandaat : alle contracten en huurcontracten, zelfs deze die op dit ogenblik lopen, met of zonder vergoeding, te verlengen, te hernieuwen, op te zeggen; alle vervreemdingen van contracten en onderhuurovereenkomsten toe te staan; elk verlof te geven en te aanvaarden; tot elke plaatsbeschrijving over te gaan; alle noodzakelijke of nuttige herstellingen, bouwwerken, verbeteringen te laten verrichten; te dien einde, alle bestekken, opdrachten of contracten met alle personen, architecten, aannemers en werklui of met alle ondernemingen of besturen te regelen; alle facturen te betalen; van de huurders de herstellingen te eisen die te hunnen laste zijn.

Een voorafgaande schriftelijke machtiging is vereist indien de door de mandaathouder ten laste van de lastgever in hetzelfde jaar vastgelegde bedragen hoger liggen dan . . . . . euro . Voor werken van meer dan 6.200 euro moet een offerte-aanvraag plaatsvinden en moeten minstens 2 offertes ontvangen zijn; het gebouw tegen brand en andere risico's te verzekeren; alle verzekeringspolissen te ondertekenen, alle premies en bijdragen te betalen; alle aangiftes van schade te doen; alle verschuldigde vergoedingen in minnelijke schikking te regelen of hiertoe een expert aan te duiden; alle vergoedingen te innen; alle opdrachten en contracten af te sluiten voor het onderhoud van de woning of van het gebouw, voor de verlichting, het abonnement voor water, gas en elektriciteit en voor alle andere voorwerpen; alle thans bestaande chef; opdrachten en contracten te hernieuwen of op te zeggen en alles te betalen wat hieruit zou voortvloeien; alle aanvragen in te dienen met het oog op belastingverlichting of -aftrek, alle verzoeken hiertoe voor te leggen; alle terugbetaalde bedragen te ontvangen; alle vervallen of nog verschuldigde huurgelden te innen, alsmede alle bedragen die aan de lastgever verschuldigd zijn door voormalige huurders of ten gevolge van andere oorzaken verbonden aan de woning / het gebouw; de lastgever bij alle openbare besturen en met name bij de vuilophaaldiensten of de gemeenteoverheid te vertegenwoordigen; kwijtingen of schuldbevrijding voor alle ontvangen of betaalde sommen te geven; de lastgever, zowel in de hoedanigheid van eiser als van verweerder, voor het gerecht te vertegenwoordigen in alle handelingen met betrekking tot de uitvoering van de huurovereenkomst en in alle handelingen met betrekking tot de verdediging van de belangen van de lastgever en die zijn goed betreffen, met inbegrip van de stappen bij de openbare besturen en de eventuele beroepen bij de administratieve rechtbanken; te bemiddelen en schikkingen te treffen; elk beslag en alle daden van bewaring te laten aanwenden en ze te doen bekrachtigen; de kosten van de inleiding en de uitvoering van deze procedures te dragen, met inbegrip van de kosten en de erelonen van de gekozen raadsman; met het oog op voornoemde handelingen, alle akten, processenverbaal en stukken te verlijden en te ondertekenen.

Duur van het mandaat. -

Artikel 2.Dit mandaat wordt aanvaard en gesloten voor een periode van . . . . . jaar met ingang op . . . . . en eindigend op . . . . . .

Bij gebrek aan een opzegging, betekend per aangetekende brief door één van de partijen drie maanden vóór de vervaldatum van de overeenkomst, wordt huidig mandaat hernieuwd onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur.

Elke partij kan voortijdig een einde aan de overeenkomst maken na afloop van het eerste jaar mits kennisgeving van een opzegging van drie maanden vóór deze vervaldatum.

Daar huidige overeenkomst in het belang van beide partijen wordt afgesloten, is ze onherroepelijk.

In geval van ernstige nietnaleving door één der partijen zal de overeenkomst evenwel binnen acht dagen na kennisgeving van de opzegging bij een ter post aangetekende brief eindigen.

Elke partij kan op elk ogenblik een einde maken aan de overeenkomst mits kennisgeving van een opzegging van drie maanden en betaling van een vergoeding gelijk aan één maand huur (facultatief).

Wordt het goed verkocht, dan eindigt het mandaat op de datum van de overdracht van eigendom. De lastgever moet deze datum aan de mandaathouder mededelen zodra hij er kennis van heeft en dit ten laatste binnen acht dagen na de ondertekening van de verkoopovereenkomst.

Het saldo van de eventuele voorschotten die de mandaathouder zou hebben verricht ten voordele van de lastgever moet evenwel door de optredende notaris ten laatste binnen acht dagen na de ondertekening van de authentieke akte worden terugbetaald. Hiertoe zal de mandaathouder een afrekening met het saldo van de voorschotten, het bewijs van de betaling ervan en van de reeds verrichte terugbetalingen aan de optredende notaris bezorgen.

Wanneer het goed het voorwerp uitmaakt van een erfpacht, eindigt het mandaat in elk geval op het einde van de huurovereenkomst. Bij het sluiten van het mandaat wordt de lastgever verzocht de mandaathouder een afschrift van de erfpacht te bezorgen. Als de overeenkomst voortijdig ten einde loopt, wordt de lastgever verzocht de mandaathouder hiervan te informeren zodra hij er kennis van heeft.

Bij het verstrijken van het mandaat zal de lastgever de verplichtingen moeten vervullen die ten opzichte van de huurder(s) zijn aangegaan en zal de mandaathouder ontlast worden van alle verplichtingen en verantwoordelijkheid ten opzichte van de lastgever of de huurders.

Vergoeding. -

Artikel 3.De netto-vergoeding wordt vastgesteld per woning of per gebouw dat . . . . . woningen bevat en per maand op basis van de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De huurprijs zal aangepast worden aan de schommelingen (verhoging of vermindering) van het indexcijfer van de consumptieprijzen op basis van de volgende formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer/basisindexcijfer De aanpassing aan het indexcijfer zal in werking treden op de verjaardag van de huurovereenkomst. Het beginindexcijfer is dat van de maand voorafgaand aan de datum van ondertekening van de overeenkomst.

In geval van onderhoudswerken die ten laste van de lastgever worden uitgevoerd, zal tegelijkertijd een afrekening tot staving door de mandaathouder aan de lastgever opgestuurd worden.

De vergoeding zal op rekening nr. . . . . . . van de lastgever op . . . . . van elke maand betaald worden.

Verplichtingen en waarborgen. -

Artikel 4.§ 1. De lastgever verbindt er zich toe ten laste te nemen : - de taksen ten laste van de eigenaar; - alle onderhoudskosten die hem door de wet zijn opgelegd, De lastgever verbindt er zich toe alle nodige documenten, contracten, briefwisseling, de reeds afgesloten huurovereenkomsten, de eigendomsbewijzen, de uittreksels van de kadastrale legger, de verzekeringspolissen, de akten van de aan de gang zijnde procedures, de klachten alsmede elke informatie over de goederen aan de mandaathouder over te maken.

De mandaathouder zal vrijgesteld zijn van elke aansprakelijkheid voortvloeiend uit het gebrek aan mededeling van deze documenten en inlichtingen door de lastgever.

De mandaathouder verbindt er zich toe alle verplichtingen betreffende de verzekering van het/de in deze overeenkomst bedoelde goed(eren) na te leven of te doen naleven. § 2. De mandaathouder verbindt er zich toe ten opzichte van de lastgever : 1. elke maand/elk trimester (schrappen wat niet past) een afrekening op te maken met de inkomsten en de uitgaven.Uitgezonderd andersluidende overeenkomst en volgens de tussen de lastgever en de mandaathouder te bepalen modaliteiten, zal het overschot van de uitgaven ten opzichte van de inkomsten worden afgehouden van de toekomstige vergoedingen. 2. de eigenaar te informeren over het afsluiten van een nieuwe huurovereenkomst, de kennisgeving van een opzegging, de uitvoering van belangrijke werken, de inleiding van een procedure en van elke rechtshandeling in verband met het goed;3. de geldmiddelen alsmede de documenten en de contracten in verband met het beheer van het goed op het einde van de overeenkomst terug te geven. § 3. De mandaathouder verzekert de lastgever dat hij : 1. het goed degelijk zal onderhouden en indien nodig de herstellingen, waarvoor de huurder instaat, ten laste zal nemen;2. de huur van de al dan niet bewoonde woning zal betalen, zelfs als de huurder zijn huur niet betaald heeft;3. bij de opmaak van de plaatsbeschrijving op het einde van de overeenkomst de woning in de oorspronkelijke staat zal herstellen - indien de huurders in gebreke blijven - rekening houdend met de gewone sleet en in toepassing van de eventuele bijzondere overeenkomsten tussen de lastgever en de huurder. Vergoeding van het beheer. -

Artikel 5.De beheerskosten worden in gezamenlijk akkoord op ....... % van de in artikel 3 bepaalde vergoeding vastgesteld.

Deze kosten bestaan uit : - ............ % voor de eigenlijke beheerskosten. - ............ % om het huurrisico te dekken (wanneer de woning leegstaat tussen vertrek en intrek van huurders of wanneer de huurder nalaat te betalen).

Plaatsbeschrijving. -

Artikel 6.Bij de ondertekening van het mandaat wordt een plaatsbeschrijving van het gebouw en van elke woning in minnelijke schikking door de lastgever en de mandaathouder opgesteld. De plaatsbeschrijving wordt bij deze overeenkomst gevoegd.

Indien woningen reeds bewoond zijn, wordt de plaatsbeschrijving die bij de intrek tussen de lastgever en de huurder werd opgesteld, in aanmerking genomen en bij deze overeenkomst gevoegd.

Bij gebrek aan een bestaande plaatsbeschrijving wordt overgegaan tot een plaatsbeschrijving in akkoord met de huurder en binnen een maximumtermijn van drie maanden te rekenen vanaf het afsluiten van deze overeenkomst.

Indien deze plaatsbeschrijving niet kan plaatsvinden, wordt de woning beschouwd als zijnde in de staat waarin de huurder ze zal verlaten. De bij de intrek van de nieuwe huurder opgestelde plaatsbeschrijving zal gevoegd worden bij deze overeenkomst en zal als referentie dienen tussen de lastgever en de mandaathouder.

Op het einde van het mandaat worden het gebouw en de woningen, rekening houdend met de gewone sleet en veroudering, aan de lastgever teruggegeven in de oorspronkelijke staat zoals beschreven in de bij deze overeenkomst gevoegde plaatsbeschrijving.

Geschillen. -

Artikel 7.Elk geschil in verband met de uitvoering van deze overeenkomst wordt aan de bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel onderworpen.

Opgemaakt te Brussel in drie exemplaren op . . . . . , elke ondergetekende verklaart het exemplaar te bezitten dat voor hem bestemd is.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008;

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica.

G. VANHENGEL

Art. N3. Bijlage III. - ONDERHUUROVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden : De vereniging zonder winstoogmerk . . . . . . . . . . waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is . . . . . en waarvan de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van . . . . . . . . . . . . . . . , nr. . . . . . . bekendgemaakt werden erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op . . . . . hierna "de verhuurder" genoemd. enerzijds, en, . . . . . hierna de "huurder" genoemd.

Anderzijds, IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : De verhuurder verhuurt aan de huurder die aanvaardt het gebouw/deel van het gebouw/appartement (...... verdieping) gelegen te . . . . . en bestaande uit . . . . .

Het goed wordt verhuurd om te dienen als woning en is bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder. Hij kan deze bestemming niet wijzigen en heeft in geen geval het recht om zijn rechten op de huur geheel of gedeeltelijk over te dragen of de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren. De huurder kan het gehuurde goed in geen geval gebruiken voor handelsdoeleinden, noch het geheel of een deel van de huurprijs inbrengen als beroepskosten.

Bovendien wordt nader bepaald dat hij, behoudens toestemming van de verhuurder, geen onderdak mag verschaffen aan andere mensen dan die vernoemd in de gezinssamenstelling in bijlage bij deze huurovereenkomst. Iedere wijziging in deze situatie tijdens de huurperiode dient onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder te worden bekendgemaakt.

De huurder is verplicht de woning effectief te bewonen.

Deze overeenkomst is een onderhuurovereenkomst.

De huurder erkent kennis te hebben genomen van het hoofdcontract waarvan hij op gewoon verzoek een afschrift kan krijgen.

De huurder verklaart dat hij aan de toegangsvoorwaarden voldoet die werden bepaald in artikel 93 van de Huisvestingscode.

Bij de vaststelling dat er bij het indienen van de aanvraag voor het verkrijgen van een woning valse verklaringen werden afgelegd of als tijdens de duurtijd van de overeenkomst niet langer aan de toegangsvoorwaarden wordt voldaan, kan een vordering tot ontbinding worden ingesteld.

De overeenkomst kan, na afloop van een opzegging van een zelfde duur, eveneens beëindigd worden als de huurder of een lid van zijn gezin eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker wordt van een onroerend goed dat voor huisvesting of beroepsdoeleinden bestemd is, uitgezonderd als er voor het blijven wonen door het sociaal verhuurkantoor een met redenen omklede afwijking werd beslist, in individuele gevallen en wegens bijzondere omstandigheden. 2. Duur. - De huur wordt aangegaan voor een duur van ........... jaar, ingaande op . . . . . en eindigend op . . . . .

Indien ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de huurtermijn of van de verlenging ervan geen opzegging werd betekend, of indien de huurder in het goed blijft wonen zonder verzet van de verhuurder, wordt de huur verondersteld van bij het begin te zijn gesloten voor een periode van 9 jaar. - De huur wordt aangegaan voor een periode van negen jaar, ingaande op . . . . . en eindigend op . . . . . middels betekening van een opzegging van ten minste zes maanden vóór de vervaltermijn door de verhuurder en van minstens drie maanden vóór de vervaltermijn door de huurder.

Indien binnen deze termijn geen opzegging wordt betekend, wordt de huurovereenkomst onder dezelfde voorwaarden telkens met drie jaar verlengd.

Niettemin wordt de woning pas ter beschikking van de huurder gesteld nadat deze de plaatsbeschrijving waarvan sprake in artikel 10 heeft ondertekend en na samenstelling van de huurwaarborg overeenkomstig de in artikel 4 vastgestelde modaliteiten.

Wanneer de hoofdverhuurder een einde maakt aan het hoofdcontract, moet de verhuurder een afschrift van de opzegging aan de huurder ten laatste op de vijftiende dag na de ontvangst van deze opzegging toesturen en hem mededelen dat de onderverhuring op dezelfde datum als het hoofdcontract zal eindigen.

Wanneer de verhuurder een einde maakt aan het hoofdcontract moet hij aan de huurder een opzegging van minstens drie maanden geven, vergezeld met het afschrift van de opzegging die hij aan de eigenaar geeft en moet hij aan de onderhuurder een vergoeding betalen die gelijk is aan drie maand huur.

In beide gevallen kan de huurder niet vragen om de verlenging omwille van buitengewone omstandigheden. 3. Huurprijs. 3.1. De basishuurprijs is vastgesteld op...... euro per maand. 3.2. Hij wordt eenmaal per huurjaar aangepast aan de index, op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.

Deze indexering gebeurt volgens de onderstaande formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer/basisindexcijfer De huur is vooruitbetaalbaar vóór de...... dag van elke maand op rekening nr. . . . . . van de verhuurder. Dit is de enige geldige betalingswijze. De stortings- of overschrijvingskosten vallen ten laste van de huurder.

De huurder moet het bewijs leveren van zijn betalingen op gewoon verzoek van de verhuurder. 4. Waarborg. Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen stort de huurder aan de verhuurder een som in baar geld die gelijk is aan twee of drie keer het bedrag van de in artikel 3 bedoelde huurprijs, afhankelijk van de vorm van de waarborg gekozen door de huurder en bepaald in artikel 10, § 1, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek.

De voornoemde waarborg is : ofwel gelijk aan tweemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven. Hij wordt op initiatief van de verhuurder op een individuele rekening op naam van de huurder geplaatst bij . . . . . (vermelding van de gekozen instelling) en de interesten zullen door de huurder gekapitaliseerd worden.

Door de plaatsing wordt het actief van de rekening eerst aangewend voor elke schuld dier voortvloeit uit het volledige of gedeeltelijke nietvervullen van de verplichtingen van de huurder. ofwel gelijk aan driemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven en zal worden gesteld in de vorm van een bankgarantie die geleidelijk aan wedersamengesteld moet worden. Bij de ondertekening van deze overeenkomst verbindt de huurder zich ertoe de huurwaarborg volledig weder samen te stellen door middel van vaste mensualiteiten van . . . . . euro gedurende ........ maand (maximum 36 maand). ofwel gelijk aan driemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven en zal worden gesteld in de vorm van een bankgarantie resulterend uit een modelovereenkomst tussen een OCMW en een financiële instelling.

In het kader van dit contract beloopt dit bedrag . . . . . . . . . . euro . » 5. Lasten.a) Privé-lasten De abonnementen op water, gas, elektriciteit, telefoon, radio, televisie, centrale verwarming of andere vallen ten laste van de huurder, evenals alle daarmee verbonden lasten zoals de huur van de meters, de verbruikskosten, enz.b) Gemeenschappelijke lasten Naast de hierboven bedoelde huurprijs draagt de huurder zijn aandeel in de gemeenschappelijke lasten van het gebouw zoals bepaald door de beheerder of door de verhuurder. De gemeenschappelijke huurlasten omvatten alle verbruiks- en onderhoudskosten met betrekking tot het gebouw en meer bepaald, zonder dat deze opsomming limitatief is : het verbruik van water, gas, elektriciteit, brandstoffen, de onderhouds- en verzekeringskosten voor de liften en gemeenschappelijke toestellen voor verwarming, verlichting en andere uitrustingen, de vergoedingen van de beheerder, de lonen, verzekeringen en sociale lasten van de conciërge en van het personeel belast met het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten.

Ingeval de schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimten niet wordt verricht door een conciërge of door met dit werk belast personeel, moet de huurder in overeenstemming met de andere bewoners van zijn verdieping de overloop van zijn verdieping en de trap tussen deze en de onderliggende verdieping onderhouden (indien gelijkvloers : de inkomhal en het trottoir), dit in gezamenlijk akkoord met de andere bewoners van het gebouw. Bij gebrek aan een akkoord of bij een klacht van een bewoner verbindt de huurder er zich hierbij toe om zijn aandeel te betalen in de kosten van de schoonmaak die de verhuurder zou laten uitvoeren. 6. Provisie. Als provisie betaalt de huurder elke maand samen met zijn huur de volgende sommen : a) .................... euro voor de gemeenschappelijke b) .................... euro voor de verwarming; c) .................... euro voor het warm water; d) .................... euro voor het stadswater, of in totaal .................... euro .

Deze provisies kunnen verhoogd of verminderd worden op basis van de afrekening van het voorafgaande jaar. Ze houden rekening met het vroegere verbruik, met de prijsevolutie en met de aanleg van eventuele brandstofvoorraden. Ten minste eenmaal per jaar wordt een gedetailleerde afrekening van de lasten en het verbruik aan de huurder gericht.

In geval van een gebouw met verschillende appartementen waarvan het beheer wordt waargenomen door één persoon, kunnen de bewijsstukken worden geraadpleegd in de woonplaats van de natuurlijke persoon of op de zetel van de rechtspersoon die instaat voor het beheer. 7. Keuze van woonplaats. De huurder verklaart, zowel voor de looptijd van de huur als voor alle gevolgen van de huurovereenkomst, woonplaats te kiezen in het gehuurde goed, tenzij hij na zijn vertrek de verhuurder in kennis heeft gesteld van een nieuwe keuze van woonplaats die verplicht in België gelegen is. 8. Verzekeringen. De partijen komen overeen de woning te verzekeren tegen brand, storm, sneeuwof ijsdruk, waterschade, glasbreuk en vandalisme; deze verzekering moet ook uitgebreid zijn tot de dekking van schade aan onroerende goederen als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en tot de persoonlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden ten gevolge van de gedekte gevaren volgens de volgens modaliteiten : - Naam van de verzekeraar - Polisnummer 9. Voorwaarden van bewoning. De huurder bewoont en gebruikt het goed als een goede huisvader.

Bij gebrek aan een huishoudelijk reglement - zorgt de huurder ervoor de buren niet te hinderen door luidruchtige activiteiten. De rust moet in het bijzonder worden gerespecteerd tussen 22.00 uur en 7.00 uur 's morgens; - heeft de huurder niet het recht zijn sleutels te laten bijmaken of uit te lenen; - mag de huurder behoudens voorafgaande schriftelijke instemming van de verhuurder geen dieren in het goed houden. 10. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomsten wordt verhuurd in de staat waarin het zich bevindt.

De verhuurder verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd. Hij erkent dat het goed beantwoordt aan de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid.

Bij de beëindiging van deze huurovereenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom.

De partijen komen overeen dat er voordat de huurder het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt.

Tenzij anders overeengekomen, wordt de plaatsbeschrijving bij het verlaten van het goed opgemaakt uiterlijk op de laatste dag van de huurovereenkomst nadat de huurder het goed volledig heeft vrijgemaakt. 11. Wijzigingen aan het gehuurde goed. Alle werken, verfraaiingen, verbeteringen, verbouwingen van het gehuurde goed mogen enkel worden verricht met de schriftelijke instemming van de verhuurder.

Tenzij anders overeengekomen, verwerft de verhuurder de wijzigingen zonder vergoeding. Deze laatste kan evenwel eisen dat het goed terug in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld als de wijzigingen werden verricht zonder zijn schriftelijke toestemming. 12. Onderhoud en herstellingen. Ten minste eenmaal per jaar alsook wanneer hij het goed verlaat, laat de huurder op zijn kosten de centrale verwarmings- en waterverwarmingstoestellen onderhouden door een specialist en laat hij de boilers en geisers ontkalken. Hij staat ook in voor het onderhoud en de bijvulling van de bestaande ontkalkers en waterverzachters en voor het vegen van de schoorstenen.

Hij laat, zowel binnen als buiten, de ruiten en ramen vervangen die door welke oorzaak ook gebarsten of gebroken zijn.

Hij herstelt alle schade, binnen of buiten, veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal. Hij houdt de luiken, evenals alle water-, gas-, elektriciteits- en verwarmingstoestellen en -leidingen, de sanitaire installaties en afvoerleidingen, de bel, telefooninstallatie enz. in goede staat. Hij beschermt de leidingen en installaties tegen vorstschade en zorgt ervoor dat de sanitaire toestellen, de leidingen en rioleringen niet verstopt raken. De huurder onderhoudt het goed in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af. In voorkomend geval onderhoudt hij de tuin.

De grote herstellingen en met name die ten gevolge van de ouderdom van het gebouw vallen ten laste van de verhuurder. De huurder moet de verhuurder in kennis stellen van iedere schade waarvan de herstelling ten laste is van de verhuurder. Indien hij nalaat dit te doen, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de verergering van de schade door zijn nalatigheid.

Als de huurder de onderhouds- en herstellingswerken te zijnen laste niet tijdig laat uitvoeren, heeft de verhuurder na ingebrekestelling per aangetekende brief het recht deze werken door een derde te laten uitvoeren voor rekening van de huurder; deze dient in dit geval de verhuurder dan te vergoeden voor de door hem voorgeschoten sommen.

De huurder moet de vernieuwings- of herstellingswerkzaamheden in het gebouw gedogen zelfs als deze meer dan veertig werkdagen duren en verklaart af te zien van iedere vergoeding wegens hinder. Hij is gehouden de verhuurder of zijn afgevaardigde toegang te verlenen tot het goed indien de werken dit vereisen. 13. Verhaal. De huurder kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het gehuurde goed, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vaststaat dat hij, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om daaraan te verhelpen. 14. Onteigening. In geval van onteigening stelt de verhuurder de huurder daarvan in kennis. De huurder kan van de verhuurder geen enkele vergoeding eisen; hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de verhuurder toekomen. 15. Aanplakking - bezoek. Drie maanden vóór de beëindiging van deze huurovereenkomst, zij het door het verstrijken van de vastgestelde huurperiode of door opzegging alsook wanneer het goed te koop wordt gesteld, moet de huurder tot de dag van zijn vertrek toelaten dat er aanplakbiljetten worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen en dat de belangstellenden het goed op afspraak vrij en volledig kunnen bezoeken, volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten. 16. Ontbinding ten nadele van de huurder. Bij ontbinding van de huurovereenkomst in zijn nadeel draagt de huurder alle lasten, kosten en onkosten die voortvloeien of kunnen voortvloeien uit deze ontbinding en betaalt hij naast de vóór zijn vertrek vervallen huurgelden een opzeggingsvergoeding gelijk aan de huurprijs van drie maanden en voor dezelfde periode zijn aandeel in de lasten dat onveranderd blijft niettegenstaande zijn vertrek uit het goed. 17. Hoofdelijkheid. De verplichtingen krachtens deze huurovereenkomst zijn ondeelbaar en hoofdelijk ten aanzien van de verhuurder, zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, uit welken hoofde ook. 18. Registratie. De verhuurder laat de huurovereenkomst registreren. 19. Taksen en belastingen. Elke taks die door de overheid geïnd wordt ten gevolge van een dienstverlening aan de bewoners van het gebouw valt ten laste van de huurder, met uitzondering van de onroerende voorheffing.

Het verzoek om verlaging van de onroerende voorheffing waarop de huurder recht heeft als gezinshoofd wordt door de verhuurder ingevuld en bij de administratie ingediend. Er wordt rekening gehouden met deze verlaging bij de afrekening van de jaarlijkse lasten. 20. Rentebeding. Op ieder op de vervaldag niet-betaald bedrag dat uit welk hoofde ook verschuldigd is (huurgelden, lasten, herstellingen, enz.) zal aan de huurder een interest tegen een rentevoet van 10 % per jaar, berekend op dagbasis, worden aangerekend vanaf de datum van ingebrekestelling.

Opgemaakt te Brussel op . . . . . ., in vier exemplaren, waarvan er drie worden overgemaakt aan de verhuurder voor registratie, terwijl het vierde in handen van de huurder blijft.

De verhuurder, De huurder;

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica.

G. VANHENGEL

Art. N4. Bijlage IV. HUUROVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden;

De vereniging zonder winstoogmerk . . . . . waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is . . . . . .................................................................... en waarvan de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van . . . . . . . . . . . . . . ., nr. . . . . . bekendgemaakt werden erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op . . . . . a) handelend in de hoedanigheid van houder van zakelijke rechten op het gebouw dat te huur wordt gesteld of b) handelend in naam en voor rekening van de lastgever, .. . . . krachtens een mandaat van beheer voor een woning of een gebouw opgemaakt overeenkomstig bijlage II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van . . . . . en ondertekend op ........................................ hierna « de verhuurder » genoemd. enerzijds, en, . . . . . hierna « de huurder » genoemd, anderzijds, IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : 1. Voorwerp van de overeenkomst. De verhuurder verhuurt aan de huurder die aanvaardt het gebouw/deel van het gebouw/appartement (...... verdieping) gelegen . . . . . te 1... Brussel en bestaande uit . . . . .

Het goed wordt verhuurd om te dienen als woning en is bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder. Hij kan deze bestemming niet wijzigen en heeft in geen geval het recht om zijn rechten op de huur geheel of gedeeltelijk over te dragen of de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren.

De huurder kan het gehuurde goed in geen geval gebruiken voor handelsdoeleinden, noch het geheel of een deel van de huurprijs inbrengen als beroepskosten.

Bovendien wordt nader bepaald dat hij, behoudens toestemming van de verhuurder, geen onderdak mag verschaffen aan andere mensen dan die vernoemd in de gezinssamenstelling in bijlage bij deze huurovereenkomst. Iedere wijziging in deze situatie tijdens de huurperiode dient onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder te worden bekendgemaakt.

De huurder is verplicht de woning effectief te bewonen.

Deze overeenkomst is een huurovereenkomst die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats. De huurder erkent, in voorkomend geval, kennis te hebben genomen van het mandaat van beheer voor een gebouw of een woning, opgemaakt conform bijlage II, waarvan hij op gewoon verzoek een afschrift kan krijgen.

De huurder verklaart dat hij aan de toegangsvoorwaarden voldoet zoals deze werden bepaald in artikel 93 van de Hiusvestingscode.

Bij de vaststelling dat er bij het indienen van de aanvraag voor het verkrijgen van een woning valse verklaringen werden afgelegd of als tijdens de duurtijd van de overeenkomst niet langer aan de toegangsvoorwaarden wordt voldaan, kan een vordering tot ontbinding worden ingesteld.

De overeenkomst kan, na afloop van een vooropzeg van een zelfde duur, eveneens beëindigd worden als de huurder of een lid van zijn gezin eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker wordt van een onroerend goed dat voor huisvesting of beroepsdoeleinden bestemd is, uitgezonderd als er voor het blijven wonen door het sociaal verhuurkantoor een met redenen omklede afwijking werd beslist, in individuele gevallen en wegens bijzondere omstandigheden. 2. Duur. - De huur wordt aangegaan voor een duur van ........ jaar, ingaande op . . . . . en eindigend op . . . . .

Indien ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de huurtermijn of van de verlenging ervan geen opzegging werd betekend, of indien de huurder in het goed blijft wonen zonder verzet van de verhuurder, wordt de huur verondersteld van bij het begin te zijn gesloten voor een periode van 9 jaar. - De huur wordt aangegaan voor een periode van negen jaar, ingaande op ... en eindigend op ... middels betekening van een opzegging van ten minste zes maanden vóór de vervaltermijn door de verhuurder en van minstens drie maanden vóór de vervaltermijn door de huurder.

Indien binnen deze termijn geen opzegging wordt betekend, wordt de huurovereenkomst onder dezelfde voorwaarden telkens met drie jaar verlengd.

Niettemin wordt de woning pas ter beschikking van de huurder gesteld nadat deze de plaatsbeschrijving waarvan sprake in artikel 10 heeft ondertekend en na samenstelling van de huurwaarborg overeenkomstig de in artikel 4 vastgestelde modaliteiten. 3. Huurprijs. 3.1. De basishuurprijs is vastgesteld op . . . . . euro per maand. 3.2. Hij wordt eenmaal per huurjaar aangepast aan de index, op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.

Deze indexering gebeurt volgens de onderstaande formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer/basisindexcijfer De huur is vooruitbetaalbaar vóór de...... dag van elke maand op rekening nr....... van de verhuurder. Dit is de enige geldige betalingswijze. De stortings- of overschrijvingskosten vallen ten laste van de huurder.

De huurder moet het bewijs leveren van zijn betalingen op gewoon verzoek van de verhuurder. 4. Waarborg. Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen stort de huurder aan de verhuurder een som in baar geld die gelijk is aan twee of drie keer het bedrag van de in artikel 3 bedoelde huurprijs, afhankelijk van de vorm van de waarborg gekozen door de huurder en bepaald in artikel 10, § 1, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek.

De voornoemde waarborg is : ofwel gelijk aan tweemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven. Hij wordt op initiatief van de verhuurder op een individuele rekening op naam van de huurder geplaatst bij . . . . . (vermelding van de gekozen instelling) en de interesten zullen door de huurder gekapitaliseerd worden.

Door de plaatsing wordt het actief van de rekening eerst aangewend voor elke schuld dier voortvloeit uit het volledige of gedeeltelijke nietvervullen van de verplichtingen van de huurder. ofwel gelijk aan driemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven en zal worden gesteld in de vorm van een bankgarantie die geleidelijk aan wedersamengesteld moet worden. Bij de ondertekening van deze overeenkomst verbindt de huurder zich ertoe de huurwaarborg volledig weder samen te stellen door middel van vaste mensualiteiten van . . . . . euro gedurende ........ maand (maximum 36 maand). ofwel gelijk aan driemaal het bedrag van de huurprijs bedoeld in artikel 3 hierboven en zal worden gesteld in de vorm van een bankgarantie resulterend uit een modelovereenkomst tussen een OCMW en een financiële instelling. 5. Lasten.a) Privé-lasten De abonnementen op water, gas, elektriciteit, telefoon, radio, televisie, centrale verwarming of andere vallen ten laste van de huurder, evenals alle daarmee verbonden lasten zoals de huur van de meters, de verbruikskosten, enz.b) Gemeenschappelijke lasten Naast de hierboven bedoelde huurprijs draagt de huurder zijn aandeel in de gemeenschappelijke lasten van het gebouw zoals bepaald door de beheerder of door de verhuurder. De gemeenschappelijke huurlasten omvatten alle verbruiks- en onderhoudskosten met betrekking tot het gebouw en meer bepaald, zonder dat deze opsomming limitatief is : het verbruik van water, gas, elektriciteit, brandstoffen, de onderhouds- en verzekeringskosten voor de liften en gemeenschappelijke toestellen voor verwarming, verlichting en andere uitrustingen, de vergoedingen van de beheerder, de lonen, verzekeringen en sociale lasten van de conciërge en van het personeel belast met het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten.

Ingeval de schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimten niet wordt verricht door een conciërge of door met dit werk belast personeel, moet de huurder in overeenstemming met de andere bewoners van zijn verdieping de overloop van zijn verdieping en de trap tussen deze en de onderliggende verdieping onderhouden (indien gelijkvloers : de inkomhal en het trottoir), dit in gezamenlijk akkoord met de andere bewoners van het gebouw. Bij gebrek aan een akkoord of bij een klacht van een bewoner verbindt de huurder er zich hierbij toe om zijn aandeel te betalen in de kosten van de schoonmaak die de verhuurder zou laten uitvoeren. 6. Provisie. a) Het maandelijks bedrag van de provisie voor de privé lasten en voor de gemeenschappelijke lasten wordt vastgesteld op......... euro. Deze provisie dekt de volgende lasten : . . . . . . . . . .

Deze provisies kunnen verhoogd of verminderd worden op basis van de afrekening van het voorafgaande jaar. Ze houden rekening met het vroegere verbruik, met de prijsevolutie en met de aanleg van eventuele brandstofvoorraden. Ten minste eenmaal per jaar wordt een gedetailleerde afrekening van de lasten en het verbruik aan de huurder gericht.

In geval van een gebouw met verschillende appartementen waarvan het beheer wordt waargenomen door één persoon, kunnen de bewijsstukken worden geraadpleegd in de woonplaats van de natuurlijke persoon of op de zetel van de rechtspersoon die instaat voor het beheer. 7. Keuze van woonplaats. De huurder verklaart, zowel voor de looptijd van de huur als voor alle gevolgen van de huurovereenkomst, woonplaats te kiezen in het gehuurde goed, tenzij hij na zijn vertrek de verhuurder in kennis heeft gesteld van een nieuwe keuze van woonplaats die verplicht in België gelegen is. 8. Verzekeringen. De partijen komen overeen de woning te verzekeren tegen brand, storm, sneeuw- of ijsdruk, waterschade, glasbreuk en vandalisme; deze verzekering moet ook uitgebreid zijn tot de dekking van schade aan onroerende goederen als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en tot de persoonlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden ten gevolge van de gedekte gevaren volgens de volgens modaliteiten : - Naam van de verzekeraar - Polisnummer 9. Voorwaarden van bewoning. De huurder bewoont en gebruikt het goed als een goede huisvader.

Bij gebrek aan een huishoudelijk reglement o zorgt de huurder ervoor de buren niet te hinderen door luidruchtigeactiviteiten. De rust moet in het bijzonder worden gerespecteerd tussen 22.00 uur en 7.00 uur 's morgens. o heeft de huurder niet het recht zijn sleutels te laten bijmaken o mag de huurder behoudens voorafgaande schriftelijke instemming van de verhuurder geen dieren in het goed houden. 10. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomsten wordt verhuurd in de staat waarin het zich bevindt. De verhuurder verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd. Hij erkent dat het goed beantwoordt aan de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid.

Bij de beëindiging van deze huurovereenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er voordat de huurder het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt. Tenzij anders overeengekomen, wordt de plaatsbeschrijving bij het verlaten van het goed opgemaakt uiterlijk op de laatste dag van de huurovereenkomst nadat de huurder het goed volledig heeft vrijgemaakt. 11. Wijzigingen aan het gehuurde goed. Alle werken, verfraaiingen, verbeteringen, verbouwingen van het gehuurde goed mogen enkel worden verricht met de schriftelijke instemming van de verhuurder.

Tenzij anders overeengekomen, verwerft de verhuurder de wijzigingen zonder vergoeding. Deze laatste kan evenwel eisen dat het goed terug in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld als de wijzigingen werden verricht zonder zijn schriftelijke toestemming. 12. Onderhoud en herstellingen. Ten minste eenmaal per jaar alsook wanneer hij het goed verlaat, laat de huurder op zijn kosten de centrale verwarmings- en waterverwarmingstoestellen onderhouden door een specialist en laat hij de boilers en geisers ontkalken. Hij staat ook in voor het onderhoud en de bijvulling van de bestaande ontkalkers en waterverzachters en voor het vegen van de schoorstenen.

Hij laat, zowel binnen als buiten, de ruiten en ramen vervangen die door welke oorzaak ook gebarsten of gebroken zijn. Hij herstelt alle schade, binnen of buiten, veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal. Hij houdt de luiken, evenals alle water-, gas-, elektriciteits- en verwarmingstoestellen en -leidingen, de sanitaire installaties en afvoerleidingen, de bel, telefooninstallatie enz. in goede staat.

Hij beschermt de leidingen en installaties tegen vorstschade en zorgt ervoor dat de sanitaire toestellen, de leidingen en rioleringen niet verstopt raken. De huurder onderhoudt het goed in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af. In voorkomend geval onderhoudt hij de tuin.

De grote herstellingen en met name die ten gevolge van de ouderdom van het gebouw vallen ten laste van de verhuurder. De huurder moet de verhuurder in kennis stellen van iedere schade waarvan de herstelling ten laste is van de verhuurder. Indien hij nalaat dit te doen, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de verergering van de schade door zijn nalatigheid.

Als de huurder de onderhouds- en herstellingswerken te zijnen laste niet tijdig laat uitvoeren, heeft de verhuurder na ingebrekestelling per aangetekende brief het recht deze werken door een derde te laten uitvoeren voor rekening van de huurder; deze dient in dit geval de verhuurder dan te vergoeden voor de door hem voorgeschoten sommen.

De huurder moet de vernieuwings- of herstellingswerkzaamheden in het gebouw gedogen zelfs als deze meer dan veertig werkdagen duren en verklaart af te zien van iedere vergoeding wegens hinder. Hij is gehouden de verhuurder of zijn afgevaardigde toegang te verlenen tot het goed indien de werken dit vereisen. 13. Verhaal. De huurder kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het gehuurde goed, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vaststaat dat hij, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om daaraan te verhelpen. 14. Onteigening. In geval van onteigening stelt de verhuurder de huurder daarvan in kennis. De huurder kan van de verhuurder geen enkele vergoeding eisen; hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de verhuurder toekomen. 15. Aanplakking - bezoek. Drie maanden vóór de beëindiging van deze huurovereenkomst, zij het door het verstrijken van de vastgestelde huurperiode of door opzegging alsook wanneer het goed te koop wordt gesteld, moet de huurder tot de dag van zijn vertrek toelaten dat er aanplakbiljetten worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen en dat de belangstellenden het goed op afspraak vrij en volledig kunnen bezoeken, volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten. 16. Ontbinding ten nadele van de huurder. Bij ontbinding van de huurovereenkomst in zijn nadeel draagt de huurder alle lasten, kosten en onkosten die voortvloeien of kunnen voortvloeien uit deze ontbinding en betaalt hij naast de vóór zijn vertrek vervallen huurgelden een opzeggingsvergoeding gelijk aan de huurprijs van drie maanden en voor dezelfde periode zijn aandeel in de lasten dat onveranderd blijft niettegenstaande zijn vertrek uit het goed. 17. Hoofdelijkheid. De verplichtingen krachtens deze huurovereenkomst zijn ondeelbaar en hoofdelijk ten aanzien van de verhuurder, zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, uit welken hoofde ook. 18. Registratie. De verhuurder laat de huurovereenkomst registreren. 19. Taksen en belastingen. Elke taks die door de overheid geïnd wordt ten gevolge van een dienstverlening aan de bewoners van het gebouw valt ten laste van de huurder, met uitzondering van de onroerende voorheffing.

Het verzoek om verlaging van de onroerende voorheffing waarop de huurder recht heeft als gezinshoofd wordt door de verhuurder ingevuld en bij de administratie ingediend. Er wordt rekening gehouden met deze verlaging bij de afrekening van de jaarlijkse lasten. 20. Rentebeding. Op ieder op de vervaldag niet-betaald bedrag dat uit welk hoofde ook verschuldigd is (huurgelden, lasten, herstellingen, enz.) zal aan de huurder een interest tegen een rentevoet van 10 % per jaar, berekend op dagbasis, worden aangerekend vanaf de datum van ingebrekestelling.

Opgemaakt te Brussel op . . . . . in vier exemplaren, waarvan er drie worden overgemaakt aan de verhuurder voor registratie, terwijl het vierde in handen van de huurder blijft.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica.

G. VANHENGEL

Art. N5. BIJLAGE V. - OVEREENKOMST VOOR DE BEWONING VAN EEN TRANSITWONING Tussen de ondergetekenden;

De vereniging zonder winstoogmerk . . . . . waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is . . . . . en waarvan de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van . . . . . . . . . . . . . . ., nr. . . . . . bekendgemaakt werden erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op . . . . . hierna « de vereniging » genoemd. enerzijds, en, . . . . . hierna « de bewoner » genoemd, anderzijds, IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : 1. Voorwerp van de overeenkomst. De vereniging stelt het gebouw/een deel van het gebouw/het appartement (........ verdieping) gelegen te . . . . . tijdelijk ter beschikking van de bewoner.

Het goed wordt tijdelijk als woning ter beschikking gesteld. De bewoner moet sociale begeleiding aanvaarden zoals bepaald in artikel 88, § 4 van de Huisvetsingscode. Deze begeleiding wordt verricht door de vereniging of door een sociale dienst waarmee hij een overeenkomst heeft gesloten.

De bewoner kan de bestemming van het goed niet wijzigen en hij heeft in geen geval het recht om zijn rechten geheel of gedeeltelijk over te dragen.

Er wordt bovendien vastgesteld dat hij enkel onderdak mag verlenen aan personen die deel uitmaken van de gezinssamenstelling zoals die aan deze overeenkomst werd toegevoegd.

De bewoner moet de woning effectief bewonen.

Deze overeenkomst voor de bewoning van een transitwoning is niet onderworpen aan de bepalingen van Titel III van Boekdeel III van het Burgerlijk Wetboek en het is geen huurovereenkomst die onderworpen is aan de bijzondere regeling voor huurovereenkomsten die betrekking hebben op de verblijfplaats van de huurder, zoals ze in het Burgerlijk wetboek werden ingevoegd door de wet van 20 februari 1991 tot wijziging en aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huurovereenkomsten. 2. Duur. Deze overeenkomst voor de bewoning van een transitwoning wordt aangegaan voor een duur van ......... dagen/maanden, ingaande op . . . . . en eindigend op . . . . .

Ze kan enkel worden verlengd mits voorafgaande uitdrukkelijke instemming van de vereniging. Ze kan niet stilzwijgend worden verlengd en de totale maximale duur mag nooit meer dan achttien maanden bedragen.

De vereniging kan de overeenkomst op elk ogenblik opzeggen, mits het geven van een opzeg van vijftien dagen.

De bewoner kan de overeenkomst op elk ogenblik opzeggen, mits het geven van een opzeg van acht dagen. Het niet gebruikte deel van het als provisie gestorte bedrag wordt hem dan terugbetaald.

Als hij geen opzeg geeft, moet de bewoner een schadevergoeding storten ten belope van het bedrag voor 8 dagen bewoning. 3. De bewoner verbindt zich ertoe maandelijks een bijdrage aan de vereniging vooraf te betalen van..... euro per dag. Deze bijdrage omvat : . . . . . euro voor de bewoning en . . . . . euro als forfait /provisie (het onnodige schrappen) voor de verzekeringen, de vergoedingen voor de tellers, de elektriciteit in de gemeenschappelijke delen, het onderhoud van de installaties en het verbruik van gas, elektriciteit en water.

Als het om een provisie gaat, zal er minstens om de.... maanden en bij het vertrek van de tijdelijke bewoner een berekening van het werkelijke verbruik worden uitgevoerd. De bewoner zal indien nodig bijbetalen of het teveel betaalde terugkrijgen. 4. De bijdragen en in voorkomend geval het bedrag voor het stellen van de huurwaarborg moeten als volgt worden gestort : .. . . .

De sleutels worden overhandigd na ontvangst van een waarborg van . . . . . euro. Dit bedrag wordt op het einde van de bewoning teruggeven bij de afgifte van de sleutels door de bewoner. 5. Huishoudelijk reglement. De bewoner bewoont en gebruikt het goed als een goede huisvader.

De bewoner verklaart dat hij kennis heeft genomen van de inhoud van het huishoudelijk reglement van het gebouw en dat hij het ten volle zal naleven.

Bij gebrek aan een huishoudelijk reglement : o zorgt de bewoner ervoor de buren niet te hinderen door luidruchtige activiteiten. De rust moet in het bijzonder worden gerespecteerd tussen 22.00 uur en 7.00 uur s morgens. o heeft de huurder niet het recht zijn sleutels te laten bijmaken of uit te lenen. o mag de huurder, behoudens voorafgaande schriftelijke instemming van de vereniging, geen dieren in het goed houden. 6. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomst wordt ter beschikking gesteld van de bewoner in de staat waarin het zich bevindt. De bewoner verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd.

Bij de beëindiging van de overeenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er, voordat de bewoner het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt. 7. Onderhoud. De bewoner moet de woning onderhouden als een goede familievader.

Hij houdt het goed in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af.

De vereniging kan het goede onderhoud van de woning nazien tijdens bezoeken ter plaatse die als volgt worden afgesproken : . . . . .

De grote herstellingen, met name deze die het gevolg zijn van de ouderdom van het gebouw, vallen ten laste van de vereniging. De bewoner moet de vereniging in kennis stellen van iedere schade waarvan de herstelling ten laste van de vereniging komt. Indien hij nalaat dit te doen, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de verergering van de schade door zijn nalatigheid.

De bewoner moet de vernieuwings- en herstellingswerken in het gebouw gedogen, zonder beperking van duur, en hij verklaart af te zien van iedere vergoeding wegens hinder. Hij moet de vereniging, of haar afgevaardigde, toegang tot de transitwoning verlenen indien de werken dat vereisen. 8. Verhaal. De bewoner kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het bewoonde goed, waarvoor de vereniging verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vaststaat dat ze, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om er aan te verhelpen. 9. Onteigening. In geval van onteigening stelt de vereniging de bewoner daarvan in kennis. De bewoner kan van de vereniging geen enkele vergoeding eisen.

Hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de vereniging toekomen.

Opgemaakt te Brussel, op......................, in twee exemplaren, waarvan één voor elke partij.

De vereniging, De bewoner, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica G. VANHENGEL

Art. N6 : BIJLAGE VI : Standaardtabel waarop het aantal in beheer genomen woningen moet worden vermeld in het kader van de subsidieaanvraag die elk jaar vóór 31 oktober aan de Minister dient te worden gericht Woningen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 (1) Adres (2) Hoedanigheid van de eigenaar A : Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B : Openbare vastgoedmaatschappij C : Gemeente of OCMW D : Natuurlijke persoon E : Rechtspersoon met uitzondering van de VZW F : VZW G : Eigendom van het SVK (3) Type overeenkomst tussen het SVK en de eigenaar of de houder van de zakelijke rechten A : Huurovereenkomst B : Mandaat van beheer C : Erfpacht of opstalrecht (4) Datum van inwerkingtreding van de onder 3 bedoelde overeenkomst (5) Ligging van de woning op de in (4) vermelde datum A : Woning bewoond door een huurder B : Leegstaande woning (6) Datum einde van de onder (3) bedoeldeovereenkomst (7) Type woning A : Huis B : Appartement (8) Aantal slaapkamers (flat = 0) (9) Transitwoning T : transitwoning / : « klassieke » woning (10) Huurprijs of canon berekend op maandbasis, gestort aan de eigenaar of aan de houder van de zakelijke rechten (11) Door de huurder betaalde huurprijs (12) Inkomsten van de huurder Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008. De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica, G. VANHENGEL

Art. N7 : BIJLAGE VII : Overeenkomstig artikel 10 § 3 van het besluit houdende organisatie van de sociale verhuurkantoren moeten de sociale verhuurkantoren het financieel verslag tweemaal per jaar bezorgen : - vanaf 1 april, samen met de aanvraag voor de betaling van de tweede subsidieschijf van het lopende jaar en voor de periode van het eerste semester van het lopende jaar; - in de loop van het eerste semester van het volgende jaar, samen met de aanvraag voor de betaling van de derde subsidieschijf van het jaar waarop de derde schijf betrekking heeft en voor het tweede semester van het betreffende jaar.

Dat financieel verslag bestaat uit een halfjaarlijkse tabel waarin het gebruik wordt verantwoord van de jaarlijkse subsidie, naargelang het afgelopen semester, in de volgende uitgavenposten en overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie : 1. Tegemoetkomingen in de kostprijs van de renovatiewerken volgens de in artikel 15 van het besluit bepaalde limieten;2. Tegemoetkomingen met name in de tenlasteneming van de verliezen die voortvloeien uit de tijdelijke leegstand van de woning en uit de huurschade;3. Tegemoetkomingen in de werkingsen personeelskosten, inclusief de afschrijvingen als gevolg van de investeringsuitgaven en de samenstelling van voldoende provisie om de huur- en sociale risico's te dekken;4. Tegemoetkomingen, binnen de beperkingen van § 2 van artikel 91 van de ordonnantie, in het huurtekort dat wordt gevormd door het verschil tussen de aan de verhuurder verschuldigde huurprijs en het bedrag dat het gezin aan zijn huisvesting kan besteden;5. Tegemoetkomingen, binnen de beperkingen van § 2 van artikel 91 van de ordonnantie, in de kosten voor sociale begeleiding van de huurdersgezinnen. Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 28 februari 2008.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Externe Betrekkingen en Informatica.

G. VANHENGEL

^