13 MEI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de betoelaging van de gemeenten voor de aanleg en de exploitatie van containerparken

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 4, § 2, 6°;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 10 maart 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 12 maart 2004;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 84, § 1, eerste lid, 2°;

Gelet op de hoogdringendheid voortvloeiend uit de noodzaak de gemeenten onverwijld te betoelagen opdat zij het hoofd zouden kunnen bieden aan de personeelslasten voor de exploitatie van de containerparken en zij bij gebrek aan een personeelstoelage niet verplicht zouden zijn de toegankelijkheid van hun containerpark te beperken of hun containerpark te sluiten;

Gelet op advies L 37.038 van de Raad van State van 27 april 2004;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Betoelagingsbeginsel

Artikel 1.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en met het doel de toegang van de gezinnen tot inzamelingscentra te vergemakkelijken waardoor gewaarborgd wordt dat hun afval wordt verwerkt in circuits die recyclage en hergebruik bevorderen, kan de Minister van Leefmilieu toelagen aan de gemeenten toekennen voor de bouw, uitbreiding, verbouwing, aanleg of vernieuwing van containerparken en voor hun werking, met name voor de bewakings- en verwijderingskosten voor bepaalde afvalstromen.

Art. 2.§ 1. Investeringstoelage De gemeenten kunnen bij de bouw van het containerpark een eenmalige investeringstoelage genieten, samengesteld uit een vast bedrag van 25.000 euro en een bedrag in verhouding tot het oppervlak van het containerpark, dit laatste ten belope van 50 euro /m2 oppervlakte in beton of asfalt (alles inbegrepen).

De volgende werken zijn voor een toelage vatbaar : 1. De studies met betrekking tot de bouw, uitbreiding, verbouwing, aanleg of vernieuwing van het containerpark, met inbegrip van de werkzaamheden betreffende de opmaak, de indiening en de opvolging van de aanvragen tot de vereiste toelatingen, erkenningen of vergunningen;2. De bouw, uitbreiding, verbouwing, aanleg en vernieuwing van de afvalbeheersinrichtingen, met inbegrip van : a) het materiaal voor de overbrenging, de behandeling en opslag van het afval;b) de werken en uitrustingen voor de controle, bescherming en bewaking van de inrichtingen;c) de aanleg van de omgeving rond de inrichtingen. Bij heraanleg van een containerpark dat reeds een investeringsbetoelaging heeft genoten kan enkel een nieuwe betoelaging worden toegekend na een termijn van minstens vijf jaar na toekenning van de eerste toelage en dit ten bedrage van maximum 25.000 euro . § 2. Jaarlijks wederkerende toelagen 1. De gemeenten kunnen een jaarlijkse toelage voor de personeelskosten genieten ten bedrage van maximum 27.000 euro, dit wordt wel afhankelijk gesteld van de openingsinspanningen, namelijk het aantal wekelijkse openingsuren van het containerpark gedeeld door 32.

Overeenkomstig artikel 4, § 8, dekt dit bedrag eveneens de verplichte opleidingskosten. 2. De gemeenten kunnen tevens een toelage genieten die in verhouding staat tot de hoeveelheden grofvuil en sloopafval, op grond van het aantal inwoners en een correctiefactor.De toelage wordt berekend als volgt : Jaartoelage ( euro /jaar) = « bevolking » x « index » x 0.651 euro /inwoner, waarbij : - « bevolking » het aantal gemeentebewoners volgens de recentste NIS-gegevens, - « index » de verhouding is tussen het aantal huurders gedeeld door het aantal eigenaars, op grond van de recentste NIS-gegevens, en waarbij de index 1 aan de gemeente met de zwakste index wordt toegekend.

De indices van de gemeenten op grond van de volkstelling van 2001 van het NIS zijn bij dit besluit gevoegd.

Als evenwel blijkt dat het toelagebedrag lager ligt dan 33 % van de door de gemeente werkelijk opgelopen kosten voor het verwijderen van het grofvuil en het bouw- en sloopafval, dan zal de gemeente een aanvullend bedrag genieten om minstens 33 % van de werkelijk opgelopen kosten te dekken.

Art. 3.Slechts een containerpark per gemeente komt in aanmerking voor een investeringstoelage.

Wanneer meerdere gemeenten samen een gemeenschappelijk containerpark beheren, dan wordt de in artikel 2, § 1, bedoelde investeringstoelage toegekend als zou het om één enkele gemeente gaan die het containerpark beheert. De in artikel 2, § 2, bedoelde wederkerende jaartoelagen worden berekend op grond van het totaalaantal van de verwachte toelagen voor elke gemeente die bij het project is betrokken.

De gemeenten dienen een overeenkomst te sluiten tot nadere bepaling van de kostenverdelingsregels tussen de verscheidene gemeenten. De gemeenten die eenzelfde containerpark delen wijzen een gemeente aan die ermee belast wordt een enige toelageaanvraag in te dienen. De verscheidene gemeenten worden betaald op grond van de kostenverdelingsregels die zij in hun overeenkomst hebben bepaald. HOOFDSTUK 2. - Toekenningsvoorwaarden van de toelage

Art. 4.§ 1. Een gemeente komt pas voor een toelage in aanmerking voorzover aan de volgende voorwaarden wordt voldaan en op grond van een dossier dat bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt ingediend. § 2. Het containerpark moet de volgende minimumvoorschriften naleven : 1° rond het containerpark moet een omheining in traliewerk van ten minste 2 meter hoog worden opgetrokken om doeltreffend te beletten dat mensen en voertuigen toegang krijgen buiten de openingsuren.Er kunnen andere materiële, stevige en bestendige middelen worden gebruikt, voorzover zij minstens even efficiënt zijn als het genoemde traliewerk. De beschermingsmiddelen worden aanhoudend in goede staat van onderhoud gehouden; 2° de ingang en de uitgang van de inrichting worden zodanig ontworpen en aangelegd dat doeltreffend kan worden toegezien op de aanvoer en het achterlaten van afval en er geen verkeersopstoppingen worden veroorzaakt.Er kunnen bijgevolg maar twee toegangsmogelijkheden zijn die elk van een poort of een stevig hek worden voorzien; 3° de binnenwegen worden zodanig aangelegd dat de wielen van de voertuigen bij het buitenrijden vrij van modder en afval blijven;4° de containers, recipiënten en afvalopslagplaatsen van het park moeten zich natuurlijk binnen het terrein bevinden;5° ze staan op een aangepaste ondoordringbare bodem (die afhelt naar een goot).Hun stabiliteit wordt in alle omstandigheden gewaarborgd; 6° er mag geen afval rechtstreeks op de grond worden gestort of achtergelaten.Het afval mag alleen in onderscheiden, hiervoor voorziene en goed onderhouden recipiënten en containers worden opgeslagen. Het afval wordt rechtstreeks in de daarvoor bestemde recipiënten en containers gestort; 7° de exploitant plaatst een bewegwijzering die aangepast is aan de omstandigheden en duidelijk en op leesbare wijze aanduidt wat er in elke container en elke recipiënt mag worden opgeslagen;8° binnen de inrichting staat er een container ter beschikking die uitsluitend dient om niet-toegelaten afvalstoffen op te vangen die bij vergissing zouden zijn aanvaard;9° er worden maatregelen genomen om de visuele impact en het lawaai vanuit het centrum terug te dringen. § 3. Het containerpark moet minstens de volgende afvalstoffen aanvaarden : 1° grofvuil 2° elektrische en elektronische apparaten 3° bouw- en sloopafval 4° afval van papier en karton 5° glas, plastic en drankverpakkingen 6° klein chemisch afval 7° tuinafval. Enkel de afvalstoffen van particulieren worden in het containerpark aanvaard. Het personeel controleert of de aangevoerde afvalstof wel van huishoudelijke oorsprong is. § 4. De containers worden kosteloos door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid bezorgd en leeggemaakt, behalve voor grofvuil en bouw- en sloopafval waarvan de afvoerwijze door de gemeenten zelf wordt bepaald.

De containersoorten en de afvoerwijze worden in samenspraak met het Gewestelijk Agentschap voor Netheid vastgelegd behalve voor grofvuil en bouw- en sloopafval. § 5. De keuze van de afvalverwerkingsstromen wordt aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer voorgelegd.

Het grofvuil wordt minstens in vier fracties gesorteerd : 1° schroot 2° elektrische en elektronische apparaten 3° hout 4° gemengd grofvuil De elektrische en elektronische apparaten worden in verscheidene fracties gesorteerd, naargelang van de beschikbare plaats, overeenkomstig de toepassingsregels uit hoofde van de terugnameplicht van de genoemde afvalstoffen en derwijze dat die voorzieningen onbelemmerd hergebruikt kunnen worden. Het bouw- en sloopafval wordt in twee fracties gesorteerd : 1. minerale, niet-verontreinigende fractie : baksteen, aarde, steengruis, tegels, dakpannen, beton 2.gemengde fractie.

Het Brussels Instituut voor Milieubeheer kan afwijkingen van deze beginselen toestaan mits voorlegging van een met redenen omkleed dossier waarin omstandig uitgelegd wordt waarom dit vanuit een praktisch standpunt niet doenbaar is. § 6. Het containerpark is kosteloos toegankelijk voor particulieren van de betrokken gemeente zonder hoeveelheidsbeperking, behalve qua grofvuil en bouw- en sloopafval.

Het containerpark aanvaardt het grofvuil van de gezinnen kosteloos ten belope van 2 m3 om de zes maanden. Boven deze hoeveelheid staat het de gemeente vrij een aanvaardingsprijs te bepalen.

Het containerpark aanvaardt het bouw- en sloopafval van de gezinnen kosteloos tegen een minimale hoeveelheid van 5 zakken van 60 liter per jaar en per gezin. Boven deze hoeveelheid staat het de gemeente vrij een aanvaardingsprijs te bepalen. § 7. Het containerpark is minstens open op zaterdagmorgen (van 8 tot 14 uur) alsook op een vooravond per week (van 16 tot 19 uur). § 8. Het containerpark moet onder het toezicht staan van ten minste een persoon gedurende de week en ten minste twee personen tijdens de permanentieavond en op zaterdagmorgen.

Het toezichtspersoneel staat onder de verantwoordelijkheid van de gemeente en dient de nodige vakkennis aan de dag te leggen bij het aanvaarden van chemisch afval. Hiertoe dient dat personeel een geschikte opleidingscyclus op de netheidsschool van het GAN te volgen. § 9. De gemeente neemt de nodige maatregelen om het hergebruik van grofvuil als tweedehandse goederen in de hand te werken, zij het door eigen toedoen of middels een rechtspersoon die hiertoe erkend is krachtens het besluit van de Brusselse Regering van 11 maart 2004 betreffende de erkenning en betoelaging van verenigingen zonder winstoogmerk en de verenigingen met een sociaal oogmerk die in de hergebruiksector bedrijvig zijn.

Art. 5.De gemeenten die voor een toelage in aanmerking komen dienen elk jaar het Brussels Instituut voor Milieubeheer de volgende gegevens te bezorgen, volgens een model als door het BIM bepaald, met vermelding voor elke afvalsoort van : 1° de jaarlijks ingezamelde hoeveelheden, 2° de aanvaardplichtigen, 3° de bestemming en verwerking, 4° de kosten (huur, vervoer, verwijdering, personeel).

Art. 6.De gemeenten die voor een toelage in aanmerking komen dienen een communicatiebeleid te voeren om hun bewoners over de werking van het park in te lichten.

De algemene signalisatie- en communicatieregels worden door het Brussels Instituut voor Milieubeheer vastgelegd. HOOFDSTUK 3. - Toekenningsvoorwaarden van de toelage

Art. 7.§ 1. De in artikel 2, § 1, bedoelde investeringstoelage wordt in drie schijven betaald : 1° 20 % bij de betekening van het ministeriële betoelagingsbesluit aan de gemeente;2° 10 % bij het verkrijgen van de vereiste vergunningen;3° het saldo op voorlegging door de gemeente aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer van de eindafrekening betreffende alle prestaties in verband met de aanleg van het containerpark. Indien de in artikel 2, § 2, 2°, bedoelde prestaties bij vervaldatum van de vergunningen nog niet aangevat zijn, dan worden de in § 1, 1° en 2°, bedoelde bedragen aan het BIM terugbetaald. § 2. De in artikel 2, § 2, bedoelde wederkerende jaartoelagen worden in een schijf betaald na goedkeuring, door het BIM, van de bewijsstukken van het voorgaand jaar m.b.t. het aantal openingsuren van het containerpark en de facturen i.v.m. de afvoer van de verscheidene afvalsoorten, en na te hebben gecontroleerd of het afvoercircuit waarvoor de gemeente geopteerd heeft wel overeenstemt met een oplossing waarmee het BIM op voorhand had ingestemd.

Art. 8.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 november 1997 betreffende de betoelaging van de gemeenten voor de aanleg van containerparken wordt opgeheven.

Art. 9.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gedaan te Brussel, op 13 mei 2004.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN

Bijlage Index huurders/eigenaars Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld