gepubliceerd op 03 februari 2010
Ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering
28 JANUARI 2010. - Ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering (1)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie, moet men verstaan onder : 1° in aanmerking komende perimeter : een perimeter die door de Regering wordt bepaald, bestaande uit een huizenblok of een geheel van huizenblokken die al dan niet bebouwd zijn, die opgenomen zijn in een stedelijk herwaarderingsgebied op het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, begrensd door verbindingswegen of door natuurlijke of administratieve grenzen en die aanleiding kan geven tot de subsidiëring van de herwaarderingsprojecten zoals die in deze titel omschreven worden;2° definitieve perimeter : gedeelte of uitbreiding van een in aanmerking komende perimeter, waarvan de omtrek bepaald wordt bij de vastlegging van een stedelijk herwaarderingsprogramma;3° herstructureren : het nemen van alle maatregelen, waaronder de renovatie, de herwaardering, de sanering, de sloop en de bouw, die bijdragen tot de fysieke en functionele reorganisatie van een deel van het grondgebied op lokaal niveau;4° saneren : het slopen van een of meerdere kunstwerken bovengronds of, indien nodig, ondergronds, het reinigen, het effenen en herbeplanten van een of meerdere terreinen, teneinde tijdens een overgangsperiode een ruimte te reconstrueren die geschikt is om later ingericht te worden;5° vernieuwen : het herstellen in de oorspronkelijke staat van een of meerdere gebouwen en de eventuele aanleg van de onmiddellijke omgeving ervan, met uitzondering van elke afbraak die niet bijkomstig is;6° met sociale woning gelijkgestelde woning : woning die door een publiekrechtelijke rechtspersoon, het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een sociaal verhuurkantoor of natuurlijke personen wordt verworven, in erfpacht genomen of waarop een recht van opstal wordt gevestigd, gebouwd of ingericht, en die bestemd is voor het huisvesten van huurders overeenkomstig de toegangsvoorwaarden bepaald door de Regering;7° conventionele woning : woning bestemd voor de huisvesting van personen en waarvoor de kostprijs- en de toegangscriteria bepaald worden door de Regering.Ze wordt verworven, in erfpacht genomen, of er wordt een recht van opstal op gevestigd, gebouwd of ingericht met het doel ze te verhuren of te verkopen aan natuurlijke personen onder voorwaarden bepaald door de Regering; 8° handelsruimten : lokalen toegankelijk voor het publiek, waarin diensten worden verleend of roerende goederen worden verkocht, met inbegrip van de bijbehorende kantoren en bijgebouwen;9° productieve ruimten : de lokalen die bestemd zijn voor productieve activiteiten, meer bepaald ambachtelijke, industriële, hoogtechnologische activiteiten, of de productie van materiële diensten en immateriële goederen, uitgezonderd de lokalen die hoofdzakelijk besteld zijn voor hetzij de beheers- of administratieve werkzaamheden van een ondernemeing, een openbare dienst, een zelfstandige of een handelaar, hetzij voor de uitoefening van een vrij beroep of voor activiteiten van bedrijven voor intellectuele dienstverlening;10° openbare ruimte : niet bebouwd geheel of gedeelte daarvan, bestaande uit straten en pleinen, met inbegrip van de wegenis, de parkeerplaatsen en de stoepen, evenals uit de niet-privatieve groene ruimten, al dan niet gelegen binnen een huizenblok;11° buurtinfrastructuur : gebouwen ter beschikking gesteld van het publiek ter bevordering van de ontwikkeling van de sociale samenhang en het gemeenschapsleven op lokaal niveau;12° gemengde bestemming : multifunctionele bestemming die het mogelijk maakt om binnen een zelfde project tegelijkertijd woningen, buurtinfrastructuren, commerciële en/of productieve ruimten met elkaar te combineren;13° de Minister : de minister die bevoegd is voor stadsvernieuwing;14° de begunstigden : de gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, instellingen van openbaar nut, sociale verhuurkantoren of verenigingen zonder winstoogmerk die actief zijn in het kader van de uitvoering van projecten en handelingen in verband met stedelijke herwaardering die in deze titel beoogd worden;15° het stedelijk herwaarderingsgebied : de perimeter zoals bedoeld in artikel17, tweede lid, 3° van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening.
Art. 3.§ 1. De stedelijke herwaardering strekt ertoe een stedelijke perimeter volledig of gedeeltelijk te herstructureren om zijn stedelijke, economische, maatschappelijke en milieufunctie te herstellen met inachtneming van de architecturale en culturele eigenheden en van de duurzame ontwikkeling. De stedelijke herwaardering is een opdracht van openbaar belang. § 2. De stedelijke herwaardering wordt verwezenlijkt door middel van een of meerdere : 1° vastgoedprojecten die tot doel hebben om, in voorkomend geval, in het kader van projecten met gemengde bestemming, huisvesting, buurtinfrastructuren, handelsruimten en productieve ruimten in stand te houden, uit te breiden of te verbeteren;2° projecten bestemd om de openbare ruimten te herwaarderen, gelijktijdig uitgevoerd met de projecten bedoeld in het 1° mits instemming van de betrokken eigenaar(s) of het verkrijgen van een zakelijk recht op de private goederen;3° handelingen ter bevordering van de maatschappelijke en economische herwaardering op lokaal niveau, voornamelijk door de inwoners aan te moedigen om aan activiteiten deel te nemen, ook in het kader van programma's voor socioprofessionele inschakeling, waarbij regelingen van positieve discriminatie toegepast worden;4° projecten die erop gericht zijn de kwaliteit van het leefmilieu in de herwaarderingsperimeter te verbeteren, onder meer door de energie- en milieuprestaties van de constructies te verhogen. § 3. Vastgoedprojecten die verband houden met huisvesting, zoals bedoeld in § 2, 1°, omvatten : 1° alle door de gemeente uitgevoerde projecten voor het vernieuwen, het bouwen of het herbouwen van onroerende goederen, in voorkomend geval met de financiële inbreng van de privésector, met betrekking tot onroerende goederen die haar toebehoren, die zij daartoe aankoopt of die toebehoren aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, om ze een bestemming te geven als met sociale huisvesting gelijkgestelde huisvesting;2° iedere aankoop van al dan niet bebouwde onroerende goederen of het in erfpacht nemen van of het vestigen van een recht van opstal op dergelijke goederen om ze, in voorkomend geval, bouwrijp te maken en ze ter beschikking te stellen van overheids- of privé-investeerders teneinde deze in de allereerste plaats voor conventionele huisvesting te bestemmen;3° het in erfpacht nemen van of het vestigen van een recht van opstal op onroerende goederen of delen van onroerende goederen die bestemd zijn voor huisvesting gelijkgesteld met sociale huisvesting en uitgevoerd zijn door privé-investeerders, teneinde deze te verhuren. § 4. De projecten beoogd door § 2, 2°, omvatten : 1° groenvoorzieningen binnen de huizenblokken;2° de verfraaiing van de gevels in de onmiddellijke omgeving van de desbetreffende openbare ruimten;3° de functionele verbetering van de toegang tot woningen. § 5. Vastgoedprojecten die verband houden met de buurtinfrastructuren en met de commerciële en productieve ruimten, zoals bedoeld in § 2, 1°, omvatten ieder project met het oog op de vernieuwing, de bouw of de reconstructie van al dan niet bebouwde onroerende goederen, uitgevoerd door de begunstigden, in voorkomend geval met de financiële inbreng van de privésector, met betrekking tot onroerende goederen die hen toebehoren, die zij verwerven of bezitten, teneinde deze te bestemmen als handelsruimten, productieve ruimten of buurtinfrastructuren. § 6. De in § 2, 3° bedoelde handelingen worden, hetzij in het kader van een overheidsopdracht, hetzij door middel van een subsidie, uitgevoerd samen met de openbare en private partners die actief zijn binnen de tewerkstellings- en opleidingssector die beantwoorden aan de voorschriften van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen of met verenigingen die lokaal actief zijn voor de in de betrokken perimeter aanwezige bevolkingsgroepen. § 7. De in § 2, 4°, bedoelde projecten omvatten acties die inzonderheid gericht zijn op het verbeteren van de milieu- en energieprestaties van de constructies, het bestrijden van de in de herwaarderingsperimeter aanwezige milieuoverlast en het milderen van de ecologische voetafdruk. Deze projecten worden uitgevoerd samen met publieke, private of uit verenigingen afkomstige partners. HOOFDSTUK II. - Programma inzake herwaardering
Art. 4.De Regering bepaalt binnen het stedelijke herwaarderingsgebied de perimeters die in aanmerking komen voor subsidiëring. Ze brengt de gemeente op de hoogte van de beslissing tot opname van een in aanmerking komende perimeter die zich op haar grondgebied bevindt.
Art. 5.§ 1. Na goedkeuring door de gemeenteraad en uiterlijk op de laatste dag van de tiende maand na de kennisgeving zoals bedoeld in artikel4, legt de gemeente een vierjarenprogramma voor stedelijke herwaardering ter goedkeuring voor aan de Regering.
De Regering of de Minister mogen uitzonderlijk een verlenging van deze termijn toestaan volgens door hen vast te stellen regels. § 2. Dit programma moet verplicht bevatten : 1° het plan van de definitieve perimeter van de geplande projecten bedoeld in artikel3, § 2, 1° à 4°;2° een richtschema voor de volledige definitieve perimeter, met nadere bepaling van de aard van de projecten en het tijdschema voor de uitvoering van genoemde projecten;3° een lijst van de onroerende goederen waarop het programma betrekking heeft, evenals, indien ze in gebruik zijn, een lijst van de gebruikers;indien nodig, kunnen deze lijsten tijdens de uitvoering gewijzigd worden; 4° een nauwkeurige beschrijving van de uit te voeren aankopen en werken voor elk project dat kadert in het programma;5° een beschrijving van de in uitvoering van artikel3, § 2, 2° geplande werken;6° een beschrijving van de handelingen en samenwerkingsverbanden zoals bedoeld in artikel3, § 6;7° een beschrijving van de in artikel3, § 7 bedoelde handelingen;8° een voor zes jaar opgesteld financieel plan voor het hele programma;9° alle door de Minister of door zijn gemachtigde nuttig geachte bijkomende documenten of inlichtingen;10° een verslag over de toestand en over de vermoedelijke evolutie van de vastgoedmarkt in de herwaarderings-perimeter, evenals de opsomming van de voorstellen van maatregelen ter beteugeling van de speculatie;11° een programma voor het behoud van het patrimonium met de bewarende maatregelen voor de betrokken onroerende goederen;12° een inventaris van de goederen gelegen in de in aanmerking komende perimeter die eigendom zijn van de overheid, alsook hun bestemming en gebruik. § 3. De Regering bepaalt de regels voor de opmaak, de procedure en de goedkeuring van het programma.
Art. 6.Vóór de goedkeuring door de gemeenteraad, wordt het ontwerp van programma voor advies voorgelegd aan een wijkcommissie en onderworpen aan de speciale bepalingen van openbaarmaking zoals bedoeld in de artikelen 150 en 151 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening.
De Regering stelt de algemene regels vast inzake de samenstelling en de werking van de wijkcommissies zodat optimaal rekening gehouden kan worden met de noden van de wijkbewoners zowel door hun aanwezigheid in de schoot van de commissie als hun betrokkenheid vanaf het begin van de beraadslaging inzake de opstelling van een vierjaarlijks programma.
De gemeenteraad stelt de leden voor van de wijkcommissie, uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand die volgt op de kennisgeving bedoeld in artikel4. HOOFDSTUK III. - Onteigening
Art. 7.§ 1. Elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de uitvoering van een stedelijk herwaarderingsprogramma, kan door onteigening ten algemenen nutte tot stand worden gebracht.
De onteigening verloopt volgens de regels waarin voorzien in de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.
Het besluit van de Regering ter goedkeuring van het programma is een met redenen omklede beslissing die de dringendheid en het plan met de werkzaamheden en de te onteigenen percelen rechtvaardigt. § 2. In dit kader, kan de gemeente als onteigenende macht optreden. § 3. Voor de berekening van de waarde van het onteigende onroerend goed, wordt geen rekening gehouden met de meerwaarde of de minderwaarde die voortvloeit uit de goedkeuring van het herwaarderingsprogramma, voor zover de onteigening gebeurt voor de uitvoering van het programma. HOOFDSTUK IV. - Financiering
Art. 8.§ 1. De Regering kan aan de begunstigden subsidies toekennen voor de verwezenlijking van projecten en handelingen betreffende de stedelijke herwaardering die kaderen in een herwaarderingsprogramma dat zij goedkeurt.
Deze projecten en handelingen kunnen in voorkomend geval ook worden verwezenlijkt met de financiële inbreng van de Federale Staat in het kader van de procedure ingesteld door artikel43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. § 2. Als andere begunstigden dan de gemeente actoren zijn in het vierjarenprogramma, sluit de Regering een driepartijenovereenkomst af met de gemeente en met elke andere begunstigde zoals bedoeld in artikel2, 14°, teneinde de rechten en plichten van elk van de partijen vast te stellen alsook de regeling voor de controle op het gebruik van de subsidie, de herziening ervan en de terugbetaling van het eventuele te veel betaalde bedrag.
Art. 9.De Regering verduidelijkt de aard en het doel van de handelingen en werken die in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring.
De in artikel3 bedoelde projecten kunnen enkel gesubsidieerd worden indien zij opgenomen zijn in een vierjarenprogramma voor stedelijke herwaardering.
De projecten die niet in dit vierjarenprogramma zijn opgenomen en die bij de opstelling ervan niet konden voorzien worden, kunnen evenwel voor subsidie in aanmerking komen. De Regering kan te dien einde, volgens door haar vast te stellen regels, een wijziging of een aanvulling van het programma toestaan.
De Regering kan de toekenning van de subsidies koppelen aan de naleving van de regels die voorzien in onderscheiden termijnen voor de uitvoering van de verschillende projecten bedoeld in artikel3.
Enkel de projecten met betrekking tot goederen die in het Gewestelijk Bestemmingsplan opgenomen zijn in een lint van handelskernen, komen in aanmerking voor de subsidiëring als vastgoedproject voor een handelsruimte zoals bedoeld in artikel3, § 5.
Art. 10.Binnen de perken van de begrotingskredieten bepaalt de Regering jaarlijks : 1° de totale subsidie die aan de begunstigden toegekend moet worden voor de verwezenlijking van de projecten en handelingen inzake stedelijke herwaardering in het kader van de herwaarderingsprogramma's die door de Regering werden goedgekeurd;2° de totale subsidie die aan de gemeenten moet toegekend worden voor de opstelling van de herwaarderingsprogramma's die goedgekeurd werden door de Regering wanneer deze programma's aan een externe projectontwerper worden toegewezen die aangesteld werd overeenkomstig de wetgeving op de overheidsopdrachten en binnen het reglementaire kader bepaald door de Regering.
Art. 11.De Regering verdeelt de enveloppe van de budgettaire vastleggingen voor de herwaardering in evenzoveel gelijke delen als er te herwaarderen perimeters zijn waarvan het programma is goedgekeurd.
Art. 12.De Regering bepaalt het voor de duur van het programma toepasbare subsidiëringspercentage. Het mag, privé- of federale financieringen niet inbegrepen, niet hoger liggen dan 95 % van de totale kostprijs ten laste van de gemeente en het Gewest van de uitvoering van de projecten bedoeld in artikel3. De wijzigingen of aanvullingen op het programma bedoeld in artikel9, § 3 hebben geen weerslag op het bedrag van de subsidie.
Art. 13.De Regering bepaalt in voorkomend geval voor elk herwaarderingsprogramma dat opgesteld werd overeenkomstig artikel10, 2°, het bedrag van de gewestsubsidie. Dat bedrag kan voor elk programma tot 100 procent van de betrokken opstellingskosten bedragen, zonder evenwel een door de Regering te bepalen maximumbedrag te overschrijden.
De Regering bepaalt de uitbetalingsregels van de in het eerste lid bedoelde subsidie.
Art. 14.De Regering bepaalt de uitbetalingsregels van de in artikel12 bedoelde subsidie. De desbetreffende betalingen worden uiterlijk twee jaar na afloop van het programma uitgevoerd.
De Regering kan een voorschot toestaan ten belope van 15 procent tot 20 procent van het bedrag van de in artikel12 bedoelde subsidie, vanaf de goedkeuring van het programma. Dit voorschot wordt in mindering gebracht van het eindsaldo dat na de goedkeuring van de eindafrekeningen wordt uitbetaald. HOOFDSTUK V Verplichtingen ten laste van de begunstigde van de subsidies
Art. 15.Zonder voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de Regering, kan de begunstigde geen zakelijke rechten vervreemden op goederen die, in het kader van werkzaamheden inzake de herwaardering van een perimeter, gesubsidieerd worden.
De Regering stelt de nadere regels voor de toepassing van deze bepaling vast, met inachtneming van het principe dat de opbrengst van deze vervreemdingen opnieuw moet worden aangewend voor een project als bedoeld in artikel3.
Art. 16.Door de subsidie te aanvaarden, verbindt de begunstigde zich ertoe om, voor de met sociale woningen gelijkgestelde woningen, de door de Regering vastgestelde toegangsvoorwaarden, toekenningscriteria, berekening van de huurprijs, duur van de bewoning en beheerstoezicht na te leven.
Een van de toegangsvoorwaarden is een inkomensgrens die de inkomensgrens die geldt voor sociale woningen met niet meer dan 20 procent mag overschrijden.
Een van de toekenningscriteria is de toewijzing bij voorrang van vernieuwde of heropgebouwde woningen aan de personen die ze vóór de uitvoering van de werken bewoonden.
De begunstigde is verplicht om te zorgen voor een vervangingswoonst voor de personen die onroerende goederen bewonen die opgenomen zijn in het in artikel5, § 2, 1° en 3° bedoelde programma en die onbewoonbaar geworden zijn door de herwaarderingsprojecten.
Art. 17.De Regering maakt elk jaar een algemeen verslag op, programma per programma, over de evolutie van de projecten die uitgevoerd werden krachtens de huidige ordonnantie.
Het jaarverslag wordt, het eerste semester van het jaar dat volgt op het jaar waarop het betrekking heeft, ingediend bij het parlement.
Art. 18.Om de Regering in staat te stellen controle uit te oefenen op de aanwending van de verleende subsidies, dient de begunstigde die andere economische activiteiten uitoefent dan de dienst van algemeen belang zoals bedoeld in artikel3, een analytische en aparte boekhouding te voeren van de projecten waarvoor hij subsidies krijgt. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en eindbepalingen
Art. 19.In afwijking van artikel4, bij gebrek aan gebied voor stadsvernieuwing, worden de perimeters die in aanmerking komen voor subsidiëring bepaald binnen de Ruimte voor Versterkte Ontwikkeling van Huisvesting en Renovatie van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan.
Art. 20.De programma's tot herwaardering van de wijken die werden goedgekeurd met toepassing van de organieke ordonnantie van 7 oktober 1993 tot herwaardering van de wijken, blijven verder geregeld door deze ordonnantie en het uitvoeringsbesluit ervan. Dit geldt ook voor de rechten en plichten die voortvloeien uit deze programma's of overeenkomsten die zijn gesloten in dit kader.
Alle handelingen in een programma dat op de dag van de inwerkingtreding van deze ordonnantie is goedgekeurd en die vergelijkbaar zijn met de handelingen zoals bedoeld in artikel3, § 2, 3°, kunnen aanleiding geven tot een subsidie conform de artikelen 3, § 6 en 8, § 2.
Art. 21.Deze ordonnantie treedt in werking op de datum die wordt bepaald door de Regering.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 28 januari 2010.
Ch. PICQUE, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking J.-L. VANRAES, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen Mevr. E. HUYTEBROECK, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting Mevr. B. GROUWELS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer B. CEREXHE, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek Nota's (1) Gewone zitting 2009-2010 Documenten van het Parlement : A-64/1 Ontwerp van ordonnantie.- A-64/2 Verslag.
Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 22 januari 2010.