gepubliceerd op 01 september 2020
Ordonnantie houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren
17 JULI 2020. - Ordonnantie houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Deze ordonnantie heeft tot doel de administratieve verplichtingen van natuurlijke en rechtspersonen te vereenvoudigen door te waarborgen dat gegevens die reeds beschikbaar zijn in een authentieke bron niet opnieuw moeten worden meegedeeld aan een Brusselse overheid en te komen tot een volledige gelijkschakeling tussen elektronische en papieren formulieren. HOOFDSTUK II. - Definities en toepassingsgebied
Art. 3.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder : 1° « overheid » : a) de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als gedefinieerd in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 2015 tot regeling van de naamswijziging van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;b) de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die behoren tot categorie A en categorie B volgens de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en hun operationele filialen ;c) de paragewestelijke instellingen van publiek recht of van openbaar nut en hun operationele filialen ;d) de gemeenten gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;e) de entiteiten die ongeacht hun vorm of aard : - opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn ; - rechtspersoonlijkheid hebben ; - en waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de onder a), b), c) of d) vermelde overheden of instellingen worden gefinancierd, hetzij het beheer is onderworpen aan het toezicht door die overheden of instellingen, hetzij de meerderheid van de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan door deze overheden of instellingen zijn aangewezen ;f) de verenigingen gevormd door één of meerdere onder a), b), c), d) of e) vermelde overheden ;g) de natuurlijke personen of rechtspersonen aan wie bij wet taken van openbare dienst of algemeen belang zijn toevertrouwd bij een wetgevende norm tot regeling van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;2° « dienstenintegrator » : instelling bedoeld in artikel 2, 1°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ;3° « authentieke bronnen » : de gegevensbank bedoeld in artikel 2, 7°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ;4° « formulier » : elk document in digitale vorm, op papier of op enige andere drager, dat in het kader van een administratieve procedure wordt gebruikt om aanvragen te richten aan een overheid of om informatie uit te wisselen met een overheid ;5° « bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling » : bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling in de zin van : a) artikel 11 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ;b) artikel 6, §§ 1 en 2, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen ;c) artikel 23 van de wet van 19 mei 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/05/2010 pub. 28/06/2010 numac 2010014128 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen sluiten houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen ; d) artikel III.36 van het Wetboek van economisch recht ; e) artikel 5, § 3, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator ;f) elke specifieke bepaling die het principe van de unieke gegevensinzameling instelt of uitvoering geeft aan de unieke gegevensinzameling ;6° « algemene verordening gegevensbescherming » : verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ;7° « overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging » : de overheid bevoegd voor de administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK III. - Principe van unieke gegevensverzameling
Art. 4.§ 1. Bij de identificatie van natuurlijke personen maken alle overheden, voor de uitvoering van hun wettelijke opdrachten en de realisatie van de in artikel 2 bepaalde doelstellingen, gebruik van het rijksregisternummer toegekend in uitvoering van artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen, of van het identificatienummer van de Kruispuntbank toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, derde lid, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, indien het gegevens betreft die betrekking hebben op een natuurlijke persoon die niet in voormeld Rijksregister opgenomen is. § 2. Bij de identificatie van rechtspersonen, maken alle overheden, voor de uitvoering van hun wettelijke opdrachten, gebruik van het ondernemingsnummer toegekend in uitvoering van artikel III.17 van het Wetboek van economisch recht. § 3. In het kader van de vervulling van een wettelijke informatieplicht maken alle natuurlijke en rechtspersonen gebruik van het rijksregisternummer toegekend in uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, het identificatienummer van de Kruispuntbank toegekend in uitvoering van artikel 4, § 2, derde lid, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het ondernemingsnummer toegekend in uitvoering van artikel 17 van het Wetboek van economisch recht.
Art. 5.De met toepassing van de bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling verkregen gegevens mogen door de betrokken overheden slechts gebruikt worden ter uitvoering van hun wettelijke opdrachten.
De verkregen gegevens mogen niet worden meegedeeld aan derden die geen machtiging hebben.
Art. 6.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator, winnen de overheden, desgevallend nadat zij hiervoor de nodige machtigingen verworven hebben, de elektronisch beschikbare gegevens die worden aangeboden via de gewestelijke dienstenintegrator in bij laatstgenoemde.
De overheden winnen de gegevens waarover ze beschikken in uitvoering van het eerste lid niet meer in bij de betrokkene, zijn lasthebber of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Overheden die beschikken over een rechtstreekse toegang tot een authentieke bron hergebruiken de gegevens die erin beschikbaar zijn met inachtneming van de algemene verordening gegevensbescherming en mogen deze gegevens niet langer inwinnen bij de betrokkene, zijn lasthebber of wettelijke vertegenwoordiger. § 2. Zodra de betrokkene, zijn lasthebber of wettelijke vertegenwoordiger vaststelt dat een overheid over onvolledige of onjuiste gegevens beschikt, meldt hij de nodige verbeteringen of aanvullingen onverwijld aan die overheid of aan de gewestelijke dienstenintegrator. § 3. De toepassing van de bepalingen van dit artikel kan, onverminderd de toepassing van de geldende regels inzake verjaring en stuiting, er in geen geval toe leiden dat onterecht ontvangen rechten of uitkeringen die gesteund zijn op onvolledige of onjuiste gegevens niet van de natuurlijke of rechtspersoon kunnen worden teruggevorderd of dat verschuldigde betalingen die gesteund zijn op onvolledige of onjuiste gegevens niet door de natuurlijke of rechtspersoon moeten worden betaald. HOOFDSTUK IV. - Volledige gelijkschakeling van elektronische formulieren met papieren formulieren
Art. 7.§ 1. Elk nieuw formulier uitgaande van een overheid wordt zo spoedig mogelijk elektronisch meegedeeld aan de overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging en ten minste vijfenveertig dagen voor het eerste gebruik van het formulier. § 2. De overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging verifieert binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de mededeling bedoeld in paragraaf 1, of bij het ontwerpen van het formulier de bepalingen van artikel 4 en de bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling werden nageleefd. Deze verificatie heeft eveneens betrekking op de bijlagen of stukken die bij het formulier moeten worden gevoegd.
Ten laatste drie dagen voor het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn kan de overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging de in het eerste lid voorgeschreven termijn ten hoogste één maal met vijftien dagen verlengen. De overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging licht in dat geval de overheid waarvan de aanvraag uitgaat hierover langs elektronische weg in.
Bij gebrek aan advies van de overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging binnen de in het eerste en tweede lid voorgeschreven termijn, wordt de formaliteit als vervuld beschouwd.
Het gebruik van een formulier dat niet in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 4 en de bepalingen betreffende de unieke gegevensinzameling is evenwel geldig voor de natuurlijke of rechtspersoon die het heeft gebruikt en mag geen gevolgen hebben voor het dossier van die persoon. § 3. De natuurlijke of rechtspersonen kunnen formulieren en procedures die zij strijdig achten met de bepalingen van artikel 4 of de bepalingen inzake de unieke gegevensinzameling melden aan de overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging, volgens de nadere regels bepaald door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Dergelijke melding leidt ertoe dat de overheid bevoegd voor administratieve vereenvoudiging : 1° de gemelde formulieren onderzoekt en indien nodig de betrokken overheid verzoekt het formulier aan te passen binnen een redelijke termijn ;2° de natuurlijke of rechtspersoon die het niet-conform geachte formulier heeft gemeld, informeert over het gevolg dat aan zijn of haar melding werd gegeven.
Art. 8.§ 1. Elektronische formulieren en hun bijlagen worden geacht dezelfde waarde te hebben als papieren formulieren, voor zover is voldaan aan de volgende voorwaarden : 1° de elektronische gegevens vermelden de identiteit van de betrokken persoon ;2° de elektronische gegevens kunnen nauwgezet worden gekoppeld aan een referentiedatum en een referentietijdstip ;3° de elektronische gegevens kunnen niet meer onmerkbaar worden gewijzigd na de vermelding van de identiteit van de in 1° bedoelde persoon en na de koppeling aan een referentiedatum en een referentietijdstip als bedoeld in 2° ;4° de elektronische gegevens voldoen, voor zover zij door meerdere personen zijn opgesteld, aan de in 1°, 2° en 3° vermelde vereisten voor elke betrokken persoon wat de gegevens betreft die voor haar werden opgesteld ;5° de elektronische gegevens kunnen worden gelezen gedurende minstens de periode die door de toepasselijke reglementering wordt opgelegd. § 2. De formulieren kunnen worden vooringevuld met de gegevens die beschikbaar zijn bij het bestuur of in de authentieke bronnen. Door het vooringevulde elektronische formulier te gebruiken, verleent de gebruiker uitdrukkelijk machtiging om zijn gegevens te hergebruiken overeenkomstig artikel 5, § 3, van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator. § 3. De vereiste om de vermelding « gelezen en goedgekeurd » of elke andere door de regelgeving opgelegde handgeschreven vermelding aan te brengen, wordt geacht vervuld te zijn door middel van het elektronisch aanbrengen van de vermelding. § 4. De vereiste inzake de verzending in verschillende exemplaren wordt geacht vervuld te zijn zodra de stukken langs elektronische weg zijn bezorgd. § 5. De vereiste inzake het bezorgen van een bericht van ontvangst kan rechtsgeldig vervuld worden langs elektronische weg. § 6. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regels vaststellen inzake het vervangen van papieren formulieren door elektronische formulieren of door formulieren op een andere drager.
Art. 9.De Brusselse overheden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze ordonnantie nog geen gebruik maken van de in artikel 4 vermelde nummers of van de gegevensuitwisseling via een dienstenintegrator, krijgen als overgangsmaatregel tot 1 januari 2021 de tijd om zich naar de door deze ordonnantie bepaalde vereisten te schikken en hiertoe de wettelijk vereiste machtigingen aan te vragen.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 17 juli 2020.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2019-2020 A-180/1 Ontwerp van ordonnantie A-180/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 3 juli 2020 .