gepubliceerd op 07 maart 2023
Regeringsbesluit tot regeling van de erkenningsaanvragen van de plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen. - Erratum
1 FEBRUARI 2023. - Regeringsbesluit tot regeling van de erkenningsaanvragen van de plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen. - Erratum
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 10 december 2021 betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen, artikelen 4 en 6;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2020 houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren, artikel 7, § 1;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, het artikel 3;
Gelet op de ordonnantie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 20 december 2022 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 oktober 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 14 november 2022;
Gelet op de gelijkekansentest die overeenkomstig artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest werd uitgevoerd op 4 oktober 2022;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erediensten;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het representatief orgaan dient de aanvraag tot erkenning van een plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschap in bij de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen, door middel van het door het Bestuur opgestelde formulier.
Het in het eerste lid bedoelde formulier bevat volgende vermeldingen: 1° de naam die gebruikt moet worden voor de instelling, in het Nederlands en in het Frans, 2° het adres van het gebouw of het deel van het gebouw waar de eredienst wordt beoefend;3° het adres van de maatschappelijke zetel van de gemeenschap;4° een verklaring op eer dat de gemeenschap meer dan 200 leden telt;5° het verzoek tot het oprichten van een instelling.
Art. 2.Het representatief orgaan voegt bij het in artikel 1 bedoelde formulier volgende documenten: 1° een attest, afgegeven door de dienst voor brandbestrijding en dringende medische hulp, dat aangeeft dat het gebouw dat bestemd is voor de uitoefening van de eredienst in orde is met de veiligheidsnormen inzake brandpreventie;2° een schriftelijke verklaring van elke persoon die is aangewezen als lid van de raad van bestuur van de instelling waarin die persoon zich ertoe verbindt de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken correct toe te passen;3° een schriftelijke verklaring van elke persoon die is aangewezen als lid van de raad van bestuur van de instelling waarin die persoon zich ertoe verbindt elk individu dat zou handelen of ertoe zou aanzetten te handelen in strijd met de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, uit de raad van bestuur te verwijderen, alsook elke activiteit of literatuur die strijdig is met die normen uit te sluiten;4° een schriftelijke verklaring waarin elke persoon die is aangewezen als lid van de raad van bestuur van de instelling waarin die persoon zich ertoe verbindt de uitoefening van de levensbeschouwing in hoofdzaak toe te vertrouwen aan een bedienaar van wie de bezoldiging ten laste wordt genomen door de federale overheid.5° een schriftelijke verklaring van elke persoon die is aangewezen als lid van de raad van bestuur van de instelling waarin die persoon zich ertoe verbindt dat de bedienaar een opleiding volgt die bedoeld is om zijn integratie in België vlotter te doen verlopen indien hij een nieuwkomer is uit een land dat niet tot de Europese Unie behoort overeenkomstig de ordonnantie van 11 mei 2017 betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers. Het attest van beëindiging van het inburgeringstraject, dat door de daartoe erkende inrichter is uitgereikt, wordt binnen een termijn van hoogstens 18 maanden na de erkenningsaanvraag bezorgd aan de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen.
Art. 3.De directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen gaat na of de registratie bedoeld in artikel 3 van de ordonnantie van 10 december 2021 betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen wel degelijk minstens drie jaar oud is.
Art. 4.De directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen gaat na of de gemeenschap wel degelijk de begrotingsraming en de rekeningafsluiting voor het laatste boekjaar heeft ingediend, overeenkomstig de geldende regels.
Art. 5.§ 1. Binnen de vijftien dagen na de ontvangst van de aanvraag tot erkenning bevestigt de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen aan het representatief orgaan dat zijn dossier werd ontvangen. Desgevallend preciseert ditzelfde schrijven welke stukken en inlichtingen nog ontbreken om de procedure voor de erkenningsaanvraag te kunnen voortzetten. § 2. Indien er stukken of inlichtingen ontbreken, bezorgt het representatief orgaan die binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven dat het daarvan op de hoogte bracht aan de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen. § 3 De directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen brengt het representatief orgaan op de hoogte wanneer het aanvraagdossier volledig is. § 4 Indien het representatief orgaan niet alle stukken of inlichtingen heeft kunnen overmaken binnen de in § 2 vastgestelde termijn, kan de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen aan het representatief orgaan ter kennis brengen dat de erkenningsaanvraag niet ontvankelijk is en derhalve zonder gevolg wordt afgesloten.
Art. 6.Als het erkenningsaanvraagdossier volledig wordt verklaard overeenkomstig artikel 5, vraagt de minister het advies van de minister van Justitie alsook het advies van het college van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar het gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gevestigd.
Art. 7.De regering erkent de plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschap en geeft toestemming voor de oprichting van de instelling die belast wordt met het beheer van de materiële belangen ervan binnen een termijn van 90 dagen te dateren vanaf de ontvangst van het laatste in artikel 6 bedoelde advies.
Indien de regering zich niet binnen de in het eerste lid bepaalde termijn uitspreekt over de erkenningsaanvraag, wordt de erkenningsaanvraag gunstig geacht.
Art. 8.De beslissing van de regering wordt ter kennis gebracht van het representatief orgaan, van de minister van Justitie alsook van het college van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar het gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst is gevestigd.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 10.De minister bevoegd voor de levensbeschouwelijke instellingen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 februari 2023.
Voor de Regering: De Minister-President belast met de instellingen, belast met het beheer van de temporaliën van de erediensten, R. VERVOORT