gepubliceerd op 29 juli 1999
Ordonnantie tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik
11 MAART 1999. - Ordonnantie tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie moet men verstaan onder : 1° schorsing : handeling waarbij de verdeler de gaslevering schorst wegens het overschrijden van de betalingstermijnen door de ingebreke gestelde abonnee, zoals vermeld in de algemene voorwaarden voor de levering van gas.2° abonnee : de natuurlijke persoon op wiens naam een meter is geopend voor de levering van gas in zijn hoofdverblijf, voor huishoudelijk gebruik.3° verdeler : de intercommunale die gas levert.
Art. 3.De verdeler maakt een afzonderlijke factuur op voor het gasverbruik, telkens de abonnee hierom vraagt.
Art. 4.Zodra de verdeler kennis krijgt van de beschikking van toelaatbaarheid van een vordering tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling van een abonnee, zoals bepaald bij de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, mag de verdeler de levering aan deze abonnee niet meer afsluiten.
Dit verbod vervalt bij de afwijzing, aan het einde of bij de herroeping van de collectieve schuldenregeling van de abonnee.
Dit verbod vervalt ook als de abonnee de termijnen overschrijdt voor de betaling van de facturen betreffende het gasverbruik voor een periode na de datum van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 5.Als de abonnee, behalve in de gevallen vermeld in artikel 4, binnen de tien dagen na de verzending van de ingebrekestelling bedoeld in de leveringsvoorwaarden van de verdeler niet betaalt, bezorgt de verdeler het Openbar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) van de gemeente waar de abonnee zijn gasaansluiting heeft, de naam en het adres van deze abonnee De ingebrekestelling bevat de tekst van deze bepaling en brengt de abonnee ervan op de hoogte dat hij kan weigeren dat zijn naam aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn doorgegeven wordt.
Als het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn uiterlijk vijfenveertig dagen nadat het kennis heeft gekregen van de naam van de abonnee aan de verdeler niet heeft medegedeeld dat deze abonnee maatschappelijke bijstand krijgt van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of aan de verdeler geen voorstel van afbetalingplan heeft toegezonden dat door de abonnee voor akkoord is medeondertekend, mag de verdeler de levering schorsen.
Als een abonnee het afbetalingsplan waarmee hij heeft ingestemd niet naleeft, kan de verdeler vijftien dagen na een schriftelijke ingebrekestelling de levering schorsen.
Art. 6.De Regering richt een Hulpfonds voor schorsingen van gaslevering op dat de kosten dekt die de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn maken in het kader van de toepassing van artikel 5 van deze ordonnantie. De verdelers storten elk jaar een bijdrage in dit Hulpfonds, ten einde dit in evenwicht te houden.
Dit Hulpfonds betaalt aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn een forfaitaire vergoeding van 4 000 frank (99,16 euro) die jaarlijks wordt geïndexeerd, vanaf de inwerkingtreding van deze ordonnantie, telkens als het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn de verdeler ervan op de hoogte brengt dat een abonnee maatschappelijke bijstand geniet, een voorstel van afbetalingsplan bedoeld in artikel 5 bezorgt of informatie bezorgt waaruit blijkt dat de abonnee al dan niet doet blijken dat hij kansarm is.
Het Hulpfonds wordt beheerd door de verdelers onder toezicht van de Regering die er de statuten van goedkeurt.
Art. 7.Behalve om veiligheidsrenenen, mag er geen enkele schorsing plaatsvinden tussen 1 november en 31 maart.
Art. 8.Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Een jaar na de inwerkingtreding ervan zal de Regering erover verslag uitbrengen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 11 maart 1999.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister van met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister van met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister van met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister van met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 1997-1998 : Documenten van de Raad.- A-273/1 : Ontwerp van ordonnantie.
Gewone zitting 1998-1999 : Documenten van de Raad. - 1-273/2 : Verslag. - A-23/3 : Aanvullend verslag.
Volledig verslag. - Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 26 februari 1999.