Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 27 februari 2023

Uittreksel uit arrest nr. 127/2022 van 13 oktober 2022 Rolnummer 7797 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters Y.(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022206905
pub.
27/02/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 127/2022 van 13 oktober 2022 Rolnummer 7797 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Namen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters Y. Kherbache, T. Detienne, E. Bribosia en W. Verrijdt, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 22 april 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 april 2022, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het, enerzijds, de illegaal verblijvende vreemdelingen die geen verblijfstitel aanvragen en, anderzijds, de vreemdelingen (die illegaal op het grondgebied verblijven maar) die een regularisatieaanvraag op grond van artikel 9bis hebben ingediend, op identieke wijze behandelt, aangezien aan de eerste en de tweede categorie elke maatschappelijke dienstverlening wordt ontzegd zonder wettelijke mogelijkheid om in hun behoeften te voorzien ? »; « Schendt artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het, enerzijds, de illegaal verblijvende vreemdelingen die geen verblijfstitel aanvragen en, anderzijds, de vreemdelingen (die illegaal op het grondgebied verblijven maar) die een regularisatieaanvraag op grond van artikel 9bis hebben ingediend buiten de redelijke termijn van die aanvraag, op identieke wijze behandelt, aangezien aan de eerste en de tweede categorie elke maatschappelijke dienstverlening wordt ontzegd zonder wettelijke mogelijkheid om in hun behoeften te voorzien ? ».

Op 18 mei 2022 hebben de rechters-verslaggevers T. Detienne en W. Verrijdt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op voorafgaande rechtspleging. (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling B.1. Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna : de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten) bepaalt : « In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot : 1° het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft;2° het vaststellen van de staat van behoeftigheid doordat de ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn die na te komen, wanneer het gaat om een vreemdeling jonger dan 18 jaar die met zijn ouders illegaal in het Rijk verblijft. In het geval bedoeld in 2°, wordt de maatschappelijke hulp beperkt tot de materiële hulp die onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van het kind en [...] uitsluitend verstrekt in een federaal opvangcentrum overeenkomstig de voorwaarden en nadere regels bepaald door de Koning.

De aanwezigheid in het opvangcentrum van de ouders of van de personen die het ouderlijk gezag over het kind daadwerkelijk uitoefenen, wordt gewaarborgd.

De Koning kan bepalen wat onder dringende medische hulp begrepen moet worden.

Een vreemdeling die zich vluchteling heeft verklaard en heeft gevraagd om als dusdanig te worden erkend, verblijft illegaal in het Rijk wanneer de asielaanvraag is geweigerd en aan de betrokken vreemdeling een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten is betekend.

De maatschappelijke dienstverlening aan een vreemdeling die werkelijk steuntrekkende was op het ogenblik dat hem een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten werd betekend, wordt, met uitzondering van de dringende medische hulpverlening, stopgezet de dag dat de vreemdeling daadwerkelijk het grondgebied verlaat, en ten laatste de dag van het verstrijken van de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten.

Van het bepaalde in het voorgaande lid wordt afgeweken gedurende de termijn die strikt noodzakelijk is om de vreemdeling in staat te stellen het grondgebied te verlaten, voor zover hij een verklaring heeft ondertekend die zijn uitdrukkelijke intentie het grondgebied zo snel mogelijk te willen verlaten, weergeeft; deze termijn mag in geen geval de termijn welke vastgelegd is door artikel 7, 4°, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen overschrijden.

De hierboven vermelde intentieverklaring kan slechts eenmaal worden ondertekend. Het centrum verwittigt zonder verwijl de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, evenals de betrokken gemeente, van de ondertekening van de intentieverklaring.

Indien het gaat om een vreemdeling die dakloos is geworden ingevolge de toepassing van artikel 433quaterdecies van het Strafwetboek, kan de in het vierde en vijfde lid bedoelde maatschappelijke dienstverlening verstrekt worden in een onthaalcentrum, zoals bedoeld in artikel 57ter ».

B.2. Artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten « betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen » (hierna : de wet van 15 december 1980) bepaalt : « § 1.In buitengewone omstandigheden en op voorwaarde dat de vreemdeling over een identiteitsdocument beschikt, kan de machtiging tot verblijf worden aangevraagd bij de burgemeester van de plaats waar hij verblijft. Deze maakt ze over aan de minister of aan diens gemachtigde. Indien de minister of diens gemachtigde de machtiging tot verblijf toekent, zal de machtiging tot verblijf in België worden afgegeven.

De voorwaarde dat de vreemdeling beschikt over een identiteitsdocument is niet van toepassing op : - de asielzoeker wiens asielaanvraag niet definitief werd afgewezen of die tegen deze beslissing een overeenkomstig artikel 20 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toelaatbaar cassatieberoep heeft ingediend en dit tot op het ogenblik waarop een verwerpingsarrest inzake het toegelaten beroep is uitgesproken; - de vreemdeling die zijn onmogelijkheid om het vereiste identiteitsdocument te verwerven in België, op geldige wijze aantoont. § 2. Onverminderd de andere elementen van de aanvraag, kunnen niet aanvaard worden als buitengewone omstandigheden en worden onontvankelijk verklaard : 1° elementen die reeds aangehaald werden ter ondersteuning van een asielaanvraag in de zin van de artikelen 50, 50bis, 50ter en 51 en die verworpen werden door de asieldiensten, met uitzondering van elementen die verworpen werden omdat ze vreemd zijn aan de criteria van de Conventie van Genève, zoals bepaald in artikel 48/3, en aan de criteria voorzien in artikel 48/4 met betrekking tot de subsidiaire bescherming of omdat de beoordeling ervan niet behoort tot de bevoegdheid van die instanties;2° elementen die in de loop van de procedure ter behandeling van de asielaanvraag in de zin van artikel 50, 50bis, 50ter en 51 hadden moeten worden ingeroepen, aangezien zij reeds bestonden en gekend waren voor het einde van deze procedure;3° elementen die reeds ingeroepen werden bij een vorige aanvraag tot het bekomen van een machtiging tot verblijf in het Rijk met uitzondering van de elementen die werden aangehaald in het kader van een aanvraag die als onontvankelijk werd beoordeeld wegens het ontbreken van de vereiste identiteitsdocumenten of wegens het niet of niet volledig betalen van de retributie zoals vastgelegd in artikel 1/1 en met uitzondering van de elementen aangehaald in eerdere aanvragen waarvan afstand werd gedaan;4° elementen die ingeroepen werden in het kader van een aanvraag tot het bekomen van een machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter. § 3. De aanvraag om machtiging tot verblijf in het Rijk wordt louter beoordeeld op grond van de laatst ingediende aanvraag die door de burgemeester of zijn gemachtigde werd overgezonden aan de minister of aan zijn gemachtigde. De vreemdeling die een nieuwe aanvraag indient wordt geacht afstand te doen van de eerder ingediende hangende aanvragen ».

Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.3. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de onmogelijkheid, voor de personen die een verblijfsaanvraag op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten indienen, om maatschappelijke dienstverlening te verkrijgen gedurende de behandeling van hun aanvraag.

B.4.1. Bij zijn arresten nrs. 106/2000 (B.4.2), 32/2001 (B.3.2) en 203/2004 (B.4.2) heeft het Hof geoordeeld : « De zienswijze dat de aanvraag tot regularisatie de rechtspositie van de aanvrager niet wijzigt en hem bijgevolg geen recht op maatschappelijke bijstand geeft, werd in de parlementaire voorbereiding meermaals bevestigd (Parl. St., Kamer, 1999-2000, Verslag, doc 50, 0234/005, p. 60; Hand., Kamer, 1999-2000, 24 november 1999, HA 50 plen. 017, pp. 7, 8, 18, 31 et 32; Parl. St., Senaat, 1999-2000, verslag, nr. 2-202/3, p. 23) ».

B.4.2. Bij zijn arrest nr. 203/2004 van 21 december 2004, dat betrekking had op dezelfde bepaling van de organieke OCMW-wet, in samenhang gelezen met de wet van 22 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1999 pub. 10/01/2000 numac 1999000985 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk sluiten « betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk », heeft het Hof geoordeeld : « B.6.1. De wet van 22 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1999 pub. 10/01/2000 numac 1999000985 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk sluiten bepaalt niets betreffende de maatschappelijke dienstverlening aan de regularisatieaanvragers.

Artikel 57 van de O.C.M.W.-wet maakt inzake maatschappelijke dienstverlening een onderscheid tussen vreemdelingen naargelang zij al dan niet legaal op het grondgebied verblijven. Sinds de wet van 30 december 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/1992 pub. 18/06/2012 numac 2012000355 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale en diverse bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten verduidelijkt artikel 57, § 2, dat de maatschappelijke dienstverlening aan illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdelingen wordt beperkt tot dringende medische hulp. Die maatregel strekt ertoe de wetgeving betreffende het verblijfsstatuut van de vreemdelingen en diegene betreffende de maatschappelijke dienstverlening beter op elkaar af te stemmen. [...] B.6.6. De wetgever heeft niet gekozen voor een automatische regularisatie, doch wel voor een procedure waarbij van geval tot geval wordt onderzocht of aan de door de wet gestelde vereisten is voldaan.

Door niet erin te voorzien dat het indienen van een regularisatieaanvraag op zich een recht op maatschappelijke dienstverlening zou doen ontstaan, heeft de wetgever de financiële aantrekkingskracht van de regularisatieaanvraag willen voorkomen om onterechte aanvragen, ingediend met de enkele bedoeling maatschappelijke dienstverlening te verkrijgen, te weren en om bijkomende illegale immigratie tegen te gaan (zie : Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC 50-0234/001, p. 10, en DOC 50-0234/005, pp. 13, 60 en 65; Hand., Kamer, 1999-2000, 24 november 1999, HA 50 plen. 017, pp. 31 en 32; Parl. St., Senaat, 1999-2000, nr. 2-202/3, pp. 4 en 6). [...] B.8.1. De bedoeling van de wetgever om hangende de procedure geen O.C.M.W.-steun te verlenen, werd na de totstandkoming van de voormelde wet van 22 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1999 pub. 10/01/2000 numac 1999000985 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk sluiten opnieuw uitdrukkelijk bevestigd door de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie : [...] B.8.2. Hetzelfde standpunt werd ingenomen door de Minister van Binnenlandse Zaken : [...] B.15. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 van de wet van 22 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1999 pub. 10/01/2000 numac 1999000985 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk sluiten, door de verwijzende rechters zo moet worden geïnterpreteerd dat het de vreemdelingen die een aanvraag tot regularisatie indienen, zolang hun verblijfsstatus niet is geregulariseerd, enkel dringende medische hulp waarborgt.

B.16. De twee in de prejudiciële vragen met elkaar vergeleken categorieën van personen zijn derhalve : enerzijds, de vreemdelingen die hebben gevraagd als vluchteling te worden erkend, wier aanvraag is afgewezen en die het bevel hebben gekregen het grondgebied te verlaten, terwijl de beroepen niet zijn beslecht die zij bij de Raad van State hebben ingesteld tegen de beslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, genomen met toepassing van artikel 63.3 van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, of tegen de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen; anderzijds, de vreemdelingen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een negatieve beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken, na een regularisatieaanvraag te hebben ingediend op grond van de wet van 22 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1999 pub. 10/01/2000 numac 1999000985 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk sluiten, en die tegen die beslissing beroep hebben ingesteld bij de Raad van State, waarbij de wet van 22 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1999 pub. 10/01/2000 numac 1999000985 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk sluiten in die zin wordt geïnterpreteerd dat, tijdens het onderzoek van de regularisatieaanvraag, artikel 14 van die wet de toepassing van artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet niet in de weg staat.

B.17. Die twee categorieën van personen zijn objectief verschillend, zoals het Hof heeft vastgesteld in het arrest nr. 131/2001, niet alleen wat hun persoonlijke situatie betreft, maar ook vanuit het oogpunt van de verplichtingen die te hunnen opzichte op de overheid rusten.

B.18. De procedure tot erkenning van de status van vluchteling past in het kader van internationale verplichtingen die de Staat op zich heeft genomen. De regularisatieprocedure daarentegen is een maatregel die tot de soevereine beoordelingsbevoegdheid van de Belgische overheid behoort. Ook dat verschil verantwoordt dat op de Staat ten aanzien van beide categorieën van vreemdelingen niet dezelfde verplichtingen rusten.

B.19. De regularisatie biedt de betrokken vreemdelingen een kans om, ondanks hun clandestien verblijf of de uitputting van de voorheen bestaande procedures, alsnog een legaal verblijfsstatuut te verkrijgen, en aldus ook het recht op maatschappelijke dienstverlening overeenkomstig artikel 57, § 1, van de O.C.M.W.-wet te verwerven.

Ondertussen is hun dringende medische hulp gewaarborgd. Zij kunnen bovendien, op grond van de omzendbrief van 6 april 2000Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 06/04/2000 pub. 15/04/2000 numac 2000012198 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Omzendbrief betreffende de voorlopige arbeidsvergunningen voor de buitenlandse onderdanen die een aanvraag tot regularisatie van het verblijf hebben ingediend type omzendbrief prom. 06/04/2000 pub. 24/11/2000 numac 2000000836 bron ministerie van binnenlandse zaken Omzendbrief betreffende de voorlopige arbeidsvergunningen voor de buitenlandse onderdanen die een aanvraag tot regularisatie van het verblijf hebben ingediend. - Duitse vertaling sluiten betreffende de voorlopige arbeidsvergunningen voor de buitenlandse onderdanen die een aanvraag tot regularisatie van het verblijf hebben ingediend, zoals gewijzigd bij omzendbrief van 6 februari 2001, een voorlopige arbeidsvergunning verkrijgen en aldus in hun onderhoud voorzien.

B.20. Rekening houdend met het bovenstaande, is het niet onverantwoord dat, in afwachting van de afronding van de regularisatieprocedure, en zolang derhalve niet vaststaat dat aan de voorwaarden voor regularisatie is voldaan, de aan de regularisatieaanvragers gewaarborgde maatschappelijke dienstverlening beperkt blijft tot dringende medische hulp.

B.21. Hieruit volgt dat het verschil in behandeling tussen beide in de prejudiciële vragen beschreven categorieën van personen niet discriminerend is.

B.22. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord ».

B.4.3. Bij zijn arrest nr. 43/2013 van 21 maart 2013, dat gedeeltelijk is gebaseerd op het arrest nr. 17/2002 van 17 januari 2002, heeft het Hof voorts geoordeeld : « B.2. De verwijzende rechter vergelijkt de personen die overeenkomstig artikel 9ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten ' betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ' een aanvraag tot subsidiaire bescherming om medische redenen hebben ingediend en die het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing tot weigering waartegen zij een beroep hebben ingesteld bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, en de personen die op grond van artikel 48/4 van dezelfde wet een aanvraag tot subsidiaire bescherming hebben ingediend wegens een situatie van veralgemeend geweld in het land van herkomst of van gewoonlijk verblijf, die is geweigerd, beslissing waartegen zij voor dezelfde Raad een beroep hebben ingesteld.

Terwijl die laatstgenoemde categorie van personen de maatschappelijke dienstverlening blijft genieten tijdens het onderzoek van hun beroep, zou die hulp voor de eerste categorie worden beperkt tot de dringende medische hulp. [...] B.8.1. Artikel 57 van de organieke OCMW-wet maakt een onderscheid onder vreemdelingen naargelang zij al dan niet legaal op het grondgebied verblijven. Artikel 57, § 2, preciseert aldus dat de maatschappelijke dienstverlening aan illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdelingen wordt beperkt tot dringende medische hulp.

B.8.2. Het komt de wetgever toe een beleid betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen te voeren en daaromtrent, met inachtneming van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in de nodige maatregelen te voorzien die betrekking kunnen hebben op onder meer het vaststellen van de voorwaarden volgens welke het verblijf van een vreemdeling in België al dan niet wettig is. Dat daaruit een verschil in behandeling voortvloeit tussen vreemdelingen is het logische gevolg van de inwerkingstelling van voormeld beleid.

B.8.3. Wanneer de wetgever een vreemdelingenbeleid wil voeren en met het oog daarop regels oplegt waaraan moet worden voldaan om wettig op het grondgebied te verblijven, hanteert hij een objectief en pertinent criterium van onderscheid indien hij aan het niet naleven van die regels gevolgen verbindt bij het toekennen van maatschappelijke dienstverlening.

Het beleid inzake de toegang tot het grondgebied en het verblijf van vreemdelingen zou immers worden doorkruist wanneer zou worden aangenomen dat aan vreemdelingen die onwettig in België verblijven, dezelfde maatschappelijke dienstverlening zou moeten worden verleend als aan diegenen die wettig in het land verblijven. Het verschil tussen beide categorieën van vreemdelingen verantwoordt dat op de Staat ten aanzien van hen niet dezelfde verplichtingen rusten. [...] B.13. De aanvragen op grond van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffen echter een categorie van vreemdelingen die, ondanks het illegale karakter van hun verblijf tijdens de beroepsprocedure met toepassing van artikel 39/2, § 2, van die wet, beweren op zodanige wijze aan een ziekte te lijden dat die ziekte een reëel risico inhoudt voor hun leven of fysieke integriteit of een reëel risico inhoudt op een onmenselijke of vernederende behandeling wanneer er geen adequate behandeling bestaat in hun land van herkomst of in het land waar zij verblijven.

Hoewel het recht op een daadwerkelijk beroep, zoals dat bij artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens wordt gewaarborgd, niet inhoudt dat de personen die een dergelijk beroep instellen, maatschappelijke dienstverlening moeten genieten tijdens een hangende procedure, moet erover worden gewaakt dat zij, teneinde te vermijden dat het beperken van de maatschappelijke dienstverlening tot de dringende medische hulp voor personen die aan een ernstige ziekte lijden, een reëel risico voor hun leven of fysieke integriteit met zich meebrengt, de medische verzorging, zowel van preventieve als van curatieve aard, kunnen krijgen die noodzakelijk is om een dergelijk risico te weren.

B.14. Onder voorbehoud van de in B.13 vermelde interpretatie is het in het geding zijnde verschil in behandeling redelijk verantwoord.

B.15. Om dezelfde redenen leidt de toetsing van de in het geding zijnde bepaling aan artikel 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, tot hetzelfde besluit.

B.16. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord ».

B.5. Om dezelfde redenen is het niet onverantwoord, buiten de gevallen van bescherming die voortvloeien uit een internationaal verdrag, dat de maatschappelijke dienstverlening die wordt gewaarborgd aan de personen die zich in een situatie van illegaal verblijf bevinden, beperkt blijft tot dringende medische hulp, tot de afronding van de procedure met betrekking tot een verblijfsaanvraag op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, dit wil zeggen zolang derhalve niet vaststaat dat is voldaan aan de voorwaarden voor verblijf.

B.6. Artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten is bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.7. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt niet dat er een grief bestaat die is afgeleid uit de overschrijding van een eventuele redelijke termijn voor de behandeling, door de administratie, van de procedure voor machtiging tot verblijf op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten.

B.8. Het antwoord op de prejudiciële vraag is derhalve niet nuttig voor de oplossing van het voor de verwijzende rechter hangende geschil. Bijgevolg behoeft de prejudiciële vraag geen antwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. - De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 13 oktober 2022.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, P. Nihoul

^