gepubliceerd op 30 januari 2019
Uittreksel uit arrest nr. 176/2018 van 6 december 2018 Rolnummer 6754 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotro Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. M(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 176/2018 van 6 december 2018 Rolnummer 6754 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 9 van de
wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
24/02/1921
pub.
17/12/2004
numac
2004000617
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling
sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, en over de artikelen 3, 8 en 14, § 1, van de
wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
29/06/1964
pub.
27/11/2009
numac
2009000776
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij arrest van 18 oktober 2017 in zake het openbaar ministerie tegen M.E., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 oktober 2017, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 9 van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 02/06/2003 numac 2003009468 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica sluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens een overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, zelfs indien hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van die wet gestelde voorwaarden met betrekking tot de vroegere veroordelingen, terwijl die gunst wordt geweigerd aan de beklaagde die andere misdrijven heeft gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik ? Schenden de artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij voorwaarden bepalen voor de toekenning van het uitstel en de opschorting zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik ? In het geval dat bevestigend zou worden geantwoord op de eerste of op de tweede vraag, schendt artikel 14, § 1, van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in het van rechtswege herroepen van het uitstel ingeval gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden zonder uitstel ten gevolge heeft gehad, zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen B.1. Artikel 9, eerste en tweede lid, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (hierna : de Drugswet), zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 02/06/2003 numac 2003009468 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica sluiten, bepaalt : « Eenieder die de in artikel 2bis, § 1, genoemde stoffen, met het oog op eigen gebruik, op onwettige wijze vervaardigt, verkrijgt of onder zich heeft, kan in aanmerking komen voor de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, zelfs indien hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van laatstgenoemde wet gestelde voorwaarden met betrekking tot vroegere veroordelingen die hij mocht hebben opgelopen, zulks onverminderd de bepalingen van artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek.
De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing op personen die, met het oog op eigen gebruik, kosteloos of tegen betaling het gebruik voor anderen hebben vergemakkelijkt, voornoemde stoffen hebben verkocht of te koop aangeboden, behalve indien deze misdrijven gepaard gaan met de verzwarende omstandigheden bedoeld in artikel 2bis, § 2, b), § § 3 en 4 ».
B.2. Vóór de wijziging ervan bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten houdende diverse bepalingen betreffende Justitie en bij de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, bepaalde artikel 3 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie (hierna : de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) : « De opschorting kan, met instemming van de verdachte, door de vonnisgerechten met uitzondering van de hoven van assisen worden gelast ten voordele van de beklaagde die nog niet is veroordeeld tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden, indien het feit niet van die aard schijnt te zijn dat het gestraft moet worden met een hoofdstraf van meer dan vijf jaar correctionele gevangenisstraf of een zwaardere straf en de tenlastelegging bewezen is verklaard.
De opschorting kan eveneens worden gelast door de onderzoeksgerechten wanneer zij van oordeel zijn dat de openbaarheid van de debatten de declassering van de verdachte zou kunnen veroorzaken of zijn reclassering in gevaar zou kunnen brengen.
De opschorting kan steeds ambtshalve gelast, door het openbaar ministerie gevorderd of door de verdachte gevraagd worden.
De beslissingen die de opschorting gelasten, stellen de duur ervan vast, welke niet minder dan een jaar en niet meer dan vijf jaar mag bedragen met ingang van de datum van de beslissing, alsmede, in voorkomend geval, de opgelegde probatievoorwaarden. De beslissing waarbij de opschorting en, in voorkomend geval, de probatie wordt toegestaan of geweigerd, moet met redenen omkleed zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van Strafvordering.
Die beslissingen maken een einde aan de vervolgingen, indien zij niet worden herroepen ».
Vóór de wijziging ervan bij de wet van 11 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2014 pub. 08/04/2014 numac 2014009091 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken type wet prom. 11/02/2014 pub. 08/04/2014 numac 2014009092 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken sluiten houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I), bij de wet van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, bij de voormelde wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten en bij de voormelde wet van 5 februari 2016, bepaalde artikel 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten : « § 1. Indien de veroordeelde nog niet veroordeeld is geweest tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden, kunnen de vonnisgerechten, wanneer zij tot een werkstraf of één of meer straffen van niet meer dan vijf jaar veroordelen, bij een met redenen omklede beslissing gelasten dat de tenuitvoerlegging hetzij van het vonnis of het arrest, hetzij van de hoofdstraffen of vervangende straffen dan wel van een gedeelte ervan, wordt uitgesteld.
De beslissing waarbij het uitstel en, in voorkomend geval, de probatie wordt toegestaan of geweigerd, moet met redenen omkleed zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van strafvordering.
Nochtans, wanneer artikel 65, tweede lid, van het Strafwetboek wordt toegepast, vormen de vroegere straffen uitgesproken voor feiten die voortvloeien uit hetzelfde misdadige opzet, geen beletsel voor het toekennen van een uitstel.
De duur van het uitstel mag niet minder dan een jaar en niet meer dan vijf jaar bedragen, met ingang van de datum van het vonnis of het arrest.
De duur van het uitstel mag echter niet meer dan drie jaar bedragen voor de geldstraffen, de werkstraffen en de gevangenisstraffen die zes maanden niet te boven gaan. § 2. Dezelfde gerechten kunnen, onder de voorwaarden bepaald in § 1 van dit artikel, probatieuitstel gelasten, mits de veroordeelde zich verbindt tot naleving van de probatievoorwaarden die het gerecht bepaalt. § 3. Wanneer de rechter de geldboete uitsluit van het uitstel dat hij voor de vervangende gevangenisstraf verleent, kan deze niet meer uitgevoerd worden wanneer de geldboete ophoudt invorderbaar te zijn ».
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.3. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 9, eerste en tweede lid, van de Drugswet met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens een overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zelfs indien hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van die wet gestelde voorwaarden met betrekking tot de vroegere veroordelingen, terwijl die gunst wordt geweigerd aan de beklaagde die andere misdrijven heeft gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik.
B.4. De artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, waarnaar de bepaling die in de eerste prejudiciële vraag in het geding is, verwijst, bepalen de toepassingsvoorwaarden inzake opschorting van de uitspraak respectievelijk uitstel van de strafuitvoering. Aldus is opschorting mogelijk voor een beklaagde die nog niet is veroordeeld tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden en die wordt vervolgd wegens een feit dat niet van die aard is dat het, in het concrete geval, een hoofdstraf van meer dan vijf jaar correctionele gevangenisstraf zal meebrengen (artikel 3, eerste lid, van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). Uitstel is mogelijk indien de veroordeelde nog niet veroordeeld is geweest tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden, op voorwaarde dat de nieuwe straf niet meer dan vijf jaar bedraagt (artikel 8, § 1, van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten).
Artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek bepaalt de regels inzake eendaadse samenloop en in geval van een collectief of voortgezet misdrijf : alleen de zwaarste straf wordt uitgesproken.
B.5. De eerste prejudiciële vraag noopt tot een vergelijking van de categorie van beklaagden die effectief voor een inbreuk op de Drugswet worden vervolgd, met de categorie van beklaagden die enkel voor één of meer misdrijven van gemeen recht worden vervolgd, die zij hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik.
Terwijl de personen van de eerstgenoemde categorie, indien zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 9 van de Drugswet, wel in aanmerking komen voor de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zelfs indien zij niet voldoen aan de bij de artikelen 3 en 8 van laatstgenoemde wet gestelde voorwaarden met betrekking tot de vroegere veroordelingen die zij zouden hebben opgelopen en onverminderd de bepalingen van artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek, zou dit niet gelden voor de personen van de tweede categorie : doordat de rechter niet ertoe is geroepen te oordelen over het feit of de beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan een inbreuk op de Drugswet en bijgevolg niet vermag te oordelen of de inbreuk op de Drugswet werd gepleegd met eenzelfde misdadig opzet als het misdrijf dat bij hem aanhangig werd gemaakt, zou hij bij de bepaling van de strafmaat en eventuele opschorting of uitstel van de tenuitvoerlegging ervan, de soepele voorwaarden inzake de vroegere veroordelingen en inzake samenloop zoals bepaald in artikel 9 van de Drugswet niet kunnen toepassen.
B.6.1. Artikel 9 van de Drugswet werd in die wet ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Met deze laatstgenoemde wet had de wetgever als tweevoudig doel de straffen te verzwaren voor hen die de drugshandel in stand houden en hulp te bieden aan drugsverslaafden - en voornamelijk de jongeren onder hen -, waarbij de drugsgebruiker veeleer als een slachtoffer dan als een dader werd aangezien.
Oorspronkelijk werd voorgesteld dat diegenen die drugs in groep gebruiken of die drugs voor eigen gebruik onder zich hebben, gevrijwaard zouden blijven van vervolging en veroordeling op voorwaarde dat ze op kosten van de overheid een ontwenningskuur ondergaan (Parl. St., Senaat, 1971-1972, nr. 484, pp. 2-4). Onder meer om budgettaire redenen en vanwege het vastgestelde tekort aan infrastructuur, werd dat denkspoor verlaten en werd geopteerd voor een verruiming van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten voor bepaalde drugsdelicten, namelijk die waarbij het eigen gebruik centraal staat (Parl. St., Senaat, 1974-1975, nr. 454/2, pp. 3-8).
B.6.2. Bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 02/06/2003 numac 2003009468 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica sluiten werd het toepassingsgebied van artikel 9 verder verruimd en dit eveneens teneinde « een duidelijk onderscheid te maken tussen misdrijven in verband met verdovende middelen en psychotrope stoffen met het oog op persoonlijk gebruik en misdrijven gepleegd om winstbejag » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1888/001 en 50-1889/001, p. 16).
Enerzijds, werd een tweede lid toegevoegd zodat het afwijkende stelsel inzake opschorting en uitstel ook van toepassing is op personen die, met het oog op eigen gebruik, kosteloos of tegen betaling het gebruik voor anderen hebben vergemakkelijkt, drugs hebben verkocht of te koop aangeboden, behalve indien die misdrijven gepaard gaan met de verzwarende omstandigheden bedoeld in artikel 2bis, §§ 2, b), 3 en 4, van de Drugswet. De wetgever doelde hierbij op het geval waarbij de gebruiker ook verhandelaar is en waaromtrent de rechtspraak enige tijd na de aanneming van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten uiteenlopend was (Cass., 6 juni 1990, Arr. Cass., 1989-1990, nr. 583).
Anderzijds, werd duidelijk gemaakt dat artikel 9 kon worden toegepast bij een collectief misdrijf, onverminderd het bepaalde in artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek. Met die bepaling wilde de wetgever « de huidige rechtspraak, volgens welke collectieve misdrijven waarbij de zwaarste straf geen verband hield met de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten, uitgesloten waren van het voordeel bedoeld in artikel 9 van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten » verhelpen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1888/001 en 50-1889/001, p. 16). Voorheen werd immers in de rechtspraak aangenomen dat als door de rechter eenheid van opzet werd aanvaard tussen feiten van gemeen recht en het feit drugs te bezitten, het voordeel van artikel 9 enkel kon worden toegepast wanneer de straf bepaald voor de misdrijven bepaald door de Drugswet, zwaarder was dan de straf bepaald voor de misdrijven van gemeen recht. Betrof het ergste feit evenwel het gemeenrechtelijke misdrijf, dan was de regeling met betrekking tot dat misdrijf van toepassing en werd bijgevolg de toepassing van artikel 9 van de Drugswet uitgesloten (Cass., 5 april 1995, P.95.0290.F).
B.7. Het verschil in behandeling tussen de in B.5 vermelde categorieën van personen berust op een objectief criterium, namelijk het al dan niet bestaan van een strafrechtelijke vervolging voor een inbreuk op de Drugswet.
Gelet op de doelstelling van de wetgever zoals zij blijkt uit de wetsgeschiedenis van de in het geding zijnde bepaling, namelijk de drugsgebruiker en drugsverslaafde veeleer te helpen dan te bestraffen, is het pertinent dat de wetgever voor de toepassing van de gunstmaatregel van artikel 9 van de Drugswet vereist dat het gaat om drugsgebruikers die misdrijven plegen waarbij het eigen gebruik centraal staat en wanneer zij effectief worden vervolgd. Door de rechter de mogelijkheid te geven die personen het voordeel te laten genieten van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten zelfs indien zij niet aan de voorwaarden hiervan voldoen, zelfs indien zij in beperkte mate ongeoorloofde handel drijven in drugs en zelfs indien ze gemeenrechtelijke misdrijven plegen die ernstiger zijn dan de gepleegde drugsmisdrijven waarmee ze door eenheid van opzet zijn verbonden, staat de wetgever toe dat die personen in een bepaalde mate van effectieve strafsancties gevrijwaard worden.
B.8. Het Hof dient evenwel nog te onderzoeken of het niet kennelijk onredelijk is dat het voordeel van artikel 9 van de Drugswet niet zou kunnen worden toegepast in de hypothese beschreven in de prejudiciële vraag, namelijk ten aanzien van de beklaagde die wordt vervolgd, niet voor inbreuken op de Drugswet, maar voor misdrijven van gemeen recht die hij heeft gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik.
B.9.1. Artikel 9 van de Drugswet moet worden beschouwd als een soepele en ruime toepassing van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ten gunste van één bepaalde categorie van beklaagden, namelijk diegenen die inbreuken op die wet hebben gepleegd waarbij het eigen gebruik centraal staat. Het is bijgevolg niet discriminerend dat de rechter die gunstmaatregel slechts kan toepassen op diegenen die effectief voor dergelijke inbreuken worden vervolgd.
Elk ander oordeel zou tot gevolg hebben dat de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten wordt uitgehold doordat die wet, zonder wettelijke basis, zou kunnen worden toegepast zonder dat aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 3 en 8 van die wet zou moeten zijn voldaan en zonder dat het daarbij om personen moet gaan die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in de in het geding zijnde bepaling. Evenmin kan het de strafrechter worden toegestaan, op straffe van miskenning van het recht op een eerlijk proces, uitspraak te doen over de feiten die niet op regelmatige wijze bij hem aanhangig zijn gemaakt.
B.9.2. De vaststelling dat enkel door de beslissing van het openbaar ministerie om niet te vervolgen voor inbreuken op de Drugswet maar enkel voor inbreuken van gemeen recht, aan de betrokkene de gunst van artikel 9 van de Drugswet wordt ontnomen, houdt geen verband met de in het geding zijnde bepaling maar wel met het beginsel neergelegd in artikel 1 van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering en in artikel 28quater van het Wetboek van Strafvordering dat het openbaar ministerie de strafvordering uitoefent op de wijze bepaald door de wet en oordeelt over de opportuniteit van de vervolging. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof uitspraak te doen over het vervolgingsbeleid van het openbaar ministerie dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 143quater van het Gerechtelijk Wetboek, zaak is van de Minister van Justitie en het college van procureurs-generaal.
B.9.3. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.10. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten in zoverre zij voorwaarden bepalen voor de toekenning van het uitstel en de opschorting zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik.
B.11. De opschorting van de uitspraak van een veroordeling met toepassing van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten vormt een maatregel van individualisering van straffen die de rechter de mogelijkheid verschaft de dader van een misdrijf op proef te stellen gedurende een bepaalde periode, na afloop waarvan, indien zijn gedrag bevredigend is, geen veroordeling wordt uitgesproken, noch een gevangenisstraf wordt opgelegd. Die maatregel, net zoals die van de mogelijkheid om rekening te houden met verzachtende omstandigheden of die van uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf, werd genomen om de onterende gevolgen die aan een strafrechtelijke veroordeling kleven, weg te werken of af te zwakken.
Zoals is vermeld in B.9.1, moet artikel 9 van de Drugswet worden beschouwd als een soepele en ruime toepassing van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ten gunste van één bepaalde categorie van beklaagden.
Het is de democratisch verkozen wetgever die bevoegd is om, op algemene of specifieke wijze, de voorwaarden te bepalen waaronder een uitstel of een opschorting kan worden toegekend en om de voorwaarden en de procedure voor de intrekking ervan vast te stellen. Het komt hem immers toe het repressief beleid vast te stellen en al dan niet in ruime zin te opteren voor de individualisering van de straffen teneinde de rechter al dan niet tot gestrengheid te dwingen in bepaalde aangelegenheden. Die gestrengheid kan met name betrekking hebben op de maatregelen tot uitstel of opschorting.
Het Hof zou een dergelijke keuze alleen kunnen afkeuren indien die kennelijk onredelijk zou zijn of indien de in het geding zijnde bepaling ertoe zou leiden aan een categorie van rechtsonderhorigen het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige instantie, zoals gewaarborgd bij artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, te ontzeggen.
Het staat de wetgever dus vrij specifieke - ruimere of soepelere - regels in te voeren voor categorieën van feiten of delinquenten die volgens hem een bijzondere regeling verdienen. Hij moet in dat geval erop toezien dat die specifieke regelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schenden.
Aangezien het Hof heeft geoordeeld, in antwoord op de eerste prejudiciële vraag, dat artikel 9, eerste en tweede lid, van de Drugswet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt, schenden de artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten evenmin de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij algemene voorwaarden bepalen voor de toekenning van het uitstel en de opschorting zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik.
B.12. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Ten aanzien van de derde prejudiciële vraag B.13. In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 14, § 1, van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, in zoverre het voorziet in het van rechtswege herroepen van het uitstel ingeval gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden zonder uitstel ten gevolge heeft gehad, zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik. De verwijzende rechter stelt de derde vraag echter alleen in het geval dat bevestigend zou worden geantwoord op de eerste of op de tweede vraag.
B.14. Gelet op het ontkennend antwoord op de eerste en de tweede prejudiciële vraag, behoeft de derde prejudiciële vraag geen antwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 9, eerste en tweede lid, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 02/06/2003 numac 2003009468 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica sluiten, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. - De artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. - De derde prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 6 december 2018.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, F. Daoût