← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 176/2018 van 6 december 2018 Rolnummer 6754 In zake : de
prejudiciële vragen over artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen,
slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotro Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. M(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 176/2018 van 6 december 2018 Rolnummer 6754 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotro Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. M(...) | Extrait de l'arrêt n° 176/2018 du 6 décembre 2018 Numéro du rôle : 6754 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 9 de la loi du 24 février 1921 concer(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 176/2018 van 6 december 2018 | Extrait de l'arrêt n° 176/2018 du 6 décembre 2018 |
Rolnummer 6754 | Numéro du rôle : 6754 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 9 van de wet van 24 | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 9 de la |
februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, | loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, |
slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, | soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou |
ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen | antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication |
gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen | illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, et aux articles |
en psychotrope stoffen, en over de artikelen 3, 8 en 14, § 1, van de | 3, 8 et 14, § 1er, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, |
wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de | le sursis et la probation, posées par la Cour d'appel de Bruxelles. |
probatie, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. | |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters T. | composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges T. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman en M. Pâques, | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman et M. Pâques, assistée |
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, | du greffier F. Meersschaut, présidée par le président F. Daoût, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest van 18 oktober 2017 in zake het openbaar ministerie tegen | Par arrêt du 18 octobre 2017 en cause du ministère public contre M.E., |
M.E., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 23 octobre |
oktober 2017, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende | 2017, la Cour d'appel de Bruxelles a posé les questions préjudicielles |
prejudiciële vragen gesteld : | suivantes : |
« Schendt artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het | « L'article 9 de la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des |
verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, | substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, |
psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de | désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la |
stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van | fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, tel |
verdovende middelen en psychotrope stoffen, zoals vervangen bij | qu'il a été remplacé par l'article 14 de la loi du 3 mai 2003, |
artikel 14 van de wet van 3 mei 2003, de artikelen 10 en 11 van de | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il permet |
Grondwet, in zoverre het alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens | au seul prévenu poursuivi pour une infraction à la loi relative aux |
een overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van | drogues de bénéficier de l'application des dispositions de la loi du |
de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964 | 29 juin 1964 sur la suspension, le sursis et la probation même s'il ne |
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, zelfs indien | satisfait pas aux conditions relatives aux condamnations antérieures, |
hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van die wet gestelde | fixées par les articles 3 et 8 de cette loi, alors que cette faveur |
voorwaarden met betrekking tot de vroegere veroordelingen, terwijl die | est refusée au prévenu qui a commis d'autres infractions en vue de sa |
gunst wordt geweigerd aan de beklaagde die andere misdrijven heeft | |
gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik ? | consommation de drogue personnelle ? |
Schenden de artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964 betreffende | Les articles 3 et 8 de la loi du 29 juin 1964 sur la suspension, le |
de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van | sursis et la probation violent-ils les articles 10 et 11 de la |
de Grondwet, in zoverre zij voorwaarden bepalen voor de toekenning van | Constitution en ce qu'ils prévoient des conditions pour l'octroi du |
het uitstel en de opschorting zonder een onderscheid te maken tussen | sursis et de la suspension sans opérer de distinction entre les |
de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd | prévenus selon qu'ils ont ou non commis des infractions en vue de leur |
met het oog op hun eigen drugsgebruik ? | consommation personnelle ? |
Dans l'hypothèse où il serait répondu par l'affirmative à la première | |
In het geval dat bevestigend zou worden geantwoord op de eerste of op | question ou à la deuxième question, l'article 14, § 1er de la loi du |
de tweede vraag, schendt artikel 14, § 1, van de wet van 29 juni 1964 | 29 juin 1964 sur la suspension, le sursis et la probation viole-t-il |
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 | les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit la |
en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in het van rechtswege | révocation de plein droit du sursis en cas de nouvelle infraction |
herroepen van het uitstel ingeval gedurende de proeftijd een nieuw | |
misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een hoofdgevangenisstraf van | commise pendant le délai d'épreuve et ayant entraîné une condamnation |
meer dan zes maanden zonder uitstel ten gevolge heeft gehad, zonder | à un emprisonnement principal de plus de six mois sans sursis, sans |
een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan | opérer de distinction entre les prévenus selon qu'ils ont ou non |
niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik ? ». | commis des infractions en vue de leur consommation personnelle ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen | Quant aux dispositions en cause |
B.1. Artikel 9, eerste en tweede lid, van de wet van 24 februari 1921 | B.1. L'article 9, alinéas 1er et 2, de la loi du 24 février 1921 |
betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en | concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, |
verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en | stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des |
antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de | substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances |
illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen | stupéfiantes et psychotropes (ci-après : la loi du 24 février 1921), |
(hierna : de Drugswet), zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van | tel qu'il a été remplacé par l'article 14 de la loi du 3 mai 2003, |
3 mei 2003, bepaalt : | dispose : |
« Eenieder die de in artikel 2bis, § 1, genoemde stoffen, met het oog | « Les personnes qui ont, en vue de leur consommation personnelle, |
op eigen gebruik, op onwettige wijze vervaardigt, verkrijgt of onder | illégalement fabriqué, acquis ou détenu des substances visées à |
zich heeft, kan in aanmerking komen voor de toepassing van de | l'article 2bis, § 1er, peuvent bénéficier des dispositions de la loi |
bepalingen van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, zelfs indien hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van laatstgenoemde wet gestelde voorwaarden met betrekking tot vroegere veroordelingen die hij mocht hebben opgelopen, zulks onverminderd de bepalingen van artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek. De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing op personen die, met het oog op eigen gebruik, kosteloos of tegen betaling het gebruik voor anderen hebben vergemakkelijkt, voornoemde stoffen hebben verkocht of te koop aangeboden, behalve indien deze misdrijven gepaard gaan met de verzwarende omstandigheden bedoeld in artikel 2bis, § 2, | du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis ou la probation, même si elles ne remplissent pas les conditions prévues aux articles 3 et 8 de la loi précitée, relatives aux condamnations antérieures qu'elles auraient encourues, nonobstant les dispositions prévues à l'article 65, alinéa 1er, du Code pénal. Les dispositions de l'alinéa 1er s'appliquent également aux personnes qui ont, en vue de leur consommation personnelle, à titre gratuit ou onéreux, facilité l'usage à autrui, vendu ou offert en vente des substances précitées, sauf si ces infractions sont accompagnées des |
b), § § 3 en 4 ». | circonstances aggravantes visées à l'article 2bis, § 2, b), §§ 3 et 4 ». |
B.2. Vóór de wijziging ervan bij de wet van 25 april 2014 houdende | B.2. Avant sa modification par la loi du 25 avril 2014 portant des |
diverse bepalingen betreffende Justitie en bij de wet van 5 februari | dispositions diverses en matière de Justice et par la loi du 5 février |
2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende | 2016 modifiant le droit pénal et la procédure pénale et portant des |
diverse bepalingen inzake justitie, bepaalde artikel 3 van de wet van | dispositions diverses en matière de justice, l'article 3 de la loi du |
29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie | 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation |
(hierna : de wet van 29 juni 1964) : | (ci-après : la loi du 29 juin 1964) disposait : |
« De opschorting kan, met instemming van de verdachte, door de | « La suspension peut être ordonnée, de l'accord de l'inculpé, par les |
vonnisgerechten met uitzondering van de hoven van assisen worden gelast ten voordele van de beklaagde die nog niet is veroordeeld tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden, indien het feit niet van die aard schijnt te zijn dat het gestraft moet worden met een hoofdstraf van meer dan vijf jaar correctionele gevangenisstraf of een zwaardere straf en de tenlastelegging bewezen is verklaard. De opschorting kan eveneens worden gelast door de onderzoeksgerechten wanneer zij van oordeel zijn dat de openbaarheid van de debatten de declassering van de verdachte zou kunnen veroorzaken of zijn reclassering in gevaar zou kunnen brengen. De opschorting kan steeds ambtshalve gelast, door het openbaar ministerie gevorderd of door de verdachte gevraagd worden. De beslissingen die de opschorting gelasten, stellen de duur ervan vast, welke niet minder dan een jaar en niet meer dan vijf jaar mag bedragen met ingang van de datum van de beslissing, alsmede, in voorkomend geval, de opgelegde probatievoorwaarden. De beslissing waarbij de opschorting en, in voorkomend geval, de probatie wordt toegestaan of geweigerd, moet met redenen omkleed zijn overeenkomstig | juridictions de jugement, à l'exception des cours d'assises, en faveur du prévenu qui n'a pas encouru antérieurement de condamnation à une peine criminelle ou à un emprisonnement principal de plus de six mois, lorsque le fait ne paraît pas de nature à entraîner comme peine principale un emprisonnement correctionnel supérieur à cinq ans ou une peine plus grave et que la prévention est déclarée établie. La suspension peut également être ordonnée par les juridictions d'instruction lorsqu'elles estiment que la publicité des débats pourrait provoquer le déclassement de l'inculpé ou compromettre son reclassement. La suspension peut toujours être ordonnée d'office, requise par le ministère public ou demandée par l'inculpé. Les décisions ordonnant la suspension en déterminent la durée, qui ne peut être inférieure à un an ni supérieure à cinq ans à compter de la date de la décision, ainsi que, le cas échéant, les conditions de probation imposées. La décision ordonnant ou refusant la suspension et, le cas échéant, la probation, doit être motivée conformément aux |
de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van Strafvordering. | dispositions de l'article 195 du Code d'instruction criminelle. |
Die beslissingen maken een einde aan de vervolgingen, indien zij niet | Ces décisions mettent fin aux poursuites si elles ne sont pas |
worden herroepen ». | révoquées ». |
Vóór de wijziging ervan bij de wet van 11 februari 2014 houdende | Avant sa modification par la loi du 11 février 2014 portant des |
diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de | mesures diverses visant à améliorer le recouvrement des peines |
vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I), bij de wet | patrimoniales et des frais de justice en matière pénale (I), par la |
van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in | loi du 10 avril 2014 insérant la probation comme peine autonome dans |
het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering | le Code pénal, et modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi |
en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en | |
de probatie, bij de voormelde wet van 25 april 2014 en bij de | |
voormelde wet van 5 februari 2016, bepaalde artikel 8 van de wet van 29 juni 1964 : | du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, |
« § 1. Indien de veroordeelde nog niet veroordeeld is geweest tot een | par la loi du 25 avril 2014 précitée et par la loi du 5 février 2016 |
criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf | précitée, l'article 8 de la loi du 29 juin 1964 disposait : |
maanden, kunnen de vonnisgerechten, wanneer zij tot een werkstraf of | « § 1er. Lorsque le condamné n'a pas encouru antérieurement de |
één of meer straffen van niet meer dan vijf jaar veroordelen, bij een | condamnation à une peine criminelle ou à un emprisonnement principal |
met redenen omklede beslissing gelasten dat de tenuitvoerlegging | de plus de douze mois, les juridictions de jugement peuvent, en |
hetzij van het vonnis of het arrest, hetzij van de hoofdstraffen of | condamnant à une peine de travail ou à une ou plusieurs peines ne |
vervangende straffen dan wel van een gedeelte ervan, wordt uitgesteld. | dépassant pas cinq ans, ordonner, par décision motivée, qu'il sera |
De beslissing waarbij het uitstel en, in voorkomend geval, de probatie | sursis à l'exécution, soit du jugement ou de l'arrêt, soit de tout ou |
partie des peines principales ou subsidiaires. La décision ordonnant | |
wordt toegestaan of geweigerd, moet met redenen omkleed zijn | ou refusant le sursis et, le cas échéant, la probation, doit être |
overeenkomstig de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van strafvordering. Nochtans, wanneer artikel 65, tweede lid, van het Strafwetboek wordt toegepast, vormen de vroegere straffen uitgesproken voor feiten die voortvloeien uit hetzelfde misdadige opzet, geen beletsel voor het toekennen van een uitstel. De duur van het uitstel mag niet minder dan een jaar en niet meer dan vijf jaar bedragen, met ingang van de datum van het vonnis of het arrest. De duur van het uitstel mag echter niet meer dan drie jaar bedragen voor de geldstraffen, de werkstraffen en de gevangenisstraffen die zes maanden niet te boven gaan. § 2. Dezelfde gerechten kunnen, onder de voorwaarden bepaald in § 1 van dit artikel, probatieuitstel gelasten, mits de veroordeelde zich verbindt tot naleving van de probatievoorwaarden die het gerecht bepaalt. | motivée conformément aux dispositions de l'article 195 du Code d'instruction criminelle. Toutefois, en cas d'application de l'article 65, alinéa 2, du Code pénal, les condamnations antérieurement prononcées pour des faits unis par une même intention délictueuse ne font pas obstacle à l'octroi d'un sursis. Le délai du sursis ne peut être inférieur à une année ni excéder cinq années à compter de la date du jugement ou de l'arrêt. Toutefois, la durée du sursis ne peut excéder trois années, en ce qui concerne les peines d'amendes, les peines de travail et les peines d'emprisonnement ne dépassant pas six mois. § 2. Les mêmes juridictions peuvent, dans les conditions prévues au § 1er du présent article, ordonner le sursis probatoire, moyennant engagement par le condamné de respecter les conditions de probation que la juridiction détermine. |
§ 3. Wanneer de rechter de geldboete uitsluit van het uitstel dat hij | § 3. Lorsque le juge exclut du sursis l'amende en l'accordant pour |
voor de vervangende gevangenisstraf verleent, kan deze niet meer | l'emprisonnement subsidiaire, celui-ci ne peut plus être exécuté |
uitgevoerd worden wanneer de geldboete ophoudt invorderbaar te zijn ». | lorsque la peine d'amende cesse d'être exigible ». |
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag | Quant à la première question préjudicielle |
B.3. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit | B.3. Par la première question préjudicielle, la Cour est interrogée |
te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 9, eerste en tweede | sur la compatibilité de l'article 9, alinéas 1er et 2, de la loi du 24 |
lid, van de Drugswet met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | février 1921 en ce qu'il permet au seul prévenu poursuivi pour une |
zoverre het alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens een | infraction à la loi du 24 février 1921 de bénéficier de l'application |
overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van de | des dispositions de la loi du 29 juin 1964 même s'il ne satisfait pas |
toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964, zelfs indien | aux conditions relatives aux condamnations antérieures, fixées par les |
hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van die wet gestelde | articles 3 et 8 de cette loi, alors que cette faveur est refusée au |
voorwaarden met betrekking tot de vroegere veroordelingen, terwijl die | prévenu qui a commis d'autres infractions en vue de sa consommation de |
gunst wordt geweigerd aan de beklaagde die andere misdrijven heeft | |
gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik. | drogue personnelle. |
B.4. De artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964, waarnaar de | B.4. Les articles 3 et 8 de la loi du 29 juin 1964, auxquels se réfère |
bepaling die in de eerste prejudiciële vraag in het geding is, | la disposition en cause dans la première question préjudicielle, |
verwijst, bepalen de toepassingsvoorwaarden inzake opschorting van de | fixent les conditions d'application de la suspension du prononcé ou du |
uitspraak respectievelijk uitstel van de strafuitvoering. Aldus is | sursis à l'exécution de la peine. La suspension est possible pour un |
opschorting mogelijk voor een beklaagde die nog niet is veroordeeld | prévenu qui n'a pas encouru antérieurement de condamnation à une peine |
tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan | criminelle ou à un emprisonnement principal de plus de six mois et qui |
zes maanden en die wordt vervolgd wegens een feit dat niet van die | |
aard is dat het, in het concrete geval, een hoofdstraf van meer dan | est poursuivi pour un fait qui n'est pas de nature à entraîner, dans |
vijf jaar correctionele gevangenisstraf zal meebrengen (artikel 3, | le cas concret, comme peine principale un emprisonnement correctionnel |
eerste lid, van de wet van 29 juni 1964). Uitstel is mogelijk indien | supérieur à cinq ans (article 3, alinéa 1er, de la loi du 29 juin |
1964). Le sursis est possible si le condamné n'a pas encouru | |
de veroordeelde nog niet veroordeeld is geweest tot een criminele | antérieurement de condamnation à une peine criminelle ou à un |
straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden, op | emprisonnement principal de plus de douze mois, à condition que la |
voorwaarde dat de nieuwe straf niet meer dan vijf jaar bedraagt | nouvelle peine ne dépasse pas cinq ans (article 8, § 1er, de la loi du |
(artikel 8, § 1, van de wet van 29 juni 1964). | 29 juin 1964). |
Artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek bepaalt de regels inzake | L'article 65, alinéa 1er, du Code pénal fixe les règles relatives au |
eendaadse samenloop en in geval van een collectief of voortgezet | concours idéal d'infractions et aux délits collectifs ou continués : |
misdrijf : alleen de zwaarste straf wordt uitgesproken. | seule la peine la plus lourde est prononcée. |
B.5. De eerste prejudiciële vraag noopt tot een vergelijking van de | B.5. La première question préjudicielle invite à comparer la catégorie |
categorie van beklaagden die effectief voor een inbreuk op de Drugswet | des prévenus qui sont effectivement poursuivis pour une infraction à |
worden vervolgd, met de categorie van beklaagden die enkel voor één of | la loi du 24 février 1921 et la catégorie des prévenus qui sont |
meer misdrijven van gemeen recht worden vervolgd, die zij hebben | uniquement poursuivis pour une ou plusieurs infractions de droit |
gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik. | commun commises en vue de leur consommation de drogue personnelle. |
Terwijl de personen van de eerstgenoemde categorie, indien zij voldoen | Alors que les personnes appartenant à la première catégorie, |
aan de voorwaarden bepaald in artikel 9 van de Drugswet, wel in | lorsqu'elles répondent aux conditions de l'article 9 de la loi du 24 |
aanmerking komen voor de toepassing van de bepalingen van de wet van | février 1921, peuvent se voir appliquer les dispositions de la loi du |
29 juni 1964, zelfs indien zij niet voldoen aan de bij de artikelen 3 | 29 juin 1964, même si elles ne satisfont pas aux conditions émises par |
en 8 van laatstgenoemde wet gestelde voorwaarden met betrekking tot de | les articles 3 et 8 de cette loi concernant les condamnations |
vroegere veroordelingen die zij zouden hebben opgelopen en | antérieurement encourues et sans préjudice des dispositions de |
onverminderd de bepalingen van artikel 65, eerste lid, van het Strafwetboek, zou dit niet gelden voor de personen van de tweede categorie : doordat de rechter niet ertoe is geroepen te oordelen over het feit of de beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan een inbreuk op de Drugswet en bijgevolg niet vermag te oordelen of de inbreuk op de Drugswet werd gepleegd met eenzelfde misdadig opzet als het misdrijf dat bij hem aanhangig werd gemaakt, zou hij bij de bepaling van de strafmaat en eventuele opschorting of uitstel van de tenuitvoerlegging ervan, de soepele voorwaarden inzake de vroegere veroordelingen en inzake samenloop zoals bepaald in artikel 9 van de Drugswet niet kunnen toepassen. | l'article 65, alinéa 1er, du Code pénal, tel ne serait pas le cas pour les personnes appartenant à la seconde catégorie : le juge n'étant pas appelé à dire si le prévenu a ou non commis une infraction à la loi du 24 février 1921 et ne pouvant dès lors juger si l'infraction à la loi du 24 février 1921 qui a été commise est liée, par unité d'intention, à l'infraction dont il est saisi, il ne pourrait appliquer, pour déterminer la peine et prononcer l'éventuelle suspension ou le sursis à l'exécution de la peine, les conditions souples relatives aux condamnations antérieures et au concours d'infractions, prévues à l'article 9 de la loi du 24 février 1921. |
B.6.1. Artikel 9 van de Drugswet werd in die wet ingevoegd bij artikel | B.6.1. L'article 9 de la loi du 24 février 1921 a été inséré dans |
9 van de wet van 9 juli 1975. Met deze laatstgenoemde wet had de | cette loi par l'article 9 de la loi du 9 juillet 1975. A travers cette |
wetgever als tweevoudig doel de straffen te verzwaren voor hen die de | loi, le législateur entendait, d'une part, alourdir les peines pour |
drugshandel in stand houden en hulp te bieden aan drugsverslaafden - | ceux qui alimentent le trafic de drogues et, d'autre part, aider les |
en voornamelijk de jongeren onder hen -, waarbij de drugsgebruiker | toxicomanes - et principalement les jeunes toxicomanes -, le |
veeleer als een slachtoffer dan als een dader werd aangezien. | consommateur de drogues étant ici considéré comme une victime plutôt |
Oorspronkelijk werd voorgesteld dat diegenen die drugs in groep | que comme auteur. A l'origine, il avait été proposé de ne pas |
gebruiken of die drugs voor eigen gebruik onder zich hebben, | poursuivre ni condamner ceux qui consommaient de la drogue en groupe |
gevrijwaard zouden blijven van vervolging en veroordeling op | ou qui détenaient de la drogue pour un usage personnel, à condition |
voorwaarde dat ze op kosten van de overheid een ontwenningskuur | qu'ils suivent une cure de désintoxication aux frais de l'autorité |
ondergaan (Parl. St., Senaat, 1971-1972, nr. 484, pp. 2-4). Onder meer | (Doc. parl., Sénat, 1971-1972, n° 484, pp. 2-4). Cette piste a été |
om budgettaire redenen en vanwege het vastgestelde tekort aan | abandonnée, notamment pour des raisons budgétaires et eu égard au |
infrastructuur, werd dat denkspoor verlaten en werd geopteerd voor een | manque d'infrastructure qui avait été constaté, et l'on a choisi |
verruiming van de wet van 29 juni 1964 voor bepaalde drugsdelicten, | d'étendre la loi du 29 juin 1964 à certains délits de drogues, à |
namelijk die waarbij het eigen gebruik centraal staat (Parl. St., | savoir les délits commis dans le cadre d'une consommation personnelle |
Senaat, 1974-1975, nr. 454/2, pp. 3-8). | (Doc. parl., Sénat, 1974-1975, n° 454/2, pp. 3-8). |
B.6.2. Bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003 werd het | B.6.2. L'article 14 de la loi du 3 mai 2003 a encore élargi le champ |
toepassingsgebied van artikel 9 verder verruimd en dit eveneens | d'application de l'article 9, et ceci, également en vue d'« établir |
teneinde « een duidelijk onderscheid te maken tussen misdrijven in | une distinction claire entre les infractions liées aux stupéfiants et |
verband met verdovende middelen en psychotrope stoffen met het oog op | substances psychotropes commises pour alimenter une consommation |
persoonlijk gebruik en misdrijven gepleegd om winstbejag » (Parl. St., | personnelle et celles commises dans un but de lucre ». (Doc. parl., |
Kamer, 2001-2002, DOC 50-1888/001 en 50-1889/001, p. 16). | Chambre, 2001-2002, DOC 50-1888/001 et 50-1889/001, p. 16). |
Enerzijds, werd een tweede lid toegevoegd zodat het afwijkende stelsel | D'une part, un alinéa 2 a été ajouté, afin que le régime dérogatoire |
inzake opschorting en uitstel ook van toepassing is op personen die, | relatif à la suspension et au sursis soit également applicable aux |
met het oog op eigen gebruik, kosteloos of tegen betaling het gebruik | personnes qui, en vue de leur consommation personnelle, ont, à titre |
voor anderen hebben vergemakkelijkt, drugs hebben verkocht of te koop | gratuit ou onéreux, facilité l'usage à autrui, vendu ou offert en |
aangeboden, behalve indien die misdrijven gepaard gaan met de | vente de la drogue, sauf si ces infractions sont accompagnées des |
verzwarende omstandigheden bedoeld in artikel 2bis, §§ 2, b), 3 en 4, | circonstances aggravantes visées à l'article 2bis, § § 2, b), 3 et 4, |
van de Drugswet. De wetgever doelde hierbij op het geval waarbij de | de la loi du 24 février 1921. Le législateur visait par là le cas où |
le consommateur est également trafiquant, situation qui a donné lieu à | |
gebruiker ook verhandelaar is en waaromtrent de rechtspraak enige tijd | des jurisprudences divergentes peu de temps après l'adoption de la loi |
na de aanneming van de wet van 9 juli 1975 uiteenlopend was (Cass., 6 | du 9 juillet 1975 (Cass., 6 juin 1990, Pas., I, 1990, n° 583). |
juni 1990, Arr. Cass., 1989-1990, nr. 583). | |
Anderzijds, werd duidelijk gemaakt dat artikel 9 kon worden toegepast | D'autre part, il a été précisé que l'article 9 était applicable en cas |
bij een collectief misdrijf, onverminderd het bepaalde in artikel 65, | de délits collectifs, sans préjudice de l'article 65, alinéa 1er, du |
eerste lid, van het Strafwetboek. Met die bepaling wilde de wetgever « | Code pénal. Par cette disposition, le législateur entendait réagir « à |
de huidige rechtspraak, volgens welke collectieve misdrijven waarbij | |
de zwaarste straf geen verband hield met de wet van 24 februari 1921, | |
uitgesloten waren van het voordeel bedoeld in artikel 9 van de wet van | la jurisprudence actuelle, qui excluait du bénéfice de l'article 9 de |
9 juli 1975 » verhelpen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1888/001 | la loi du 9 juillet 1975 les délits collectifs pour lesquels la peine |
la plus forte n'était pas celle de l'infraction liée à la loi du 24 | |
février 1921 » (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1888/001 et | |
en 50-1889/001, p. 16). Voorheen werd immers in de rechtspraak | 50-1889/001, p. 16). En effet, la jurisprudence considérait auparavant |
aangenomen dat als door de rechter eenheid van opzet werd aanvaard | que si le juge admettait l'unité d'intention entre les faits de droit |
tussen feiten van gemeen recht en het feit drugs te bezitten, het | commun et les faits de possession de drogue, le bénéfice de l'article |
voordeel van artikel 9 enkel kon worden toegepast wanneer de straf | 9 ne pouvait être accordé que si la peine prévue pour les infractions |
bepaald voor de misdrijven bepaald door de Drugswet, zwaarder was dan | |
de straf bepaald voor de misdrijven van gemeen recht. Betrof het | définies par la loi du 24 février 1921 était plus lourde que la peine |
ergste feit evenwel het gemeenrechtelijke misdrijf, dan was de | prévue pour les infractions de droit commun. Par contre, si le fait le |
regeling met betrekking tot dat misdrijf van toepassing en werd | plus grave consistait en un délit de droit commun, le régime relatif à |
bijgevolg de toepassing van artikel 9 van de Drugswet uitgesloten | cette infraction était applicable et l'application de l'article 9 de |
la loi du 24 février 1921 était par conséquent exclue (Cass., 5 avril | |
(Cass., 5 april 1995, P.95.0290.F). | 1995, P.95.0290.F). |
B.7. Het verschil in behandeling tussen de in B.5 vermelde categorieën | B.7. La différence de traitement entre les catégories de personnes |
van personen berust op een objectief criterium, namelijk het al dan | mentionnées en B.5 repose sur un critère objectif, à savoir |
niet bestaan van een strafrechtelijke vervolging voor een inbreuk op | l'existence ou l'absence de poursuites pénales pour une infraction à |
de Drugswet. | la loi du 24 février 1921. |
Gelet op de doelstelling van de wetgever zoals zij blijkt uit de | Eu égard au but poursuivi par le législateur, tel qu'il ressort de la |
wetsgeschiedenis van de in het geding zijnde bepaling, namelijk de | genèse de la disposition en cause, qui consiste à aider le |
drugsgebruiker en drugsverslaafde veeleer te helpen dan te bestraffen, | consommateur de drogues et le toxicomane plutôt qu'à le sanctionner, |
is het pertinent dat de wetgever voor de toepassing van de | il est pertinent que le législateur exige, pour l'application de la |
gunstmaatregel van artikel 9 van de Drugswet vereist dat het gaat om | mesure de faveur prévue par l'article 9 de la loi du 24 février 1921, |
drugsgebruikers die misdrijven plegen waarbij het eigen gebruik | qu'il s'agisse de consommateurs de drogues qui commettent des |
centraal staat en wanneer zij effectief worden vervolgd. Door de | infractions dans le cadre de leur consommation personnelle et pour |
rechter de mogelijkheid te geven die personen het voordeel te laten | lesquelles ils sont effectivement poursuivis. En donnant au juge la |
genieten van de wet van 29 juni 1964 zelfs indien zij niet aan de | possibilité de faire bénéficier ces personnes de la loi du 29 juin |
voorwaarden hiervan voldoen, zelfs indien zij in beperkte mate | 1964 même lorsqu'elles ne remplissent pas les conditions prévues par |
ongeoorloofde handel drijven in drugs en zelfs indien ze | cette loi, même si elles se livrent dans une mesure limitée au trafic |
gemeenrechtelijke misdrijven plegen die ernstiger zijn dan de | illicite de drogues et même si elles commettent des infractions de |
gepleegde drugsmisdrijven waarmee ze door eenheid van opzet zijn | droit commun qui sont plus graves que les délits de drogues auxquels |
verbonden, staat de wetgever toe dat die personen in een bepaalde mate | ces infractions sont liées par unité d'intention, le législateur |
van effectieve strafsancties gevrijwaard worden. | permet que ces personnes échappent dans une certaine mesure à des |
B.8. Het Hof dient evenwel nog te onderzoeken of het niet kennelijk | sanctions pénales effectives. B.8. La Cour doit cependant encore examiner s'il n'est pas |
onredelijk is dat het voordeel van artikel 9 van de Drugswet niet zou | manifestement déraisonnable que le bénéfice de l'article 9 de la loi |
kunnen worden toegepast in de hypothese beschreven in de prejudiciële | du 24 février 1921 ne puisse pas être accordé dans l'hypothèse décrite |
vraag, namelijk ten aanzien van de beklaagde die wordt vervolgd, niet | dans la question préjudicielle, à savoir celle d'un prévenu poursuivi |
voor inbreuken op de Drugswet, maar voor misdrijven van gemeen recht | non pas pour des infractions à la loi du 24 février 1921, mais pour |
die hij heeft gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik. | des infractions de droit commun commises en vue de sa consommation de |
B.9.1. Artikel 9 van de Drugswet moet worden beschouwd als een soepele | drogue personnelle. B.9.1. L'article 9 de la loi du 24 février 1921 doit être considéré |
en ruime toepassing van de wet van 29 juni 1964 ten gunste van één | comme une application souple et large de la loi du 29 juin 1964 en |
bepaalde categorie van beklaagden, namelijk diegenen die inbreuken op | faveur d'une catégorie déterminée de prévenus, à savoir ceux qui ont |
die wet hebben gepleegd waarbij het eigen gebruik centraal staat. Het | commis des infractions à cette loi dans le cadre de leur consommation |
is bijgevolg niet discriminerend dat de rechter die gunstmaatregel | personnelle. Il n'est dès lors pas discriminatoire que le juge ne |
slechts kan toepassen op diegenen die effectief voor dergelijke | puisse appliquer cette faveur qu'à ceux qui sont effectivement |
inbreuken worden vervolgd. | poursuivis pour de telles infractions. |
Elk ander oordeel zou tot gevolg hebben dat de wet van 29 juni 1964 | Toute autre appréciation aurait pour effet de vider la loi du 29 juin |
wordt uitgehold doordat die wet, zonder wettelijke basis, zou kunnen | 1964 de sa substance, dès lors que cette loi pourrait, sans fondement |
worden toegepast zonder dat aan de voorwaarden bepaald in de artikelen | légal, être appliquée sans qu'il soit satisfait aux conditions |
3 en 8 van die wet zou moeten zijn voldaan en zonder dat het daarbij | formulées dans ses articles 3 et 8 et sans qu'il doive s'agir de |
om personen moet gaan die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in | personnes répondant aux conditions énoncées dans la disposition en |
de in het geding zijnde bepaling. Evenmin kan het de strafrechter | cause. Le juge pénal n'est pas davantage autorisé, sous peine de |
worden toegestaan, op straffe van miskenning van het recht op een | méconnaître le droit à un procès équitable, à statuer sur des faits |
eerlijk proces, uitspraak te doen over de feiten die niet op | |
regelmatige wijze bij hem aanhangig zijn gemaakt. | dont il n'a pas été régulièrement saisi. |
B.9.2. De vaststelling dat enkel door de beslissing van het openbaar | B.9.2. Le constat que seule la décision du ministère public de ne pas |
ministerie om niet te vervolgen voor inbreuken op de Drugswet maar | poursuivre les infractions à la loi du 24 février 1921, mais |
enkel voor inbreuken van gemeen recht, aan de betrokkene de gunst van | uniquement les infractions de droit commun a pour effet que |
artikel 9 van de Drugswet wordt ontnomen, houdt geen verband met de in | l'intéressé se voit privé du bénéfice de l'article 9 de la loi du 24 |
het geding zijnde bepaling maar wel met het beginsel neergelegd in | février 1921 ne tient pas à la disposition en cause, mais bien au |
artikel 1 van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel | principe inscrit à l'article 1er de la loi du 17 avril 1878 contenant |
van het Wetboek van Strafvordering en in artikel 28quater van het | |
Wetboek van Strafvordering dat het openbaar ministerie de | le titre préliminaire du Code de procédure pénale et à l'article |
strafvordering uitoefent op de wijze bepaald door de wet en oordeelt | 28quater du Code d'instruction criminelle, en vertu desquels le |
over de opportuniteit van de vervolging. Het behoort niet tot de | ministère public exerce l'action publique de la manière prévue par la |
bevoegdheid van het Hof uitspraak te doen over het vervolgingsbeleid | loi et décide de l'opportunité des poursuites. Il n'appartient pas à |
van het openbaar ministerie dat, overeenkomstig het bepaalde in | la Cour de statuer sur la politique de poursuites du ministère public, |
artikel 143quater van het Gerechtelijk Wetboek, zaak is van de | qui relève, conformément à l'article 143quater du Code judiciaire, de |
Minister van Justitie en het college van procureurs-generaal. | la compétence du ministre de la Justice et du collège des procureurs généraux. |
B.9.3. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden | B.9.3. La première question préjudicielle appelle une réponse |
beantwoord. | négative. |
Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag | Quant à la deuxième question préjudicielle |
B.10. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit | B.10. Par la deuxième question préjudicielle, la Cour est interrogée |
te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de | |
Grondwet, artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964 in zoverre zij | sur la compatibilité des articles 3 et 8 de la loi du 29 juin 1964 |
voorwaarden bepalen voor de toekenning van het uitstel en de | avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'ils prévoient |
opschorting zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden | des conditions pour l'octroi du sursis et de la suspension sans opérer |
naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op | de distinction entre les prévenus, selon qu'ils ont ou non commis des |
hun eigen drugsgebruik. | infractions en vue de leur consommation personnelle de drogue. |
B.11. De opschorting van de uitspraak van een veroordeling met | B.11. La suspension du prononcé d'une condamnation en application de |
toepassing van de wet van 29 juni 1964 vormt een maatregel van | la loi du 29 juin 1964 constitue une mesure d'individualisation des |
individualisering van straffen die de rechter de mogelijkheid | peines qui permet au juge de mettre l'auteur d'une infraction à |
verschaft de dader van een misdrijf op proef te stellen gedurende een | l'épreuve pendant un certain temps, au terme duquel, si son |
bepaalde periode, na afloop waarvan, indien zijn gedrag bevredigend | comportement est satisfaisant, aucune condamnation n'est prononcée et |
is, geen veroordeling wordt uitgesproken, noch een gevangenisstraf | aucune peine d'emprisonnement n'est subie. Cette mesure, tout comme |
wordt opgelegd. Die maatregel, net zoals die van de mogelijkheid om | celle de la possibilité de prendre en compte des circonstances |
rekening te houden met verzachtende omstandigheden of die van uitstel | |
van de tenuitvoerlegging van de straf, werd genomen om de onterende | atténuantes ou celle du sursis à l'exécution de la peine, a été prévue |
gevolgen die aan een strafrechtelijke veroordeling kleven, weg te | dans le but d'éliminer ou d'atténuer les effets infamants qui |
werken of af te zwakken. | s'attachent à une condamnation pénale. |
Zoals is vermeld in B.9.1, moet artikel 9 van de Drugswet worden | Comme il est dit en B.9.1, l'article 9 de la loi du 24 février 1921 |
beschouwd als een soepele en ruime toepassing van de wet van 29 juni | doit être considéré comme une application souple et large de la loi du |
1964 ten gunste van één bepaalde categorie van beklaagden. | 29 juin 1964 en faveur d'une catégorie déterminée de prévenus. |
Het is de democratisch verkozen wetgever die bevoegd is om, op | C'est au législateur démocratiquement élu qu'il appartient de |
algemene of specifieke wijze, de voorwaarden te bepalen waaronder een | déterminer de manière générale ou spécifique les conditions auxquelles |
uitstel of een opschorting kan worden toegekend en om de voorwaarden | un sursis ou une suspension peuvent être octroyés et de fixer les |
en de procedure voor de intrekking ervan vast te stellen. Het komt hem | conditions et la procédure de son retrait. Il lui revient en effet de |
immers toe het repressief beleid vast te stellen en al dan niet in | déterminer la politique répressive et d'opter largement ou non pour |
ruime zin te opteren voor de individualisering van de straffen teneinde de rechter al dan niet tot gestrengheid te dwingen in bepaalde aangelegenheden. Die gestrengheid kan met name betrekking hebben op de maatregelen tot uitstel of opschorting. Het Hof zou een dergelijke keuze alleen kunnen afkeuren indien die kennelijk onredelijk zou zijn of indien de in het geding zijnde bepaling ertoe zou leiden aan een categorie van rechtsonderhorigen het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige instantie, zoals gewaarborgd bij artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, te ontzeggen. | l'individualisation des peines, de manière à contraindre ou non le juge à la sévérité dans certaines matières. Cette sévérité peut notamment porter sur les mesures de sursis ou de suspension. La Cour ne pourrait censurer pareil choix que si celui-ci était manifestement déraisonnable ou si la disposition en cause avait pour effet de priver une catégorie de justiciables du droit à un procès équitable devant une juridiction impartiale et indépendante, garanti par l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme. Le législateur est donc libre d'introduire des règles spécifiques, |
Het staat de wetgever dus vrij specifieke - ruimere of soepelere - | plus larges ou plus souples, pour des catégories de faits ou de |
regels in te voeren voor categorieën van feiten of delinquenten die | délinquants qui, selon lui, méritent un régime particulier. Il doit |
volgens hem een bijzondere regeling verdienen. Hij moet in dat geval | alors veiller à ce que ces régimes spécifiques ne violent pas les |
erop toezien dat die specifieke regelingen de artikelen 10 en 11 van | articles 10 et 11 de la Constitution. |
de Grondwet niet schenden. | |
Aangezien het Hof heeft geoordeeld, in antwoord op de eerste | Dès lors que la Cour a jugé, en réponse à la première question |
prejudiciële vraag, dat artikel 9, eerste en tweede lid, van de | préjudicielle, que l'article 9, alinéas 1er et 2, de la loi du 24 |
Drugswet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt, schenden | février 1921 ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, |
de artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964 evenmin de artikelen | les articles 3 et 8 de la loi du 29 juin 1964 ne violent pas non plus |
10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij algemene voorwaarden bepalen | les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils prévoient des |
voor de toekenning van het uitstel en de opschorting zonder een | conditions générales pour l'octroi du sursis et de la suspension sans |
onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet | opérer de distinction entre les prévenus, selon qu'ils ont ou non |
misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik. | commis des infractions en vue de leur consommation personnelle de |
B.12. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden | drogue. B.12. La deuxième question préjudicielle appelle une réponse négative. |
beantwoord. | Quant à la troisième question préjudicielle |
Ten aanzien van de derde prejudiciële vraag | B.13. Par la troisième question préjudicielle, la Cour est interrogée |
B.13. In de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit | sur la compatibilité de l'article 14, § 1er, de la loi du 29 juin 1964 |
te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de | avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il prévoit la |
Grondwet, van artikel 14, § 1, van de wet van 29 juni 1964, in zoverre | révocation de plein droit du sursis en cas de nouvelle infraction |
het voorziet in het van rechtswege herroepen van het uitstel ingeval | commise pendant le délai d'épreuve et ayant entraîné une condamnation |
gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden zonder uitstel ten gevolge heeft gehad, zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen drugsgebruik. De verwijzende rechter stelt de derde vraag echter alleen in het geval dat bevestigend zou worden geantwoord op de eerste of op de tweede vraag. B.14. Gelet op het ontkennend antwoord op de eerste en de tweede prejudiciële vraag, behoeft de derde prejudiciële vraag geen antwoord. Om die redenen, het Hof | à un emprisonnement principal de plus de six mois sans sursis, sans opérer de distinction entre les prévenus, selon qu'ils ont ou non commis des infractions en vue de leur consommation personnelle. Le juge a quo ne pose toutefois la troisième question que dans l'hypothèse où il serait répondu par l'affirmative à la première question ou à la deuxième question. B.14. Eu égard à la réponse négative apportée aux première et deuxième questions préjudicielles, la troisième question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- Artikel 9, eerste en tweede lid, van de wet van 24 februari 1921 | - L'article 9, alinéas 1er et 2, de la loi du 24 février 1921 |
betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en | concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, |
verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en | stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des |
antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de | substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances |
illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, | stupéfiantes et psychotropes, tel qu'il a été remplacé par l'article |
zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003, schendt de | 14 de la loi du 3 mai 2003, ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | Constitution. |
- De artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de | - Les articles 3 et 8 de la loi du 29 juin 1964 concernant la |
opschorting, het uitstel en de probatie schenden de artikelen 10 en 11 | suspension, le sursis et la probation ne violent pas les articles 10 |
van de Grondwet niet. | et 11 de la Constitution. |
- De derde prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. | - La troisième question préjudicielle n'appelle pas de réponse. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 6 december 2018. | la Cour constitutionnelle, le 6 décembre 2018. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
F. Daoût | F. Daoût |