Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 09 mei 2017

Uittreksel uit arrest nr. 28/2017 van 23 februari 2017 Rolnummer 6281 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijder Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017202122
pub.
09/05/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 28/2017 van 23 februari 2017 Rolnummer 6281 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42quater van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gesteld door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 155 695 van 29 oktober 2015 in zake Eric Nana Ansong Gyekye tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 november 2015, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is, hoewel de in de onderstaande bepalingen beoogde periodes verschillen ten aanzien van het aanvangspunt ervan, artikel 42quater van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de minister of zijn gemachtigde binnen vijf jaar na de erkenning van het verblijfsrecht een einde kan maken aan het verblijfsrecht van de echtgenoot van een Belg, wanneer met name het huwelijk met die laatste wordt ontbonden en die vreemdeling, in de loop van het vierde of het vijfde jaar van die periode, niet voldoet aan de voorwaarde bepaald in artikel 42quater, § 4, in fine - namelijk werknemer zijn of over voldoende bestaansmiddelen beschikken, en beschikken over een ziektekostenverzekering, of lid zijn van een reeds in het Rijk gevormde familie van een persoon die aan die voorwaarden voldoet -, terwijl, met toepassing van artikel 13 van dezelfde wet, het verblijfsrecht van de echtgenoot van een tot het onbeperkte verblijf toegelaten of gemachtigde vreemdeling zelf onbeperkt wordt na het verstrijken van de periode van drie jaar volgend op de afgifte van de verblijfstitel, zodat de minister geen einde kan maken aan zijn verblijf in de loop van het vierde of het vijfde jaar volgend op de afgifte van de verblijfstitel, zelfs indien zijn huwelijk is ontbonden in de loop van die periode en hij geen werknemer is of niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 42quater van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna : de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten), dat, in de versie die van toepassing is op het voor de verwijzende rechter hangende geschil, bepaalde : « § 1. In de volgende gevallen kan er door de minister of zijn gemachtigde binnen vijf jaar na de erkenning van hun recht op verblijf een einde gesteld worden aan het verblijfsrecht van de familieleden van een burger van de Unie die zelf geen burger van de Unie zijn en die verblijven in de hoedanigheid van familielid van de burger van de Unie : [...] 4° het huwelijk met de burger van de Unie die zij begeleid of vervoegd hebben, wordt ontbonden of nietig verklaard, het geregistreerd partnerschap dat aangegaan werd, zoals bedoeld in artikel 40bis, § 2, eerste lid, 1° of 2°, wordt beëindigd, of er is geen gezamenlijke vestiging meer; [...] § 4. Onder voorbehoud van het bepaalde in § 5 is het in § 1, eerste lid, 4°, bedoelde geval niet van toepassing : 1° indien het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke vestiging bij de aanvang van de gerechtelijke procedure tot ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk of bij de beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke vestiging, ten minste drie jaar heeft geduurd, waarvan minstens één jaar in het Rijk.In geval van nietigverklaring van het huwelijk dient de echtgenoot bovendien te goeder trouw te zijn geweest; [...] en voor zover betrokkenen aantonen werknemer of zelfstandige te zijn in België, of voor zichzelf en hun familieleden te beschikken over voldoende bestaansmiddelen, bedoeld in artikel 40, § 4, tweede lid, om te voorkomen dat zij tijdens hun verblijf ten laste vallen van het sociale bijstandsstelsel van het Rijk en beschikken over een ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt, of lid zijn van een in het Rijk gevormde familie van een persoon die aan deze voorwaarden voldoet. § 5. De minister of zijn gemachtigde kan zonodig controleren of aan de naleving van de voorwaarden voor de uitoefening van het verblijfsrecht is voldaan ».

B.1.2. Krachtens artikel 40ter van dezelfde wet is dat artikel van toepassing op de echtgenoten van Belgen. De prejudiciële vraag moet derhalve zo worden begrepen dat het Hof wordt ondervraagd over artikel 40ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, in samenhang gelezen met artikel 42quater van die wet.

B.1.3. Artikel 21 van de wet van 4 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/2016 pub. 27/06/2016 numac 2016000379 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten « houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen », heft, in paragraaf 1, eerste lid, 4°, hiervoor aangehaald, de woorden « of nietig verklaard » op. Die wijziging heeft geen gevolgen voor het onderwerp van de prejudiciële vraag.

B.2.1. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door die te vergelijken met artikel 13 van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, dat betrekking heeft op de vreemdelingen-onderdanen van Staten die geen lid zijn van de Europese Unie, die een verblijfsrecht hebben verkregen als familielid van een vreemdeling-onderdaan van een Staat die geen lid is van de Unie die voor onbeperkte duur tot het verblijf in het Rijk is gemachtigd of toegelaten.

B.2.2. Artikel 13, § 1, van de voormelde wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bepaalde, op het ogenblik dat de voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen bestreden beslissing is genomen en op het ogenblik dat die Raad het verwijzingsarrest heeft gewezen : « Behalve indien dit uitdrukkelijk anders wordt voorzien, wordt de machtiging tot verblijf verleend voor een beperkte tijd, ingevolge deze wet of ingevolge specifieke omstandigheden die betrekking hebben op de betrokkene of ingevolge de aard of de duur van zijn activiteiten in België. [...] De toelating tot verblijf krachtens artikel 10 wordt erkend voor een beperkte duur gedurende een periode van drie jaar volgend op de afgifte van de verblijfstitel of in de gevallen bedoeld in artikel 12bis, §§ 3, 3bis of 4, na de afgifte van het document dat bewijst dat de aanvraag werd ingediend. Na afloop van deze periode geldt de toelating tot verblijf voor onbeperkte duur voorzover de vreemdeling nog steeds voldoet aan voorwaarden van artikel 10. [...] ».

B.2.3. Artikel 13 van de voormelde wet van 4 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/2016 pub. 27/06/2016 numac 2016000379 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten wijzigt die bepaling zodat het derde lid van artikel 13, § 1, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten voortaan luidt : « De toelating tot verblijf krachtens artikel 10 wordt erkend voor een beperkte duur gedurende een periode van vijf jaar volgend op de afgifte van de verblijfstitel of in de gevallen bedoeld in artikel 12bis, §§ 3, 3bis of 4, na de afgifte van het document dat bewijst dat de aanvraag werd ingediend. Na afloop van deze periode geldt de toelating tot verblijf voor onbeperkte duur voorzover de vreemdeling nog steeds voldoet aan voorwaarden van artikel 10. In het tegenovergestelde geval weigert de minister of diens gemachtigde het verblijf van onbeperkte duur en kent een nieuw verblijf van beperkte duur toe, waarvan de vernieuwing onderworpen is aan het bezit van toereikende bestaansmiddelen, om niet ten laste te vallen van de openbare overheden, en van een ziektekostenverzekering die alle risico's dekt, en voor zover de vreemdeling geen gevaar vormt voor de openbare orde en/of de nationale veiligheid ».

B.3. Uit de vergelijking van de in het geding zijnde bepalingen blijkt dat, op het ogenblik dat de voor het verwijzende rechtscollege bestreden rechtshandeling is genomen, die bepalingen tussen de vreemdelingen die geen burgers van de Europese Unie zijn en een verblijfsrecht hebben verkregen op basis van een gezinshereniging, een verschil in behandeling invoerden volgens de nationaliteit van de echtgenoot bij wie zij zich in België hebben gevoegd. Indien die echtgenoot ofwel een Belg ofwel een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie was, kon, onder bepaalde voorwaarden en behoudens de uitzonderingen vermeld in artikel 42quater van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten in geval van ontbinding van het huwelijk, een einde worden gemaakt aan het verblijfsrecht van de vreemdeling-onderdaan van een Staat die geen lid is van de Europese Unie die zich bij hem heeft gevoegd, en dit gedurende een periode van vijf jaar na de machtiging tot verblijf. Indien de echtgenoot bij wie men zich heeft gevoegd onderdaan was van een Staat die geen lid is van de Europese Unie, kon wegens ontbinding van het huwelijk geen einde meer worden gemaakt aan het verblijfsrecht van de vreemdeling die zich bij hem heeft gevoegd na een periode van drie jaar volgend op de machtiging tot verblijf.

B.4. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, vloeit het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd, voort uit artikel 42quater van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, dat van toepassing is op de situatie van de verzoeker voor het verwijzende rechtscollege.

De omstandigheid dat de twee met elkaar vergeleken situaties bij twee onderscheiden bepalingen worden geregeld, laat het Hof niet toe te besluiten dat het verschil in behandeling zijn oorsprong zou vinden in de andere bepaling, die niet van toepassing is op de situatie van de verzoeker voor het verwijzende rechtscollege, en om die reden te weigeren om de prejudiciële vraag te beantwoorden. Het Hof beantwoordt de prejudiciële vraag zoals die is gesteld.

B.5.1. De termijn van vijf jaar is in het in het geding zijnde artikel 42quater ingevoerd bij artikel 17 van de programmawet van 28 juni 2013. Vóór die wijziging bedroeg de termijn waarbinnen, wegens de ontbinding van het huwelijk, een einde kon worden gemaakt aan het verblijf van de vreemdeling die zich heeft gevoegd bij zijn Belgische echtgenoot of echtgenoot-onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Unie, drie jaar. B.5.2. In de memorie van toelichting van het voormelde ontwerp van programmawet wordt aangegeven : « Dit hoofdstuk wil de bepalingen van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen doen overeenstemmen met de bepalingen van de Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG. Deze richtlijn 2004/38/EG voorziet voor de verwerving van het duurzaam verblijfsrecht dat de burgers van de Unie en hun familieleden tijdens een periode van vijf jaren op het grondgebied van de gast-Lidstaat, moeten verbleven hebben.

Door de verwerving van een duurzaam verblijfsrecht te brengen van drie naar vijf jaar, wordt de Belgische wetgeving dus geharmoniseerd met de wetgeving van de andere Lidstaten.

Gelet op het advies van de Raad van State wordt verduidelijkt dat er een link is met de begroting en dat dit hoofdstuk de uitvoering is van beslissingen genomen in het kader van de begrotingscontrole. Vooreerst heeft hoofdstuk 1 immers een positieve budgettaire impact waar rekening mee werd gehouden in de begroting. Daarnaast hangen de twee hoofdstukken van deze titel uiteraard samen. Gegeven de budgettaire context worden de mogelijkheden benut die de richtlijn 2004/38/EG biedt om enerzijds de verblijfsvoorwaarden en anderzijds de toegang tot de sociale stelsels te bepalen voor EU-burgers. De wijziging van de verblijfsvoorwaarden heeft immers eveneens een impact op de toegang tot de sociale stelsels » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2853/001, pp. 17-18).

B.6.1. Uit artikel 13, lid 2, van de voormelde richtlijn 2004/38/EG vloeit voort dat de lidstaten erin kunnen voorzien, in sommige gevallen en onder sommige voorwaarden, een einde te maken aan het verblijfsrecht van de familieleden van een burger van de Unie die niet de nationaliteit van een lidstaat hebben, zolang zij geen duurzaam verblijfsrecht hebben verworven. Het duurzaam verblijfsrecht is, krachtens artikel 16, lid 2, van dezelfde richtlijn, verworven na een ononderbroken verblijfsperiode van vijf jaar met de burger van de Unie in de ontvangende lidstaat.

B.6.2. Artikel 35 van die richtlijn bepaalt : « De lidstaten kunnen de nodige maatregelen nemen om een in deze richtlijn neergelegd recht in geval van rechtsmisbruik of fraude, zoals schijnhuwelijk, te ontzeggen, te beëindigen of in te trekken.

Deze maatregelen zijn evenredig en zijn onderworpen aan de procedurele waarborgen van artikelen 30 en 31 ».

B.6.3. Artikel 37 van dezelfde richtlijn bepaalt : « Het bepaalde in deze richtlijn geldt onverminderd de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat die eventueel gunstiger zijn voor de personen waarop deze richtlijn betrekking heeft ».

B.7.1. In de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten wordt gezinshereniging met burgers uit derde landen die legaal op het Belgische grondgebied verblijven geregeld in titel I, hoofdstuk 3. De regels inzake gezinshereniging met burgers van de Unie andere dan Belgen en met Belgen maken deel uit van titel II « Aanvullende en afwijkende bepalingen betreffende bepaalde categorieën van vreemdelingen », hoofdstuk 1.

B.7.2. De inachtneming van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie tussen de verschillende categorieën van vreemdelingen die een beroep doen op gezinshereniging kan, wegens de bijzondere situatie van elk van de drie vermelde categorieën van personen en rekening houdend met de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Unierecht, bepaalde verschillen in behandeling toelaten.

Die verschillen in behandeling moeten echter redelijk worden verantwoord om bestaanbaar te zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.8. In tegenstelling tot wat de Ministerraad betoogt, bevinden de in de prejudiciële vraag beoogde categorieën van personen zich in situaties die voldoende vergelijkbaar zijn wat betreft de beëindiging van hun verblijf op het grondgebied.

B.9. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op het verblijfsstatuut verbonden aan de nationaliteit van de echtgenoot bij wie de vreemdeling-onderdaan van een derde Staat zich heeft gevoegd die zijn verblijfsrecht heeft verkregen op basis van de gezinshereniging. Een dergelijk criterium is objectief. Het Hof moet nagaan of het relevant is ten opzichte van de doelstellingen die met de in het geding zijnde bepaling worden nagestreefd.

B.10.1. Uit de in B.5.2 aangehaalde memorie van toelichting blijkt dat de in het geding zijnde bepaling allereerst is aangenomen om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met richtlijn 2004/38/EG en te harmoniseren met de reglementering van de andere lidstaten van de Europese Unie.

B.10.2. Het doel dat erin bestaat uitvoering te verlenen aan die Europese richtlijn of de Belgische wetgeving te harmoniseren met de wetgeving van de andere lidstaten kan op zich geen verschil in behandeling verantwoorden onder vreemdelingen-onderdanen van landen die geen lid zijn van de Europese Unie, naargelang zij hun verblijfsrecht hebben verkregen in het kader van een gezinshereniging met een Belgische echtgenoot of een echtgenoot die de nationaliteit van een lidstaat heeft, enerzijds, dan wel met een echtgenoot die de nationaliteit van een derde Staat heeft, anderzijds.

B.10.3. Hoewel de wetgever, in het licht van het recht van de Europese Unie, de periode waarbinnen onder bepaalde voorwaarden een einde kan worden gemaakt aan het verblijfsrecht van een onderdaan van een derde Staat, echtgenoot van een Belg of van een burger van de Unie, wanneer het huwelijk wordt ontbonden, van drie jaar op vijf jaar kon brengen, was hij krachtens artikel 37 van de voormelde richtlijn daartoe niet gehouden.

B.11.1. De Ministerraad voert overigens aan dat de wetgever eveneens de strijd wilde aanbinden tegen de misbruiken inzake gezinshereniging, in het bijzonder door schijnhuwelijken en andere relaties die niet overeenstemmen met de werkelijkheid te ontmoedigen, en de overheidsfinanciën wilde vrijwaren door te voorkomen dat te veel personen een beroep doen op de maatschappelijke dienstverlening.

B.11.2. Die doelstellingen zijn zeker gewettigd. Niets, noch in de parlementaire voorbereiding, noch in de argumentatie van de Ministerraad, laat echter toe te begrijpen hoe de nationaliteit van de echtgenoot bij wie men zich voegt, een relevant criterium zou zijn om, in het licht van die gewettigde doelstellingen, het in geding zijnde verschil in behandeling te verantwoorden.

B.12. De in het geding zijnde bepaling zoals ze van toepassing was vóór de wijziging van artikel 13, § 1, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bij artikel 13 van de voormelde wet van 4 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/2016 pub. 27/06/2016 numac 2016000379 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten, is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 42quater van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals het van toepassing was vóór de wijziging van artikel 13, § 1, van dezelfde wet bij artikel 13 van de wet van 4 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/2016 pub. 27/06/2016 numac 2016000379 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten « houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de minister of zijn gemachtigde binnen vijf jaar na de erkenning van het verblijfsrecht een einde kan maken aan het verblijfsrecht van de echtgenoot van een Belg of van een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie wanneer het huwelijk wordt ontbonden en die vreemdeling, in de loop van het vierde of het vijfde jaar van die periode, niet voldoet aan de bij artikel 42quater, § 4, in fine bepaalde voorwaarde.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 23 februari 2017.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels

^