gepubliceerd op 07 juli 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 238.171 van 11 mei 2017 in zake Prisca Digbeu tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2017, heeft « Schendt artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebi(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest nr. 238.171 van 11 mei 2017 in zake Prisca Digbeu tegen de    Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 22 mei 2017, heeft de Raad van State de volgende    prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 42quater van de 
wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					15/12/1980
				
				
					pub. 
					12/04/2012
				
				
					numac 
					2012000231
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen 
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					15/12/1980
				
				
					pub. 
					20/12/2007
				
				
					numac 
					2007000992
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen 
				
			
		
	sluiten betreffende    de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de    verwijdering van vreemdelingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,    in zoverre er door de minister of zijn gemachtigde, binnen vijf jaar    na de erkenning van zijn recht op verblijf, een einde kan worden    gesteld aan dat verblijfsrecht voor een niet-Europese vreemdeling die    uit de echt is gescheiden van een Belg en die, binnen het huwelijk,    het slachtoffer is geweest van geweld zoals bedoeld in de artikelen    375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, indien die    vreemdeling niet aantoont dat hij werkt of over voldoende    bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat hij ten laste valt van    het sociale verzekeringsstelsel van het Rijk en beschikt over een    ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt (artikel    42quater, § 4, 4°, van de wet), terwijl het, in dezelfde    omstandigheden van echtelijk geweld, de minister of zijn gemachtigde    niet is toegestaan een einde te stellen aan het verblijf van een    niet-Europese vreemdeling die uit de echt is gescheiden van een andere    niet-Europese vreemdeling die tot een verblijf van onbeperkte duur    werd toegelaten, zelfs indien die geen werk heeft of niet over    voldoende inkomsten noch over een ziektekostenverzekering beschikt    (artikel 11, § 2, van de wet) ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6665 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux