Etaamb.openjustice.be
Arrest van 23 april 2020
gepubliceerd op 20 mei 2020

Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/011 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende machtiging aan de Regering tot het vastleggen, vereffenen en betalen van uitgaven boven de limiet van de begrotingskredieten of, bij ontstentenis van kredieten, ten belope van het door een gemotiveerde beraadslaging vastgesteld bedrag in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020041363
pub.
20/05/2020
prom.
23/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/23/2020041363/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 APRIL 2020. - Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/011 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende machtiging aan de Regering tot het vastleggen, vereffenen en betalen van uitgaven boven de limiet van de begrotingskredieten of, bij ontstentenis van kredieten, ten belope van het door een gemotiveerde beraadslaging vastgesteld bedrag in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, zoals tot op heden gewijzigd, en inzonderheid titel VII;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, zoals tot op heden gewijzigd, en inzonderheid het artikel 26;

Gelet op de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020;

Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juli 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/07/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019013668 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering sluiten tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Overwegende de kwalificatie door de WHO van het coronavirus COVID-19 als een pandemie op datum van 11 maart 2020;

Overwegende dat de huidige en toekomstige maatregelen om de verspreiding van het virus onder de bevolking in te dijken, in het bijzonder de zogenaamde "social distancing-maatregelen" waartoe de Nationale Veiligheidsraad op 12, 17 en 28 maart 2020 besloten heeft, van die aard zijn dat zij elke soort activiteit op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertragen, de goede werking van de verschillende overheidsdiensten aantasten, de sociaaleconomische activiteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verzwakken en de kwetsbare bevolking in een grotere onzekerheid brengen;

Overwegende dat krachtens artikel 2 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, de Regering alle passende maatregelen kan nemen om, onder bedreiging van ernstig gevaar, elke situatie die een probleem vormt te voorkomen en met spoed aan te pakken binnen het strikte kader van de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan, met name bij de aanpassing van wetteksten die betreffende de domeinen die de impact van de crisis ondervinden en die onder de gewestelijke bevoegdheden vallen of het aanpakken van de sociaaleconomische gevolgen van de pandemie;

Overwegende dat, in deze uitzonderlijke omstandigheden, en met het oog op het verzekeren van de continuïteit van de openbare dienstverlening en de uitvoering van de essentiële opdrachten, niet enkel voor het Gewest, maar ook voor alle sociaaleconomische actoren en voor alle Brusselaars, het van belang is de Regering toe te laten beraadslagingen van budgettaire aard te nemen die machtiging verlenen tot het vastleggen, vereffenen en betalen van uitgaven boven de limiet van de begrotingskredieten of, bij ontstentenis van kredieten, ten belope van het door de beraadslaging vastgesteld bedrag;

Overwegende dat, ingevolge deze uitzonderlijke dringendheid in deze periode van COVID-19, het absoluut noodzakelijk is geworden om af te wijken van het artikel 26 § 2, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, dat vereist dat de door de beraadslagingen bedoelde machtigingen, het voorwerp uitmaken van een ontwerp van ad hoc begrotingsordonnantie waarbij de nodige kredieten worden geopend;

Gezien de ongekende gezondheidscrisis waarmee het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en België in zijn geheel worden geconfronteerd, kan het niet worden uitgesloten dat de gewestelijke volksvertegenwoordigers niet langer in staat zullen zijn bijeen te komen in commissies of tijdens de plenaire zittingen, hetzij om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen, hetzij omdat hun gezondheidstoestand hen daartoe niet in staat zou stellen;

Overwegende dat krachtens artikel 4, § 1 en § 2, van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, dit besluit zal moeten worden bevestigd door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement;

Gelet op het advies nr. 67.238/1 van de Raad van State, gegeven op 20 april 2020 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de geconsolideerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister bevoegd voor Financiën en Begroting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Overeenkomstig artikel 26 § 1, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en in afwijking van artikel 26 § 2, van dezelfde ordonnantie, mag de regering eigenmachtig optreden wat betreft de maatregelen die worden genomen in het kader van de COVID-19-crisis, en bij gemotiveerde beraadslaging kan ze beslissen de nodige kredieten te openen, en machtiging te verlenen tot het vastleggen, vereffenen en betalen van uitgaven boven de limiet van de begrotingskredieten of, bij ontstentenis van kredieten, ten belope van het door de beraadslaging vastgesteld bedrag. § 2. De toepassing van artikel 26 § 2, van de voornoemde organieke ordonnantie van 23 februari 2006, wordt opgeschort voor de termijn waarbij bijzondere machten worden toegekend aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als vermeld in artikel 5, § 1 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.

Art. 2.De maatregelen die worden getroffen in toepassing van artikel 1 van dit besluit worden bekrachtigd in het kader van de stemming van de ordonnantie die de eerste aanpassing bevat van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020 of uiterlijk binnen de termijn bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 9 april 2020.

Brussel, 23 april 2020.

Voor de Regering, De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De minister bevoegd voor Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ

^