gepubliceerd op 23 december 2021
Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende een verbod op het bezit en het vervoer van vuurwerk
17 DECEMBER 2021. - Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende een verbod op het bezit en het vervoer van vuurwerk
De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op artikel 166, § 2 van de Grondwet;
Gelet op artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014;
Gelet op artikel 4, § 2quater, 1° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, zoals gewijzigd door de wet van 6 januari 2014;
Gelet op artikel 11 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, zoals vervangen door de wet van 7 december 1998;
Gelet op de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, artikel 4, § 2;
Gelet op het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042995 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042994 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie sluiten houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie dat in artikel 1 deze epidemische noodsituatie uitvaardigt tot en met 28 januari 2022;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042995 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken type koninklijk besluit prom. 28/10/2021 pub. 29/10/2021 numac 2021042994 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende de afkondiging van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie sluiten houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 november 2021 en door het koninklijk besluit van 4 december 2021;
Overwegende dat gelet op de beheersing van de gezondheidscrisis ingevolge COVID de druk op ons ziekenhuizensysteem extreem hoog is (zo wordt bijvoorbeeld ongeveer 40 % van de bedden voor intensieve zorgen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingenomen door COVID-patiënten);
Overwegende dat elk jaar tijdens de feestdagen het toegenomen gebruik van vuurwerk leidt tot talloze ongevallen waardoor er een groter beroep moet worden gedaan op de spoeddiensten van de ziekenhuizen en de zwaarste gevallen zelfs in het ziekenhuis opgenomen moeten worden;
Dat een overheid vanuit een normale voorzichtigheid en plichtsbewustzijn alle vereiste maatregelen dient te nemen om zoveel als mogelijk te voorkomen dat de reeds bestaande druk op het ziekenhuizensysteem nog verder toeneemt, zeker wanneer dit kampt met personeelstekort en reeds lang op volle toeren draait;
Dat dit personeelstekort waarschijnlijk nog zal toenemen tijdens het eindejaarsverlof;
Overwegende dat de overheid vindt dat het essentieel is om het gezondheidszorgsysteem en de ziekenhuisinfrastructuur te vrijwaren, niet alleen om patiënten met COVID-19 op te vangen, maar ook om ervoor te zorgen dat patiënten met andere pathologieën kunnen worden opgevolgd; dat een verzadiging van het ziekenhuissysteem leidt tot een reorganisatie van de verzorgingsdiensten (waarbij ook patiënten naar andere gewesten worden overgebracht) en tot een wijziging van de prioriteiten op het vlak van de medische verzorging van patiënten; dat daardoor andere pathologieën minder zullen kunnen worden opgespoord en opgevolgd; dat het daarom van het allergrootste belang is om het gezondheidszorgsysteem te vrijwaren teneinde het basisrecht van de bevolking op leven en gezondheid te waarborgen;
Overwegende dat in artikel 4, § 2 van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie bepaald is dat :" Wanneer de lokale omstandigheden het vereisen, nemen de gouverneurs en burgemeesters, elk voor het eigen grondgebied, maatregelen die strenger zijn ten opzichte van de maatregelen bedoeld in paragraaf 1, overeenkomstig de eventuele instructies van de minister. Daartoe overleggen ze met de bevoegde federale en deelstatelijke overheden in functie van de beoogde maatregel. Indien de hoogdringendheid geen overleg voorafgaand aan het nemen van de maatregel toelaat, informeert de betrokken burgemeester of de gouverneur deze bevoegde overheden zo snel mogelijk van de genomen maatregel. In elk geval worden de maatregelen beoogd door de burgemeester vastgesteld na overleg met de gouverneur, en worden deze beoogd door de gouverneur vastgesteld na overleg met de minister".
Overwegende dat de woorden "de gouverneur" in voormelde wettelijke bepaling voor wat het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, begrepen moeten worden als "de minister-president";
Overwegende dat, zoals de Raad van State in arrest nr. 247.452 van 27 april 2020 benadrukt, de minister van Binnenlandse Zaken bij de keuze van de maatregelen om de gezondheidscrisis aan te pakken over "de ruimste beoordelingsbevoegdheid" beschikt;
Overwegende dat de Minister-President vanuit een gelijkaardige redenering over de ruimste beoordelingsbevoegdheid beschikt om binnen zijn bestuurlijke politiebevoegdheid bijkomende maatregelen te nemen om de coronacrisis aan te pakken en dit binnen de perken van zijn bevoegdheden van bestuurlijke politie (art. 5, § 2 van de pandemiewet);
Overwegende dat de Raad van State in arrest nr. 241.671 van 30 mei 2018 benadrukt dat: "iedere bestuurlijke politiewet de bevoegde overheden machtigt preventieve maatregelen te nemen om verstoringen van de openbare orde, nog voor zij zich voordoen, te vermijden" en dat "de overheid in dat verband over een ruime beoordelingsbevoegdheid beschikt en rekening kan houden met iedere mogelijk gevaarlijke situatie en met ieder risico, hoe klein ook, voor de openbare veiligheid";
Dat de lokale overheden bijgevolg de mogelijkheid behouden om, naast de maatregelen die al door de federale overheid zijn uitgevaardigd, omwille van de bijzondere gezondheidssituatie op hun grondgebied bijkomende maatregelen goed te keuren;
Overwegende dat het nationaal crisiscentrum de provinciegouverneurs op 16 december heeft meegedeeld dat op federaal niveau geen algemene verbodsmaatregel zou worden genomen maar hen wel heeft verzocht eenvormig te communiceren dat het gebruik van vuurwerk sterk wordt afgeraden om te voorkomen dat nog meer bedden bezet zouden worden in de eenheden voor intensieve zorgen;
Dat het de bevoegde lokale overheden vrij staat een verbodsmaatregel te nemen, mits zij de federale overheid daarvan vooraf in kennis stellen;
Dat het nationaal crisiscentrum vooraf op de hoogte is gesteld van de uitvaardiging van dit politiebesluit.
Besluit :
Artikel 1.§ 1, Het bezit, het vervoer, het uitstallen, het gebruik en elke handeling ter voorbereiding van het aansteken van het volgende materiaal is verboden in de openbare ruimte van heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: - vuurwerk van de categorieën F2, F3 en F4 bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/10/2015 pub. 30/10/2015 numac 2015011410 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen sluiten betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen; - pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2 bedoeld in het voormeld koninklijk besluit; - de andere pyrotechnische artikelen van de categorieën P1 en P2 bedoeld in het voormeld koninklijk besluit.
Daarnaast is ook het gebruik van geluidskanonnen en carbuurschieten verboden.
Dit verbod geldt niet voor beroepsmensen die beschikken over de vereiste vergunningen. § 2. Op het privédomein is het gebruik en elke handeling ter voorbereiding van het aansteken van het materiaal bedoeld in § 1 verboden.
Ook het gebruik van geluidskanonnen en carbuurschieten is er verboden.
Dit verbod geldt niet voor beroepsmensen die beschikken over de vereiste vergunningen.
Art. 2.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald door artikel 6, § 1, van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie.
Art. 3.De bevoegde bestuurlijke overheden op het grondgebied van de Brusselse agglomeratie worden belast met de uitvoering van dit besluit. De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig met dwang en/of geweld.
Dit besluit wordt meegedeeld aan het Nationaal Crisiscentrum en aan de burgemeesters, zodat zij het op de gebruikelijke plaatsen voor officiële bekendmakingen kunnen aanplakken.
Brussel Preventie & Veiligheid zorgt voor een zo breed mogelijke verspreiding.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 23 december 2021 en geldt tot en met 9 januari 2022.
Art. 5.Overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een beroep tot nietigverklaring van dit besluit worden ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State wegens schending van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht. Het verzoek tot nietigverklaring moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure met behulp van de identiteitskaart op de beveiligde website van de Raad van State http://eproadmin.raadvst-consetat.be. Er kan tevens een vordering tot schorsing van het besluit worden ingediend, conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State.
Brussel, 17 december 2021.
De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. VERVOORT