gepubliceerd op 19 december 2023
Oproep tot kandidaatstelling voor het mandaat van commissaris-generaal van de federale politie REFERENTIES: - Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. - Wet v(...) - Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de p(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
Oproep tot kandidaatstelling voor het mandaat van commissaris-generaal van de federale politie (categorie 6) REFERENTIES: -
Wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
07/12/1998
pub.
05/01/1999
numac
1998021488
bron
diensten van de eerste minister
Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus
sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus. -
Wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
26/04/2002
pub.
30/04/2002
numac
2002000334
bron
ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie
Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten
sluiten houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten. -
Koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
30/03/2001
pub.
31/03/2001
numac
2001000327
bron
ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie
Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. -
Koninklijk besluit van 14 november 2006Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
14/11/2006
pub.
23/11/2006
numac
2006000888
bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie
sluiten betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie. -
Koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
20/12/2020
pub.
30/12/2020
numac
2020044419
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie
Koninklijk besluit betreffende de taalkaders van de centrale diensten van de federale politie, van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie en van het controleorgaan op de politionele informatie
type
koninklijk besluit
prom.
20/12/2020
pub.
29/12/2020
numac
2020044420
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie
Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten betreffende de taaltrappen van de centrale diensten van de federale politie, van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie en van het controleorgaan op de politionele informatie
sluiten betreffende de taalkaders van de centrale diensten van de federale politie, van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie en van het controleorgaan op de politionele informatie. -
Ministerieel besluit van 20 november 2006Relevante gevonden documenten
type
ministerieel besluit
prom.
20/11/2006
pub.
23/11/2006
numac
2006000904
bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de commissaris-generaal van de federale politie
type
ministerieel besluit
prom.
20/11/2006
pub.
23/11/2006
numac
2006000901
bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de directeur-generaal van de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie
type
ministerieel besluit
prom.
20/11/2006
pub.
23/11/2006
numac
2006000902
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de directeur-generaal van de algemene directie van de bestuurlijke politie van de federale politie
type
ministerieel besluit
prom.
20/11/2006
pub.
23/11/2006
numac
2006000903
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer van de federale politie
sluiten tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de commissaris-generaal van de federale politie. -
Ministerieel besluit van 22 november 2023Relevante gevonden documenten
type
ministerieel besluit
prom.
22/11/2023
pub.
07/12/2023
numac
2023047668
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Ministerieel besluit houdende het ontslag en de benoeming van twee leden van het Nationaal Oliebureau
type
ministerieel besluit
prom.
22/11/2023
pub.
27/11/2023
numac
2023047503
bron
federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Ministerieel besluit betreffende de erkenning van instellingen en centra voor de afneming, de bereiding, de bewaring en de distributie van bloed en labiele bloedderivaten van menselijke oorsprong
sluiten houdende vacant-verklaring van het mandaat van commissaris-generaal van de federale politie. -
Ministerieel besluit van 22 november 2023Relevante gevonden documenten
type
ministerieel besluit
prom.
22/11/2023
pub.
07/12/2023
numac
2023047668
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Ministerieel besluit houdende het ontslag en de benoeming van twee leden van het Nationaal Oliebureau
type
ministerieel besluit
prom.
22/11/2023
pub.
27/11/2023
numac
2023047503
bron
federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Ministerieel besluit betreffende de erkenning van instellingen en centra voor de afneming, de bereiding, de bewaring en de distributie van bloed en labiele bloedderivaten van menselijke oorsprong
sluiten houdende de termijn voor het indienen van de kandidaturen en samenstelling van de selectiecommissie voor het ambt van commissaris-generaal van de federale politie.
MANDAAT VAN COMMISSARIS-GENERAAL BIJ DE FEDERALE POLITIE 1. AANWIJZING De commissaris-generaal wordt door de Koning aangewezen op voordracht van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, na gemotiveerd advies van de federale politieraad, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.2. INHOUD VAN DE FUNCTIE Zie voor het overige het ministerieel besluit van 20 november 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 20/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000904 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de commissaris-generaal van de federale politie type ministerieel besluit prom. 20/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000901 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de directeur-generaal van de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie type ministerieel besluit prom. 20/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000902 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de directeur-generaal van de algemene directie van de bestuurlijke politie van de federale politie type ministerieel besluit prom. 20/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000903 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer van de federale politie sluiten tot vaststelling van de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de commissaris-generaal van de federale politie. 2.1. Algemeen De federale politie staat onder leiding van de commissaris-generaal.
Deze is verantwoordelijk voor de uitvoering, door de federale politie, van het politiebeleid dat is bepaald door de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, en, meer in het bijzonder, voor de uitvoering van het nationaal veiligheidsplan wat de federale politie betreft.
De commissaris-generaal ziet erop toe dat het personeel en de middelen van de federale politie worden aangewend om de strategische en operationele doelstellingen van de federale politie te verwezenlijken en geeft rekenschap van zijn daden bij de overheid.
De commissaris-generaal heeft de leiding over en verzekert de coördinatie tussen de algemene directies, ziet er op toe dat de nodige steun aan de operaties wordt verleend en is verantwoordelijk voor de dagelijkse werking van de federale politie. De commissaris-generaal staat borg voor de geïntegreerde uitvoering van de opdrachten van de federale politie en ziet er in het bijzonder op toe dat de bestuurlijke directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur hun activiteiten coördineren.
De commissaris-generaal waakt over de doelmatige en doeltreffende werking van de federale politie en de toepassing van de beginselen van specialiteit en subsidiariteit.
De commissaris-generaal draagt bij tot een optimale geïntegreerde werking van de twee politiecomponenten, in het bijzonder door toe te zien op de uitvoering van de steunopdrachten door de eigen directies en diensten en door de algemene directies. Daartoe waakt de commissaris-generaal over het beheer van de relaties en van het overleg en de coördinatie met de lokale politie. In dat raam verzekert de commissaris-generaal onder meer de volgende opdrachten: 1° de uitwerking, na advies van de betrokken directeurs-generaal, van: - algemene richtlijnen inzake de operationele politionele strategie; - specifieke en algemene richtlijnen inzake de vergaring en de exploitatie van de operationele en niet-operationele politionele informatie en het organisatiebeleid van de federale politie betreffende het personeel, de logistiek, de ICT, de financiën en het budgettair en investeringsbeleid, alsmede de opvolging en de evaluatie van die richtlijnen; 2° de internationale politiesamenwerking;3° de communicatie van de federale politie. 2.2. Uitwerking van een strategie - Een strategisch planningsproces uitbouwen en ontwikkelen. - Dit proces voeden door de permanente opvolging van de evolutie in de maatschappij en in de wetgeving die een impact kan hebben op de opdrachten van de federale politie. - Een strategie ontwikkelen die in het nationaal veiligheidsplan kadert en in het door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie bepaald algemeen beleid. Deze strategie moet de optimale geïntegreerde werking van beide politieniveaus bevorderen, zowel in de uitoefening van gespecialiseerde en supralokale opdrachten als in de ondersteuning op lokaal niveau. - Deze strategie door de eigen directies en diensten en door de algemene directies laten omzetten in operationele doelstellingen en actieplannen die kaderen binnen de context van een meerjarenplanning. 2.3. Aanwending van de strategie - Zich inschrijven in een groepsstrategie en deze aanmoedigen binnen de federale politie en in overleg met de lokale politie. - De eigen middelen en het eigen personeel optimaal inzetten met inachtneming van eenieders bekwaamheden. 2.4. Werkorganisatie - De overlegfora en werkgroepen rationaliseren in overleg met de bevoegde overheden. - Soepele en efficiënte werkingsprocessen uitwerken. - De taakuitvoering door de eigen directies en diensten aansturen, coördineren en evalueren. - De verwezenlijking van de verbeterprojecten inzake werking van de federale politie op stapel zetten, ondersteunen en waarborgen. - Het personeel motiveren, evalueren en hun bekwaamheden stimuleren. 2.5. Cultuur - De eigen handelingen enerzijds inschrijven in een natuurlijk partnerschap met de directeurs-generaal, en anderzijds met de lokale politie. - Een moderne politiecultuur promoten waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar meer transparantie en wederzijds vertrouwen. - Spontaan of op verzoek rekenschap afleggen aan de politieoverheden. 3. PROFIELVEREISTEN 3.1. Algemene kennis - Grondige kennis van de wettelijke bepalingen met betrekking tot het politiewezen. - Grondige kennis van de organisatie, de werking, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst. - Kennis van het Belgisch concept van de gemeenschapsgerichte politiezorg. - Vertrouwd zijn met het concept van de informatiegestuurde politiezorg. - Kennis van algemeen organisatiemanagement en projectmanagement in een overheidscontext. - Kennis van federaal en lokaal politiebeleid. - Inzicht hebben in processen rond financiën en begroting en de relatie met managementinformatie. - Inzicht hebben in besluitvormingsprocessen in de overheidscontext. - Functionele kennis van de tweede landstaal (NL of FR). (De functionele kennis van de tweede landstaal (NL of FR) wordt aangetoond door een getuigschrift van talenkennis afgeleverd door "Werkenvoor.be" tot bewijs van het slagen in het taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966.
Bij ontstentenis zal de aangewezen kandidaat onverwijld het bewijs moeten bezorgen van het slagen in het voormelde taalexamen) 3.2. Vaardigheden - De bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatiestructuur dusdanig te verdelen dat de opdrachten van de federale politie doeltreffend en doelmatig worden uitgevoerd en elk niveau hierbij een toegevoegde waarde heeft. - De bekwaamheid om de werkzaamheden van de dienst te plannen: op efficiënte wijze prioriteiten stellen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren. - Overeenkomstig de strategie van de organisatie, een opvolging van de doelstellingen evenals een beheer van de performante middelen uitbouwen en implementeren. - De commissaris-generaal ziet erop toe dat het personeel en de middelen van de federale politie worden aangewend om de strategische en operationele doelstellingen van de federale politie te verwezenlijken in het kader van de geïntegreerde politiewerking en de uitvoering van het nationaal veiligheidsplan. - De bekwaamheid om met potentiële risico's om te gaan: kunnen anticiperen op potentiële problemen en risico's en ze in een ruimer perspectief kunnen plaatsen. - Inzicht hebben in strategisch denken (en in de impact van maatschappelijke geledingen) en in ontwikkelingen die relevant zijn voor de politiefunctie. - Kunnen aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de organisatie op een correcte manier realiseren, zowel individueel als in teamverband. - Betrokkenheid kunnen creëren en de eigenwaarde van de medewerkers verhogen door taken en verantwoordelijkheden door te geven, rekening houdend met de interesse, de ambitie, het ontwikkelingsplan en de competentie van medewerkers, en de gedelegeerde taken opvolgen. - Het vermogen om samen te werken en met de collega's een gemeenschappelijk doel te bereiken door coördinatie van hun activiteiten en aanwending van de daartoe nodige processen en procedures. - Besluitvaardig zijn: zich eenduidig uitspreken, zelfstandig en tijdig problemen oplossen en beslissingen nemen, en verantwoordelijkheid opnemen voor de gemaakte beslissingen. - Het vermogen tot constructief onderhandelen. - Initiatieven durven nemen. - De bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken in beide landstalen (NL en FR) op een vlotte en gestructureerde manier, alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken en hierbij getuigen van een analyse- en synthesegeest. - In staat zijn om de Belgische politiediensten internationaal te vertegenwoordigen. 3.3. Attitudes - Zich inschrijven in de filosofie van de geïntegreerde werking van de politieorganisatie en de complementariteit van beide componenten en permanent aandacht hebben voor de kritieke succesfactoren. - Een correcte perceptie hebben van de eigen verantwoordelijkheden, zowel ten aanzien van de federale als de lokale politie. - Een correcte perceptie hebben van de bijzondere rol die de commissaris-generaal moet spelen op het internationale niveau, onder meer in het raam van de internationale politiesamenwerking. - Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de organisatie, door bereid te zijn te leren en mee te groeien met veranderingen, en door te anticiperen, via structurele maatregelen, op toekomstige uitdagingen, probleemstellingen of tendensen. - Innovatief denken: bestaande concepten en werkmethoden, tradities en gewoontes ter discussie durven stellen, permanent streven naar nieuwe mogelijkheden en vernieuwende oplossingen. - Permanent streven naar partnerschap en oog hebben voor de noden van de partners. - Over het nodige gezag beschikken om situaties te beheersen en mensen te leiden, en dit gezag ook weten uit te stralen zodat men vanzelfsprekend als leider wordt aanvaard. - Openstaan voor discussies, rekening kunnen houden met kritische, opbouwende standpunten van anderen en bereid zijn om de eigen mening te herzien. - Openstaan voor problemen van alle personeelsleden en ze discreet kunnen behandelen. - Openstaan voor verzoeken van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. - Er zorg voor dragen dat in volkomen transparantie rekenschap wordt afgelegd aan de overheid. - Voorrang geven aan de rationele werkingsmiddelen die rechtstreeks zijn afgestemd op het volbrengen van de doelstellingen; procedures vermijden die bureaucratisch zijn. - De administratieve vereenvoudiging aanmoedigen. - Regelmatig contact houden met de vertegenwoordigers van het personeel. - Regelmatig overleg plegen met de inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie. 3.4. Persoonlijke eigenschappen - Stressbestendig zijn: getuigen van koelbloedigheid in crisissituaties en bekwaam zijn om onder druk te werken. - Over een grote integriteit beschikken: respect voor anderen, zonder favoritisme noch discriminatie.
Goed kunnen omgaan met frustraties en kritiek. - Sociaal engagement: het vermogen empathisch en sociaal voelend het maatschappelijk probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond. - Een duidelijke en transparante communicatie. 3.5. Ervaring - Ervaring in de toepassing van moderne managementtechnieken. - Praktische ervaring in het leidinggeven. 4. ALGEMENE AANWIJZINGSVOORWAARDEN Voor de aanwijzing voor het mandaat van commissaris-generaal van de federale politie komt uitsluitend in aanmerking het personeelslid dat: 1.deel uitmaakt van het operationeel kader en bekleed is met de graad van: hoofdcommissaris van politie of commissaris van politie eerste klasse; commissaris van politie én houder is van het directiebrevet of van dit brevet vrijgesteld is; commissaris van politie én op 31 maart 2001 bekleed was met de graad van commissaris van de (gemeente)politie en toen ofwel korpschef was bij de gemeentepolitie in een gemeente van klasse 17 ofwel niet-korpschef in een korps van de gemeentepolitie in een gemeente van klasse 20; 2. beantwoordt aan de profielvereisten van commissaris-generaal van de federale politie ;3. geen evaluatie heeft verkregen met de eindvermelding "onvoldoende";4. zich bevindt in een administratieve stand waar het diens aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden;5. geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf, in de zin van artikel 5 van de wet van 13 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/05/1999 pub. 16/06/1999 numac 1999000472 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten sluiten houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, heeft opgelopen;6. minimum 40 jaar oud is en nog ten minste vijf volle dienstjaren kan vervullen voor de verplichte leeftijd van opruststelling;7. indien het personeelslid reeds een mandaat uitoefent, ten minste drie jaar houder is van dat mandaat;8. geschikt bevonden is door de selectiecommissie voor het ambt van commissaris-generaal. Op de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen dient voldaan te zijn aan de voorwaarden bedoeld in de punten 1 tot 7. (Naar aanleiding van de aanwijzing in het mandaat van commissaris-generaal, zal rekening worden gehouden met de taalpariteit die van toepassing is voor de ambten van de eerste taaltrap van de centrale diensten van de federale politie. Deze eerste taaltrap is samengesteld uit de ambten van commissaris-generaal en van directeur-generaal). 5. GEWONE PLAATS VAN HET WERK Brussels Hoofdstedelijk Gewest 6.SELECTIE VAN DE KANDIDATEN De selectiecommissie voor het ambt van commissaris-generaal onderzoekt de ontvankelijkheid van de kandidaatstellingen en vergelijkt met het oog op de beoordeling van de geschiktheid, de aanspraken en verdiensten van de kandidaten.
De samenstelling van de selectiecommissie voor het ambt van commissaris-generaal is de volgende: Voorzitter Thierry GILLIS Inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie Bijzitters Laurent BLONDIAU Directeur-generaal van de gerechtelijke politie van de federale politie a.i.
Indien de directeur-generaal van de gerechtelijke politie niet in de mogelijkheid verkeert om in de selectiecommissie zitting te nemen, dan zal mevrouw Laura SZABO, Voorzitster van het directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken als bijzitter worden aangewezen.
Wald THIELEMANS Directeur-generaal van de bestuurlijke politie van de federale politie a.i.
Indien de directeur-generaal van de bestuurlijke politie niet in de mogelijkheid verkeert om in de selectiecommissie zitting te nemen, dan zal de heer Claude VANDEPITTE, directeur-generaal van het Administratief-Technisch Secretariaat (ATS) van Binnenlandse Zaken als bijzitter worden aangewezen.
Michel GOOVAERTS Korpschef van de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene Indien de korpschef van de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene niet in de mogelijkheid verkeert om in de selectiecommissie zitting te nemen, dan zal de heer Serge MUYTERS, korpschef van de politiezone Antwerpen als bijzitter worden aangewezen.
Ingrid GODART Procureur-generaal van Bergen Indien de Procureur-generaal van Bergen niet in de mogelijkheid verkeert om in de selectiecommissie zitting te nemen, dan zal mevrouw Francisca BOSTYN, Administrateur-generaal a.i. veiligheid van de staat als bijzitter worden aangewezen. 7. KANDIDAATSTELLING Om ontvankelijk te zijn, moet de kandidaatstelling worden ingediend binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de dag van publicatie van deze oproep in het Belgisch Staatsblad. De kandidaturen (formulier in bijlage) moeten, op straffe van niet-ontvankelijkheid, worden ingediend volgens één van de hierna vermelde modaliteiten: - opgestuurd per aangetekend schrijven aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Handelsstraat 96, 1040 BRUSSEL (datum van poststempel geldt als bewijs); - door overhandiging van het document tegen ontvangstbewijs, bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Handelsstraat 96, 1040 BRUSSEL, alle werkdagen tussen 9.00 uur en 16.00 uur; - per elektronische zending via het e-mailadres vpsgpb@ibz.be (de automatische ontvangstbevestiging geldt als bewijs).
De kandidaturen moeten vergezeld zijn van volgende documenten: 1. een attest of een benoemingsbesluit waaruit blijkt dat de kandidaat aan de vereiste voldoet van punt 4.1.; 2. voor de niet-mandaathouders, de evaluatie zoals bedoeld in titel VII.I RPPol; 3. voor de mandaathouders, een kopie van het besluit houdende aanwijzing in hun ambt en een door de bevoegde overheid afgeleverd attest waaruit blijkt dat er geen tussentijdse evaluatieprocedure lopende is op uitgiftedatum van deze oproep;4. een verklaring afgeleverd door de functionele overste waaruit blijkt dat betrokkene geen evaluatie met eindvermelding "onvoldoende" verkreeg;5. een verklaring afgeleverd door de overheid waaruit blijkt dat de kandidaat zich bevindt in een administratieve stand waar het diens aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden ;6. een verklaring afgeleverd door de functionele overste waaruit de afwezigheid blijkt van enige niet uitgewiste zware tuchtstraf; 7. een getuigschrift van talenkennis afgeleverd door "Werkenvoor.be" tot bewijs van het slagen in het taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966; Bij ontstentenis zal de aangewezen kandidaat onverwijld het bewijs moeten bezorgen van het slagen in het voormelde taalexamen; 8. een curriculum vitae vergezeld van een nota waarin de kandidaat de aanspraken en verdiensten uiteenzet die deze meent te kunnen doen gelden voor de uitoefening van het te begeven mandaat alsook diens motivatie;9. Telefoonnummer(s) waarop de kandidaat bereikbaar is. De documenten met betrekking tot de punten 1 tot 6 en 8 moeten, op straffe van niet-ontvankelijkheid, ten laatste op de uiterste datum van indiening van de kandidaturen worden meegedeeld. 8. BIJKOMENDE INLICHTINGEN Bijkomende inlichtingen betreffende deze oproep tot kandidaatstelling kunnen worden verkregen bij de mevrouw Myrthe WOUTERS, FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Handelsstraat 96, 1040 BRUSSEL. Tel: 02/557.34.25 Email: myrthe.wouters@ibz.be Brussel, 13 december 2023.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld