gepubliceerd op 08 oktober 2015
Actualisatie van 2015 van het Federaal reductieprogramma voor pesticiden In artikel 8bis van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmi Deze actualisatie heeft betrekking op het Federaal reductieprogramma voor pesticiden (FRPP) voor de(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Actualisatie van 2015 van het Federaal reductieprogramma voor pesticiden In artikel 8bis van de
wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/12/1998
pub.
11/02/1999
numac
1998022861
bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
Wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid
type
wet
prom.
21/12/1998
pub.
03/09/2009
numac
2009000546
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers (Belgisch Staatsblad van 11 februari 1999) wordt voorzien in een Federaal reductieprogramma dat om de twee en een half jaar moet worden geactualiseerd. Deze actualisatie heeft betrekking op het Federaal reductieprogramma voor pesticiden (FRPP) voor de periode 2013-2017 zoals omschreven in bijlage I van het
koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
15/12/2013
pub.
23/12/2013
numac
2013024396
bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
Koninklijk besluit betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode 2013-2017
sluiten betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode 2013-2017.
Van de 41 acties van het FRPP dienen slechts 8 acties te worden geactualiseerd. De andere acties worden ofwel volgens de vastgestelde kalender gerealiseerd of zijn afgelopen. Het tussentijdse evaluatieverslag van het FRPP 2013-2017 (beschikbaar op het adres www.prpb.be) omvat de stand van zaken van elke actie.
De ministers belast met de implementatie van het FRPP actualiseren de acties van het programma 2013-2017 als volgt :
Ref.
Doelstelling
Maatregel
Indicator
Termijn
Fed. 2.1
Invoering van een vaststellingsprocedure voor de « borderlines ».
Aanpassing van de wetgeving.
De wetgeving in verband met gbm en biociden zal worden aangepast zodat de « borderlines » (producten die niet als gbm of biocide zijn aangegeven maar wel voor die doeleinden worden verkocht) niet ontsnappen aan de controlegaranties die deze wetgevingen bieden voor de volksgezondheid en het milieu.
Aantal producten waarop de procedure van toepassing was/totaal aantal « borderlines ».
2016
Fed. 2.2
Vermindering van het risico voor de niet-professionele gebruikers van gbm.
De haalbaarheid van een maatregel inzake de beperking van gbm voor niet-professionele gebruikers evalueren.
Deze studie zal minstens als doel hebben om de vereiste procedure te definiëren en hiervan de impact op de duurzame ontwikkeling te evalueren. De Europese coördinatie op dit vlak moet hier ook worden behandeld.
Beschikken over een analyse van de haalbaarheid van deze intrekking.
2015
Fed. 3.4
Heruitgave van de brochure "Ongewenste gasten in je huis of tuin?".
Heruitgave, herdruk.
Heruitgave van de brochure « Ongewenste gasten in je huis of tuin?" zodat deze kan worden geüpdatet in samenwerking met de partijen die betrokken zijn bij het FRPP. Drukken van deze nieuwe uitgave.
Nieuwe brochure beschikbaar in het Nederlands, in het Frans, en in het Duits.
2016
Fed. 4.1
Ontwikkeling van een methode voor de opvolging van de acute intoxicaties door gbm bij de professionelen.
Methodologie.
De te volgen methode om betrouwbare statistieken in België op te stellen, zal ontwikkeld worden.
De studie zal gebaseerd zijn op het optimale gebruik van de bestaande toezichtsinstrumenten, zoals het Antigifcentrum en, indien mogelijk, de professionele netwerken zoals het Fytolicentie netwerk.
Er is een opvolgingsmethode die is aangepast voor België opgesteld.
2015
Fed. 4.2
Opvolging van de acute intoxicaties door gbm bij professionelen.
Opvolging van de acute intoxicaties door gbm bij professionelen.
Uitvoeren van de methode omschreven in actie Fed. 4.1 en opstellen van representatieve statistieken.
Beschikbaarheid van een zicht op de acute intoxicaties door gbm bij professionelen.
Vanaf 2016.
Fed. 5.6
De aanwezigheid van deflectoren op pneumatische precessiezaai-machines voor zaaigoed dat behandeld wordt met gbm opleggen.
De wetgeving aanpassen.
De pneumatische zaaimachines voor de uitzaai van met gbm behandeld zaaigoed moeten sinds 2010 uitgerust zijn met deflectoren. Het was voorzien de wetgeving te versterken om de controle op deze verplichting te vereenvoudigen. Gezien de complexiteit en de duur van zulke wettelijke procedure dient men hiervoor 2 jaar te voorzien. De actie is dus gericht op het aanpassen van de wetgeving in 2016 om te beschikken over een wettelijke basis om vervolgens de controles op deze toestellen te kunnen invoeren.
Publicatie van een wettelijke basis.
2016
Invoering van de controles afhankelijk van de wetgeving.
Effectieve controles.
Vanaf de publicatie van de wettelijke basis.
Fed. 7.1
Vermindering van de blootstelling aan gbm van de bewoners die nabij de toepassingsplaatsen wonen.
Haalbaarheidsstudie voor verschillenden reductiemaatregelen.
Voor deze materie die betrekking heeft op talrijke gebruikers van gbm, is het van essentieel belang om de haalbaarheid van diverse maatregelen ter beperking van het gebruik van de producten te onderzoeken vooraleer ze op te leggen.
Allereerst zal de haalbaarheidsstudie, na verificatie van zijn nut, een inventaris en een evaluatie van de bestaande middelen bij de erkenning van gbm bevatten. De studie zal ook een op zijn minst theoretische evaluatie van de reële blootstellingssituaties bevatten.
In deze studie zullen er verschillende actiemogelijkheden moeten worden overwogen en zal hiervoor het representatieve advies van de stakeholders alsook een evaluatie van de economische en sociale impact, onder andere op de landbouw, beschikbaar moeten zijn.
Over de haalbaarheidsstudie zal overleg worden gepleegd met de Gewesten om te kunnen komen tot praktische oplossingen zodat de bewoners langs de zones waar de gbm worden verspreid, zouden worden beschermd.
Beschikbaarheid van het onderzoekverslag.
2016
Fed. 10.3
Raming van de blootstelling van de Belgische bevolking aan de residu's van gbm via de consumptie van groenten en fruit en van het daaruit voortvloeiende risico.
Informatie aan de doelgroepen.
De monitoring van de residu's van gbm in levensmiddelen (Federaal Agentschap voor Veiligheid van de Voedselketen) combineren met de opvolging van het eetpatroon van de Belgen (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) levert aanwijzingen op over de blootstelling van de bevolking aan gbm via de consumptie van fruit en groenten. Deze index die vergeleken wordt met de dagelijks aanvaardbare dosis geeft informatie over het risico naar aanleiding van de inname van residuen van gbm in de voeding die gewoonlijk in België wordt gegeten. Deze studie, uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor Veiligheid van de Voedselketen, zal in 2016 worden gepubliceerd.
Publicatie van de blootstelling.
2016