gepubliceerd op 05 augustus 2005
Overeenkomst tussen de Belgische Staat en de Nationale Bank van België van tot vaststelling van de regels voor de toepassing van het artikel 30 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
30 JUNI 2005. - Overeenkomst tussen de Belgische Staat en de Nationale Bank van België van tot vaststelling van de regels voor de toepassing van het artikel 30 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
Gelet op artikel 6, 4° van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (hierna "de Organieke Wet") dat bepaalt dat de Nationale Bank van België (hierna "de Bank") binnen de perken en de nadere regels vastgesteld door de E.C.B. goudtransacties mag verrichten;
Gelet op de « Joint Statement on Gold » van 8 maart 2004;
Gelet op artikel 9bis van de Organieke Wet dat bepaalt dat de officiële externe reserves van de Belgische Staat die worden aangehouden en beheerd door de Bank, een doelvermogen vormen dat bestemd is voor de taken en verrichtingen die van het E.S.C.B. afhangen, alsook voor de andere opdrachten van algemeen belang die door de Staat aan de Bank zijn toevertrouwd;
Gelet op artikel 30 van de Organieke Wet dat onder meer bepaalt dat de meerwaarde die door de Bank wordt gerealiseerd naar aanleiding van arbitragetransacties van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen wordt geboekt op een bijzondere onbeschikbare reserverekening; dat de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van deze meerwaarde aan de Staat wordt toegekend; dat de regels voor de toepassing hiervan worden vastgesteld in overeenkomsten tussen de Staat en de Bank die worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ;
Overwegende dat deze overeenkomst met name de regels wil vaststellen voor het bepalen van de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de op een bijzondere onbeschikbare rekening geboekte meerwaarde gerealiseerd naar aanleiding van arbitragetransacties van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen, Is overeengekomen wat volgt :
Artikel 1.Onder meerwaarde gerealiseerd door de Bank naar aanleiding van arbitragetransacties van activa in goud tegen andere externe reservebestanddelen, zoals bedoeld in artikel 30 van de Organieke Wet, moet worden verstaan het positieve verschil tussen, enerzijds, de waarde in euro, tegen de door de E.C.B. vastgestelde indicatieve wisselkoers van de dag van de transactie, van de externe reservebestanddelen die werden verkregen ten gevolge van de arbitragetransactie en, anderzijds, de waarde, in euro, van de gearbitrageerde hoeveelheid goud berekend tegen de gemiddelde historische aanschaffingsprijs van de op de dag van de transactie bestaande goudvoorraad.
Art. 2.Deze meerwaarde wordt geboekt op een rekening "onbeschikbare reserve meerwaarde op goud".
Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30, alinea 2, van de Organieke Wet, wordt de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van de meerwaarde bedoeld in artikel 1, aan de Staat toegekend.
Deze netto-opbrengst wordt berekend als volgt : het betreft de opbrengst, tegen het gemiddelde rendement van de netto-activa van de Bank, van een hoeveelheid activa die gelijk is aan het gemiddelde saldo gedurende het boekjaar van de rekening bedoeld in artikel 2. Het gemiddelde rendement van de netto-activa van de Bank wordt berekend overeenkomstig artikel 29 Organieke Wet als de verhouding van de netto financiële opbrengsten tot het verschil tussen het op jaarbasis berekend gemiddelde bedrag van de rentegevende activa en de vergoede passiva van de Bank. De fondsen en effecten verkregen ter vertegenwoordiging van het kapitaal, van de reserves en van de afschrijvingsrekeningen, alsook hun opbrengsten, worden uitgesloten voor deze berekening.
De netto-opbrengst wordt betaald via overschrijving op de rekening van de Schatkist bij de afsluiting van het boekjaar, na goedkeuring van de jaarrekening door de regentenraad.
Art. 4.Deze overeenkomst komt, vanaf de datum van ondertekening door beide partijen, in de plaats van alle voorgaande overeenkomsten met betrekking tot hetzelfde onderwerp.
Gedaan in tweevoud te Brussel op 30 juni 2005.
De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Gouverneur, G. QUADEN