gepubliceerd op 30 oktober 2013
Wet houdende invoeging van een titel 7/1 in de wet van 30 augustus 2013 houdende de Spoorcodex voor wat betreft de aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet
30 AUGUSTUS 2013. - Wet houdende invoeging van een titel 7/1 in de wet van 30 augustus 2013 houdende de Spoorcodex voor wat betreft de aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.In de wet van 30 augustus 2013 houdende de Spoorcodex wordt een titel 7/1 ingevoegd luidende : « Rechterlijke toetsing ».
Art. 3.In titel 7/1, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 221/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 221/1.Tegen de beslissingen van het toezichthoudende orgaan die werden genomen in toepassing van de artikelen 63, §§ 2 en 3, en 64, kan een beroep worden ingediend bij het hof van beroep te Brussel zetelend zoals in kort geding, door elke persoon die een belang aantoont.
De grond van de zaak wordt voorgelegd aan het hof van beroep te Brussel, dat uitspraak doet met volle rechtsmacht. »
Art. 4.In dezelfde titel 7/1 wordt een artikel 221/2 ingevoegd, luidende : «
Art. 221/2.Op straffe van onontvankelijkheid, die door het hof van beroep te Brussel van rechtswege kan worden uitgesproken, wordt het in het artikel 221/1 bedoelde beroep ingesteld binnen een termijn van een maand vanaf de kennisgeving van de beslissing of, voor de belanghebbende personen aan wie de beslissing niet diende te worden betekend, binnen een termijn van een maand vanaf de bekendmaking, van de bedoelde beslissing in het Belgisch Staatsblad.
Het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing wat de procedure betreft, behalve indien de bepalingen van deze Spoorcodex ervan afwijken.
Behalve ingeval het beroep gericht is tegen een beslissing van het toezichthoudende orgaan die op grond van artikelen 63, § 3, en 64 een administratieve boete oplegt, heeft het beroep geen schorsende werking, maar het hof kan, ambtshalve of volgend op een behoorlijk gemotiveerd verzoek van een of andere partij in de inleidende dagvaarding, de schorsing van de bestreden beslissing bevelen.
Het hof doet uitspraak over het verzoek tot schorsing, uiterlijk binnen de tien dagen die volgen op de inleiding van de zaak, behoudens uitzonderlijke, door het hof gemotiveerde, omstandigheden die verband houden met de eerbiediging van de rechten van verdediging.
Uiterlijk op de dag van de inleiding van de zaak, deelt het toezichthoudende orgaan aan de eiser en aan het hof een kopie mee van het administratief dossier. »
Art. 5.In dezelfde titel 7/1 wordt een artikel 221/3 ingevoegd, luidende : «
Art. 221/3.Tegen de beslissingen van de veiligheidsinstantie die werden genomen in toepassing van de artikelen 74, 75, 77 en 142, kan een beroep worden ingediend bij het hof van beroep te Brussel zetelend zoals in kort geding, door elke persoon die een belang aantoont.
Tegen de beslissingen van het onderzoeksorgaan die werden genomen in toepassing van artikel 112, kan een beroep worden ingediend bij het hof van beroep te Brussel zetelend zoals in kort geding, door elke persoon die een belang aantoont.
De grond van de zaak wordt voorgelegd aan het hof van beroep van Brussel, dat uitspraak doet met volle rechtsmacht. »
Art. 6.In dezelfde titel 7/1 wordt een artikel 221/4 ingevoegd, luidende : «
Art. 221/4.Op straffe van onontvankelijkheid, die door het hof van rechtswege kan worden uitgesproken, wordt het in het artikel 221/3 bedoelde beroep ingesteld binnen een termijn van een maand vanaf de kennisgeving van de beslissing of, voor de belanghebbende personen aan wie de beslissing niet diende te worden betekend, binnen een termijn van een maand vanaf het zich voordoen van het feit dat hun belang om tussen te komen aantoont.
Het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing wat de procedure betreft, behalve indien de bepalingen van deze Spoorcodex ervan afwijken.
Het beroep heeft geen schorsende werking, maar het hof kan, ambtshalve of volgend op een behoorlijk gemotiveerd verzoek van een of andere partij in de inleidende dagvaarding, de schorsing van de bestreden beslissing bevelen.
Het hof doet uitspraak over het verzoek tot schorsing, uiterlijk binnen de tien dagen die volgen op de inleiding van de zaak, behoudens uitzonderlijke, door het hof gemotiveerde, omstandigheden die verband houden met de eerbiediging van de rechten van verdediging.
Uiterlijk op de dag van de inleiding van de zaak, deelt de veiligheidsinstantie aan de eiser en aan het hof een kopie mee van het administratief dossier.
In afwijking van het derde lid, heeft het beroep tegen een beslissing bedoeld in artikel 74, § 1, 13°, en in artikel 111, § 1, 5°, een schorsende werking. ».
Art. 7.In dezelfde titel 7/1 wordt een artikel 221/5 ingevoegd, luidende : «
Art. 221/5.Wanneer met toepassing van artikel 221/3 bij het hof van beroep te Brussel een beroep werd aanhangig gemaakt tot herziening van een beslissing van de veiligheidsinstantie waarbij deze haar weigering bevestigt om de indienststelling van een voertuig toe te laten, dan beslist dat hof, ambtshalve of op vraag van de partijen, binnen de tien dagen die volgen op de indiening van de zaak, of het al dan niet een advies aan het Bureau vraagt. »
Art. 8.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 30 augustus 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zitting 2012-2013. Kamer van de volksvertegenwoordigers Stukken. - Wetsontwerp, 53-2856. - Nr. 1. - Verslag, 53-2856. - Nr. 2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53-2856. - Nr. 3.
Integraal verslag : 17 juli 2013.
Senaat Stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, 5-2211. - Nr. 1. - Verslag, 5-2211. - Nr. 2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, 5-2211. - Nr. 3.
Handelingen van de Senaat : 18 juli 2013.