28 DECEMBER 2006. - Wet tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en van de wet op het politieambt (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II. - Wijzigingen van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus

Art. 2.In artikel 118 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Art.118. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 138, § 1, 3° en 4°, bestaat het administratief en logistiek kader uit personeelsleden zonder bevoegdheid inzake bestuurlijke en gerechtelijke politie.»; 2° het vierde lid wordt vervangen als volgt : « De personeelsleden van het administratief en logistiek kader, met uitzondering van deze bedoeld in artikel 138, § 1, 3° en 4°, mogen geen politieopdrachten uitvoeren.»

Art. 3.Artikel 138 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 138.§ 1. Zijn bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings : 1° de politieambtenaren benoemd in het officierskader of in het middenkader;2° de politieambtenaren die de door de Koning bepaalde ambten uitoefenen en voldoen aan de door Hem bepaalde voorwaarden;3° om opdrachten van technische en wetenschappelijke politie uit te voeren, de leden van het administratief en logistiek kader die bekleed zijn met minstens een graad van het niveau B en die aangewezen zijn door de directeur-generaal van de algemene directie van de gerechtelijke politie van de federale politie om deze opdrachten uit te voeren;4° om de bewakingsmaatregel bedoeld in artikel 90ter, § 1, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering uit te voeren, de leden van het administratief en logistiek kader die omwille van hun bijzondere auditieve competentie ingevolge hun blindheid of slechtziendheid voor dat kader worden aangeworven om deze opdracht uit te voeren. § 2. Om hun ambt te kunnen uitoefenen, leggen de in § 1, 3° en 4°, bedoelde personeelsleden, in handen van de directeur-generaal van de algemene directie van de gerechtelijke politie van de federale politie, de eed af in de volgende bewoordingen : « Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk en het mij opgedragen ambt trouw waar te nemen. » Zij zijn bevoegd om hun opdrachten te vervullen op het geheel van het grondgebied van het Rijk.

De onderzoeken en de vaststellingen die zij uitvoeren maken het voorwerp uit van processen-verbaal. » TITEL III. - Wijziging van de wet op het politieambt

Art. 4.In artikel 53bis van de wet op het politieambt worden de woorden « alsook de personeelsleden bedoeld in artikel 138, § 1, 3° en 4°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, » ingevoegd tussen het woord « politie » en het woord « gelijkgesteld ».

TITEL IV. - Slotbepaling

Art. 5.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat ze met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementair stuk. - Wetsontwerp nr. 51-2555/1.

Zitting 2006-2007.

Parlementaire stukken. - Verslag, nr. 51-2555/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 51-2555/3.

Integraal verslag. - 23 november 2006.

Senaat.

Parlementair stuk. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 3-1940/1.