gepubliceerd op 02 december 1997
Wet houdende bepalingen in verband met de fiscale stimuli voor de uitvoer en het onderzoek
27 OKTOBER 1997. Wet houdende bepalingen in verband met de fiscale stimuli voor de uitvoer en het onderzoek (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In titel II, hoofdstuk II, afdeling IV, onderafdeling III, B, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt het opschrift van 1° aangevuld met de woorden « en uitvoer ».
Art. 3.Artikel 67 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 december 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 67.§ 1. Winst wordt vrijgesteld tot een bedrag van 400 000 frank per bijkomende aangeworven personeelseenheid die in België voltijds in een onderneming wordt tewerkgesteld voor : 1° het wetenschappelijk onderzoek;2° de uitbouw van het technologisch potentieel van de onderneming;3° een betrekking van diensthoofd voor de uitvoer;4° een betrekking van diensthoofd van de afdeling Integrale kwaliteitszorg. § 2. Winst wordt eveneens vrijgesteld tot een bedrag van 400 000 frank in geval van tewerkstelling voor een in § 1, 3° en 4°, vermelde betrekking van een personeelslid dat reeds voltijds de betrekking van diensthoofd in de onderneming uitoefende, op voorwaarde dat die onderneming zich ertoe verplicht uiterlijk binnen dertig dagen die volgen op de nieuwe tewerkstelling van het personeelslid, een nieuwe voltijdse werknemer aan te werven om de vrijgekomen betrekking in te nemen. § 3. Het in § 1 vermelde bedrag van 400 000 frank wordt verhoogd tot 800 000 frank indien de nieuw aangeworven persoon een hooggekwalificeerd onderzoeker is die in de onderneming in België voor wetenschappelijk onderzoek wordt tewerkgesteld. § 4. Wanneer een personeelslid niet meer voor het in § 1 bepaalde doel wordt tewerkgesteld, wordt het totale bedrag van de voorheen vrijgestelde winst verminderd ten belope van het vrijgestelde bedrag waarop deze persoon oorspronkelijk recht heeft gegeven.
In dat geval wordt de winst of het verlies van het belastbare tijdperk waarin het personeel niet meer wordt tewerkgesteld, naar gelang van het geval, vermeerderd of verminderd met dat bedrag. § 5. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de kwalificaties die de personeelsleden, bedoeld in § 3, moeten bezitten en de werkzaamheden die ze moeten uitoefenen om recht te geven op een vrijstelling op basis van dit artikel.
Hij regelt eveneens de wijze van uitvoering van dit artikel. § 6. Wanneer de economische omstandigheden zulks rechtvaardigen kan de Koning de in de §§ 1 tot 3 vermelde bedragen verhogen. »
Art. 4.Artikel 98 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij artikel 15 van de wet van 6 juli 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 98.De in artikel 90, 2°, vermelde inkomsten worden in aanmerking genomen naar het aan de verkrijger werkelijk betaalde of toegekende bedrag, in voorkomend geval verhoogd met de bedrijfsvoorheffing en verlaagd met de door de verkrijger gestorte giften aan een in artikel 104, 3°, a en b, vermelde instelling op voorwaarde dat zij blijken uit een kwijtschrift van de begiftigde.
De in artikel 90, 5° tot 7°, vermelde inkomsten worden in aanmerking genomen naar het aan de verkrijger werkelijk betaalde of toegekende bedrag, in voorkomend geval verhoogd met de roerende voorheffing. »
Art. 5.In artikel 109 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « van de aftrekbare giften is niet hoger » vervangen door de woorden « van de giften dat aftrekbaar is van de netto-inkomsten mag het bedrag van de giften dat overeenkomstig artikel 98, eerste lid, werd afgetrokken niet bevatten en mag niet hoger zijn ».
Art. 6.Titel X van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel 524, luidend als volgt : «
Art. 524.Artikel 67, § 2, zoals het bestond alvorens te zijn vervangen door artikel 3 van de wet van 27 oktober 1997, blijft van toepassing voor wat betreft het personeel dat voor wetenschappelijk onderzoek werd tewerkgesteld tijdens één van de belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 1996 en vorige. »
Art. 7.De artikelen 2 tot 6 zijn van toepassing met ingang van het aanslagjaar 1997.
Kondigen deze wet af, bevelen dat ze met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld