Etaamb.openjustice.be
Wet van 25 oktober 2018
gepubliceerd op 20 november 2018

Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en van de wet van 23 november 2017 tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2018014697
pub.
20/11/2018
prom.
25/10/2018
ELI
eli/wet/2018/10/25/2018014697/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

25 OKTOBER 2018. - Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/11/2001 pub. 17/11/2001 numac 2001015130 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht type wet prom. 03/11/2001 pub. 18/04/2018 numac 2018030730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en van de wet van 23 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2017 pub. 11/12/2017 numac 2017031698 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap sluiten tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 1bis van de wet van 3 november 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/11/2001 pub. 17/11/2001 numac 2001015130 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht type wet prom. 03/11/2001 pub. 18/04/2018 numac 2018030730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, ingevoegd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 3° worden de woorden "en goed bestuur" vervangen door de woorden ", goed bestuur en digitalisering" en worden de woorden "de overdracht van kennis, competenties en ervaringen ten voordele van de ondernemingen, met het oog op" opgeheven; 2° de bepaling onder 4/1° wordt ingevoegd, luidende: "4/1° "de belanghebbende partijen": de economische actoren in de productie- en marktketen van de onderneming in het interventieland;".

Art. 3.Artikel 2bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State type wet prom. 20/01/2014 pub. 13/02/2014 numac 2014015037 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten en gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 2bis.§ 1. De raad van bestuur bestaat uit twaalf leden en telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. § 2. De raad van bestuur is samengesteld zodat hij collectief een nuttige en aantoonbare ervaring heeft op het vlak van: 1° internationale ontwikkeling en ontwikkelings--samenwerking;2° internationale investeringen;3° financiële analyse;4° bedrijfsbeheer. De raad van bestuur wordt met name samengesteld uit personen afkomstig uit: 1° federale overheidsinstellingen;2° de bedrijfswereld;3° het academisch milieu;4° organisaties van de civiele maatschappij, institutionele en gouvernementele actoren en internationale organisaties. Het kan daarbij zowel om personen in actieve loopbaan als om gepensioneerde personen gaan.

Minstens een lid van de raad van bestuur toont een bijkomende kennis en expertise aan op het vlak van audit en organisatiebeheer.

Minstens een lid van de raad van bestuur toont een bijkomende kennis en expertise aan op het vlak van personeel en personeelsevaluatie.

Minstens een lid van de raad van bestuur toont een specifieke kennis en expertise aan op het vlak van investeringen. § 3. In zijn samenstelling respecteert de raad van bestuur de wetgeving inzake gender. § 4. De leden van de raad van bestuur worden benoemd en afgezet bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 5. De leden van de raad van bestuur worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. § 6. De algemene vergadering stelt de bezoldiging vast van de leden van de raad van bestuur. Die bezoldiging is ten laste van BIO. § 7. Wanneer een mandaat van lid van de raad van bestuur vacant wordt, voorzien de overblijvende leden van de raad van bestuur voorlopig in deze vacature tot de definitieve benoeming van een nieuw lid in overeenstemming met paragraaf 4. § 8. Onverminderd andere beperkingen bepaald bij of krachtens een wet of door de statuten van BIO, is het mandaat van lid van de raad van bestuur onverenigbaar met de volgende mandaten of functies: 1° lid van het Europees Parlement of de Europese Commissie;2° lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Senaat;3° lid van de federale regering of lid van de beleidscel van de federale minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking;4° lid van een gemeenschaps- of gewestparlement;5° lid van een gemeenschaps- of gewestregering;6° gouverneur van een provincie, met inbegrip van de adjunct-gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en de commissaris van de federale regering die de titel van vicegouverneur voert, aangesteld in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, arrondissements-commissaris of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad;7° lid van het personeel van BIO;8° burgemeester, schepen of voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van een gemeente met meer dan 50 000 inwoners;9° houder van een voltijds mandaat of een voltijdse functie in een intercommunale of haar afgeleide structuren. Wanneer een lid van de raad van bestuur de bepalingen van het eerste lid miskent, moet hij binnen een termijn van één maand de betrokken mandaten of functies neerleggen. Indien hij nalaat dit te doen, wordt hij na verloop van deze termijn van rechtswege geacht zijn mandaat bij BIO te hebben neergelegd, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtsgeldigheid van de handelingen die hij ondertussen heeft gesteld of van de beraadslagingen waaraan hij in de betrokken periode heeft deelgenomen. § 9. De Directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp vertegenwoordigt de Directie generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in de schoot van de raad van bestuur. Hij is niet stemgerechtigd. Zijn vergoeding is gelijk aan die van de leden van de raad van bestuur en is ten laste van BIO. § 10. Alle leden van de raad van bestuur ondertekenen het charter van het lid van de raad van bestuur van overheidsbedrijven, zoals aangepast aan BIO en opgenomen in bijlage bij het beheerscontract.".

Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende: "

Art. 2ter.Onder de leden van de raad van bestuur benoemt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorzitter van de raad van bestuur evenals de vicevoorzitter, die van de andere taalrol en van het andere geslacht is dan de voorzitter.

De voorzitter en de vicevoorzitter worden afgezet bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad op eensluidend met redenen omkleed advies van de raad van bestuur, goedgekeurd bij volstrekte meerderheid.

De afzetting van de voorzitter of van de vicevoorzitter in hun hoedanigheid van lid van de raad van bestuur brengt van rechtswege zijn afzetting als voorzitter of als vicevoorzitter teweeg.

In geval van staking van stemmen in de raad van bestuur, is de stem van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, van de vicevoorzitter, beslissend.".

Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 2quater ingevoegd, luidende: "

Art. 2quater.De raad van bestuur richt een auditcomité, een investeringscomité en een human resources-comité op.

Deze comités hebben een raadgevende stem.

De raad van bestuur kan elk ander comité oprichten dat hij nodig acht om de raad van bestuur bij te staan.

De raad van bestuur bepaalt de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de comités en stelt voor elk comité een huishoudelijk reglement op.".

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 2quinquies ingevoegd, luidende: "

Art. 2quinquies.§ 1. BIO is verantwoordelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van haar maatschappelijk doel en de opdrachten die haar worden toegewezen, overeenkomstig de bepalingen van deze wet en andere toepasselijke wetgeving, het beheerscontract en de statuten. § 2. Het beheerscontract tussen de Belgische Staat en BIO bepaalt de criteria van de beheerscapaciteit waaraan BIO moet voldoen om zich te kwijten van deze verantwoordelijkheden, de van toepassing zijnde procedures van de toetsing ervan en de gevolgen wanneer BIO niet voldoet aan de bovenvermelde criteria. § 3. In het kader van de voorbereiding van een nieuw beheerscontract wordt, tijdens het laatste jaar van het lopende beheerscontract, nagegaan of BIO aan deze criteria voldoet. Bij het sluiten van een nieuw beheerscontract wordt BIO, voor de duur van dat beheerscontract, geacht over de gevraagde beheerscapaciteit te beschikken. § 4. BIO heeft de verantwoordelijkheid om tijdens de duur van het beheerscontract te voldoen aan deze criteria. § 5. BIO kan accreditaties verkrijgen van erkende organismes of internationale organisaties. Het verkrijgen van een accreditatie geldt als bewijs van de beheerscapaciteit voor het voorwerp van de accreditatie voor de duur van de accreditatie.

De Koning bepaalt bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de lijst van erkende en internationale accreditaties die hiervoor in aanmerking komen. § 6. Tijdens de duur van het beheerscontract kan elke regeringscommissaris, na bespreking in de raad van bestuur en na het mislukken van remediërende maatregelen, voorstellen dat wordt nagegaan of BIO nog aan deze criteria voldoet.

De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking neemt een formeel met redenen omklede beslissing binnen veertien dagen na de kennisgeving van het advies van één of beide regeringscommissarissen.".

Art. 7.In artikel 3, tweede lid van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° een perspectief op rendement bieden dat beantwoordt aan de rendementsdoelstelling bepaald overeenkomstig artikel 9, § 2, wat betreft de interventies gefinancierd met de inbrengen in kapitaal en buiten kapitaal en overeenkomstig artikel 9, § 4, eerste lid, wat betreft kapitaalsubsidies.".

Art. 8.In artikel 3bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt de bepaling onder 6° /1 ingevoegd, luidende: "6° /1 middelen van derden beheren met het oog op de realisatie van investeringen in de interventielanden overeenkomstig de nadere regels overeen te komen met de betrokken derden of advies verlenen aan derden inzake investeringen in interventielanden;".

Art. 9.Artikel 3ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 3ter.§ 1. BIO kent subsidies toe voor de financiering van de volgende interventies: 1° de opleidingsprogramma's;2° de programma's voor technische assistentie;3° de haalbaarheidsstudies;4° de investeringssteun voor innoverende MKMO's, onder de vorm van een financiële tussenkomst voor bepaalde kosten en activa met het oog op het opstarten of het verbeteren van een onderneming of een nieuwe activiteit;5° de analyse- en opmaakkosten van investeringsdossiers in het kader van een waarschijnlijke financiering door BIO. De in het eerste lid bedoelde interventies zijn bestemd voor de ontwikkeling van: 1° de ondernemingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, op voorwaarde dat de betrokken onderneming, op het ogenblik van de toekenning van de subsidie, rechtstreeks of onrechtstreeks gefinancierd wordt door BIO door een financiering bedoeld in artikel 3bis, 1°, 3°, 4°, 5° of 7° of in aanmerking komt voor een dergelijke financiering, maar nog geen dergelijke financiering heeft ontvangen;2° de belanghebbende partijen van ondernemingen bedoeld in 1°, mits het aantoonbaar is dat een positieve economische impact kan verwacht worden voor de ondernemingen bedoeld in de bepaling onder 1°, alsook een belangrijke ontwikkelingsimpact op de betrokken belanghebbende partijen;3° de tussenstructuren gefinancierd door BIO;4° de ondernemingen verbonden met de ondernemingen bedoeld in de bepaling onder 1° in de zin van artikel 11, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen, mits het aantoonbaar is dat een positieve economische impact kan verwacht worden voor de ondernemingen bedoeld in 1° ;5° de op te richten ondernemingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, die rechtstreeks of onrechtstreeks in aanmerking komen voor een financiering door BIO zoals bedoeld in artikel 3bis, 1°, 3°, 4°, 5° of 7°. De interventies bedoeld in het eerste lid, 2°, kunnen eveneens betrekking hebben op de beroepsverenigingen of -organisaties waarvan de ondernemingen bedoeld in het tweede lid, 1°, lid zijn, op voorwaarde dat de betrokken interventie rechtstreeks betrekking heeft op de activiteiten van de ondernemingen bedoeld in het tweede lid, 1°. § 2. De begunstigden van de subsidies zijn: 1° de ondernemingen bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°, 3° en 4° en derde lid;2° de promotor van de ondernemingen bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 5° ;3° de fondsenbeheerder in het kader van een investeringsfonds gefinancierd door BIO waarbij de subsidie bestemd is om interventies te financieren ten voordele van de ondernemingen gefinancierd door dat investeringsfonds. Indien de subsidies worden toegekend om interventies te financieren bestemd voor de ontwikkeling van belanghebbende partijen, is de begunstigde steeds een onderneming bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°. § 3. De subsidie bedraagt maximum 350 000 euro per onderneming bedoeld in paragraaf 1, tweede en derde lid.

Wanneer de subsidie de financiering van een haalbaarheidsstudie betreft, is het bedrag bedoeld in het eerste lid beperkt tot 100 000 euro. § 4. De subsidie van BIO dekt slechts een deel van de kosten van de betrokken interventie, in een verhouding te bepalen door BIO. Wanneer de subsidie de financiering van een haalbaarheidsstudie betreft, beperkt de financiering van BIO zich tot maximum 50 percent van de kosten van de haalbaarheidsstudie.

De subsidie moet additioneel zijn. § 5. De toekenning van de subsidie gebeurt door de ondertekening van een overeenkomst tussen BIO en de begunstigde.

De subsidieovereenkomst bevat: 1° de beschrijving van de interventies;2° de nadere regels van de financiering;3° de rapportageverplichtingen, met inbegrip van de verantwoording van het gebruik van de middelen, de controlemogelijkheden van BIO en de terugbetalingsvoorwaarden van de subsidie. § 6. De interventies bedoeld in paragraaf 1 worden gefinancierd met de subsidies bedoeld in artikel 9, § 1, 4°, en zijn niet onderworpen aan een rendementsdoelstelling.".

Art. 10.Artikel 3quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 3quater.§ 1. BIO voert zelf interventies bedoeld in artikel 3ter, § 1, eerste lid, uit, bestemd voor de ontwikkeling van één of meerdere ondernemingen bedoeld in artikel 3ter, § 1, tweede en derde lid, door de tussenkomst van experten die zij aanstelt. § 2. De onderneming of de ondernemingen voor dewelke de interventies bedoeld in paragraaf 1 bestemd zijn, worden duidelijk geïdentificeerd. § 3. De kosten van de interventie ondersteund door BIO bedragen maximum 350 000 euro per interventie.

Wanneer de interventie een haalbaarheidsstudie betreft, wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid beperkt tot 100 000 euro. § 4. BIO draagt slechts een deel van de kosten van de betrokken interventie, in een verhouding te bepalen door BIO. Wanneer de interventie een haalbaarheidsstudie betreft, beperken de kosten gedragen door BIO zich tot maximum 50 percent van de kosten van de interventie. § 5. De interventies bedoeld in paragraaf 1 worden gefinancierd door de subsidies bedoeld in artikel 9, § 1, 4°, en zijn niet onderworpen aan een rendementsdoelstelling."

Art. 11.In artikel 3quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. De beperkingen bedoeld in paragrafen 1 tot 3 gelden ook voor de interventies die worden gefinancierd door de subsidies die BIO toekent of die rechtstreeks door BIO worden uitgevoerd.".

Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 3sexies ingevoegd, luidende: "

Art. 3sexies.De Belgische Staat kan, indien het Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zelf niet over de vereiste expertise beschikt, BIO opdrachten toevertrouwen betreffende: 1° diensten van beheer of advies in het kader van de participaties die de Belgische Staat aanhoudt in de ontwikkelingsbanken; 2° diensten inzake adviesverlening en opleiding betreffende de ontwikkeling van de private sector in de interventielanden.".

Art. 13.In artikel 4bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State type wet prom. 20/01/2014 pub. 13/02/2014 numac 2014015037 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, 9°, wordt de "." Vervangen door een ";";; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 10° tot en met 19°, luidende: "10° de manier waarop BIO de wetten en conventies inzake gender uitvoert;11° de verplichtingen inzake wederzijdse communicatie;12° de criteria en de procedures van toetsing van de beheerscapaciteit waaraan BIO voldoet alsook de gevolgen wanneer BIO niet voldoet aan de criteria van beheerscapaciteit bedoeld in artikel 2quinquies;13° de financiële nadere regels betreffende: a) de ter beschikkingstelling van middelen aan BIO;b) de financiële rapportering en verantwoording;14° het charter van het lid van de raad van bestuur van overheidsbedrijven, zoals aangepast aan BIO;15° de nadere regels betreffende de kapitaalsubsidies bedoeld in artikel 9, § 4, met name: a) de minimale rendementsdoelstellingen verbonden aan de kapitaalsubsidies;b) de strategische oriëntatie inzake geografische en sectorale concentratie van de interventies gefinancierd met de kapitaalsubsidies;c) de aard en de omvang van de investeringen gefinancierd met de kapitaalsubsidies;16° de nadere regels betreffende de opdrachten bedoeld in artikel 3bis, 6° /1;17° de nadere regels voor de toekenning van de subsidies bedoeld in artikel 3ter en de in dat kader van toepassing zijnde selectiecriteria, waaronder de additionaliteit, de complementariteit en de synergie;18° de bijkomende voorwaarden en de nadere regels betreffende de interventies bedoeld in artikel 3quater; 19° de nadere regels van de samenwerking tussen de Belgische Staat en BIO in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 3sexies."; 3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.Het beheerscontract is geen akte of reglement bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Alle clausules ervan worden geacht contractueel te zijn.".

Art. 14.In dezelfde wet wordt een artikel 4septies ingevoegd, luidende: "

Art. 4septies.BIO maakt jaarlijks een ondernemingsplan op dat wordt goedgekeurd door de raad van bestuur. Het ondernemingsplan omvat de strategische en operationele doelstellingen, met in begrip van de daaraan verbonden indicatoren en een financieel meerjarenplan.".

Art. 15.Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State type wet prom. 20/01/2014 pub. 13/02/2014 numac 2014015037 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 5.§ 1. BIO staat onder het toezicht van de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking en de minister bevoegd voor Begroting.

Dit toezicht wordt uitgeoefend door twee regeringscommissarissen.

Elk van beide ministers benoemt één regeringscommissaris en één plaatsvervanger. De plaatsvervangers beschikken, in voorkomend geval, over dezelfde bevoegdheden als de regeringscommissarissen.

Elke regeringscommissaris heeft het recht om: 1° kennis te nemen van alle beslissingen van de algemene vergadering, de raad van bestuur, de door de raad van bestuur opgerichte comités en het orgaan belast met het dagelijks bestuur;2° alle nodige controles uit te voeren;3° zich alle voor de in de bepaling onder 2° bedoelde controles nodige inlichtingen te doen verstrekken. Wanneer zij het nuttig achten, wonen zij de vergaderingen van de algemene vergadering, de raad van bestuur, de door de raad van bestuur opgerichte comités en het orgaan belast met het dagelijks bestuur, bij. Zij zetelen er met raadgevende stem. De agenda's van deze vergadering worden hen steeds tijdig bezorgd. De regeringscommissarissen ontvangen de verslagen van deze vergaderingen. § 2. Elke regeringscommissaris kan ten allen tijde ter plaatse inzage nemen van de boeken, de briefwisseling, verslagen en van alle documenten en alle geschriften van BIO. Elke regeringscommissaris kan van de leden van de raad van bestuur, van het orgaan belast met het dagelijks bestuur en van de medewerkers van BIO alle verduidelijkingen of inlichtingen vorderen en alle verificaties verrichten die hem nodig lijken voor de uitvoering van zijn mandaat.

BIO bezorgt onmiddellijk aan elke regeringscommissaris de opmerkingen van de in artikel 5bis bedoelde commissarissen evenals de op deze opmerkingen gegeven antwoorden. Elke regeringscommissaris communiceert schriftelijk met de commissarissen betreffende de aangelegenheden die tot zijn bevoegdheid behoren.

BIO stelt de regeringscommissarissen de menselijke en materiële middelen ter beschikking die nodig zijn voor de uitvoering van hun mandaat.

De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking en de minister bevoegd voor Begroting kunnen, elk voor hun bevoegdheid en indien ze dat nuttig achten, de regeringscommissarissen laten bijstaan door deskundigen. De bezoldiging van de deskundigen is ten laste van BIO. § 3. Elke regeringscommissaris kan, bij de minister dat hem heeft benoemd, een schorsend beroep aantekenen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met de wetten, de besluiten, de statuten, het beheerscontract, het ondernemingsplan of met het algemeen belang.

De regeringscommissaris aangewezen door de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking, ziet bovendien toe op de inbedding van ontwikkelingssamenwerking als één van de instrumenten van het Belgische buitenlandse beleid, alsook op de coherentie van het buitenlandse optreden van België.

De regeringscommissaris aangeduid door de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking vergewist zich eveneens van de overeenstemming van elke investeringsbeslissing met de criteria bepaald door het Comité voor Ontwikkelingshulp van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling bedoeld in artikel 32 van de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking type wet prom. 19/03/2013 pub. 04/12/2013 numac 2013000752 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. - Duitse vertaling sluiten betreffende Belgische Ontwikkelingssamenwerking.

Voor het indienen van het beroep bedoeld in het eerste lid, beschikken de regeringscommissarissen over een termijn van zeven dagen vanaf de kennisname van de beslissing.

De minister beschikt over een termijn van veertien dagen vanaf de indiening van het schorsend beroep om de geschorste beslissing te vernietigen.

Hij brengt zijn beslissing ter kennis aan de voorzitter van de raad van bestuur.

Indien de minister de schorsing niet vernietigt of zich binnen deze termijn niet uitspreekt, mag de beslissing ten uitvoer worden gelegd.

De raad van bestuur kan op met redenen omklede wijze de dringende noodzakelijkheid inroepen. De regeringscommissarissen beschikken in dat geval over een termijn van vier dagen vanaf de kennisname van de beslissing om een schorsend beroep in te dienen bij de minister. De in het vijfde lid voorgeschreven termijn wordt in dat geval teruggebracht tot vier dagen. § 4. De vergoeding van de regeringscommissarissen wordt vastgesteld door de Koning. Zij wordt gedragen door BIO. § 5. Wanneer de naleving van de wetten, besluiten, statuten, het beheerscontract, het ondernemingsplan of het algemeen belang dit vereist, kan de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking of elke regeringscommissaris het bevoegde bestuursorgaan verplichten om, binnen de door hem gestelde termijn, hierover te beraadslagen.

Wanneer de inbedding van ontwikkelingssamenwerking als een van de instrumenten van het Belgisch buitenlandse beleid of de coherentie van het buitenlandse optreden van België dit vereist, kan de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking of de regeringscommissaris die door hem is aangeduid, het bevoegde bestuursorgaan verplichten om, binnen de door hem gestelde termijn, hierover te beraadslagen.".

Art. 16.In artikel 5bis, § 2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002003520 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken type wet prom. 24/12/2002 pub. 07/01/2004 numac 2003015188 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Regering van Burkina Faso inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, ondertekend te Brussel op 18 mei 2001 (2) (3) sluiten, worden de woorden "de raad van bestuur" vervangen door de woorden "de algemene vergadering".

Art. 17.In artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/07/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016015098 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische technische coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "BIO maakt jaarlijks een verantwoordingsrapport betreffende de aanwending van de middelen bedoeld in artikel 9, § 1, 3° en 4°, over aan de minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking.".

Art. 18.Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 9.§ 1. De Belgische Staat kan middelen toekennen aan BIO door: 1° inbrengen in kapitaal;2° inbrengen buiten kapitaal, door de inschrijving op winstbewijzen die ontwikkelingscertificaten genoemd worden;3° kapitaalsubsidies;4° subsidies andere dan kapitaalsubsidies;5° vergoedingen voor de opdrachten bedoeld in artikel 3sexies. § 2. De aanwending door BIO van de middelen bedoeld in paragraaf 1, 1° en 2°, is gebonden aan een rendementsdoelstelling die maakt dat de inbreng steeds kan worden geclassificeerd als een deelneming binnen de overheidssector overeenkomstig het Europees stelsel van nationale en regionale rekeningen. § 3. De winstbewijzen bedoeld in paragraaf 1, 2°, zijn op dezelfde wijze als het kapitaal onbeschikbaar. Zij genieten dezelfde fiscale behandeling als de inbreng in kapitaal. § 4. De kapitaalsubsidies bedoeld in paragraaf 1, 3°, kunnen worden aangewend om investeringen te realiseren die een lagere rendementsdoelstelling hebben dan de rendementsdoelstelling bedoeld in paragraaf 2.

Het cumulatief bedrag van de kapitaalsubsidies toegekend door de Belgische Staat aan BIO vertegenwoordigt maximum 15 percent van de som van de middelen bedoeld in paragraaf 1, 1° en 2°.

De investeringen gefinancierd met de kapitaalsubsidies moeten apart kunnen worden opgevolgd in de boekhouding van BIO. De provisies voor waardeverminderingen en de minderwaarden op deze investeringen worden rechtstreeks ten laste gelegd van de kapitaalsubsidie, net als de kosten verbonden aan het beheer van de investeringen die gebeuren met de kapitaalsubsidies.

Het geïnvesteerde bedrag dat BIO terugkrijgt ingevolge de terugbetaling van leningen of de verkoop van kapitaalparticipaties gefinancierd met kapitaalsubsidies kan enkel worden aangewend voor nieuwe investeringen bedoeld in het eerste lid. De opbrengsten van deze investeringen worden aangewend voor nieuwe investeringen bedoeld in het eerste lid en voor het beheer van investeringen gefinancierd met kapitaalsubsidies. § 5. De subsidies bedoeld in paragraaf 1, 4°, worden aangewend om de interventies bedoeld in de artikelen 3ter en 3quater te financieren en zijn niet onderworpen aan een rendementsdoelstelling.".

Art. 19.In dezelfde wet wordt hoofdstuk 3, dat de artikelen 11 tot en met 14 bevat, opgeheven.

Art. 20.In artikel 27, § 1, van de wet van 23 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2017 pub. 11/12/2017 numac 2017031698 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap sluiten tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De onverenigbaarheden voor de leden van de raad van bestuur bedoeld in artikel 21, § 8, eerste lid, zijn van toepassing voor de algemene directeur, met uitzondering van de onverenigbaarheid bedoeld in artikel 21, § 8, eerste lid, 7°. "

Art. 21.In artikel 29, § 1, van dezelfde wet wordt het vierde lid vervangen als volgt: "De onverenigbaarheden voor de leden van de raad van bestuur bedoeld in artikel 21, § 8, eerste lid, zijn van toepassing op de leden van het directiecomité, met uitzondering van de onverenigbaarheid bedoeld in artikel 21, § 8, eerste lid, 7°. ".

Art. 22.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2019.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 25 oktober 2018.

FILIP Van Koningswege : De minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54 3212 Integraal Verslag: 12 oktober 2018 .

^