gepubliceerd op 20 juni 2024
Wet betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht
25 MEI 2024. - Wet betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.In deze wet en, behoudens uitdrukkelijke afwijking, in de op grond ervan genomen uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder: 1° Autoriteit: de Internationale Zeebodemautoriteit, ingesteld bij artikel 156, § 1, VN-Zeerechtverdrag;2° BMM: de wetenschappelijke dienst Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen;3° contract: het contract tussen de Autoriteit en de explorator of exploitant, dat het werkplan voor exploratie respectievelijk exploitatie in het gebied bepaalt;4° DG Scheepvaart: het directoraat-generaal Scheepvaart van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; 5° dienst Continentaal Plat: de dienst Continentaal Plat van de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 6° dienst Marien Milieu: de dienst Marien Milieu van het directoraat-generaal Leefmilieu van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;7° exploitant: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een exploitatie uitvoert;8° exploitatie: de ontginning voor handelsdoeleinden, met exclusieve rechten, van rijkdommen in het gebied en de extractie van de delfstoffen die ze bevatten, met name de bouw en exploitatie van mijnontginnings-, verwerkings- en transportsystemen voor de productie in het gebied, voor de productie en marketing van delfstoffen, alsook de ontmanteling en de sluiting van de mijngebieden;9° exploratie: het onderzoek, met exclusieve rechten, naar rijkdommen in het gebied, met inbegrip van de analyse van deze afzettingen, de conceptie, de vervaardiging en het testen van de procedés en van het inzamel- of ontginningsmateriaal, van de verwerkingsinstallaties en de transportsystemen, en de opstelling van studies over de milieu gerelateerde, technische, economische, commerciële en andere factoren die bij de exploitatie in aanmerking genomen dienen te worden;10° explorator: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een exploratie uitvoert;11° gebied: de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van een nationale rechtsmacht;12° gesponsorde partij: natuurlijke persoon of rechtspersoon waarvoor het Koninkrijk België borg staat en die een contract gesloten heeft of wenst te sluiten met de Autoriteit voor de exploratie of exploitatie van rijkdommen;13° kosten-batenanalyse klimaat: een wetenschappelijke analyse die de verhouding berekent tussen de directe en indirecte negatieve effecten en de verwachte directe en indirecte positieve effecten van de geplande diepzeemijnbouwactiviteiten, zowel exploratie als exploitatie, op de klimaatverandering;14° marien milieu: de abiotische omgeving van de zee en de biota, hierin inbegrepen de fauna, de flora en de mariene habitats die zij innemen, alsook de ecologische processen werkzaam binnen dit milieu en de onderlinge wisselwerkingen tussen de abiotische en biotische componenten en de ecosysteemdiensten die zij vervullen;15° milieuschade: een door de mens veroorzaakte negatieve verandering in het mariene milieu die direct of indirect optreedt, met inbegrip van de aantasting van de menselijke gezondheid, of de aantasting van het duurzame gebruik van de zee;16° prospectie: het onderzoek, zonder exclusieve rechten, naar rijkdommen in het gebied, met inbegrip van de evaluatie van de samenstelling, grootte en spreiding van deze rijkdommen alsook van hun economische waarde;17° prospector: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een prospectie uitvoert;18° regionaal milieubeheersplan: een beheersplan aangenomen binnen de Autoriteit dat de milieudoelstellingen, voorwaarden en beheersinstrumenten voor een bepaalde regio binnen het gebied vastlegt;19° rijkdommen: alle vaste, vloeibare of gasvormige minerale rijkdommen aanwezig in het gebied op of onder de zeebodem, met in het bijzonder polymetallische knollen, polymetallische sulfiden, en kobaltrijke ferromangaankorsten;20° schade aan derden: iedere beschadiging, verlies of nadeel geleden door een natuurlijk persoon, rechtspersoon of een overheid, met uitzondering van milieuschade;21° sponsorcertificaat: de borgstelling door het Koninkrijk België voor een exploratie of exploitatie, in overeenstemming met artikel 153, § 2, b) van het VN-Zeerechtverdrag;22° Uitvoeringsovereenkomst: de Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van Deel XI van het VN-Zeerechtverdrag, gedaan te New York op 28 juli 1994;23° VN-Zeerechtverdrag: het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, gedaan te Montego Bay op 10 december 1982.
Art. 3.De rechtstreekse bepalingen door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst, alsook de andere toepasselijke internationale regels, zijn van toepassing op de gevallen bepaald door of krachtens deze wet. Daarnaast zijn ook de aanvullende nationale regels, in het bijzonder wat betreft de bescherming van het mariene milieu, de bescherming van mensenlevens, het algemeen belang en de belangen van het Koninkrijk België, van toepassing op de gevallen bepaald door of krachtens deze wet.
Art. 4.§ 1. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in deze wet is: 1° het toezien op de prospectie door een Belgische prospector;2° het beoordelen van een aanvraag, wijziging of hernieuwing van een sponsorcertificaat voor een contract afgesloten door een Belgische natuurlijke persoon of een rechtspersoon naar Belgische recht;3° het toezien op de exploratie of exploitatie door een Belgische explorator of exploitant. § 2. De persoonsgegevens van de volgende personen kunnen worden verwerkt: 1° de prospector;2° de aanvrager van een sponsorcertificaat;3° de gesponsorde partij;4° de bestuurders, aangestelden of contractanten van de in 1° tot 3° bedoelde personen, voor zover deze betrokken zijn bij de prospectie, exploratie of exploitatie. § 3. Voor de personen bedoeld in paragraaf 2, 1° tot 3°, kunnen de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerkt worden: 1° identiteit en woonplaats, met inbegrip van het e-mailadres;2° bewijs van voldoende financiële en economische draagkracht;3° dekking van het risico van burgerlijke aansprakelijkheid, de technische bekwaamheden van de aanvrager en bewijs van afwezigheid van gerechtelijke reorganisatie of faillissement zonder eerherstel of vereffening tijdens de laatste vijf jaar;4° bepaalde strafrechtelijke veroordelingen in kracht van gewijsde tijdens de laatste vijf jaar. Voor de personen vermeld in paragraaf 2, 4°, kunnen de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerkt worden: 1° identiteit;2° technische bekwaamheden;3° bepaalde strafrechtelijke veroordelingen in kracht van gewijsde tijdens de laatste vijf jaar. De in eerste lid, 4°, en tweede lid, 3° bedoelde strafrechtelijke veroordelingen in kracht van gewijsde betreffen de volgende misdrijven: 1° deelneming aan een criminele organisatie;2° omkoping;3° fraude;4° terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit;5° witwassen van geld en financiering van terrorisme;6° kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;7° het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen;8° milieumisdrijven, ingesteld door de federale en gewestelijke regels tot uitvoering van Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. § 4. De dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat, de BMM of het DG Scheepvaart kan de persoonsgegevens omschreven in paragraaf 3 aan de volgende bestemmelingen meedelen: 1° de Autoriteit;2° het publiek; in overeenstemming met de hun door deze wet toebedeelde bevoegdheden. § 5. De dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat, de BMM of het DG Scheepvaart bewaren de persoonsgegevens omschreven in paragraaf 3 maximum elf jaar na het aflopen van de prospectie, exploratie of exploitatie of een jaar na het in kracht van gewijsde treden van het laatste vonnis of arrest betreffende de prospectie, exploratie of exploitatie. De dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat, de BMM of het DG Scheepvaart houden de persoonsgegevens niet langer bij dan noodzakelijk voor het uitoefenen van hun taken. § 6. Voor de toepassing van deze wet zijn de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat, de BMM of het DG Scheepvaart de verwerkingsverantwoordelijke. § 7. De Koning kan bij iedere procedure nadere regels bepalen tot precisering van de persoonsgegevens omschreven in paragraaf 3 en tot organisatie van de verwerkingsprocedure van deze persoonsgegevens.
HOOFDSTUK II - Internationaalrechtelijke bepalingen en milieurechtelijke beginselen
Art. 5.Het VN-Zeerechtverdrag, met in het bijzonder Deel XI, de Uitvoeringsovereenkomst en de regels, voorschriften en procedures van de Autoriteit zijn van toepassing op de prospectie naar en de exploratie of exploitatie van rijkdommen door Belgische natuurlijke personen of rechtspersonen naar Belgische recht.
Art. 6.Bij de uitvoering van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten worden de volgende milieurechtelijke beginselen toegepast: 1° het beginsel van het preventief handelen, dit impliceert dat moet worden opgetreden om milieuschade te voorkomen, veeleer dan de schade achteraf te moeten herstellen;2° het voorzorgsbeginsel, dit impliceert dat preventieve maatregelen worden getroffen, indien er redelijke gronden tot bezorgdheid bestaan voor milieuschade, met inbegrip van de mogelijkheid om de activiteit niet toe te laten, zelfs in de gevallen dat er geen overtuigend bewijs is van een oorzakelijk verband tussen het inbrengen van stoffen, energie of materialen in zee of in de lucht en de schadelijke gevolgen;3° het beginsel van duurzaam beheer, dit impliceert dat het mariene milieu in voldoende mate in een goede staat wordt gehouden voor toekomstige generaties en dat de effecten van het menselijk handelen de draagkracht van het marien milieu niet overschrijden.Hiertoe zullen de ecosystemen en de ecologische processen noodzakelijk voor het goed functioneren van het marien milieu worden beschermd en de biologische diversiteit ervan worden behouden en hersteld; 4° het beginsel dat de vervuiler betaalt, dit impliceert dat de kosten voor maatregelen ter voorkoming, inperking of herstel van milieuschade voor rekening zijn van de vervuiler;5° het herstelbeginsel, dit impliceert dat bij milieu-schade, het mariene milieu prioritair moet worden hersteld in zijn oorspronkelijke toestand of, indien niet mogelijk, de schade moet worden gecompenseerd. HOOFDSTUK III - Prospectie
Art. 7.§ 1. In overeenstemming met het Reglement van de Autoriteit inzake prospectie en exploratie naar polymetallische knollen in het gebied en aanverwante zaken kan de prospectie niet plaatsvinden: 1° ingeval van substantieel bewijs dat het risico bestaat op ernstige milieuschade;2° in een zone waarvoor al een exploratie- of exploitatiecontract voor dat type van ontginning loopt, in een reservatiezone of in een zone die de Raad van de Autoriteit niet toegankelijk verklaard heeft wegens het risico op ernstige milieuschade. § 2. De prospector brengt de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat binnen de vijftien dagen na de inschrijving door de Autoriteit van zijn kennisgeving inzake prospectie daarvan schriftelijk op de hoogte. De prospector kan de prospectie niet eerder aanvangen.
De kennisgeving aan de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat bevat minstens de volgende informatie: 1° de naam en woonplaats van de prospector;2° de coördinaten van de brede zone of zones waarbinnen de prospectie gepland is, in overeenstemming met de meest recente algemeen geaccepteerde standaard binnen de Autoriteit;3° een algemene beschrijving van het prospectieplan, met inbegrip van de voorgestelde startdatum en de verwachte duur;4° een beschrijving van de geplande maatregelen om milieuschade te voorkomen, reduceren en controleren, met toepassing van het voorzorgsbeginsel, de andere in deze wet genoemde milieurechtelijke beginselen en de beste milieupraktijken, in het bijzonder gericht op het beperken of elimineren van: a) negatieve milieu-effecten door prospectie;b) reële of potentiële conflicten of interferentie met bestaande of geplande mariene wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten.5° een bewijs van het aanhouden van een doeltreffende verzekering of andere financiële zekerheid, overeenkomstig door artikel 17. § 3. De prospector brengt de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat binnen de vijftien dagen na de kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Autoriteit van een incident bij de prospectie daarvan schriftelijk op de hoogte.
De kennisgeving aan de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat omvat minstens een kopie van de kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Autoriteit. § 4. De prospector maakt ten laatste op 31 maart een kopie van het jaarrapport dat wordt overgemaakt aan de Secretaris-Generaal van de Autoriteit over aan de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat. § 5. De prospector maakt na de prospectie een evaluatierapport over aan de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat. § 6. De Koning kan de nadere regels bepalen met betrekking tot de vormvoorschriften waaraan de voormelde kennisgevingen en het evaluatierapport voldoen, alsook met betrekking tot de door de prospector na te leven voorwaarden, wat betreft de bescherming van het mariene milieu.
HOOFDSTUK IV - Exploratie en exploitatie Afdeling 1 - Toekenning, wijziging en hernieuwing sponsorcertificaat
Art. 8.De exploratie en de exploitatie in het gebied door een Belgische natuurlijke persoon of een rechtspersoon naar Belgisch recht kan enkel uitgevoerd worden indien een contract gesloten is en overeenkomstig de bepalingen van dat contract. Dat contract wordt opgesteld overeenkomstig het VN-Zeerechtverdrag, de Uitvoeringsovereenkomst, de regels, voorschriften en procedures van de Autoriteit, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten en het sponsorcertificaat.
Art. 9.§ 1. Een Belgische natuurlijke persoon of een rechtspersoon naar Belgische recht kan enkel een contract als bedoeld in artikel 8 aanvragen en uitvoeren wanneer hij over een sponsorcertificaat beschikt. § 2. Er kan enkel een sponsorcertificaat worden toegekend, gewijzigd of hernieuwd: 1° vanaf het moment dat de relevante regels, voorschriften en procedures van de Autoriteit, voor de eerste keer voorlopig aangenomen zijn door de Raad van de Autoriteit krachtens artikel 162, 2., o), ii), van het VN-Zeerechtverdrag; en 2° vanaf het moment dat een regionaal milieubeheersplan voor de regio van het gebied aangenomen is;en 3° indien de voorgestelde werkzaamheden verenigbaar zijn met de milieudoelstellingen die zijn vastgelegd door de Autoriteit, met inbegrip van de milieudoelstellingen die in het regionaal milieubeheersplan voor de regio van het gebied opgenomen zijn, door andere internationale regelgeving en door of krachtens deze wet;en 4° van zodra voldoende fundamentele wetenschappelijke kennis beschikbaar is om een kwaliteitsvolle beoordeling van het milieueffectenrapport te maken;waar heldere en volledige wetenschappelijke inzichten ontbreken of onvoldoende zijn, wordt extra wetenschappelijk onderzoek als voorafgaande vereiste gesteld vooraleer een beoordeling afgerond kan worden; 5° ingeval van afwezigheid van gerechtelijke reorganisatie of faillissement zonder eerherstel of vereffening tijdens de laatste vijf jaar en van bepaalde strafrechtelijke veroordelingen in kracht van gewijsde, zoals omschreven in artikel 4, § 3. De in het eerste lid, 5° bedoelde strafrechtelijke veroordelingen in kracht van gewijsde tijdens de laatste vijf jaar betreffen de volgende misdrijven: 1° deelneming aan een criminele organisatie;2° omkoping;3° fraude;4° terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit;5° witwassen van geld en financiering van terrorisme;6° kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;7° het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen;8° milieumisdrijven, ingesteld door de federale en gewestelijke regels tot uitvoering van Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. § 3. De toekenningscriteria voor een sponsorcertificaat zijn de volgende: 1° de meerwaarde op economisch en maatschappelijk vlak;2° de kwaliteit van het plan op technisch en economisch gebied, inzonderheid door de toepassing van de best beschikbare technologieën;3° de kwaliteit van het voorgelegde plan inzake uitbating en onderhoud;4° de sterkte van de aanvrager op technisch, economisch en maatschappelijk vlak;5° de indekking van de risico's van de potentiële explorator of exploitant en het Koninkrijk België België als sponsorstaat. § 4. De Koning kan, op voordracht van de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie en bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels bepalen met betrekking tot de toekenningscriteria bedoeld in paragraaf 3.
Art. 10.§ 1. Een sponsorcertificaat voor exploratie of exploitatie wordt toegekend, gewijzigd of hernieuwd door de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie.
De procedure tot toekenning, wijziging of hernieuwing van een sponsorcertificaat omvat minstens de volgende stappen: 1° de indiening van een aanvraag, met inbegrip van een voorstel van werkplan en een milieueffectenrapport, inclusief een kosten-batenanalyse klimaat, door de aanvrager bij de minister bevoegd voor het Mariene Milieu, op basis van de documenten die aan de Autoriteit voorgelegd worden om de toekenning, wijziging of hernieuwing van een contract aan te vragen;2° de evaluatie van de volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag door de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat en de BMM;3° de voorlegging aan het publiek van de aanvraag, met inbegrip van het voorstel van werkplan en het milieueffectenrapport, door de BMM;4° de beoordeling van het voorstel van werkplan door de dienst Continentaal Plat, de dienst Marien Milieu en de BMM;5° de beoordeling van het milieueffectenrapport door of in opdracht van de BMM;6° de met redenen omklede beslissing over de toekenning, wijziging of hernieuwing van een sponsorcertificaat. De beslissing over de toekenning, wijziging of hernieuwing wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekende zending ter kennis gebracht van de aanvrager en gepubliceerd op de website van de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat en de BMM. § 2. De Koning bepaalt de nadere regels met betrekking tot: 1° de inhoud en de vorm van het sponsorcertificaat, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid;2° de inhoud en de termijnen van de stappen vermeld in paragraaf 1, tweede lid, met inbegrip van de regels betreffende de publieksconsultatie;3° de ontmanteling van infrastructuren en de sluiting van mijnoperaties.
Art. 11.De Koning kan, op voordracht van de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie en bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels bepalen met betrekking tot de voorafgaande of navolgende goedkeuring door de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie van documenten of acties door de gesponsorde partij ten aanzien van de Autoriteit, dewelke een uitvoering vormen van of een impact kunnen hebben op het sponsorcertificaat. Afdeling 2 - Bekrachtiging, schorsing, intrekking en overdracht
sponsorcertificaat
Art. 12.De minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie bekrachtigen binnen negentig dagen na de goedkeuring van het werkplan door de Raad van de Autoriteit het sponsorcertificaat. De gesponsorde partij kan geen activiteiten in het gebied starten zonder deze bekrachtiging. Bij ontstentenis van bekrachtiging kan geen activiteit starten.
De beslissing over de bekrachtiging wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekende zending ter kennis gebracht van de gesponsorde partij en gepubliceerd op de website van de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat en de BMM.
Art. 13.§ 1. De minister bevoegd voor het Mariene Milieu of de minister bevoegd voor Economie kan, na onderling overleg en na de houder van het sponsorcertificaat gehoord te hebben, het sponsorcertificaat schorsen: 1° wanneer zich milieuschade voordoet die de door het contract of het sponsorcertificaat toegelaten impact op het marien milieu overschrijdt, teneinde bijkomende informatie te verzamelen en de nodige maatregelen te kunnen voorbereiden; 2° wanneer de bepalingen opgelegd door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van het contract, deze wet, met inbegrip van het sponsorcertificaat, of een instructie in uitvoering van artikel 4.2.1.2, § 2, van het Belgisch Scheepvaartwetboek niet nageleefd worden; 3° wanneer de bepalingen van andere internationale regelgeving niet nageleefd worden;4° wanneer het vrijwaren van de Belgische belangen het aanhouden van het sponsorcertificaat niet langer ondersteunt. De beslissing tot schorsing wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekende zending ter kennis gebracht van de gesponsorde partij en gepubliceerd op de website van de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat en de BMM.
Art. 14.§ 1. De minister bevoegd voor het Mariene Milieu of de minister bevoegd voor Economie kan, na onderling overleg en na de houder van het sponsorcertificaat gehoord te hebben, het sponsorcertificaat intrekken: 1° wanneer zich milieuschade voordoet die de door het contract of het sponsorcertificaat toegelaten impact op het marien milieu overschrijdt en de intrekking van dit sponsorcertificaat de meest geschikte maatregel is om deze milieuschade te laten ophouden; 2° wanneer de bepalingen opgelegd door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van het contract, deze wet, met inbegrip van het sponsorcertificaat, of een instructie in uitvoering van artikel 4.2.1.2, § 2, van het Belgisch Scheepvaartwetboek niet nageleefd worden; 3° wanneer de bepalingen van andere internationale regelgeving niet nageleefd worden;4° wanneer het vrijwaren van de Belgische belangen het aanhouden van het sponsorcertificaat niet langer ondersteunt. De beslissing tot intrekking wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, bij aangetekende zending ter kennis gebracht van de gesponsorde partij en gepubliceerd op de website van de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat en de BMM.
Art. 15.§ 1. Een gesponsorde partij kan het sponsorcertificaat enkel overdragen mits instemming door de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie.
Het sponsorcertificaat kan enkel overgedragen worden indien de mogelijke overnemer bewijst dat alle daarin opgenomen verplichtingen en voorwaarden nageleefd kunnen worden. § 2. De aanvraag tot overdracht wordt ingediend bij de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en gebeurt gezamenlijk door de gesponsorde partij en de mogelijke overnemer van het sponsorcertificaat.
De dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat en de BMM adviseren de ministers bedoeld in paragraaf 1 over de aanvraag. § 3. De Koning bepaalt bij een besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad de nadere regels met betrekking tot de overdracht van het sponsorcertificaat.
HOOFDSTUK V - Aansprakelijkheid voor schade aan derden en milieuschade
Art. 16.§ 1. De prospector of de gesponsorde partij is aansprakelijk voor de schade aan derden door de prospectie, exploratie of exploitatie, indien deze veroorzaakt is door een fout.
De prospector of de gesponsorde partij is aansprakelijk voor de milieuschade die de door de Autoriteit of de door deze wet toegelaten impact op het marien milieu overschrijdt door de prospectie, exploratie of exploitatie, zelfs indien deze niet veroorzaakt is door een fout.
De milieuschade moet prioritair het voorwerp uitmaken van inperkende maatregelen en herstelmaatregelen, gericht op het herstel, de rehabilitatie of de vervanging van het aangetaste marien milieu of op het verschaffen van een gelijkwaardig alternatief voor het aangetaste marien milieu.
De prospector of de gesponsorde partij blijft aansprakelijk voor elk schadegeval dat voortvloeit uit de uitvoering van zijn operaties, zelfs na de afronding van de prospectie, exploratie of exploitatie. § 2. De veroorzaker van de dreigende of ingetreden schade aan derden of milieuschade is niet aansprakelijk krachtens paragraaf 1, indien aangetoond wordt dat de dreigende of ingetreden schade: 1° uitsluitend het gevolg is van oorlog, burgeroorlog, vijandelijkheden, opstand, terrorisme, of van activiteiten die uitsluitend tot doel hebben bescherming te bieden tegen natuurrampen of van een natuurverschijnsel van uitzonderlijke, onafwendbare en onweerstaanbare aard, of;2° volledig werd veroorzaakt door een opzettelijk handelen of nalaten van derden met de bedoeling schade aan derden of milieuschade te veroorzaken en voor zover de betrokken derde geen vertegenwoordiger, aangestelde of uitvoeringsagent is van de veroorzaker, of;3° het gevolg is van de naleving van een dwingende opdracht of instructie van een overheid, tenzij het een opdracht of instructie betreft naar aanleiding van een dreigende of ingetreden schade aan derden of milieuschade, afkomstig van de activiteiten van de veroorzaker. § 3. De gesponsorde partij moet het Koninkrijk België te allen tijde vrijwaren tegen rechtsvorderingen, kosten, boetes en claims door derden naar aanleiding van de exploratie of exploitatie.
Art. 17.§ 1. De prospector of de gesponsorde partij houdt voor de schade aan derden en milieuschade vermeld in artikel 16, § 1 een doeltreffende verzekering of andere financiële zekerheid aan.
De voorwaarden en het te verzekeren bedrag worden vastgesteld in overeenstemming met de internationale maritieme praktijk en met de goede industriële praktijken. § 2. De prospector of gesponsorde partij is enkel gehouden tot de verzekering of andere financiële zekerheid vermeld in paragraaf 1 voor die schadeonderdelen die nog niet gedekt zijn door polissen aangehouden door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst. § 3. De prospector of gesponsorde partij neemt het Koninkrijk België in de polis op als een additioneel verzekerde partij. De verzekeringsinstelling doet afstand van verhaalsrecht, met inbegrip van subrogatierecht, tegen het Koninkrijk België. § 4. Een verzekering of andere financiële zekerheid voldoet niet aan de vereisten van dit artikel indien zij eerder vervalt dan tien jaar na het aflopen van de prospectie, exploratie of exploitatie of dan het in kracht van gewijsde treden van een rechtsgeschil betreffende de prospectie, exploratie of exploitatie. § 5. De Koning kan de nadere regels bepalen met betrekking tot de verzekering of andere financiële zekerheid.
HOOFDSTUK VI - Handhaving Afdeling 1 - Toezicht en openbaarheid
Art. 18.§ 1. De prospector of gesponsorde partij maakt aan de dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat, de BMM en het DG Scheepvaart tegelijkertijd een kopie, bij voorkeur in elektronische vorm, over van: 1° alle door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag, de Uitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van het contract, en deze wet, met inbegrip van het sponsorcertificaat, voorgeschreven mededelingen, met inbegrip van de bijlagen, aan de Autoriteit;2° alle andere mededelingen, met inbegrip van de bijlagen, ten aanzien van de Autoriteit, dewelke een uitvoering vormen van of een impact kunnen hebben op het sponsorcertificaat;3° alle reacties van de Autoriteit op de in 1° en 2° vermelde mededelingen. § 2. De dienst Marien Milieu, de dienst Continentaal Plat, de BMM en het DG Scheepvaart kunnen alle bijkomende informatie die zij nodig achten, opvragen om hun toezichtstaken uit te oefenen.
Art. 19.§ 1. Onverminderd de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/2006 pub. 28/08/2006 numac 2006022669 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie sluiten betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, geldt voor de actieve openbaarheid van informatie, daaronder begrepen milieu-informatie, dat de informatie vermeld in artikel 18 niet-vertrouwelijk is, in het bijzonder de informatie die de bescherming van het mariene milieu, de volksgezondheid en de veiligheid betreft, tenzij in de gevallen bepaald in de paragrafen 2 tot 4. § 2. Voor de actieve openbaarheid van informatie is de volgende informatie vermeld in artikel 18 vertrouwelijk: 1° informatie die de Raad van de Autoriteit als vertrouwelijk categoriseert;2° informatie die aan de fundamentele rechten en vrijheden van de prospector of gesponsorde partij, met inbegrip van de bestuurders, aangestelden of contractanten, raakt, in het bijzonder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij degene over wie de informatie gaat met de openbaarmaking instemt;3° commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie wordt beschermd om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene over wie de informatie gaat met de openbaarmaking instemt;4° informatie die de bescherming van het mariene milieu betreft en nog in een academisch proces zit, voor zover de vertrouwelijkheid tijdelijk is;5° andere informatie die de prospector of gesponsorde partij als vertrouwelijk categoriseert, na goedkeuring door de dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat. De dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat kunnen niettemin oordelen dat het belang van de onmiddellijke openbaarmaking voor de bescherming van het mariene milieu groter is dan het belang dat door de vertrouwelijkheid gediend wordt.
Informatie die openbaar gemaakt moet worden door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst ter wille van de bescherming van het mariene milieu, de volksgezondheid en de veiligheid kan niet als vertrouwelijk gecategoriseerd worden. § 3. De prospector of gesponsorde partij geeft bij het overmaken van de informatie vermeld in artikel 18 indicatief aan welke informatie, of delen daarvan, als confidentieel gecategoriseerd worden. § 4. De dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat beslissen in onderlinge overeenstemming, waar passend na de prospector of gesponsorde partij gehoord te hebben, welke informatie effectief als vertrouwelijk gecategoriseerd wordt, conform paragraaf 2.
Art. 20.De dienst Marien Milieu en de dienst Continentaal Plat publiceren alle jaarrapporten vereist door de Autoriteit, met uitzondering van de vertrouwelijke onderdelen, en elk ander document dat zij relevant achten van de prospector of de gesponsorde partij op hun website.
Art. 21.De gesponsorde partij zorgt voor een elektronisch monitoringssysteem om een permanent toezicht op afstand door de bevoegde overheidsdiensten op de exploitatie mogelijk te maken.
De Koning kan de nadere regels bepalen betreffende het monitoringssysteem, die betrekking kunnen hebben op zowel de activiteiten van de betrokken schepen als op de instrumenten gebruikt voor de activiteit. Afdeling 2 - Opsporing en vaststelling van inbreuken
Art. 22.Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, oefenen de volgende personen het toezicht uit over de naleving van regels ingesteld door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van het contract, en over de naleving van de regels ingesteld door of krachtens deze wet, met inbegrip van het sponsorcertificaat: 1° de door de Koning aangeduide personeelsleden van de dienst Marien Milieu;2° de door de Koning aangeduide personeelsleden van de dienst Continentaal Plat;3° de door de Koning aangeduide personeelsleden van de BMM; 4° de scheepvaartcontrole bedoeld in artikel 1.1.1.2, 4°, van het Belgisch Scheepvaartwetboek.
Dit toezicht gebeurt in overeenstemming met de voorwaarden bepaald in de artikelen 4.2.1.4 tot 4.2.1.10 en 4.2.1.12 tot 4.2.1.20 van het Belgisch Scheepvaartwetboek.
HOOFDSTUK VII - Sancties Afdeling 1 - Administratieve sancties
Art. 23.Voor de inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten kan een administratieve geldboete worden opgelegd met toepassing van hoofdstuk 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, rekening houdend met internationale en Europese regels. Afdeling 2 - Strafsancties
Art. 24.Wordt gestraft met een geldboete van 250.000 euro tot 2.000.000 euro: 1° eenieder die een inbreuk pleegt op artikel 5 en de milieurechtelijke beginselen bedoeld in artikel 6;2° eenieder die een prospectie uitvoert zonder te beschikken over de vereiste kennisgeving inzake prospectie vanwege de Autoriteit, zoals voorgeschreven door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst;3° eenieder die de voorwaarden van een prospectie ingesteld door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst niet naleeft;4° eenieder die een exploratie of exploitatie uitvoert zonder te beschikken over het vereiste contract, zoals voorgeschreven door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst, of het vereiste bekrachtigde sponsorcertificaat, zoals voorgeschreven door of krachtens deze wet;5° eenieder die de voorwaarden van een exploratie of exploitatie bepaald door of krachtens het VN-Zeerechtverdrag en de Uitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van het contract, of door of krachtens deze wet, met inbegrip van het sponsorcertificaat, niet naleeft, met uitzondering van de regels vastgesteld door of krachtens artikelen 11 en 18.
Art. 25.Wordt gestraft met een geldboete van 500 euro tot 30.000 euro: 1° eenieder die herhaaldelijk een inbreuk pleegt op de regels vastgelegd door artikel 7, §§ 2 tot 5;2° eenieder die een inbreuk pleegt op de regels vastgelegd door of krachtens artikel 11;3° eenieder die herhaaldelijk een inbreuk pleegt op de regels vastgelegd door of krachtens artikel 18;4° eenieder die een inbreuk pleegt op de regels vastgelegd door of krachtens artikel 21.
Art. 26.Bij de veroordeling van een rechtspersoon op grond van de artikelen 24 en 25 kan de rechter bevelen dat de veroordeling wordt bekendgemaakt.
De bekendmaking gebeurt op kosten van de veroordeelde, op de wijze bepaald in de beslissing van de rechtbank.
Art. 27.Alle bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing.
HOOFDSTUK VIII - Bijdragen
Art. 28.§ 1. De aanvrager van een sponsorcertificaat of de gesponsorde partij draagt door een retributie bij aan de kosten voor de administratieve handelingen en het vereiste onderzoek, monitoringsprogramma's en permanente milieueffectenonderzoeken, uitgevoerd op basis van een regel door of krachtens deze wet.
De retributies worden vastgesteld als volgt: 1° een eenmalig bedrag voor de administratieve behandeling van de aanvraag tot toekenning, wijziging of hernieuwing van een sponsorcertificaat en voor de beoordeling van het milieueffectenrapport;2° een jaarlijks bedrag voor monitoringsprogramma's en permanente milieueffectenonderzoeken. § 2. De Koning bepaalt de nadere regels tot begroting en betaling van de bedragen vermeld in paragraaf 1, alsook de verdeling daarvan onder de bevoegde overheidsdiensten.
HOOFDSTUK IX - Bevoegde rechtbank
Art. 29.De ondernemingsrechtbank van Brussel is bevoegd voor alle vorderingen betreffende deze wet, onverminderd de bevoegdheid van het Internationaal Zeerechttribunaal, zoals vastgelegd door de artikelen 186 tot 191 VN-Zeerechtverdrag, en in overeenstemming met de Verklaring van België in overeenstemming met artikel 287 VN-Zeerechtverdrag.
Ten aanzien van overtredingen op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, en in afwijking van artikel 4.3.3.9 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, is de bevoegde rechtbank die van Brussel.
Art. 30.Inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten gepleegd in het gebied door een Belgische natuurlijke persoon of een rechtspersoon naar Belgische recht worden geacht te zijn gepleegd op het Belgisch grondgebied.
HOOFDSTUK X - Uitvoeringsmaatregel
Art. 31.§ 1. De Koning bepaalt, op voordracht van de minister bevoegd voor het Mariene Milieu en de minister bevoegd voor Economie en bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de regels en procedures die nodig zijn voor de uitvoering van de bindende standaarden die door de Autoriteit zijn aangenomen en waarnaar het VN-Zeerechtverdrag of de Uitvoeringsovereenkomst verwijst. § 2. De bindende standaarden die door de Autoriteit zijn aangenomen en waarnaar het VN-Zeerechtverdrag of de Uitvoeringsovereenkomst verwijst, worden bekendgemaakt door middel van een bericht in het Belgisch Staatsblad in het Nederlands en het Frans dat melding maakt van de aanneming door de Autoriteit van de betrokken akte. § 3. De in paragraaf 2 bedoelde bindende standaarden worden ter beschikking gesteld op de website van de dienst Marien Milieu. De berichten in het Belgisch Staatsblad vermelden het webadres waar de integrale tekst beschikbaar is.
HOOFDSTUK XI - Wijzigingsbepalingen
Art. 32.Artikel 2, 1°, van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, vervangen bij de wet van 8 mei 2019 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2022 pub. 16/12/2022 numac 2022034447 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden sluiten, wordt aangevuld met een streepje, luidende: "- de wet van 25 mei 2024 betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht".
Art. 33.In artikel 2.5.1.1, van het Belgisch Scheepvaartwetboek wordt de bepaling onder 7°, vervangen als volgt: "7° de wet van 25 mei 2024 betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaan- bodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht.".
Art. 34.Artikel 4.2.4.9, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2022 pub. 16/12/2022 numac 2022034447 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° de wet van 25 mei 2024 betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht.".
Art. 35.Artikel 4.2.4.10, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2022 pub. 16/12/2022 numac 2022034447 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende: "7° de wet van 25 mei 2024 betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht."
Art. 36.Artikel 4.2.4.11, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2022 pub. 16/12/2022 numac 2022034447 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden sluiten, wordt aangevuld met de woorden "en van de wet van ... betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht".
Art. 37.In artikel 569, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt de bepaling onder 43°, vervangen als volgt: "43° van de vorderingen ingeleid krachtens de wet van 25 mei 2024 betreffende de bescherming van mens en milieu bij de prospectie, exploratie en exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht;".
HOOFDSTUK XII - Opheffings- en overgangsbepaling
Art. 38.§ 1. De wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 16/09/2013 numac 2013011384 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van de rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtmacht sluiten betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van de rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht, gewijzigd bij de wetten van 30 juli 2013, 26 december 2015 en 30 juli 2018, wordt opgeheven. § 2. Een sponsorcertificaat dat toegekend, gewijzigd of hernieuwd is voor de inwerkingtreding van deze wet blijft rechtsgeldig totdat dit certificaat afloopt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 25 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Noordzee, P. VAN TIGCHELT De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, T. DERMINE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - https://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section= flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?dossierID=3882&legislat= 55&inst=K