Etaamb.openjustice.be
Wet van 25 juni 1998
gepubliceerd op 04 september 1998

Wet tot wijziging van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1998000521
pub.
04/09/1998
prom.
25/06/1998
ELI
eli/wet/1998/06/25/1998000521/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 JUNI 1998. - Wet tot wijziging van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement

Art. 2.In artikel 2 van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, gewijzigd bij de wet van 10 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in § 1, eerste en vierde lid, worden de woorden « vijfenveertig miljoen » telkens vervangen door de woorden « veertig miljoen »;

B) in § 2, 1°, worden de woorden « 500 000 frank vermeerderd met 1 frank » vervangen door de woorden « 350 000 frank, vermeerderd met 0,70 frank »;

C) § 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « Het aandeel in de uitgaven voor gemeenschappelijke verkiezingspropaganda dat wordt aangerekend op het bedrag dat een kandidaat mag besteden, moet evenredig zijn met het aandeel van elke kandidaat in deze propaganda. ».

Art. 3.In artikel 5, § 1, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) het 1° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° geen gebruik maken van commerciële reclameborden of affiches; »;

B) een 1°bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 1°bis geen gebruik maken van niet-commerciële reclameborden of affiches groter dan 4 m2; ».

Art. 4.In artikel 6, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 april 1995, worden de woorden « de privé-personen die een gift hebben gedaan, vertrouwelijk te houden » vervangen door de woorden « de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren. ».

Art. 5.In artikel 10, § 1, van dezelfde wet wordt het 3° vervangen door de volgende bepaling : « 3° een ieder die geen aangifte doet van zijn verkiezingsuitgaven en/of van de herkomst van de geldmiddelen binnen de termijn bepaald in artikel 116, § 6, van het Kieswetboek; ».

Art. 6.In artikel 11 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in het eerste lid worden in de eerste zin tussen de woorden « partijen » en « , lijsten » de woorden « en hun componenten » ingevoegd; in het eerste lid wordt tussen de tweede en de derde zin de volgende zin ingevoegd : « Zo ook mogen componenten giften ontvangen van hun politieke partij en omgekeerd. »;

C) tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De identiteit van de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer, onder welke vorm ook, doen aan politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen wordt door de begunstigden jaarlijks geregistreerd. Politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen mogen vanwege een zelfde natuurlijke persoon jaarlijks elk maximum 20 000 frank, of de tegenwaarde daarvan, als gift ontvangen. De schenker mag jaarlijks in het totaal maximum 80 000 frank, of de tegenwaarde daarvan, besteden aan giften ten voordele van politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen. De afdrachten van politieke mandatarissen aan hun politieke partij worden niet als giften beschouwd. »;

D) in het tweede lid worden tussen de woorden « rechtspersonen » en de woorden « of feitelijke verenigingen », telkens de woorden « , natuurlijke personen » ingevoegd.

Art. 7.Een artikel 11bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd : «

Art. 11bis.De Koning bepaalt bij een in ministerraad overlegd besluit de wijze waarop de in de artikelen 6 en 11 bedoelde registraties worden opgesteld en neergelegd. De controle gebeurt door de Controlecommissie. ». HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement

Art. 8.Artikel 21 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 11 april 1994, wordt aangevuld met een § 8, luidend als volgt : « § 8. In hun akte van bewilliging verbinden zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers zich ertoe de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen en hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de verkiezingen aan te geven.

Zij verbinden er zich bovendien toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 5 000 frank en meer hebben gedaan, te registreren.

De tekst van die verklaringen en de aangifteformulieren worden door de minister van Binnenlandse Zaken vastgesteld en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. ». HOOFDSTUK IV. - Machtiging tot coördinatie

Art. 9.De Koning is gemachtigd tot coördinatie van de vigerende wetten betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement. Met het oog op de coördinatie kan Hij : 1° de volgorde en de nummering van de titels, hoofdstukken, artikelen, paragrafen en leden van de te coördineren bepalingen wijzigen en die bepalingen anders ordenen;2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen wijzigen, teneinde ze met de nieuwe nummering in overeenstemming te brengen;3° de te coördineren bepalingen met het oog op de onderlinge overeenstemming en eenheid in terminologie wijzigen zonder afbreuk te doen aan de in die bepalingen vervatte beginselen. Ter bekrachtiging van de coördinatie wordt in de loop van de zitting een wetsontwerp ingediend bij de Wetgevende Kamers, indien ze bijeen zijn, en zo niet, bij de aanvang van hun eerstvolgende zitting. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding

Art. 10.Deze wet treedt in werking de dag na die waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 4, 6, C) en 8, die in werking treden op 1 januari 1999.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 25 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. TOBBACK Met `s Lands zegel gezegeld : Voor de Minister van Justitie, afwezig : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT _______ Nota (1) Gewone zitting 1996-1997. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Wetsvoorstel, nr. 1161/1. Amendementen, nrs. 1161/2 tot 5. - Verslag, nr. 1161/6. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1161/7. - Amendement, nr. 1161/8. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1161/9.

Gewone zitting 1997-1998.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 1 en 2 april 1998.

Senaat.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1-946/1. - Ontwerp niet geëvoceerd, nr. 1-946/2.

^