gepubliceerd op 10 december 2012
Wet betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen. - Officieuze coördinatie in het Duits
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
25 JULI 1893. - Wet betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen. - Officieuze coördinatie in het Duits
De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 25 Juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen (Belgisch Staatsblad van 28 juli 1893), zoals ze werd gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 236 van 20 Januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1936).
Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
MINISTERIUM DER JUSTIZ 25. JULI 1893 - Gesetz über die Berufungs- oder Kassationserklärungen von inhaftierten oder internierten Personen Artikel 1 - [In Zentralgefängnissen, Sicherungsanstalten, Untersuchungshaftanstalten und in per Gesetz vom 9.April 1930 über den Schutz der Gesellschaft vorgesehenen Einrichtungen, in Arbeitshäusern, Zufluchtsheimen und staatlichen Wohlfahrtseinrichtungen geben die dort inhaftierten oder internierten Personen die Berufungs- oder Kassationserklärungen in Strafsachen bei den Leitern dieser Einrichtungen oder bei ihren Beauftragten ab. Diese Erklärungen haben dieselben Wirkungen wie die bei der Kanzlei eingegangenen oder vom Greffier entgegengenommenen Erklärungen.] Darüber wird in einem eigens dazu bestimmten Register Protokoll erstellt.
Die Leiter setzen den Greffier des Gerichts oder des Gerichtshofes, die die angefochtene Entscheidung erlassen haben, unverzüglich hiervon in Kenntnis und übermitteln ihm binnen vierundzwanzig Stunden eine Ausfertigung des Protokolls. [Art. 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 5 des K.E. Nr. 236 vom 20. Januar 1936 (B.S. vom 31. Januar 1936)] Art. 2 - Der Greffier überträgt unverzüglich die Mitteilung und das Protokoll in das Register der Berufungen oder der Kassationsbeschwerden.
Art. 3 - Die Leiter dürfen keine andere als die in Artikel 1 erwähnte Ausfertigung der aufgrund dieses Artikels erstellten Protokolle ausstellen.
Art. 4 - Die in Ausführung von Artikel 1 geführten Register und die an die zuständigen Greffiers gerichteten Ausfertigungen der Berufungs- oder Kassationserklärungen unterliegen keiner Stempelsteuer.
Die gesetzliche Frist für die Registrierung der Erklärungen, die dieser Formalität unterliegen, setzt erst am Tag der aufgrund von Artikel 2 vorgenommenen Übertragung ein.