Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 februari 2006
gepubliceerd op 16 maart 2006

Wet houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie voor de verwarming van een privéwoning

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003157
pub.
16/03/2006
prom.
22/02/2006
ELI
eli/wet/2006/02/22/2006003157/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2006. - Wet houdende toekenning van een toelage voor het aanschaffen van huisbrandolie voor de verwarming van een privéwoning (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van onderhavige wet, wordt verstaan onder : - Woning : ieder gebouw of gedeelte van een gebouw dat in België is gelegen en geheel of gedeeltelijk gebruikt wordt voor privé-bewoning; - Rechthebbende : de bewoner van de woning uit hoofde van een onroerend zakelijk recht of van een persoonlijk recht, zijnde een overeenkomst van onroerende verhuur, en die de prijs van de levering van huisbrandolie voldoet; - Gezin : de personen die hun hoofdverblijfplaats hebben in dezelfde individuele of gezinswoning.

Art. 3.Voor alle leveringen van huisbrandolie verricht vanaf 1 juni 2005 tot en met 31 december 2005 wordt aan elke rechthebbende een toelage toegekend als tussenkomst in de betaling van de levering van huisbrandolie bestemd voor de verwarming van zijn woning. Indien de rechthebbende meerdere woningen betrekt, moet hij de woning aanduiden waarvoor hij de toelage wenst te bekomen. Deze toelage is beperkt tot één enkele woning per gezin.

Art. 4.Het bedrag van de toelage bedraagt 17,35 pct. van de prijs, alle belastingen inbegrepen, van de levering van huisbrandolie. Het is evenwel beperkt tot het gedeelte van de prijs dat 0,5 euro per liter overschrijdt.

Deze toelage berekend overeenkomstig het eerste lid, is beperkt tot het gedeelte van de woning dat voor privé-bewoning wordt gebruikt.

Art. 5.§ 1. Voor de leveringen van huisbrandolie die werden verricht vanaf 1 juni 2005 wordt de toelage toegekend bij wijze van teruggaaf aan de rechthebbende. § 2. Voor de leveringen van huisbrandolie die werden verricht vanaf 1 oktober 2005, wordt de toelage toegekend aan de rechthebbende door tussenkomst van de leverancier bij wijze van een vermindering van de prijs van de huisbrandolie die deze laatste hem moet toestaan.

Deze toegestane vermindering wordt vervolgens door de Staat als een element van de prijs van de levering van de huisbrandolie aan de leverancier betaald.

Hierbij kunnen voorschotten worden toegekend om de kosten van de voorfinanciering op te vangen.

Art. 6.De toelage bedoeld in artikel 5, § 1, is niet vatbaar voor overdracht noch voor beslag. Zij wordt toegekend aan de rechthebbende niettegenstaande elke toestand van samenloop of procedure van insolvabiliteit.

Art. 7.De inbreuken op deze wet of op haar uitvoeringsbesluiten die niet spontaan geregulariseerd werden vóór het verstrijken van de derde kalendermaand die volgt op de publicatie van de wet of haar uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatsblad worden bestraft met een administratieve boete die ten hoogste het dubbel bedraagt van de toegekende of toe te kennen toelage, van het toegekende of toe te kennen voorschot of van de toegekende of toe te kennen terugbetaling.

De boete die daadwerkelijk wordt opgelegd moet proportioneel zijn aan de ernst van de feiten die haar verantwoorden.

Art. 8.De ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën zijn belast met de controle op de naleving van de wet en van haar uitvoeringsbesluiten.

Daartoe beschikken zij over alle onderzoeks- en controlebevoegdheden die hen zijn toegekend door de Fiscale Wetboeken.

Art. 9.Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde, kunnen de betwistingen met betrekking tot de toepassing van deze wet, met uitsluiting van de betwistingen inzake invordering, aanhangig gemaakt worden bij een administratieve instantie.

Art. 10.De invordering van de bedragen die bij toepassing van deze wet aan de Staat verschuldigd zijn, wordt vervolgd door de Administratie van de Belasting over de toegevoegde waarde, de Registratie en de Domeinen door middel van een dwangbevel.

Het dwangbevel wordt uitgevaardigd door de ontvanger belast met de invordering, het wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de directeur van bovenvermelde administratie en ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende brief of betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot.

Art. 11.De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van onderhavige wet.

De Koning kan met name : 1° de personen bepalen die gerechtigd zijn om de aanvraag in te dienen en deze die gerechtigd zijn om de betaling te ontvangen;2° de vorm bepalen waaronder de aanvragen tot het bekomen van de toelage door de rechthebbende en de aanvragen tot terugbetaling door de leverancier moeten worden ingediend, alsook de verantwoordingsstukken aan te duiden die bij deze aanvragen dienen te worden gevoegd;3° de ambtenaren aanduiden belast met het nemen van een beslissing over de aanvragen zoals bedoeld in punt 2 van dit artikel;4° de personen aanduiden die belast zijn om uitspraak te doen over de betwistingen bedoeld in artikel 9 en de modaliteiten van het beroep te organiseren;5° het bedrag en de periodiciteit van de toegekende voorschotten bepalen, alsook de wijze waarop de afrekening gebeurt.

Art. 12.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2005.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2005-2006 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. - Wetsontwerp, 51-2190, nr. 1. - Amendement, 51-2190, nr. 2. - Verslag, 51-2190, nr. 3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2190, nr. 4.

Senaat.

Stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, 3-1568, nr. 1.

^