Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 april 2019
gepubliceerd op 29 april 2019

Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de belastingvrijstelling voor de overdracht van erfpacht betreft

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019040989
pub.
29/04/2019
prom.
22/04/2019
ELI
eli/wet/2019/04/22/2019040989/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

22 APRIL 2019. - Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de belastingvrijstelling voor de overdracht van erfpacht betreft (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 12 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : " § 4. In afwijking van artikel 7, § 1, 3°, is de overdracht onder bezwarende titel van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten op een grond waarop een gebouw is opgericht, op een bebouwd onroerend goed of op een gebouw, vrijgesteld hetzij : 1° indien het recht wordt overgedragen ten vroegste vijf jaar na datum van de authentieke akte van vestiging of verkrijging van het recht;2° indien de woning die gedurende een ononderbroken periode van ten minste 12 maanden die de maand van de overdracht voorafgaat, de eigen woning is geweest van de belastingplichtige.Evenwel mag tussen de periode van ten minste 12 maanden en de maand van vervreemding nog een periode van maximaal 6 maanden liggen, gedurende dewelke de woning niet in gebruik mag zijn genomen; 3° indien het recht toebehoort : a) aan al dan niet ontvoogde minderjarigen ingeval een gerechtelijke instantie daartoe machtiging heeft gegeven;b) aan personen aan wie een bewindvoerder is toegevoegd overeenkomstig de bepalingen van het vierde deel, boek IV, hoofdstuk X van het Gerechtelijk Wetboek, krachtens een bijzondere machtiging van de vrederechter; 4° in geval van onteigeningen of overdrachten in der minne van onroerende goederen ten algemenen nutte, wanneer die overdrachten overeenkomstig artikel 161 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffie-rechten kosteloos aan de registratieformaliteit zijn onderworpen.".

Art. 3.Deze wet is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2020.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 april 2019.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K54-0698 Integraal verslag : 4 april 2019

^